r Woensdag 24 Juli 1912. 27ste Jaargang JN*. 1783. An tirevo lu tionair Orgaan voor de Znitlliollaiidsclte en Keeuwsche Eilanden. .Ceresst" IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, Aan jubel en vreugd niet meedoen. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. UITGEVER SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den (Jitg-ever. De heer De Stuers opende over deze 110,000 gulden het debat in de Tweede Kamer en merkte op, dat de Regeering de Kamer uitnoodigde te jubileeren en van haar vreugde als in 186S openlijk te doen blijken. Toen nam de heer Schaper het Woord De heer Stuers zeide, dat het aanstaande jaar zal zijn een jaar van jubel en vreugde. Aan jubel en vreugde nu zullen wij van onzen kant niet meedoen en wanneer het enkel was 't scheppen van de ge legenheid tot jubel en vreugdebe toon, zouden wij onze stem aan dit ontwerp moeten onthouden. Niet, dat wij niet gehecht zijn aan nationale onafhankelijkheid De Sociaal-Democratie is interna tionaal altijd opgekomen voor 't Volk, wat verdrukt werd. zooals de Polen, de Finnen, de Transvalers. Wij stellen ook prijs op nationale onafhankelijkheid, maar men ver- gete niet in de eerste plaats, dat de overheersching van Frankrijk in vele opzichten is geweest een zegen voor ons Land en het allerminst past laag neer te zien en te schim pen op de periode, die ons Land in menig opzicht goed heeft gedaan. Bovendien is het zoogenaamde her stel van Neerlands onafhankelijk heid» voor een goed deel geweest een reactie, een soort van restau ratie (herstel), welke een terug komen is geweest op zekere réchten en vrijheden aan het volk verleend. De arbeider heeft inderdaad tegenwoordtg en zal ook in het ver volg nog weinig reden hebben om prat te gaan op de zoogenaamde onafhankelijkheid. Het is onder het kapitalistische loonstelsel zoo afhan kelijk en onvrij als maar mogelijk is en reden voor jubelen en vreugde betoon heeft het allerminst. Maar driedubbele schande voor de Ne- derlandsche bourgeoisie zal het zijn, dat in 1913, honderd jaar na die onafhankelijkheidsverklaring de ar beiders nog niet in het bezit zijn van het kiesrecht, dat eerste bur gerrecht, hetwelk zij nu wel zouden gehad hebben, wanneer zij gebleven waren onder Frankrijks heerschap pij. Men spreekt nu niet, gelijk in 1863, van het oprichten van een nieuw Parlementsgebouw ter eere van de herdenking van 1813, maar 100 jaar na die onafhankelijkheids verklaring zal de bourgeoisie van Nederland nog bet Nederlandsche volk niet geven het recht om zelf zijn regeerders te kiezen Zoolang dit nog niet geschied is, bestaat er voor ons zeker geen reden om geestdriftig gestemd te zijn voor de gebeurtenis, welke men straks gaat herdenken. De lezer ziet hier dus bij de socia listen een tegenzin tegen de teest- viering, tegen de herdenking van de onafhankelijkheid, op grond, dat de arbeider nog 'geen 'Algemeen Kies recht heeft. Dat valt ons van de socialisten hard tegen. Wie zich dood staart alleen op dat poovere Algemeene Kiesrecht, dat toch in de toekomst een beetje opleveren zal voor de wel vaart van onze Natie, en wiq daarom een vijand is van den jubel, is toch zeer bekrompen in zijn nationale op vattingen. 'tls nog niet de tijd om over 1813 en het toen gebeurde uitvoerig te gaan schrijven, maar zeer bekrompen is het en hatelijk tegenover de Natie om, waar dat poovere, hoewel door de socialisten opgeschroefde kiesrecht, nog niet ten volle ts toegekend, nu ook blind te zijn voor de groote vor deringen, die onze Natie na 1813 ge maakt heeft. Al was 't alleen maar dit, dat ons zelfstandig Volksbestaan is gered en behouden. Dat er donkere zelt'kanten aan ons Nationale leven zijn geweest en nog zijn na die honderd jaar niemand spreekt het tegen 't Paradijs des Hemels is 't niet door de zonde onzes volks en God behoede ons, dat het ooit zal worden het zoo genaamd »paradijs der socialisten», want daarin zal geen onafhankelijkheid maar dwang en tyrannie zijn, zelf vernietiging en verdwijning van alle zelfstandigheid en menschelijke waar de. Maar al is Nederland nog geen Paradijs: wij zijn ook geen knechten van vreemden meerWij zijn een Koninkrijk, nóg met een Oranje, nóg geëerd en erkend, en geen onder- hoorige Staat. Onze nationaliteit leeft nog, leeft op, leeft steeds hooger en de kiem is in 1813 gelegd. Daarom zal er jubel zijn, omdat we niet onder Egypte's drijvers zijn geboren. In 1813 zijn we uitgeleid van onder 't slavenjuk der vreemden en wij, als nazaten, hopen in 1913 die vrijheid met jubel en vreugd te herdenken Maar die nationaliteits-idee is bij den socialist zeer slap aanwezig, waarop ook de heer Karnebeek wees. (Slot volgt.) In cd builen do Kamer. Reclames, Mededee- lingen enz. (20 Cents per regel.) beslist kurkdroog HEM HUINCK ALEI IMHOEE, Landbouw. Centraal Bestuur yan Ml Laniowvereen. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50; zonder f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. Telefoon Intercomm. So. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en s/, maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */g maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 101'uur. ii. Amice. De kwestie waarvoor de heer Duijs zich in 1912 interesseert en waarom de liberalen lachen is nog niet ten einde. Vraagt ge mij of het einde ooit door de socialisten en liberalen is te bereiken, zoo wil ik bekennen met een besliste uitspraak neen. Ze trachten onze beginselen in een belachelijk daglicht te stellen. Toch zal het hen niet lukken een beter stelsel daarvoor in de plaats te stellen. Zich vast klemmende aan het beginsel evolutie* zal blijken dat alles verwordt*. Hetgeen zij vandaag bestrijden, wordt morgen ver heerlijkt, onder voorwaarde dat het door geen man van rechts uitgesproken mag worden. Komt het van rechts, zoo is het per se fout. Ze dulden niet dat de op lossing van het sociale vraagstuk door rechts plaats heeft, De achterlijken, de dompers, hebben zij steeds voorgesteld, als personen met wie letterlijk niets was te beginnen. Steeds meer wordt het duidelijk dat juist het omgekeerde het geval is. En weer moet ik toegeven dat er een tijd ge weest is, dat de Christenen aanleiding gaven, toen zij n.l. den Bijbel wel wilden in de kerk, maar niet als een lampelicht met het oog op het maatschappelijk leven. Nu dat licht echter wordt uitgedragen, is het niet goed in de oogen der liberalen. De kwestie van loon, kan best buiten den bijbel om besproken worden. Zoo zegt menJa 't is zoo, het kan, maar het kan ook niet. En nu kies (ik voor „het kan niet.* Waarom Wel om de eenvoudige reden dat de Bijbel, waar het de kwestie van loon betreft, in geenen deele zwijgt. De Apostel Jacobus heeft er heel wat van te zeggen, en onze vaderen waren welzoo wijs dat ze deze dingen duidelijk bespraken. Niet eenzijdig, maar alzijdig. Niet uit het oogpunt dat de werkman per se beklagens waardig is, e.b.v. de burgerklasse het tegen overgestelde. Zoo klein van blik waren zij niet. En ik zou wat blijde zijn als in onze dagen dat kleine voorgoed overwonnen was, in theorie en praktijk. Eerlijk gezegd, de werkmansklasse is in onze dagen minder te beklagen als de middenklasse. De werk man doet in vele gevallen net wat bij wil, de middenklasse zucht. Vau dat zenuwziekachtige* „de arme werkmanwil ik niet gaarne hooren. Hot maakt de werkman ziek, zoodat hij niet kan verrichten, hetgeen God van hem eischt. De talenten welke hem zijn geschonken, moet hij gebruiken en leeren gebruiken. Hoe Zoo, dat hij in zijn beroeping zoo getrouw is, als de engelen in den Hemel. Hij moet werken, opdat hij door arbeid kan voorzien in de nooden en behoeften der zijnen, bovendien voor zijn noodruftigen medemensch, iets kon doen, èn voor de armen èn voor de dienst des Heeren. Zoo moet het loon zijn, zal zijn leven een menschelijk leven kunnen zijn, voor dat ideaal mag en moet de werkman jagen. Niet in den egoistischen zin, zoo dat hij, als God hem brood geeft, dat meerdere maar mag gebruiken voor genotmiddelen, gelijk zoo veel geschiedt. Als onze werklui alle wijs waren, zou het er in zeer veel gevallen geheel anders uitzien. Maar och arme Het zingenot stijgt. Men klaagt steen en been. Voor de kerk, wisselt men liefst nog de centen. Voor weelde, zoodat de meisjes damesen de jongens heeren* zijn heeft men alles over, men fietst voor zijn genot, men drinkt een potje bier enz. enz., en wee als ge niet medezingtin het koor, „de arme werkman*, de arme werkman.* Wilt ge wel gelooven, dat ik er in onzen tijd soms van walg. Juist de werkman zou de oor zaak" zijn, dat de oogen voor de nooden werden gesloten. Ik kwam laatst in een gezin, terwijl er bezoek was van een predikant, natuurlijk kwam het over de nooden van den werk man in onzen tijd, toen de domine wees op de groote wanverhoudingen in het leven, had men nog een open oor, wijl de werk man meende dat domine het opnam voor de werkman en de rijken veroordeelde. Domine deed echter iets anders, hij wees n.l. op de rijke zegeningen welke het deel van den „werkman« was, zoodat zijn inkomen verre dat van de predikanten en onderwijzers overtrof. Ei, wat denkt ge Domine had het verbruid. Domine was conservatief, echt voor den groote man. Zie zoo gaat het veel in onzen tijd. Het egoisme is stelselmatig gekweekt, en ook de werkman denkt alleen aan zich zeiven. Hij is geen haar beter dan de rijke, naar wien hij met steenen werpt, gelooft ge het ook niet Terug naar het woord des Heeren, en we krijgen een oplossing. Bij het licht van Gods woord durf ik zeggen, dat iemand door arbeid zijn brood moet verdienen, dat is de gezonde toestand. Het loon moet zoo zijn, dat hij gedurende geheel zijn leven voor den arbeid zijner handen kan leven. Door de verzekering helpt hij hen, die thans niet meer bekwaam zijn. Dat is het „den nooddruftige helpen", hij helpt een ander gelijk een ander hem helpt. Hij moet staan voor het ideaal dat hij kon afzonderen voor de armen, voor de kerkedienst, voor de scholen enz. enz. Dus voor alles een oog hebben dat God heeft ingesteld, dat is het ideaal dat ik in den bijbel lees, dat schoone ideaal, na te jagen acht ik heer lijk. Ieder werkman feliciteer ik, wanneer geheel zijn levensopenbaring aldus is. Zoo iemand acht ik een flink mensch. Natuur lijk niet met allerlei praatjes den dag door brengen en met nietsdoen dat ideaal ver langen. De luiaard zal met verscheurde kleederen loopen, 't Is waar, de zaken schijnen thans anders te gaan. Ik ken lui die met wit vest aan glacé handschoenen aan de handen, wandelstok in de hand, dat ideaal zeggen na te jagen. Ze willen echter niet werken. De tijd zal het wel openbaren wie gelijk heeft, of de schijn-heeren, of het woord van God. Een flinke werkman zal dan ook niet „alles opmaken" wanneer zijn loon groot is, maar zal met overleg als een wijze rentmeester handelen. Met God en met eer door het levenZoo blijft er gelegenheid over te houden, zoodat ook dit ideaal niet vergeten wordt: „de ouders zullen schatten vergaderen voor hunne kinderen.* De lui daartoe te krijgen kost in onzen tijd moeite, 't Schijnt zonder een wet niet te gaan, Min. Talma heeft het wetsvoorstel gereed. Maar zie de ongelukkige houding der liberalen eensZe werken meer tegen dan mede, en zij.durven zeggen een hart voor den werkman Ie hebben. Thans weer genoeg, gelijk gewoonlijk en altijd Uw MARNIX. maakt natte kelders en vochtige woningen ROTTERDAM, UTRECHT, Groote Draaisteeg. SpriDgweg 1. Traag ■prospectus IVo. 32. KORT VERSLAG van het verhandelde in de 14e Alg. Vergadering, gehouden te Herkingen, op Donderdag 11 Juli 1912, nam. 3 uur in 't Logement van Van Putten. Tegenwoordig en vertegenwoordigd zijn alle Afdeelingen, uitgezondert Stellendam en alzoo te zamen vertegenwoordigende 675 leden. Voorzitter de heer Jac. van der Koogh te Middelharnisdeze opent de vergadering met de volgende rede Mijne heerenAlvo rens tot de werkzaamheden over te gaan en deze vergadering te openen, een kort woord. Op het convocatiebiljet komt onder méér voor lezing door Prof. Diepenhorst over het pacbtcontract.* Wij hebben ge meend dat dit onderwerp uw aller belang stelling zal hebben en waren zoo gelukkig de heer Diepenhorst bereid te vinden hier over enkele beschouwingen te geven. Ik vertrouw dat ik Z.Ed. bij dezen namens allen welkom heet in onze algemeene ver gadering; evenals de heeren Warnaer en Zaaijer, die door hun aanwezigheid opnieuw een blijk van belangstelling geven voor dezen bond en zijn werzaamheden in het bijzonder en den landbouw in het algemeen. Het komt mij nuttig voor in een paar woor den de geschiedenis dezer vereeniging te» releveeren. Opgericht op 26 Mei 1897 te Sommelsdijk, werd dhr. J. Warnaer alhier tot voorloopig Voorzitter gekozen en werd de functie van Secretaris aan dhr. A. W. Keijzer opgedragen, deze heeft met onver- moeiden jjver tot heden de belangen van den bond voorgestaan. Tot 15 Juni 1898 bleef de heer Warnaer Voorzitter en werd ondergeteekende tot Voorzitter benoemd. Ik vervulde deze functie 4 jaar en werd mijn plaatsvervanger dhr. J. D. Mijs te Den Bommel. Deze bleef tot dit voorjaar uwen Voorzitter. Helaas een ongeneeslijke ziekte sloopte hem en ontviel hij ons eenige maanden geleden. Aan zijne nagedachtenis past het ons de verschuldigde hulde te brengen. Hij deed veel voor deze vereeni ging en zijn naam zal in de geschiedenis dezer vereeniging steeds met eere worden genoemd. Op den tijd van haar 14-jarig bestaan mag deze vereeniging dankbaar terugzien. Opgericht met 6 Afdeelingen, omvattende 381 leden, mag zij thans tellen 13 Afdee lingen met 750 leden. Ongeveer dus het ledental verdubbeld en zal de tijd kort eu aanstaande zijn dat een reorganisatie noo- dig blijkt om onzen bond te doen zijn wat ze kan zijn een nuttig krachtig verbond om in den landbouw onze belangen te behar tigen en te beschermen. Reeds nog in dit jaar zal u een Statutenwijzing worden voor gelegd waarin als voornaamste punt be handeld zal worden een wijziging in het bestuur. Door den omvang die de vereeni ging heeft gekregen blijkt meer en meer de behoefte aan een Dagelijks Bestuur, bijv. één lid uit 't Oosten, uit 't midden enuit 't Westen van 't eiland bij Voorzitter en Secretaris te voegen die allerlei zaken de belangen van den bond rakend voorbereiden. Uit het straks u aan te bieden jaarver slag blijkt wat in 1911 doorjde vereeniging is gedaan en is daarbij gevoegd een staat van in dat jaar Coöperatief door de Afdee lingen aangekochte kunstmeststoffen en voederartikelen. Hieruit blijkt dat steeds nog het gebruik van kunstmeststoffen toe neemt. Eendracht maakt macht.Het eiland Goeree*en Overflakkee kan door dezen bond in 1918 deze spreuk in toepassing brengen. De tentoonstelling in Den Haag biedt ons de gelegenheid om te toonen welke gewas sen in ons eiland worden geteeld, welke kwaliteit zij kan voortbrengenen door eene algemeene medewerking van u allen in ruimer kring hierop de aandacht worden gevestigd, wat niet anders dan aan een ruim afzetgebied voor onze producten kan ten goede komen. We leven in een tijd van wetten en ver ordeningen. De landbouw wordt van Staats wege georganiseerd. Regel komt er in aller lei zaken en er worden wetten in 't leven geroepen die dikwijls diep in ons bedrijf kunnen ingrijpen. Ook op dit gebied heeft dezen bönd een taak te vervullen, die in de toekomst zal blijken noodig te zijn om u allen vóór te lichten en de gevolgen duidelijk te maken. Een voorbeeld van re- centen datum is wel, dat 't gevreesde wiel velgen-reglement, dat ons bedreigde voor loopig van de baan is. Nog rest mij de Afdeeling Herkingen hulde te brengen voor de wijze, waarop zij deze algemeene ver gadering heeft voorbereid en hiermede Mijne heeren open ik deze 14e gewone al gemeene vergadering van 't Centraal Be stuur van Flakkeesche Landbouwvereeni- gingen. (Luid applaus.) De notulen van 't verhandelde in de vorige Algemeene Vergadering worden na lezing onveranderd goedgekeurd en gearres teerd. De rekening van 't jaar 1911/12 wordt vervolgens overgelegd met .liet nazien der betrekkelijke bescheiden belast de Voorzitter de heeren P. Kieviet Dz. en G. Joppe Dz. welke alles conform de Borderel vinden, de Voorzitter dankt de heeren voor hun arbeid terwijl, na een enkele opmerking van de heer D. Joppe Cz. te Sommelsdijk door den Voorzitter is beantwoord, den Penningmeester wordt gedechargeerd voor zijn beheer en de rekening zonder hoofde lijke stemming wordt goedgekeurd met een ontvang groot f 133,54, een uitgaaf van f 100,111. Op voorstel des Voorzitters blijft de con tributie bepaald op f 7,per Afdeeling. Vervolgens leest de Secretaris 't verslag over 1911-12 hetwelk onder toejuiching onverandert wordt vastgesteld. Op voorstel van den Voorzitter zal de volgende zomervergadering te Ouddorp worden gehouden, de beer L. Keijzer Sr. van Stad a.'t Haringvliet wenscht met 't oog op de geisoleerde ligging zijner gemeente de vergaderingen voortaan in Sommelsdijk te doen houden, dhr. van Oostende kan zich daar minder mede vereenigen, doch wenscht de vergadering op een vroeger uur te houden, dhr. L. Donkersloot Jz. te Ooltgensplaat kan zich met den laatsten spreker goed vereenigen, en zou een vollen dag niet te lang vinden in Ouddorp De Voorzitter meent 't van belang is te over wegen of 't op den duur niet gewenscht zal zijn aan de eindpunten van de tram te vergaderen. Tot leden der keuringscommissie benoemd de Voorzitter de aftredende heeren A. A. Mijs te Sommelsdijk, Th. van Vugt te Oude Tonge en J. Timmers te Middelhar nis, terwijl tot plaatsvervangend lid wordt benoemd dhr. D. Joppe Cz. te Sommelsdijk, de heeren Timmers en Joppe ter vergade ring aanwezig, verklaren hunne benoeming te aanvaarden, terwijl de overige heeren van deze beslissing kennis zal worden gegeven. Dhr. J. Warnaer (Herkingen) ver langd dat de keuring accurater zal geschie den als het vorig jaar toen voor de zaai goedgekeurde en bekroonde erwten, maas

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1