Zaterdag 31 Augustus 1912. 27sle Jaargang N°. 1794. voor de Ziiidliollandsclie en Zeeuwsehe Eilanden. MIE BLAD, Orgaan Antirevo lutionair IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Kegeling van het levens- verzekeringsbedrijf. „DE STER" Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50; zonder ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEYBB SOMMELSD1JK. Advertenties 19 cent per regel en maal. Reclames SO per regel. Boekaankondiging i Cent per regel en Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Adverteutiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever Den 27sten Juli is een wetsontwerp ingediend door den Minister van Biu- nenlandsche Zaken tot regeling van het Levensverzekeringsbedrijf. In onze dagen behoeft niet uitgelegd te wor den wat »verzekering« is in den tech- nischen zin, in de sociale beteekenis van dit woord; ook niet, wat een Levensverzekering is. En wat ieder ook kan weten, is dit, dat een Levens verzekeringsmaatschappij op goede fondamenten rusten moetjjaar iinan- tieele grondslag moet zoo sekuur zijn, dat ze aan hare verplichtingen kan voldoen wanneer de uitbetalingen bij sterven of leven moeten geschieden. En die grondslag, het geldelijk beheer dus in neel zijn uitgebreidsten zin, hangt weer ai van den opzet der ver zekering, Er moeten premiën gestort worden door den verzekeraar, maar welke Ziedaar reeds een hoofdvraag, om- Tj dat de premiën de inkomsten van elk bedrijf vormen. Hoe lang moet hij storten? Welk groot of klein kapitaal kan dan op grond van die premiën uitgekeerd worden. Die premiën staan weer niet los. Ze staan in verband met de sterftetafels. Deze staan ook niet op zichzelf, want 't sterven hangt samen met uw gezondheid en met de plaats, waar ge woont en 't werk, dat ge doet. Er is voor elk bedrijf noodig grond- kapitaal dat wordt uitgezet met de ontvangen premiën, intrest op intrest maar, hoe en waar is dat geld uit gezet? Er is toezicht en controle noodig van directeuren en commis sarissen van actuarissen en accoun tants, zooals die controleurs in het verzekeringsbedrijf genoemd worden. In één woorddat bedrijf omvat millioenen guldens. In een werkje lazen we, dat het bedrag, dat door de verschillende Nederlandsche Maat schappijen verzekerd is, thans verre de 700 millioen overschrijdt en dat het gezamenlijk vermogen verre ovei de 200 millioen bedraagt. Ontzaglijke kapitalen zijn dus in 't beheer van die levensverzekeringsbedrjjven en dui zenden menschen hebben er hun »centen« in zitten. O weeals zoo'n maatschappij niet op goeden finantieelen grondslag rust. Er is dan maar een oorlog noodig, een epidemie; een verandering van den rentevoet enz. of die maatschappij begint te waggelen. Daarom is 't noodig ook, dat het bedrijf aan regelen gebonden zij van openbaarheid, waardoor elk verzekerde dan toch goed op de hoogte kan komen, hoe 'tmet zijn Maatschappij staat. In de Maatschappijen zelf is men 't er ook over eens, dat publici teit van haar werking noodzakelijk is; dat er geen volkomen vrijheid mag zijn; dat er behoorlijke waar borgen moeten wezen voor 't publiek, dat de Maatschappij goed isdat de spaarpenningen niet gestolen kunnen worden en soliede belegd zijn en dus de uitkeeringen absoluut zeker. De vraag is maarhoe moet de controle van Staatswege zijn? In Duitschland en Frankrijk staan de Maatschappijen zoo ongeveer onder voogdij van den Staat; in Engeland daarentegen is het be 'rijf vrij, maar moet het al zijn cijfers publiek maken. De Minister Heemskerk kiest het En- gelsche stelsel: vrijheid der Maat schappijen, maar met de verplichting om aangaande de bijzonderheden van het bedrijf open kaart te spelen en het publiek zoo volledig mogelijk voor te lichten. Hoe voor te lichten Er moet opgegeven worden aan de Re geering 't aantal polissen't kapitaal met of zonder herverzekeringde rente met of zonder herverzekering de jaarprem ën met of zonder her verzekering idem de koopsommen. Ook moet opgegeven wordenhoe veel verzekerden afvielen in dat jaar met al de kapitalen, die hem werden uitgekeerdhoeveel winst er was en hoeveel verlieswelke de eigendom men zijn, welke de aandeelhouders. Op deze manier van publiciteit tracht de Regeering aan de belang hebbenden de verzekerdheid te ver schaffen, of ze zich bij deze of gene Maatschappij kunnen aansluiten. En wie dan zijn vingers toch branden wil aan een slechte Maatschappij, moet dat zelf maar weten. Ons dunkt, dat dit wetsontwerp in een behoefte voorziet; een behoefte reeds lang gevoeld, maar nog nimmer in eenig wetsontwerp neergelegd. Congres voor Zedelijke Opvoeding. Iets begrijpen we niet. Er is te 's Hage een Congres voor zedelijke op voeding, waarin personen van vele Landen zitting hebben. Een congres voor zedelijke opvoeding. Aan dat con gres zijn verbonden feesten, uitstapjes, voordrachten enzzooals dit met de meeste congressen is. Dit alles is niets bijzonders. Maar wel bijzonder is, wat het programma van die feestjes meldt. Zondag 25 Aug. Boottocht op de kanalen der provincie Zuid-Holland. Dat een congres voor Zedelijke op voeding zoo'n artikel in zijn program kan opnemen, is een groote fout, en zal zijn beteekenis zeker doen min deren. Welke beschouwingen men ook over »Opvoeding« hebben en welke ook over het woord »Zedelijk«, dit staat vast, dat een Zondagson'theiliging door een boottocht, den ganschen dag, nooit tot zedelijke opvoeding strekken kan. Wie op den voorgrond gaat schui ven, dat hem de Zondag als Dag des Heeren en als Dag der Ruste niets beteekent, heeft zijn waarde en kracht als zedelijk opvoeder verloren. Want tot de goede zede behoort toch zeker een erkenning van den Nationalen Zondag als .Rustdagen tot die goede zede behoort ook de jeugd er van te doordringen, dat een mensch 's Zon dags in de kerk behoort te zijn en niet elders. Niet op een boot, maar in 't Huis des Heeren is onze plaats. Dat punt van 't program staat ons belangena niet aan. Waar moet dat heen Onlangs zijn ontzettende cijfers ge publiceerd. Bij een onderzoek is vast gesteld, in Duitschland, dat van de 2084 ondervraagde mijn werkers verklaarden bijna 44% niet aan God te gelooven, van de 1153 lexhielarbeiders ver klaarden bijna 62% niet aan God te gelooven, van de 1803 metaalbewerkers ver klaarden 50% niet aan God te ge looven. MANTELMAGAZUN Is 't niet ontzettend voor die men schen en de omgeving, waarin ze leven. Met God gebroken te hebben en Hem niet meer willen erkennen als onzen Schepper en Onderhouder; is 't niet den hemel bestormen en ver achten den eenigen troost in leven en sterven Wie God verlaat, vergeet, veracht, heeft smart op smart te vreezen. Land, land, land! hoort des Heeren Woord! De Bioscoop. Bioscoopavonden zijn allerwege ge wild. In de steden laat men er de Schouwburg en Opera voor leeg en haast zich om een plaatsje te bekomen in één der Yarieteés en uitspannings zalen. Ook de jeugd wordt er happig op. Die vooral, omdat de jeugd bijv. die levende beelden weinig verbeel dingskracht noodig heeftzich niet heeft in te spannen tot denken en vergelijken't is alles aanschouwing, zien en met de vlucht der gedachten volgen. Maar wat wordt ten aanschou- we gegeven Dezer dagen zagen wij een programma, dat we toch aan kinderen niet zouden durven vertoo- nen. Behalve belangrijke onderwerpen lazen we ook van hoogst gevaarlijke strekkingdie zelfs jongelui van 18 jaar enz. niet moesten bijwonen. En dat is juist in de Bioscoopver- tooningen gevaarlijk Men zit in de zaalkent 't programma niet of de woorden laten slechts zeer weinig doorschemeren, maar op 't doek ziet men iets anders dan verwacht werd Er is een strafrechter, die men ont loopen moet en dus men gaat om volk te trekken, zoover men kan en dat is vaak voor anderen al veel te ver. De Bioscoop op zichzelf is een prach tige, nuttige uitvindingmaar als met de Sportmen moet tijd en wijze kennen. Laten allen, die kinderen op voeden; ouders, onderwijzers, leiders van kinderbonden en kransjes de Bioscoop veel gebruiken tot nut en vermaak. Evenzoo jongelings- enjon- gedochtersvereenigingen maar er is een gevaarlijke zijde, die men vermij den moet. Er zijn waarschuwingen uitgegaan tegen »'t Tooneek en de »Komedie«thans wordt allerwege ingezien, dat hetzelfde gevaar dreigt in anderen vorm van uitbeelding. OP DEN UITKIJK. Telefoon Intercom*. So. 2. HOOGSTRAAT 172. Een groote zeldzaamheid Domela Nieuwenhuis, anarchist en atheïst, heeft een woord gesproken, dat ons, belijders van den Heere Jezus Christus, uit het hart genomen is. Hij, die nu letterlijk in alles zoo drame- traat tegen ons overstaat, als misschien van geen tweede, publiek bekend persoon, in ons vaderland kan worden gezegd. Ook hier bleek het weer, dat de uitersten elkander raken en dit, zonder een van de scherpe eindpunten af te slijpen. Wij kunnen het woord van Domela, zonder eenig voor behoud, onmiddellijk onderschrijven. Den Haag blijft een ééoige stad. Reeds in de dagen van onze republiek werd zij onder de schoonste hoofdsteden van Europa gerangschikt en 2ij mag zich eiken zomer in druk bezoek verheugen. Vooral met Scheveningen achter zich. Al klaagt men, dat de »echte chique* die vroeger onze oudste zeebadplaats zulk een eigenaardig cachet gaf, steeds meer andere zomerwegen zoeken gaat en er aan 't strand der Ncordzee veel klatergoud blinkt. Den Haag is sterk vooruitgegaan in internationale bekendheid en waardeering, sinds er de Vredes-conferenties worden gehouden. Onze residentie kreeg vermaard heid en zoo wordt er dezer dagen dan ook gehouden een wereld-congres en dat wel voor ^zedelijke opvoeding*. Een eigenaardige gedachte Uit alle vijf de werelddeelen zijn ze op gekomen, de mannen en vrouwen, van naam, kennis, kunde en wetenschap, om er te spreken over de beste middelen voor de zedelijke opvoeding der jeugd. Wél leven we in de »eeuw van het Kind* Mannen en vrouwen, van allerlei stand, godsdienst, taal en overtuiging, saamge- komen tot één doelis 't niet schoon en heerlijk Ja, het lijkt wel mooi. Maar op een der eerste congresdagen reeds, kwam Domela Nieuwenhuis en verklaarde ronduit, dat een congres ais dit, geen vrucht dragen kan. Waar men in beginsel zóó vierkant tegen over elkander staat, daar is geen resultaat te wachten daar zijn zelfs de besprekingen waardeloos, zei hij. Kras, en scherp doch waar. Stel u eens voorKuyper, Troelstra, Roodhuyzen, Treub en Regout ik grijp maar voor de vuist weg - aan één tafel gezeten, om tot een gemeenschappelijk be- sjuit te komen, hoe 's Lands wetgeving moet ingericht zijn, om het geluk des gan schen volks te bevorderen Men begrijpt, wat dit wordt Een Babel van verwarring Er kan geen eenheid zijn. Omdat er geen overeenstemming is in de grondbeginselen. Welnu hier is 't net zoo. Daar in Den Haag zijn bijeengekomen christenen en heidenen, orthoxen en mo dernen, protestanten en roomschen, gods dienstigen en atheïsten, om te spreken. o^er de zedelijke opvoeding van het kind Hoe is 't ter wereld mogelijk. Zeker dit Congres zal wel iets goeds uitwerkeD. De Haagsche hotelhouders kun nen prachtige rekeningen maken het Kur- haus krijgt een internationaal avondpub'iek. De weelde-winkels in de residentie verkoo- pen flink, want internationale congressisten kuonen gewoonlijk wel geld missen en 't wil gewoonlijk wel rollen bij zulke gelegenheden. Maaltijden worden gehouden. Snoeptochtjes georganiseerd. Vacanties worden doodgeslagen. Ook wordt allicht de kennis van Neder land door dit bezoek bevorderd. Maar, voor de »zedelijke opvoeding van het kind*, werkt het weinig uit. Ook ónze, christelijke kleuren zijn op het Congres vertoond en dat onverbleekt. Mannen als Bavinck en Lindeboom hebben keurig en nauwkeurig, zooals we dat van hen gewoon zijn, onze beginselen uiteengezet. Dat het kind, gelijk wij allen, van nature onbekwaam is tot eenig goed en geneigd tot alle kwaad. Dat allen de weder geboorte door den Heiligen Geest tot een ^zedelijke opvoeding* mógelijk maakt. Dat de Wet des Heeren moet zijn de regel van ons leven. Dat die wet Gods ook aan het kind gepredikt worden moet en dat op kin derlijke wijze gehoorzaamheid aan die Wet moet worden geëischt. Ik ben tóch blij, dat ook deze stemmen vernomen zijn. Maar 'k had de rare gezichten weieens willen zien van al die vreemde geleerden, als ze in de congres-stukken deze gerefor meerde waarheden lazen Die Bavinck zullen ze misschien ge dacht hebben is dat soms de school meester van Volendam of de doodgraver van Urk?« En vreemd zullen ze hebben opgezien, dat deze man een der meest eminente ge leerden is van onzen tijd, wiens hoofdwerk na eeuwen nog genoemd zal worden en wieDS roep en roem in christen-kringen verre buiten onze grenzen ging. Ze zullen hun geleerde hoofden ge schud hebben en gevraagd, of dan toch wer kelijk de wijzen van den tijd sinds drie eeuwen in Nederland stil staat Want de wijsheid Gods gaat zoo heele- maal tegen de moderne wijsheid in. 'k Sprak daarstraks van »De eeuw van het Kind*. Daarover heeft Ellen Key een wereld bekend boek geschreven. In dat boek zegt ze o.m. van de chris telijke leer der Verzoening met God *De meest demoraliseerende van alle geloofsbeginselen was de verootmoe digende leer, dat de mensch gevallen en niet in staat is uit eigen kracht de hei ligheid te bereikendat men slechts door de genade en de vergeving der zonden in de juiste verbinding kan komen met de tijdelijke en eeuwige dingen*. Het is de kern van ons christelijk ge loofsleven Ik geloof de vergeving der zonden Daarmee komen we op kinderlijke wijze ook bij onze jeugd. Aan moeders knie leeren we de kleinen in hun avondgebed reeds stamelen»Ver- geef mij al mijne zonden*. Dat is een der groote steunpilaren onzer opvoeding. Ook onzer zedelijke opvoeding. En daarvan nu zegt deze schrijfster, die door tienduizenden als een paedagogische profetes wordt geëerd daarvan zegt zij niet alleen, dat zulk een levensbeschouwing geen nut doetneen, veel sterker en scherper nogdat zij schadelijk isdat zij zéér schadelijk is dat men niets slechter uit denken kan zelfs. Lees het maar na t> De meest demoraliseerende van alle ge- loofsbeginselen*. Demoraliseerendmet alle zedelijke be ginselen in strijd. Lijnrecht staan we dus tegenover elkander. Wij houden op grond van Gods Woord staande, dat al het gepraat en geknutsel van deugd en braafheid van algemeene menschenliefde enz. enz het kwaad niet in den wortel aantast. En voorzoover 't nog éénig nut doet, is dit vrucht der »Gemeene gratie*, die de verwording van 't menschelijk geslacht vertraagt, maar niet voor goed sluit. Trouwens dat gansche Congres is als een noodkreet, die over de geheele aarde op gaat, dat de jeugd steeds meer verwildert en den teugel der moraal van zich afwerpt. Daartegenover, zeggen wij, is slechts één afdoend middelterug tot de Wet en de getuigenis terug tot het Kruis van Golgotha. En van dat middel zegt men't Is het meest demoraliseerende, dat men uitdenken kanHet verstikt en doodt alle gezonde moraal. Zóó staat men tegenover elkander Heeft dan Domela geen gelijk, met te

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1