UT' 27ste J aargang N°. 1792. voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwsclie Eilanden. EERSTE BLAD. Zaterdag 24 Augustus 1912. Antirevolutionair Orgaan m IN HOC SIGNO VINCES •mg leis enz. S4+i X ï'lr I Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar. Ifzonderlijhe nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. W. BOEKHOVEN. Advertentiën 10 cent per regel en i/1 maal, Beelames SO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en Visual. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 unr. Alle slakken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever Artikel 171 der Grondwet en de herziening of de zilveren koorde langer OP DEK UÏTRÏJR. Land- en Tuinbouw. Zaaien, planten en mesten in den nazomer. I SSasSSjSs is 8,37 8,40 8,53 8,58 9,08 9,19 9,30 9,47 10,22 |06 12, 1,45 7,30 (,10 9,05 ',45 9,40 1,51 9,45 [,01 9,55 1,02 1,13 [,23 ,34 r,39 r,52 8,30 BO U, 39 11,09 50 11,20 04 11,34 16 11,46 27 11,57 30 12 32 42 47 22 145 10 45 50 01 9,40 1)4 9,43 15 9,54 127 10,06 41 10,20 |S2 10,31 [01 10,40 1,35 10,32 1,40 10,37 ,46 10,43 ',50 10,47 ',57 10,55 1,01 10,59 1,16 11,09 8,23 11,20 3,31 11.27 p,35 11,31 p,50 11,44 3,57 11,51 B,06 12, 1,30 10,15 7,39 10.24 7,46 10,81 3,01 10,46 3,05 10,50 3,13 10,68 3,25 11,10 3,34 11,19 3,38 11,23 3,45 11,30 6,49 11,34 3,55 11,40 11,45 11,10 8,35 8,47 6,35 9,26 7.01 9,50 17,06 9,54 7,17 10,06 7,38 10,26 7,54 10,43 8.02 10,51 8,09 8,— 9,10 8,10 9,19 8,18 9,26 8,38 9,50 8,52 10,06 9,02 10,17 9,05 10,20 9,30 10,45 M9 9,07 6,30 9,18 6,42 9,80 7,02 9,50 ,50 10,17 ,14 10,41 ,24 10,51 1,35 11,02 8,44 8,56 9,07 9,33 10,05 9,44 10,16 9,50 10,20 10,01 10 30 9,19 9,48 9,48 10,03 10,07 10,23 10,28 10,52 Tan ree lyn treinen niet. eraekerd, "1 V UITGEVER SOMMELSD1JK. Telefoon latereomm. So. 2. z ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. 2) In ons eerste artikel vergeleken we 't oude artikel 171 met 't nieuwe, zoo als 't door de Grondwetscommissie wordt begeerdook somden we op de andere wijzigingen, die het art. 168 enz. zouden ondergaan. Maar de hoold- zaak van al de wijzigingen, wat aan de Herziening van heel dat Zesde Hoofdstuk kracht en beteekenis bijzet is de 455 gld. voor 1000 zielen, lid maten, welke tot een Godsdienstige gezindte behooren. De commissie heeft dus op de ker ken toegepast, wat reeds bij de Cbr. Scholen sinds 1889 bestaat. Vóór 1889 kieeg de Openbare School alle sub sidie; zij was de uitverkorene en de Chr. School kreeg niets. Toen, in 1889 heeft men de Openb. School blijven geven wat ze ontving; haar inkomsten minderden niets, maar aan de Chr. School werd nu ook een subsidie uit gekeerd, die tot heden gestegen is en nog niet ten volle is bereikt. Zoo ook treedt de commissie op. In haar verslag geeft ze rekenschap van de subsidie in deze woorden: De regeling van de geldelijke verhouding tusschen den Staat en de Kelkgenootschappen, in art. 171 der bestaande Grondwet neergelegd, dagteekent reeds van 1815. Dat dit artikel zoowel in 1848 als in 1887 onaangetast is gebleven, kan niet ten bewijze voor zijn voortreffelijk heid worden aangevoerd. Integen deel, aan critiek heeft 't niet ont broken en alleen de moeilijkheid aan 't vinden van eene bevredigende wijziging verbonden, bij uitstek groot waar 't geldelijke verhoudin gen van zoo eigenaardig karakter betreft, waren, althans in 1887 oor zaak, dat deze bepaling niet in de herziening werd begrepen Een nieuwe poging tot verbetering zal moeten uitgaan van de grond gedachte, dat in de Grondwet zelf en niet bij nadere wet de financieele aanspraken, welke de kerken aan 's Rijks kas kunnen stellen, behooren gevestigd te worden Die aanspraken mogen al dan niet in rechte afdwingbaar zijn, erkend moet in alle gevallen worden, dat op den Staat de zedelijke verplichting rust de verbintenis te handhavenon- geveer een eeuw geleden aangegaan, welke verbintenis op haar beurt weer een uitvloeisel was van vroe gere feiten en gebeurtenissen. Er kan dus geen sprake van zijn aan godsdienstige gezindheden te ontne men datgene wat ze thans genieten. Zoo helder als kristal! De Herv. Kerk, de Roomsche Kerk, deLuther- sche, dé Israëlieten enz. ze houden, wat ze hebben gekregen; de Herv. Kerk op historischegronden en de andere kerken als fooi, of anders ge zegd: De Herv. Kerk behoudt zijn inkomsten naar alinea 1 van 't artikel (de oude rechten) en de andere ge zindheden houden het geld dat ze kregen naar alina 2 van 't artikel (de geschonken bijdragen, giften, subsidie) Maar Daarnevens echter (aldus de Commis sie) gebiedt de billijkheid zoodanige uit- keering toe te leggen aan thans bij de liegeering bekende gezindheden welke geen uitkeering uit 's Rijks kas ge noten. Waarom billijk Omdat deze, onts'aan door hervor ming of afscheiding van bestaande gezindheden, waren zij op 't oogen- blik, dat de uitkeeriDg werd verzekerd onder haar eigen naam bekend ge weest, eveneens in 't genot van een uitkeering zouden zijn gesteld, maar ook omdat het kerkelijk leven, dat van deze gezindheden uitgaat, even zeer moet geacht worden aan de Maat schappij ten goede te komen. Precies dus 't subsidieargument voor de scho len de Chr. scholen zijn voor de maatschappij ten zegen en de kerken- thans-zonder-subsidie zijn 't ook Zoo hebben we dus vastgesteld 't punt, waarom 't gaateerstens de uitkeering aan de Geref. Kerken en aan de gezindheden, die van haar los- weeken of nieuwe gezindheden, die nog ontstaan, ad 455 gulden de 1000 lidmaten tweedens om de handhaving der verkregen rechten door de Herv. Kerk, de Roomschen, Lütberschen enz derdens om de gronden, waarop die maatregelen steunen nl recht ter eener, billijkheid ter andere zijde. Maar nu zou men veel kunnen vragen Men zou als antir. kunnen vragen 1 Is die oplossing door subsidie dan de gewenschte 2. is die oplossing in overeenstem ming met art 20 van ons program 3. is er nu de zoo begeerde schei ding van Kerk en Staat, waarop de antirev. al 50 jaar gemikt hebben? of 4. zijn we niet verder dan ooit van die scheiding; of is de Kerk 5. daarentegen nog niet met nog sterker koorden aan den Staat gebon den geworden, waar nu alle Kerken geld krijgen, ook de Gereformeerden, die 't nimmer hebben begeerd. 6. is door financieele oplossing geen gevaar te" duchten voor de Ger. Kerk in haar geestelijk leven, in haar mede deelzaamheid en offervaardigheid, waarin op honderdlei toon verzekerd is; dat de Herv. Kerk achteruitgegaan is en geleden heeft onder dien band en trekking der Staatskoorde. 7. Wil die Commissie door de koorde naar de vrijheid aller kerken door de subsidie van alle kerken tot de subsidie van geen enkele. 8. worden de historische réchten der Hervormden nu erkend zonder rechteriijke uitspraakterwijl toch in de Geref. Kerken de meening leeft, dat de Herv. Kerk geen historische rechten kan doen gelden. (Adres de processen in 1886 om de goederen.) 9. is de betaling der subsidie aan de Geref. Kerken nu 't zoenoffer van een 50 jarigen strijd tegen de «histo rische® rechten der N. H. Kerk öf volgt de kapitaliseering nog naar wensch van art. 20 van Ons Program en na de kapitaliseering zoo noodig bijpassen door subsidie. We vragen niet meer, doch zullen de voordeelen opnoemen aan deze oplossing verbonden. (Slot volgt) Alles met wijsheid gemaakt Dat moet telkens weer onze slotsom zijn, als we nader ingeleid worden in de ge heimenissen van de groote huishouding der Natuur. Neen ik acht de studie der Natuur niet gevaarlijk voor het geloof 1 Ge aarlijk is, wat de ongeloovige tnen- schen er van hebbeD gemaakt. De >dwaze,« volgens de Schrift, die maar den leugen tot waarheid maken, door te zeggen Er is geen God en dan voorts honderd en-een »hypothesen« u'tdenken, zooals hun kranke btein ze hun ingeeft.' Dat is een waie warwinkel. Wie deze, ook na den val. nog zoo schoone natuur beschouwi, kan n et de vraag opzij ^chu'ven, vanwaar zij gekomen, hoe zij ontstaan is en waaraan zij die won dere »huishcuding« te danken heefr, vol gens welke zij is opgericht. En dan komen de »hypothe3en« los 1 Antwoorden bij de vleet. Waarvan er geen een kan bewezen worden. Die het alle met zeer poovere waarschijnlijkheidsgrond stelleo moeten die het vaak geen kwar eeu uithouden, zoo dat de geleerden der 20ste eeuw 't hoofd schudden over de mallet hypothesen van hun voorgangers uit de 1 9de totdat er een pessimist opstaat, die het gansche kaartenhuis omver blaast en 't eerlijk erkend, ongeloovige alevel in de termen der Schrift Wij zijn van gisteren en weten niets Wat is het geloot daarentegen rijk. Het geloof dat zegtWij weten. Door dat geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods is toebereid, alzoo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn, uit dingen, die gezien wordeD. En door datzelfde geloof weten wij, hoe diezelfde Schepper de groote huishouding der Natuur naar Zijn goddelijk bestel in richtte en in stand houdt. Wel kwam er de zonde tusschen. Verstorend, ontwrichtend, bedervend. Maar nog staat deze bouw in zijn schoone hoofdlijnen gaaf en eenmaal in de wederherstelling aller dingen, zal zij geheel naar 't oorspronkelijk plan worden hersteld, ja in luister die eerste orde verre te boven gaan. Hoe moet het dan niet een heerlijke studie zijn voor het kind van God, de natuur in haar wetten en ordeningen na te gaan de schoonheden van het goddelijk bouwplan te bewonderen en daaruit tot den oorspronkelijken staat te besluiten of iets van de heerlijkheid der toekomst te zien. 'k Herinnet me, eens iets gelezen te hebben, dat me trof, hoe weinig beteekenend het ook op zichzelf was. 't Ging over de mot. Die huisplaag van vele vrouwen. Waartegen zij haar bont en haar wollen goederen slechts met moeite kunnen ver dedigen. Waartegen zij altijd op haar hoede moeten zijn. De vraag kan zeker bij haar rijzen, ^it nut nu zulk een plaagdiertjé in de huis houding der natuur nog doet. Waartoe 't zijn plaats op de aarde beslaat. Men zou kunnen zeggen om onze huis moeders te prikkelen tot voortdurende waakzaamheid en oplettendheid maar ik vrees, dat haar die oplossing toch niet geheel bevredigen zou. Ik las er iets anders van. Er zijn streken op aarde, waar duizen den en nog eens duizenden schapen gra zende ronddwalen. Deze dieren hebben in sommige tijden des jaars de eigenaardigheid zich tegen palen, boomen struiken, hekken enz. aan te dringen en daar langs te schuren, waardoor bij boomen bv. kleine vlokjes wol aan de schors blijven zitten en daarin dringende, elke opening verstoppen. Waar nu weinig boomen zijn en zeer veel schapen, daar wordt door dit schuren ten slotte het'leven zelf van den boom bedreigd en 't einde zou zijn, dat alle boomgroei in zulk een streek ophield Doch nu beschikt God de mot Dit diertje dringt in de openingen van de schors en zuivert deze van de propjes wol, die zich daarin hebben vastgezet, reddend zoodoende 't leven van den boom Het is mij altijd bijgebleven, als een voorbeeld, hoe in de huishouding der Natuur - ook datgene, wat wij absoluut schadelijk achten, wel degelijk een taak ten goede heeft te volbrengen, al is 't ons soms moeilijk, vanwege 't bederf der zonde, te allen tijde deze taak te kunnen vaststellen. Zoo kwam mij mede onlangs onder de oogen een verhandeling over de pijn. Waarin werd uiteengezet, wat in de huis houding der Na uur de taak is der >pijn« en welk nut zij het ft. Dat bleek n et weinig te zijn. Zij is zelfs van allerlei mt. Nemen we eeas een voorbeeld. Stel dat ik me reeds heb uitgekleed en ter ruste wil gaaD, als ik me plotseling iets herinner, dat in de huiskamer liggen bleef en dat tk noodzakelijk eerst nog in mijn slaapkamer opbe-gen moet. Ik weet precies, waar het ligt en neem dus de moeite niet, licht op te steken, 'k zal wel cp den tast vinden, wat ik heb ben wil. Blootsvoets ga ik de kamer in. Daar heeft m'n vrouw, bij 't naaien, een speld laten vallen, die nu met de punt wa.t naar boven op den grond is komen te liggen. Ik trap er op 't moet net zoo zijn zoodat de speld mij door de huid in 't vleesch dringt. Veronderstel nu eens, dat ik daar niets van voelde. Dat zou aangenaam zijn 't Kan wezen, maar dan bleef ik door- loopen en eer ik op mijn slaapkamer terug was, zou die speld een groote verroesting onder 't celweefsel aan mijn voet hebben teweeggebracht. Nu echter, voel ik pijn. En niet zuinig ook 1 't Gevolg is, dat ik dien voet niet meer neerzef, maar hinkende naar een stoel i scharrel, de speld er uithaal en, als het 1 noodig is, eer ik slapen ga, mijn vrouw den zeeren voet laat verzorgen. Ieder begrijpt nu, wat zegen die pijn voor me geweest is. Nog een apder voorbeeld. Een der gevaarlijkste ziekten is, als men weet., buikvliesontsteking. Zij gaat met ontzettende pijnen gepaard. Zij zijn vaak zoo fel, dat de patient, te bed geworpen, zich nauwelijks durft bewe gen, ja haast geen adem durft halen en onbewegelijk liggen blijft, omdat elke be weging zijn smart zoo vergroot Maar dat is juist noodig. Slechts absolute rust van het lichaam opent de mogelijkheid van genezing en in dit geval is dus de pijn de trouwe bond genoot van den arts en een voor betn, die daar neerligt en wiens zuch ten wellicht opgaat tot God, dat Hij de pijnen matigen moge Doch zie nu ook, hoe wonderiijk juist alles in de shuishoueing der Natuurt is ingerichtEr zijn nu eenmaal deelen van ons lichaam, die niet in rust kunnen zijn en die wij ook niet in rust kunnen brengen. Zoo bv. de beweging van het hart. De ademhaling der longen. De samentrekkingen der darmen En juist deze deelen van het lichaam heeft God zoo gemaakt, dat ze voor pijn ook ongevoelig zijn. Ze zijn volkomen ge voelloos, al die organen, wier beweging geen oogenbltk mag worden afgebroken of de dood zou tusschentreden. Het schoone »boek der Natuur,* Hoe staan daarin niet wondere dingen te lezen! Heerlijk voor een iegelijk, die geleerd heeft den almachtigen God ook te kennen in en door de werken Zijner handen. UITKIJK. Er kan in den nazomer nog heel wat uit den tuin worden gehaald, en men kan daar reeds de voorzorgen nemen voor het volgende voorjaar, als men den tijd goed in acht neemt en zicji beijvert om den groei der groenten zooveel mogelijk aan te wakkeren. Hierbij kan ook alweer een Chili- bemesting uitnemende diensten bewijzen. Men zaait in Augustus nog raapstelen of keelen voor herfstgebruikwat Chili bij het zaaien, en later een herhaalde toedie ning van een zwakke Chili-oplossing, geeft een weelderig bed, waarvan de zorgvuldige huisvrouw nog heel wat flesschen, die zij nog over heeft, kan vullen en steriliseeren. Toen 't vorige jaar de groenten zoo schaarsch waren, hadden we daarvan een groot genot. In 't laatst van Oogstmaand zaait men ook voor winter- en voorjaarsgebruik winterpostelein, aan velen onbekenddeze groente lijkt weinig op de gewone zomer- postelein en de smaak wijkt ook van deze af. Beter bekend is de veldsla, welke ge zaaid kan worden van half Augustus tot begin October. Men kan er den geheelen winter van oogsten, zelfs tot einde Maart, begin April, waarna het blad hard wordt en de bloemstengels voor den dag komen. Een beschut plekje, op hoogen, drogen grond dient men voor de veldsla niet te zoekenhet laatste zaaisel bedekke men, ter bescherming der jonge plantjes tegen vorst, met wat loof. De groente is goed koop te telen; alleen wat Chili om een voorspoedig en malsch blad te krijgeD. Overigens teert zij op de oude kracht van het voorgaande gewas in 't voorjaar maakt zij tijdig plaats voor een andere cultuur. Een welbekende, maar toch weinig ge teelde groente is de winterspinazie, waar van men des winters kan profiteeren en welke ook overwintert. Men zaait haar in 't laatst van Augustus en nog in Septem ber. Ze toont zich voor een Chili-gift zeer dankbaarterecht zegt men, dat van alle bladgewassen de spinazie het meest van Chili houdt. Zij verdraagt dan ook tot 6 Kilo en meer per Are (100 vierk. Meter) dat is dus ruim een half ons op een stukje van één vierkanten Meter. G>or laat ge bruik is ook de Nieuw- Zeelandsche spina zie aan te bevelen, welke niet doorschiet zij is evenwel niet wintervast. Men weekt de harde zaden enkele dagen vóór het zaaien ia lauw water. Dan is er nog een overblij vende spinaziesoort, welke eigenlijk een soort zuring is: men kan haar voorttelen door scheuring van de struiken. Wij noemen nog als een groente, welke zich reeds presenteert als men in 't vroege voorjaar verlangend naar een groen blaadje uitziet, de: eeuwige kool, ook wel spleetkool geheeten. De lichtgroen gekleurde soort valt het meest in den smaak. In Augustus plant men stekken, zijnde de ge zonde scheuten der planten't gaat zeer gemakkelijk De jonge koolscheuten, welke Tl

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1