I. STAM.
F.
irialen.
i
I Woensdag 14 Augustus 1912
m
DEN
Antirevolutionair
27sle Jaargaug JV". 1789.
Orgaan
<w
Eeresil'
el
m,
8
8
i
8
8
8
8M
m.
\ENI8.
IN HOC SIGNO VINCES
voor de Ziiidliollandsclie en Zeeuwsciie Eilanden.
Wat da 6 Kamerleden zelf
schrijven,
W. BOEKHOVEN,
6456
alen
laie
ver-
l
m
DUIF8,
ID AM.
5979
Lcur-
xnis.
in van de
prima is,
taren agent
raat,
en bij wien
1 uitvoeren
3n en door
5536
Portl.-
s, Tras
behoort.
tere. No. 9
ank.
;gen 3 pCt.
s; met drie
en Sya pCt.
5539
ton.
3
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
s zonder 50
Buitenland bij vooraitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50; zonder ƒ4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercontm. No. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10[?uur.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
In ons vorige artikel over 't Nieuwe
Bakkersontwerp zeiden we onze mee
ning over 't Ontwerp en over de
Bakkerswet Talma. In dit artikel laten
we de 6 Bechtschen zelf spreken, 't
Is dus de Memorie van Toelichting
van hun ontwerp.
Bij de eindstemming in de Tweede
Kamer op 5 Juni 1912 over het wets
ontwerp, houdende beperking van Zon-
dagsarbeid en nachtarbeid in brood
bakkerijen en van den arbeidsduur van
bakkersgezellen (9) bleek, dat 49 leden
zich verklaarden tegen en 42 vóór dit
wetsontwerp.
Bij de leden, die hun stem aan dit
wetsontwerp niet konden geven, hoe
wei zij met de strekking er van in
stemden, bleek vooral tweeërlei be
zwaar te bestaan, een principieel en
een economisch bezwaar.
Het eerstbedoelde bezwaar wasdat
er een rechtstreeks tot den bakkers
patroon gericht door straffen te hand
haven verbod van op zich zeil niet
afkeurenswaardigen arbeid in het
wetsontwerp voorkwam.
Het tweede bezwaar wasdat het
wetsontwerp in verkeerde richting in
vloed zou oefenen op de bedrijfsont
wikkeling.
In het vertrouwen, dat, wanneer
aan deze bezwaren kon worden te
gemoet gekomen, het hoofddoel, dat
de Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel zich had gesteld, en waar
mede ondergeteekenden ten volle sym-
pathiseeren, zou kunnen worden be
reikt, zijn ondergeteekenden persoonlijk
- te rade geworden het wetsontwerp des
Ministers, zooals het luidde op het
oogenblik der eindstemming, zoodanig
te wijzigen, ais, naar het hun voor
kwam, voldoende was, om aan de beide
genoemde bezwaren te gemoet te ko
men, en tevens de nadeelige gevolgen,
welke daarvan ook naar hunne mee
ning anders te verwachten zouden
zijn, te voorkomeD.
Zij hebben dezen arbeid ondernomen
zeker, op de eerste plaats, om het
groote zedelijke, maatschappelijke en
hygiënische belang, dat bij de afschaf
fiog, althans sterke inperking, van
dezen nachtarbeid is betrokken, maar
anderzijds ook, opdat de vrucht vau
den grooten, door hen, zeer gewaar-
deerden, arbeid van den Minister, van
Landbouw, Nijverheid en Handel niet
zoude verloren gaan. Mocht dit wets
voorstel tot wet worden verheven, het
zal blijven zijn werk, zijn verdienste,
De zeer bescheiden taak van onder
geteekenden was alleen, dat zij poogden
alsnog een tweetal bezwaren, welke
tegen het oorspronkelijk wetsontwerp
bleken te bestaan, uit den weg te
ruimen.
Bij de toelichting zullen zij zich
alleen bepalen tot die artikelen, welke
gewijzigd of geheel nieuw worden voor
gesteld. Voor de overige meenen zij
te kunnen volstaan met te verwijzen
naar de bereids gewisselde stukken en
de gevoerde beraadslagingen in de
Tweede Kamer.
2. Het verbod van patroonsarbeid.
Het schijnt practisch niet mogelijk
den nachtarbeid der bakkersgezellen
te verbieden, zonder dien van den
patroon althans eenigermate te regelen.
De eigenaardigheid van het bakkers
bedrijf brengt mee, dat, wanneer de
wetgever zich tot het eerste zou be
palen, de nachtarbeid van den patroon
voor de grootere bedrijven eene on
houdbare concurrentie zou in het leven
roepen. De ervaring, in het buiten
land bereids opgedaan, bewijst dit
voldoende Het verbod van nachtarbeid
van den patroon kan daarom alleen
dan uit de wet worden gemist, wan
neer op eene andere wijze toch de
concurrentievoorwaarden weer gelijk
worden gemaakt. Dit kan geschieden
door te bepalen, dat geen deeg of
brood uit de bakkerij of eenige be
lending daarvan mag worden vervoerd
vóór het tijdstip, waarop andere bak
kerijen, waarin ingevolge de wet geen
nachtarbeid mag worden verricht, met
het vervoer van brood een aanvang
kunnen maken.
Dit tijdstip zelf in de wet vast te
leggen komt onraadzaam voor. Tech
nische verbetering in het productie
proces kan spoedig eene verandering
in dat tijdstip noodzakelijk maken,
terwijl het voor verschillende deelen
van ons land verschillend zal kunnen
zijn.
Om de, inderdaad niet gemakkelijke,
contröle minder moeilijk te maken, is
het gewenscht, dat de patroon, die
van zijne bevoegdheid, om des nachts
bakkersarbeid te verrichten, wenscht
gebruik te maken, van dit voornemen
kennis geeft aan den burgemeester en
het districtshoofd der Arbeidsinspectie,
terwijl aan de toegangen tot het ge
bouw, waarin de broodbakkerij zich
bevindt, gedurende den tijd, dat het
vervoer van het brood niet toegelaten
is, een opgave van dien tijdsduur zicht
baar moet zijn gelijk men thans aan
winkels kennisgevingen ziet »na 8 uur
gesloten®, of »'s Zondags wordt hier
niet verkocht«.
Ook hier echter werd er naar ge
streefd, niet meer te vorderen dan
beslist noodzakelijk moet worden ge
acht. Eéne kennisgeving aan den bur
gemeester en het districtshoofd der
Arbeidsinspectie is daarom per kalen
derjaar voldoende.
Waar het concurrentie-bezwaar niet
bestaat, wordt nog een stap verder
gegaan Behouden daarom bleef de
slechts eenigszins gewijzigde
bepaling, voorkomende in art. 7, j°.
art. 8, van het verworpen wetsontwerp.
De uitvoering van deze regeling te-
treffende den patroonsarbeid wordt
gevonden in artt. 7 en 8 van het
door ondergeteekenden ingediende
voorstel van wet.
3. Het continu-bedrijf.
Gelijk in 1 bereids opgemerkt,
hebben ondergeteekenden getracht ook
te gemoet te komen aan het bezwaar,
hetwelk bij verschillende leden bleek
te bestaan, dat het wetsontwerp in
verkeerde richting invloed zou oefe
nen op de bedrijfsontwikkeling, een
bezwaar, dat voor bedoelde leden te
zwaarder woog, omdat juist in de naar
hunne meening achtergestelde be
drijfsvormen veelal de beste arbeids
voorwaarden bestaan, en aldaar ook
de nachtarbeid, onder werking van
eene overigens uitstekende arbeidsre
geling niet. die ernstige nadeelen met
zich behoeft te brengen, welke te recht
van den continueelen nachtarbeid
worden gevreesd. Zie art 9.
Het bezwaar, dat onttrekking van
het continu bedrijf aau het verbod van
nachtarbeid op ernstige wijze de con
currentievoorwaarden voor het klein
bedrijf zou verzwaren, is ook hier
ondervangen door een soortgelijk ver
voer verbod als in art. 7. Men mag
aannemen, dat door deze regeling noch
ter eener noch ter anderer zijde in
de bestaande concurrentieverhoudingen
wordt ingegrepen.
De eisch is gesteld, dat vergunning
moet worden gevraagd aan den Mi
nister, welke vergunning bij niet-na-
koming der voorwaarden moet kunnen
worden ingetrokken.
De verdere regeling is overigens
zooveel mogelijk gelijk aan die, in art.
7 opgenomen.
Wat de arbeidsvoorwaarden betreft,
wqrdt de eisch gestelddrieploegen-
stelsel (acht-uren-dag), en niet meer
dan ééne week nachtarbeid in drie
weken.
Na de zeer uitvoerige bespreking,
welke bij de behandeling van het ont-
werp-Bakkerswet reeds aan deze zaak
werd gewijd, zal nadere motiveering
van het voorgestelde artikel wel on-
noodig zijn.
In en buiten de Kamer.
Reclames, Meriedee-
liugen enz.
(20 Cents per regel.)
beslist kurkdroog-
HERRI HÜINCK ALEX IMHOFE,
Voor Huis en Hof.
ttoor.
iohe Baarton
bade ran ga
tten en per
koopt in het
louden, wordt
|n vanaf 7.50
ie veeren en
pruiming van
issieve Slaap-
Deken of
6086
tenl. beurzen;
ïl. Effecten
ijke conditiën
epalingen, die
'arkenabakken.
en stoepen in
5158
ranco huis.
uizen. A. VAN
prQaopgaaf
UITGEVER
1. Aanleiding en bedoeling.
Amice
Bij patroon èn werkman moet de schuld
gezocht worden. Het egoïsme heeft bij hei
dennen groote rol gespeeld. Voor het kwaad
moet de overheid een oog hebben. „Zij moet
niet alleen het misdrijf tegen gaan, zeide
dr. A. Kuyper, maar moet ook maatregelen
nemen teneinde maatschappelijke misstan
den te keeren. Hij wees op feiten als het
opiumkwaad, de verhoogde drankaccijns om
het drinken te bestrijden. Natuurlijk heeft
hij geen pleidooi gevoerd om waar iets bij
een eenling voorkomt, direct met een wet
te komen. Een wet heeft eerst beteekenis
wanneer iets behoort tot het volksbederf,
zoodat een misstand «noodstand* is gewor
den. Nadat hij dit al had geconstateerd,
kwam hij tot het doel waarom hij het
woord had gevraagd. Hij stelde de vraag:
wat is nu hier het volksbederf, waarmede
men te maken heeft En op die vraag,
gaf hij het antwoord: »Van het hoogste
belang is het, dat het menschelijke in den
mensch behouden blijve.* Dat is een schoon
woord. Het menschelijke in den mensch
moet behouden blijven. Dat menschelijke is
in vele gevallen aangetast, zoowel door een
werkgever als werknemer. Wanneer de
werkgever »de mensch* slechts beschouwt,
als een machine, of stuk machine, is het
loon dat hij uitreikt te vergelijken met
»olie« om de machine loopende te houden.
Hij vraagt niet, of het loon toereikend is
om een menschwaardig leven te leiden.
Zijn eigen zak heeft hij op het oog, gelijk
ge zult begrijpen. Is het raderwerk «de
mensch* versleten, welnu, hij bestelt een
nieuw rad «de mensch.* Het oude rad «de
mensch* heeft afgedaan. Hij bekommert
zich niet meer om den versleten mensch.
Zulk eene behandeling, tast het menschelijke
in den mensch aan. Wie mag het dulden
dat een mensch als een stuk m achine wordt
behandeld Immers niemand. En toch zulke
voorbeelden doen zich voor in het leven.
Een 'schoone roeping heeft de overheid in
zulke gevallen. Zij kan en moet beschermend
optreden. Stel je voor dat ge dag in dag
uit aan zulk eene behandeling bloot stond
Is het te verwonderen dat er een tegen? in
aan het werk uitgeboren wordtEn als
dan de werkman na de dagtaak verricht
te hebben, naar zijn vrouw en kinderen
huiswaarts keert, terwijl het lijden van hen,
die hem lief zijn, ja een stuk van zijn leven
zijn, gevoelt ge niet d,at het zien van het
lijden hem nog dubbel zwaar valt
Ik weet niet of gij in uw leven wel eens
met stoffelijke zorgen hebt te kampen ge
had? Ik wel, dat wil ik gaarne bekennen.
Geloof me, dat het o zoo hard is. Al is
het, dat ge uzelf veel onthoudt, uw vrouw
en kinderen wilt ge toch liefst niet het
voedsel onthouden, 't Is daarom o zoo
wreed, wanneer iemand met zijn hoofd of
handen het brood moet verdienen, en niet
verdient. Wilt ge wel gelooven, dat ik
dikwerf denk aan predikanten Ze worden
behandeld alsof ze aan »geestelijk l^rood*
genoeg hebben. De lui zuchten, en de leden
der gemeente doen net, alsof ze er niet
mede te maken hebben, 't Is geen wonder,
dat de predikanten uit eigen ervaring ge
leerd, over het algemeen de zijde van het
volk kiezen. Jammer dat zij zooveel kennis
maken met het »egoisme« van het volk,
en bij den werkman dezelfde zonde zien,
als het volk bij den werkgever ziet.
Ik wil je dienaangaande eens op een
feit wijzen. Een ouderling bad gewoonlijk
heel lief, «och Heere laat uw knecht, die
het altaar bedient, van het altaar eten.*
De woorden der Schrift worden verknoeid.
Hij vat het eenvoudig op «geestelijk van
strekking te zijn.* Ware dit niet het geval,
hij had reeds lang voorgesteld het tracte-
ment te verbeteren. Het is echter verre van
daar. Hij vindt het schijnbaar prachtig, dat
de dominee en zijn gezin kommervol en
zuchtend moet leven. Eerlijk gezegd, ik
houd van dat geestelijke, een «waarheid
achter de waarheid zoeken* niet. Toch
blijft dominee getrouw, al is het dat het
menschelijke in den mensch, wat zijn per
soon betreft, wordt aangetast door het
volk, voor wie hij het pleit voert.
Dr. Kuyper had wel gelijk dat hij den
werkman en patroon als beide schuldig
staande aan egoisme noemde.
't Is treurig wanneer een vader bv. zijn
vrouw en kinderen ontrukken moet aan
huis om mede te werken opdat er brood
zij. Geen wonder dat het verzet moet en
moest komen. Honger is een scherp zwaard.
Het treft lichaam en geest, en ondermijnt
lichaams- en geesteskrachten. De beeld
drager Gods heeft een andere plaats van
God ontvangen. En toon de mensch daar
voor een oog kreeg, moest het verzet volgen.
„Men ging zeggen, dat het loon zóó
„moest zijn, dat het dekken kon wat gaat
„buiten den eigenlijken loondienst, dat
„vrouwen en kinderen buiten den arbeid
„gehouden konden worden, en de arbeider
„zelf verzekerd werd tegen ziekte en inva
liditeit. De zaak was aldus, zoo sprak
„dr. Kuyper, dat de arbeider eerst een jaar
„of 15 moest werken vóór hij in het volle
„loon van den arbeider kwam, dan een 50
„jaar moest werken, en daarna 10 of m«er
„jaren aan zijn lot werd overgelaten. De
„arbeider moest dekken wat hij gekost had
„vóór hij 00 jaar was, wat de jaren kosten
„dat hij niet werkt en wat ziekte kan
„noodig maken."
Om dat doel te bereiken moet gezorgd
worden dat het geld er is om te voorzien
in de leemte in het leven van den werkman.
Het loon moet er komen, waardoor een
werkman in staat is dat hij van den arbeid,
zoowel in gezonde als zieke dagen met de
zijnen kan leven. Dat doel heeft minister
Talma voor oogen. Ik juich het toe. De
beelddrager Gods heeft meer waarde, als
de theorie van het egoïsme leert. Natuurlijk
blijf ik niet staan bij den werkman. Neen,
al wie arbeid verricht, hetzij met hoofd of
handen, heeft behoefte dat hij niet zuch
tende het leven doorgaat en aldus het werk
moet verrichten. De mensch mag het men
schelijke in den mensch niet dooden. De
overheid moet in dezen handelen. Dr. Kuy
per bracht dus hulde aan minister Talma
voor het ware Christelijke beginsel. Ik
hoop van harte dat gij, voor zooverre het
in uw vermogen is dit beginsel in toepas
sing zult brengen. De wet is den kwaden
gesteld. De goeden zullen deze beginselen
toepassen, afgedacht van de wet. Werk
dus mede, waar het noodig is, de toepas
sing te maken. Ge doet een weldaad aan
menigeen die thans zucht. Uw dure roe
ping is het. Met bidden alleen gaat het
niet. Bij het «bidden* moet het «werken*
komen. Gebed en werk moeten samengaan.
Zoo komt de Christen te voorschijn. Geloof
me één Christen is voor het leven van
meer beteekenis dan honderd vromen, die
van «een waarheid achter de waarheid*
leven, doch de leugen krampachtig vast
houden. Bracht dr. Kuyper hulde aan minis
ter Talma, ik zou den Christen-staatsman
Kuyper de hand wel willen drukken voor
het opkomen voor het menschelijke in den
mensch.
Ontvang mijne hartelijke groeten,
MARNIX.
maakt natte kelders en vochtige woningen
ROTTERDAM, UTRECHT,
Groote Draaiiteeg. Springweg 1.
Vraag prospectus No. 32.
Moeten wij veel slapen om lang te leven
Er zijn tal van voorbeelden van menschen
die veel sliepen en daarbij gezond waren
en oud werdén, daar zijn eveneens vela
voorbeelden van lieden, die een hoogen
ouderdom bereikten bij een korten slaap.
Wat is nu het beste Wel, overdrijven is
nooit goed. Laten wij voor oogen houden,
wat Arthus Schopenhauer zei: «De slaap
is voor den mensch, wat het opwinden
voor het uurwerk is. Hij is om zoo te zeg
gen de dood, welke het gedurende den dag
versleten leven weer hernieuwt. Hij is voor
den zieke een halve gezondheid." Iedereen
voelt genoeg aan zichzelf wat hij te doen
of te laten heeft. Uw gestel zegt u wel of
gij veel of weinig slaap noodig hebt. In
alle gevalnachtbraken is altijd slecht en
dit is zekerer liggen er al veel jong op het
kerkhof, die beter hadden gedaan om 10
uur naar hun bed te gaan of zelfs met de
kuikens te gaan slapen.
Vlekken uit marmer te verwijderen is
een moeilijk werk, dat geduld eischt.
Olie- en vetvlekken worden, zoo
vaak het noodig is, telkens gedurende een
paar minuten bevochtigd met een oplos
sing van koolzure potasch in water, waar
aan men ook wat ongebluschte kalk toe-
voegd. Na elke behandeling goed afwas-
schen met schoon "water. Of gebrande mag
nesia wordt met zuivere benzol tot een
stevige pap aangemengd, en dan in een
laag van een paar m.M. dikte op de vlek
gelegd. Deze laag blijft liggen totdat de
magnesia geheel droog is, en daarna met
een vochtige lap weggenomen. Napoetsen
met schoon linnen. Het eenvoudigste, en
bij nieuwe vlekken soms een goed middel
is: [op de vlek een stevig papje van fijne
pijpaarde en water aan te brengen en te
handelen als boven, 't Is evenwel wensche-
lijk ten slotte na te wrijven met een zach-
ten borstel met zeepwater.
Inktvlekken van ijzerinkt verwijdert
men door 15 granl chloorantimoon en 30
gram oxaalzuur in 400 cM'. water zooveel
mogelijk op te lossen, deze oplossing met
meel tot een papje te maken en daarmee
de vlekken te penseelen, nadat men eerst
de vlek met flink warm water goed afge
wreven heeft Na het papje weggenomen
te hebben legt men vloeipapier eenige uren
op de vlek, terwijl men het vloeipapier
voortdurend vochtig houdt.
Inktvlekken van analine inkt kan mat
chloorwater wat minder zichtbaar maken.
Thee-, koffievlekken e.d.g. wor
den behandeld met versch gebluschte kalk
die met zeepwater tot brij gemaakt is
men penseelt hiermee de vlekken en laat
dit 2 a 3 dagen zitten. Daarna afwasschen
en zoonoodig herhalen. Helpt dit niet, pro
beer dan eens een zalf van 6 lepels ossen-
gal, 3 lepels terpentijn en wat pijpaarde.
Dit zalfje een paar dagen op de vlekken
laten zitten en wegwrijven. Twee- of drie
maal herhalen.
Eerste hulp bij zonnesteek. De
zonnesteek maakte dezen zomer weer vele
slachtoffers, daarom mag het volgende nog
wel eens herhaald worden:
De uitwendige verschijnselen bij zonne
steek zijnbrandende dorst, groote ver
moeienis, duizeligheid, zwakke pols ea