zonder 50
Uerestt
Woensdag 21 Augustus 1912
Antirevolutionair
Orgaan
27ste Jaargang JN°. 1791.
IN HOC SIGNO VINCES
voor de Zuidliollandsclie en Zeenwselte Eilanden.
r
W. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te seenden aan den Uitgever.
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
De herdending van den geboorte
dag van Mr. Groen van Prinsterei op
heden 21 Augustus biedt een onge
zochte gelegenheid met een enkel
-;-?d aan dezen grooten staatsman,
de stichter van onze Anti-revolutio
naire partij, te herinneren.
Groen van Prinsterer werd den 21
Augustus 1801 te Voorburg geboren.
Hij was de zoon van aanzienlijke en
vermogende ouders zoodat niets werd
gespaard om hem een uitstekende op
voeding te geven.
Reeds vroeg kwam de begaafde
jongeling aan de Leidsche hoogeschool
waar hij in twee faculteiten studeerde
en, terwijl hij nog slechts 22 jaar oud
was, op één dag promoveerde tot
doctor in de letteren en in de rechten.
Een schitterende toekomst scheen
voor den jeugdigen geleerde wegge
legd. »Als man van stand, van ver
mogen en van buitengewone bekwaam
heid, kon bij hopen tot de allerhoogste
betrekkingen te geraken
fl En hij zou ook ongetwijfeld tot de
hoogste ambten zijn geroepen wan
neer hij zich slechts had willen scha
ren bij het denkend deel der natie,
wanneer hij zich met de geestesstroo-
mingen van zijn tijd had laten afdrij-
ven en zijn geloof had willen bewaren
voor de binnenkamer.
Maar dat deed Groen niet. Liever
dan geeerd en geroemd te worden, en
de genoegens en voordeelen van schit
terende positie te erlangen, wilde hij
miskend en veracht, eenzaam strijden
voor de beginselen die hem boven
alles dierbaar waren.
Oorspronkelijk was Groen van Prin
sterer gematigd liberaal, maar lang
zamerhand had er bij hem een groote
verandering plaats.
Te Brussel, waar hij als secretaris
van het Kabinet des Konings werk
zaam was, maakte hij kennis met de
voormannen van het Reveilmaar
leerde hij het was omstreeks 1830
tevens de Revolutie kennen als
opstand tegen God. Dat alles vormde
hem die een staatsman van aanleg
was, tot een Christen een antirevo
lutionair.
En toen hij later door Willem I
belast werd met het toezicht op het
huisarchief van Oranje, toen hij, de
historie naspeurende leerde kennen
de beginselen waaruit de Oranjes
hadden geleefd, toen werd hij een
christelijk-ftisfonscft staatsman.
Van dien tijd af heeft Groen van
Prinsterer onvermoeid tot aan zijn
dood in 1876 gestreden voor de anti
revolutionaire, de Christelijk-histori-
sche beginselen. Van dien tijd afhad
hij maar één doel, ook op politiek
terrein het Evangelie te verkonnigen,
de souvereiniteit Gods te prediken
voor elk gebied.
Dat was zijn levenstaak geworden.
Hij wenschte niet anders dan de be
ginselen te verbreiden, wier toepassing
naar zijne innige overtuiging zou zij n
ten zegen van land en volk.
Een gemakkelijke taak was het niet
waartoe Groen zich geroepen achtte.
De tijd waarin hij leefde was arm
aan beginselen. Ze waren te tellen, de
mannen die uit volle overtuiging voor
de Christelijke beginselen leefden en
daarvoor streden.
Van daar ook dat Groen van Prin
sterer voortdurend moest klagen, niet
alleen over heftige bestrijding, grove
beschuldiging en plompe verdacht
making door zijne vijanden, maar ook
over onjuiste beoordeeling over gebrek
aan medewerking van de zijde zijner
vrienden.
Heftige bestrijding was Groens deel.
Spot en hoon werden hem niet ge
spaard. Mr. N. G. Pierson, de latere
minister schreef in 1869 dat hij zich
sedert jaren had geërgerd aan de hou
ding die vooral de liberale pers tegen
den heer Groen en diens partij had
aangenomen. »De leelijkste, de ver-
achtelijkste woorden zoo voegt hij
hieraan toe waren in den regel
niet te leelijk, niet te verachtelijk
wanneer zij dienen konden om den
leider der antirevolutionairen in een
ongunstig daglicht te plaatsen. Men
aarzelde niet hem onhebbelijkheden
toe te voegen, die in een fatsoelijk
gezelschap niemand zich veroorloven
zou, zonder dat hem onmiddelijk de
deur werd gewezen. De een noemde
hem '4 een huichelaar, de ander een
machiavellist een derde beschuldigde
hem van de verregaandste illoyauteit
ja, van kwade trouw en onzedelijkheid.
In 1840 beschuldigde men hem van
heimelijk catholicisme.
Het deftige Handelsblad noemde
Groens staatkunde een weifelende,
huichelachtige, verachtelijke politiek.
De Fakkel een liberaal orgaan, noem
de het dagblad waarvan Groen van
Prinsterer redacteur was, het schan
delijkst oppossitieblad dat ooit bestaan
had. En de dichter Bogaerts zag in
Groen iemand die het land vervulde
met cretensen en idioten, afschuwe
lijke menschen en schijnheilige boos
wichten.
Men ziet het, er is veel veranderd,
maar de wijze waarop wij worden be
streden is nog zoo ongeveer gelijk
gebleven. Ook in dit opzicht zijn de
vrijzinigen tamelijk conservatief
Maar de bestrijding door den vijand
was voor Groen niet het ergste. Smar
telijker was voor hem de bejegening
van de zijde zijner vrienden.
Zij, van wie verwacht mocht wor
den dat zij hem met trouwe liefde
zouden omringen en die hem behoor
den te verdedigen toonden telkens
hem niet te verstaan, hem niet te
willen volgen.
Telkens weer werd hij in zijne
vrienden teleurgesteld.
Slechts enkele jaren voor hij stierf
moest hij deze bittere aanklacht neer
schrijven: Wanneer ik hetgeen mij
in den strijd op politiek en kerkrech
telijk terrein wedervaren is, naga, dan
is het, dunkt me, onloochenbaar, dat
mijn levensloop in een reeks van
teleurstellingen, doorgaans in het meest
gewichtige tijdsgewricht door vrienden
veroorzaakt, bestaan heeft.
Indien iemand, dan heeft Groen
van Prinsterer veel verdriet gehad
weinig steun en veel tegenwerking.
Oogenblikkelijk succes heeft hij
weinig gekend. De partij wier leider
hij was, bleef klein en zwakniet ge
heel ten onrechte werd hij spottend
een veldheer zonder leger genoemd.
In de Kamer vond hij weinig steun
en het mocht hem ondanks alle in
spanning niet gelukken aan ons volk
de groote beteekenis, het onmisbare
van de christelijke periodieke perste
doen inzien.
En toch ondanks alle tegenwerking
en teleurstelling heeft Groen van
Prinsterer een zeer grooten invloed
ten goede uitgeoefend.
Hij heeft door zijn woord vele Chris
tenen wakker geschudhij heeft zon
der ophouden de beginselen gepredikt
hij heeft gezaaid met volle hand en
de vrucht is niet uitgebleven.
Neen, Groen van Prinsterer, heeft
niet tevergeefs geleefd.
Dat de Christenen hunne roeping
op elk levensterrein beter hebben
leeren verstaan, dat ons land thans
bezaaid is met Christelijke scholen,
dat onze partij tot zoo grooten bloei is
gekomen, dat tal van onze mannen
met eere een plaats innemen temid
den van onze volksvertegenwoordigers
om daar voor onze beginselen uit te
komen en dat in wetgeving en bestuur
van ons land met die beginselen meer
dan vroeger wordt gerekend, dat alles
is voor een zeer groot deel te danken
aan den arbeid door den stichter van
onze partij verricht.
Laten wij zijne nagedachtenis eeren
door zijne navolgers te zijn en de be
ginselen door hem met zeldzame trouw
gepredikt in praktijk te brengen.
(De Vrije Westfries).
Reclames, Mededee-
lingen enz.
(20 Cents per regel.)
99
99
beslist kurkdroog-
BENEI HUIHCK ALEX WE,
5 Groote Draaisteeg. Springweg 1. B
Iri en buiten de Kamer.
Voor Huis en Hof.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
Buitenland by rooraitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50; zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercom». No. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/j maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10'»nur.
Z
maakt natte kelders en vochtige woningen
ROTTERDAM, UTRECHT,
Vraag prospectus \o. 32.
Amice
Ge kent de uitdrukking nietwaar «niet
verder kijken dan zijn neus lang is.« Ge
weet wat men daarmede zeggen wil. 't Is
geen eervolle onderscheiding, die iemand
ten deel valt wanneer deze uitdrukking op
hem wordt toegepast. Ge zoudt bijna even
goed kunnen zeggen, dat zoo iemand een
sufferd* is. Toch is er wel «enig onder
scheid. Daarom zeide ik ook bijna. Een
sufferd denkt in het geheel niet na. Alles
is hem goed. Hoe ge ook met hem handelt,
hij is en blijft dezelfde. Zoo iets kan echter
niet altijd gezegd worden van iemand die
niet verder kijkt dan zijn neus lang is. Er
is actie, iets handelends in zulk een per
soon. Hij «kijkt! nog. Maar wat hem in
zijn kijken ontbreekt, is, dat hij zich geen
rekenschap geeft van hetgeen hij ziet. Alles
is hem niet even goed. Hij kijkt, doch de
grenzen van zijn blik reiken niet verder
dan het eigen-ik.Regel is, dat dit soort
lui erg met zichzelven zijn ingenomen. Bui
ten de grenzen van het eigen-ikbestaat
niets meer. Hun «eigen-ik* is de wereld.
Vandaar dat ze zich koning wanen. Hoog
moedig zijn zo gewoonlijk voor twee. Ge
hebt ze in uw leven wel ontmoet. Ik weet
dat ze in de plaats uwer inwoning worden
gevonden, zoogoed als bij mijne medebur
gers. Zelfvoldaanheid en ontevredenheid
kunt de bij dezen opmerken. Deze twee
eigenschappen zijn de Noord- en de Zuid
pool. Gewoonlijk begint het met «zelfvol
daanheid.!
Dez» periode heeft men ook in ons land
gehad, nu niet de eenlingen genomen, maar
>het geheel.* In zelfvoldaanheid werden
rijken en armen, heeren en knechtetf", pa
troons en arbeiders opgevoed. Het was de
periode van oud-liberale overheersching,
toen als regel gold «ieder zorge voor zich
zelven en God voor ons allen.! Van een
verleden werd niet meer gerept.
Aan deze zelfvoldaanheid is het mede te
danken, dat op de neutrale school de ge
schiedenis des Vaderlands op den achter-'
grond werd geplaatst. Men had door de
revolutie met het verleden afgedaan, en
rekende met het heden. Het kwam boven
dien de neutrale onderwijzers zeer goed te
pas. Hoe zouden zij de geschiedenis kunnen
behandelen waarin zoo kennelijk de vinger
Gods was op te merken Men heeft let
terlijk geheel het volk geestelijk «dood!
gemaakt.
Nu echter zoo goed als geen enkele voor
spelling uitgekomen is, is men in zijn zelf
voldaanheid, verdrietig geworden. Zelfvol
daan is letterlijk niemand meer.
In de kringen des ongeloofs is het in
het andere uiterste overgeslagen. Met die
gevolgen, dat de arbeiderskringen, en allen
die hetzij met het hoofd of met de handen
werken hun toevlucht nemen tot de socia
listen. Actie werkt reactie zegt liet spreek
woord. Zoo ook in dezenzelfvoldaanheid,
leidt tot ontevredenheid. Zullen we echter
iets beginnen, dan moeten we, gelijk ge
mij zuit toestemmen, het verleden niet los
laten, maar het heden bezien in het licht
van het verleden. Zoo bouwt men op een
veilige grondslag. Elk ander gebouw is een
luchtkasteel, en zal geen toevluchtsoord
bieden wanneer de nooden komen.
Dit heeft dr. Kuyper goed begrepen. Van
de linkerzijde is op grond van het boven
genoemde letterlijk niets te verwachten
voor de sociale wetgeving.
Of ik met den liberaal, of socialist op
weg ga, het baat niet. Zij allen hebben de
historie losgelaten, en willen bouwen op
de revolutionaire beginselen.
Wat daaronder verstaan wordt? Her
inner u de dagen van gruwelijke uitbar
stingen Denk aan het ruw geweld dat
tijdelijk de overhand had, en duizenden op
het schavot of op de guillotine bracht
Wie zou iets mogen verwachten van hen,
die op dit fundament willen, en krachtens
hun beginselen moeten bouwen. Wie als
boer tarwe zaait, rekent op «tarwe maaien.!
Wie de ongeloofsbeginselen zaait, zal deze
vrucht ook maaien. Men mag voor een
oogenblik schijnbaar iets bereiken, 't is
echter niet meer dan «schijn.! Houdt dit
je vrienden toch steeds voor oogen. Wijs
hen op de feiten welke zich ook in onze
omgeving voordoen. Oud-liberaal en vooruit
strevend, het is één pot nat.
In den Briel bv. vaardigen ze den heer
Roodhuizen af. En /nu weet ge dat hij
«de man! niet is voor velen in dat district,
en dat ze van hem, die de liberalen in
Rotterdam het socialistische volkslied liet
zingen, niet gediend zijn. Wie de liberalen,
en wel de meest invloedrijke in het district
eens spreekt, zal ervaren, dat ze hem alleen
gebruiken als rem om de sociale kwestie
tegen te houden. Ze weten zeer goed, dat
de heer Roodhuizen in zijn kracht is als
hij moppen kan tappen. Zoodra de meer
derheid «links! was, zou de heer Rood
huizen kiespijn hebben, en zijn mond hou
den. Tegen de Christelijke kan hij spreken.
Zelf iets voortbrengen behoort niet tot zijn
terrein. Ze laten hem zitten, wel wetende
dat er van liberale zijde geen oplossing der
sociale kwestie te wachten is. De liberaal
blijft in den diepsten grond steeds in de
«zelfvoldaanheid! leven. Al nemen de scha
ren uit hun gelederen steeds toe, die het
socialisme als een reddingsboot beschouwen.
Zij zien het gevaar niet. Zagen zij het ge
vaar dat uit de zelfvoldaanheid, de «on
tevredenheid! moest geboren worden, ze
zouden in plaats van tegen de beginselen
der rechterzijde te- velde te trekken, van
harte toejuichen dat deze de sociale kwestie
ter hand had genomen om tot eene oplos
sing te brengen.
Zonder rekening te houden met de his
torie, bereikt ge niets. Ge moet steeds uit
de historie «het hedeni verklaren. Ziet dat-
heeft dr. Kuyper in de Tweede Kamer
gedaan. Hij heeft het verleden en het heden
laten spreken, en uit deze verschijnselen
heeft hij van harte Minister Talma toege
juicht dat hij de zaak had aangepakt.
Over deze historie schrijf ik u de vol
gende keer wel.
Mijn vriendelijken groet,
MARNIX.
Wenken tegen Zuigelingen-sterfte bij groote
warmte, van de kinderarts Dr. Cornelia de
Lange
Geeft het kind de borst, indien dit slechts
eenigszins mogelijk is. Meent gij, dat de
borstvoeding niet geheel voldoende is, wacht
dan tot de hevige warmte Over is voordat
ge met flesschen begint en geeft het kind
zoolang wat water (zonder suiker) te drin
ken tusschen de voedingen in.
Is het kind reeds aan de flesch, verdunt
dan het voedsel bij hevige warmte en geeft
minder suiker. Ook dan is het goed vrij wat
extra water tusschen de voedingen in te
geven.
Bij de eerste verschijnselen van braken
of diarrhee geve men het kind alleen water,
rijstewater, gortewater of slappe thee (zon
der suiker en melk) en roepe zoo spoedig
mogelijk geneeskundige hulp in.
Kleedt het kind luchtig bij groote warmte,
bedekt het slechts met een lakentje. Hoe
minder kleeren en hoe minder dek, hoe
b eter.
Wascht het kind eenige malen per dag
geheel af met water uit de kraan.
Zoekt de koelste plek in uwe woning om
de wieg of het bedje van het kind neer te
zetten en de melk te bewaren.
Betracht bij alles wat met het kind in
aanraking komt de grootste zindelijkheid.
Zonnebloemen tegen Malaria. In het Ar-
chiv für Schiffsund Tropenhygiëne beveelt
dr. Fock aan om in streken, waar malaria
voorkomt, als voorbehoedmiddel zonnebloe
men te planten. Hij heeft nl. opgemerkt,
dat de onderzijde der stempels van de zon
nebloemen met een kleverig sap bedekt was
dat geweldige hoeveelheid muggen ook
de malaria-overbrengende anopheles-mug-
gen vasthield en liet omkomen. Vooral
in tropische streken stelt Fock zich nogal
eenig nut van den aanplant van zonnebloe
men voor ter bestrijding van malaria.
Hoe moeten zenuwachtige menschen
leven Een vereischte voor zenuwachtige
menschen is rust en kalmte, maar bezig
heden mogen niet ontbreken. Zij moeten
een goede dagverdeeling hebben, en vooral
niet van den nacht een dag maken. Wat
de voeding betreft, zijn veel vruchten en
veel eiwit aan te bevelen, zij moeten echter
weinig vleesch gebruiken. Een dieet is voor
zenuwachtigen minder goed, daar de patient
hierdoor onophoudelijk aan zijn toestand
herinnerd wordt.
Fotografeeren. Het is te veel van een
fotograaf verlangd, dat hij ons gelaat dade
lijk op de voordeeligste wijze doet uitko
men. Men moet zich zelf het best kennen
en zelf weten, welke «pose! het best is om
niet te stijf en te onnatuurlijk, maar zoo
voordeelig mogelijk op een portret te komen.
Men lette op de volgende wenken:
Wie lichtblauwe oogen heeft, ga in geen
geval aan het lichtste gedeelte van het
atelier zitten"; bij donkere oogen daarente
gen veel licht. Bij kleine oogen verdient
het aanbeveling den blik op te slaan en
hem met iets dweeperigs omhoog te richten.
Een groot oog komt mooier uit, indien de
blik naar beneden gericht is. Heeft men
een dikken langen neus, dan moet men zioh
en face laten fotografeeren een wipneusje
verlangt, dat men de kin een beetje op de
borst laat zakken. Heeft men een dikken
platten neus, dan is men het meest ge
schikt voor een z.g. driekwart opname. Bij
ingevallen wangen vermij de men het van
beven komende licht. De bezitster van een
mooien mond moet zieh steeds en face
laten opnemen, iemand met een dikken bree-
den mond daarentegen en profiel.
VOOR DE KEUKEN
Aafdappelcroquettes. Een bord vol versch
gekookte aardappelen wordt heel fijn gedrukt
of door een zeef fijngewreven, daarna ver
mengd met twee lepels gesmolten boter,
een weinig zout en notemuscaat, een ge-
klopten eierdooier en eindelijk het stijfge
klopte eiwit.
Van deze massa maakt men kleine, lang-