'EN I ik!! I Woensdag 17 Juli 1913. 37ste Jaargang A". 1781. voor de Ziiidliollaiidsclie en Zeeuwsclie Eilanden. r ;n „Ceresit" g I I 1 I I J m Antirevolutionair Orgaan m m als land !S. IN HOC SIGNO VINCES De theologische faculteit. im p i pppp i vet. lanprijzen, 'apüten. ilsook ite Men. tnz. I W. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de Sledaetie bestemd,- Advertentiën en verdere Administratie franc© toe te «enden aan den Uitgever. In en buiten de Kamer. Reclames, Mededee- Siiigeu eoz, beslist kurkdroog EENRI HUINCE ALEI IMHOFE, i r Binnenland. Buitenland. II I 1 L I kend /as- 50. 5! B 5 as 6 is 5' ftB 5S< as HB qeH PS ■u rc. Mo. 9 Ik. pi. beurzen; iffecten conditiën klingen, die n 3 pCt. met drie S!/a PCt 5539 |n mesten v. U. fen prima iges, enz. akjes, in 5185 |raineeren, dat zulks Lineerwerk illen tijde everen wij 5514 verzekert 5877 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. n zonder B 50 Buitenland bij vooraitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar Afzonderlijke nnmmers 5 Cent- Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon InterconuM. No. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/j maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. DienstaanTragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zjj beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen lO'/nur. (Slot). De theolog. faculteit is dus in 1876 verminkt, verbasterd, verloochend. De dogmatiek d.i. de leerstellige Godge leerdheid is er uitgenomen, evenzoo de practische Godgeleerdheid Deze twee vakken worden nu voor Her vormde studenten onderwezen door Synodale professoren. En de rest van hunne studiën moeten ze bij de Staats- professoren opdoen, waarvan dr. Noordzij er thans één geworden is. Hoe moesten nu toch de mannen der Hen. Ke> k in de handen klappen van vreugd, dat een Gereformeerd man is benoemd, die aan de andere theolo - gische vakken wat Gereformeerden geest kan inblazen. Waarover nu toch te toornen Over den nieuwen professor Neen want erkend wordt, dat hij een geleerde is, een door en door knap man. Over zijn vak? Neen, want hij moet een vak onderwijzen, waarin hij belangena geen kind is. Over den Minister Maar de Staatsprofessoren worden door de Ministers benoemd en deze kan kiezen wien hij wil. Over't Gereformeerd zijn van dr. Noordtzij Maar de vaders der studenten en deze zelf ook, als ze 't waarlijk ernstig meenen met deHerv. Kerk, moeten zich verblijden, dat een Gereformeerd man en geen ethische, of remonstrant of modern is benoemd. Maar een Gereformeerde professor haat de Herv. KerkZóó, de grootste vijanden van de Herv. Kerk zijn de Hervormden zelf; maar een Gerefor meerde eert in de Herv. Kerk nog 't bestaan van een belijdenis, maar heeft een afkeer van 't Synodale Be stuur, en betreurt diep den strijd in die Kerk tusschen allerlei richtingen. Doch genoeg hierover. Wij zijn geen Kerkelijk orgaan en gaan er dus niet verder op in. 't Is een klap in 't gezicht der Kerk zeiden sommigenZooaan welken kant van 't aangezicht, want 't aan gezicht heeft een rechts en links. Was 't een klap voor den Gereformeerden kant van dat gezicht Neen, de Geref. jubelen en roepen blijkens hun orgaan een Hosanna uit! Welke kant van 't gezicht der Kerk heeft dan een klap gehad De Linksche kant 1 De modernen en ethischen O, dat is zoo erg niet. En heusch, die heeren durven een standje aanEr is om en door dien Linkschen kant van dat gezicht al zooveel strijd gewrochtMaar 't is beter dat deze treuren, dan dat de Gereformeerden in de Herv. Kerk moeten treuren en klagen. Als een moderne klaagt, staat de zaak des Heeren en der Kerk gezond, gelooi dat maar! [Laat de inbreker klagen, als men hem boeit.... maar de Maat schappij is er blij om. Ja, maar! de resultaten van prof. Noordzij's studiën en lessen zullen zoo zijn, dat de fundamenten van de Ned. Herv. Kerk door hem ontwricht zullen wordenhij zal met den spijker langs kerkelijke zweertjes en roofjes strijken! hij zal de Herv studenten aan hun Geref. jvadeien van 1618 herinneren. Hij zal Maar eilieveWe zullen hier geen betoog gaan houden over de beteeke- nis der woorden »wet nschap«, »pro- iessor« »colleges« »studenten«, Maar wanneer men over de wetenschap, ook de theologische, denkt en spreekt, mag men toch eischen, dat zoo'n denker tot een resultaat komt bij zijn eigen onderzoek. Wat zou dat nu toch voor een professor zijn, die al maar bleef hinken op twee gedachten en tot zijn studenten moest zeggen »ik weet 't niet, welk standpunt het beste is« Hij, professor, moet na zijn weten schappelijk onderzoek, tot een resultaat komen, en als dat nu blijkt Gerefo- meerd te zijn, en niet modern of ethisch, meest men dat in zoo'n pro fessor prijzen, deze heeft een standpunt ingenomen na zijn studiën. Hij heeft houvast aan de Gereformeerde begin selen. Of is men daar in 'Utrecht bang voor Bang voor de kracht van een beginsel, bang voor de kloeke over tuiging, bang voor de propaganda van een Geref. beginsel? Dat zou niet pleiten voor de degelijkheid der stu denten, noch voor de kracht hunner eigen ethische of moderne begrippen. En waarom zijn er nu al Her vormden, die wat terug gaan krab belen 1 Omdat £6 begrijpen, dat 't een muisje met een staart zou worden, als de politiek er zich in ging mengen. De politiek Zeer zeker en ernstig ook. Stel, men blijft mopperen maar zal dan bij een reorganisatie van 't Hooger Onderwijs door den wetgever eenig Minister geen voorstel kunnen doen om heel de theologische faculteit te schrappen, en te zeggen tegen de Her vormden, tegen de Modernen enz. Bouw zelf een eigen seminarium, een eigene theologische School, een eigen Universiteit, zooals er een te Kampen en te Amsterdam staat en zooals de Roomschen er een hebben te Wa? mond. En als dat zaakje in de 2e Kamer kwam, en een liberale regeering met Socialisten zette het door, dan zou je nog eens iets treurigers zien dan de toestand nu. In 1815 was er een faculteit voor de Herv. Kerk. In 1876 kwam er een faculteit voor de modernen enz. in die Kerk. En wat zal de toekomst baren, als men zich gaat verzetten. Dat ieder in 't Land de üalfslachtige toestand gaat gevoelen, waarin die theologische faculteit verkeert; ieder weldenkende gaat zeggenAls de modernen of ethischen wat aan te merken hebben, moeten ze zelf maar een Universiteit of seminarie bouwen en dan moeten ze door eigen curatoren maar laten benoemendan is de Minister eraf. Zooals nu de theolog. faculteit is, is ze niet veel bijzonders voor de Herv. Kerk en haar Gereformeerde toekomst. Wat ze nog is, dankt ze aan de be noemingen door de Rechtsche Minis ters 2 door dr. Kuyper en nu één door Min. Heemskerk behalve 't werk der professoren door de Synode aan gesteld. En waarlijk nu is men nog boos De Linkecne kant van 't gezicht der Kerk heeft een klap gehad, 't Hindert niemendal. Liever Linksch een klap, dan Rechts een tik Amice t Voorzorgsmaatregelen nemen is beslist de jocping van den mensch. Nu geel ik toe dat het verzekeringswezen in het bijzonder in de laatste jaren gepropagandeerd is door het ongeloof. Vraagt ge mij eelxter of bun de eerepalm toekomt van deze ontdekking, zoo geef ik het nog niet toe, Wel stem ik toe, wanneer men mij zegt, dat het eigen belang, het egoïsme, die kringen drijft om het verzekeringswezen te steunen. Doch het begrip de naaste als uzelven" is hun vreemd. Ik moet verder toestemmen dat helaas de Christenen, uit oorzaak van «niet-nadenken* en «niet-indenken* van dit stuk, als echte Laodiceërs hebben geleefd, en sommigen zelfs als bestrijders zich hebben getoond. Daaruit mag echter niet de conclusie ge trokken worden, dat de Christenen allen weerstrevers waren. Als één schaap dwaalt sluit het nog niet in, dat de anderen ook dwalen. Die dwaze conclusie te trekken, laat ik gaarne over aan de domme libera- listen. Op dat punt toonen zij zich alsdan even slim als in andere dingen. Ze leven een keer in het idee, dat ten opzichte van de Christenen zoowat alles geoorloofd is. Het behoort tot hun opvoeding. De «fijnen* zijn altijd onhebbelijke mensehen geweest, en tegenover hen moet men niet zoo wel willend zijn. Ze mogen gerust onderdrukt worden. De geschiedenis spreekt in dezen overduidelijk. Hetgeen een liberale minister eens uitsprak leeft nog al te veel. Laat het Christenvolk zooiets nooit vergeten, ziedaar mijn raad Maar ook moet ik er bij zeggen, laat de Christenen de Laodiceërgeest weer staan en vragen naar hetgeen de Heere van hen eischt. Nu heb ik u de vorige week geschreven dat het goddelijke voorbeeld gegeven is. Onze vaderen waren op dat punt goed bij de pinken. Voor eeuwen reeds hebben zij blijk gegeven dat hun blik ruim was, en dat ze van het doopersche letterlijk niets moesten hebben. Helaas, door afdwa len of afzakken van de Gereformeerde leer, wijl men alles ging vergeestelijken, is het te danken dat die akelige geest tijdelijk de overhand heeft gekregen. Wie vet is slaat achteruit, leert de ervaring. Zelfvoldaan zat men bij een rijken buidel. Luiheid is des duivels oorkussen. Men vergat zijn naaste, wanneer hij in lijden zat. Geld, och, 't was maar slijkMen trok de koorden van de beurs goed dicht, ging Zondags naar de kerk, om te luisteren naar het vergeestelijken* van de waarheid. Dat was het «echte*. Dat gaf blijk van een diep ingeleide in de verborgenheden des Heeren te zijn. Zelfvoldaan sprak men uit de kerk «wel, wel, wat is onze dominee tocli bekend met den weg naar den hemel*. Vragen naar den eisch des Heeren bleef achterwege. De roeping werd weggecijferd. Pat alles heette, en heet nog in sommige kringen »je ware«. Ik voor mij houdt het meer met de echte, zuivere Gereformeerden die niet een «waarheid achter de waarheid zoeken*, maar de waarheid uitdragen tegen over de leugen. Eerst langs dezen weg komt niet de vrome, maar de Christen tot zijn recht. En weet ge wat ik dan doe? Dan sla ik de belijdenisschriften op. Als de pre dikanten deze wat meer op eenvoudige wijze hadden uitgedragen, waren wij nooit tot een aanfluiting geworden voor de liberalen. Hadden zij de waarheid toegepast op de eischen van den tijd, we waren bewaard gebleven voor het «bespotten* van de zijde der liberalisten. Onze vaderen hadden een open oog voor de gemeenschap des lijdens. Het «gaat heen, en wordt warm* was hun vreemd. Lees. o. a, vr. Ill van den H. Cath, Het antwoord luidt: «Dat ik mijne naasten moet, waar ik kan en mag, bevordere; met hem alzoo handele, als ik wilde, dat men met mij handeldedaartoe ook, dat ik trou- welijk arbeide, opdat ik den nooddruftige helpen moge. Wat dunkt u, zit in het ge cursiveerde niet de gedachte dat het oog open moet zijn voor de «gemeenschap des lijdens* Ik werk niet voor mij alleen, noch alleen voor mijn gezin. Ik moet werken ook voor den naaste. Een deel van de vrucht van mijn arbeid moet dus mijn naasten ten goede komen. Doe ik dit niet, dan sta ik schuldig ,aan het 8e gebod; «Gij zult niet stelen*. "/En zeg nu niet dat dit geldt ten opzichte van de kerk. Zoo wordt ik weer overgeestelijk. 't Geldt hier bij het 8e gebod niet speciaal de «kerkelijke armen* maar 't geldt hier den «nooddruftige* in liet al gemeen. Immers bij de behandeling van het 4e gebod wijst de H. Cath. op de armen in het bijzonder, waar het heet yen den armen christelijke handreiking te doen.* Wij moeten ons wachten voor verwar ring. Het was mijn doel u bij deze gelegen heid op het Christelijke beginsel te wijzen, gelijk onze Calvinistische voorvaders het geleerd hebben, en gelijk wij begeeren, dat liet zal zijn. Ik ben er van overtuigd dat als de Ge reformeerden steeds echt Gereformeerd waren dat het er in het leven geheel anders zou uitzien. Veel lijden was verdwenen, en liet leven zou veel meer opgeruimd zijn. Ik zou om ik weet niet wat willen, dat er in onze dagen eenige van die stoere Calvinisten in de Kamer zaten. Min. Talma zou plezier hebben bij de behandeling van de sociale wetten. Maar ontkomen kan ik niet aan de gedachte dat er worden gevonden die in mindere of meerdere mate onder den invloed staan van de revolutionaire beginselen, per sonen die niet volkomen los zijn van de liberalistische (in den zin van conservatief) ideën. Ze houden nog te veel vast aan de historisch gewordene toestanden, en dalen niet genoeg terug tot de beproefde waar beden, gelijk deze door de vaderen werden beleden. Het is in de Kamer naar mijn meening overduidelijk gebleken bij de behan deling van de Radenwettoen het ging over de groote beginselen waarom het ging. Daarover schrijf ik na dezen nog wel. Ontvang mijn hartelijke groet, MARNIX. (20 Cents per regel.) maakt natte kelders en vochtige woningen ROTTERDAM, UTRECHT, Groote Draaisteeg. Springweg 1, Vraag prospectus TSo. 32. H Groi Voor 1913. Men schrijft ons uit Leiden De opwekking tot het deelnemen aan den verkiezingstrijd in 1913 is hier reeds be gonnen. Ze gaat uit van de afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche onder wijzers, die een Maandblaadje uitgeeft. De heeren openbare onderwijzers zien gevaar voor hun school en roepen nu reeds de voorstanders daarvan «in 'tgeweer.« «Het volgende jaar«, zeggen ze, «zijn er weder algemeene verkiezingen en zal het stemge rechtigde volksdeel mogen uitmaken, of we nog langer «kristelijk* zullen worden gere geerd*. De gewone zang begipjt weer. De volksontwikkeling wordt bedreigdde be schaving zal achteruitgaan, enz. Van welken kaDt de wind waait, wordt duidelijker uit een aanval, mede in genoemd Maandblad voorkomende, gericht tegen een Tentoonstelling van Schoolwerk, die in de Christelijke School voor M.U.L.O. van den heer Meijnen gehouden is. Het artikeltje daarover wordt ingezet met het volgende marktgeschreeuw«Gaat dat zien gaat dat zienDat is gemaakt uit één, dat is ge maakt uit twee, dat is gemaakt met kriste- like montuur, dat is gemaakt door de werkeloosheid des ambulanten bovenmee sters*, enz. En dat strijdt 'dan zoogenaamd voor volksontwikkeling en beschaving, terwijl het een achtbaar en zeer actief hoofd eener school in zijn werk en daarmede in zijn persoon aanrandt! Het teekent door welken geest deze strij ders gedreven worden, en voorspelt wat ons te wachten staat. Voor ons is het een vingerwijzing om alle onderlinge geschillen bij te leggen, en ons schouder aan schouder te stellen tot verweer. De strijd zal vinnig, maar de over winning ten slotte onze zijn, indien wij even eendrachtig zijn bij 't verweer, als de tegenstander bij het bestrijden. Ite vierkante stuiver. Het nieuwe stuivertje zal, zooals men weet, vierkant wezen, doch met iet wat afgeronde hoeken. De voorzijde, zoo lezen we in het «Hbld.« vertoont het cijfer 5 met een kleine c rechts boven, een en ander in een uitgescbulpten cirkel, waar omheen weder (met tusschenruimte van een vlakken band) een kralen cirkel, aan de vier hoeken van de munt gebroken door vier schelpornamenten het jaartal is over twee van die ornamenten verdeeld. Het cijfer staat vertikaal in de diagonaalrichting van het vierkant. De keerzijde is nagenoeg uitsluitend ornament. Een gestyleerd takje van een oranjeboom staat in een uitgeschulpten cirkel waaromheen (na een tusschenruimte van een vlakken band) het opschrift; Ko ninkrijk der Nederlanden, De overgang tusschen cirkel en vierkant wordt ook hier weer gevormd door opvulling van de hoe ken van het vierkant met schelpornament. ENGELAND. Het Lagerhuis nam in tweede lezing de '/Eranchise bill// (scheiding van kerk en staat in Wales) met 290 legen 218 stem men aan. BELGIE, Het kwam in de Belgische Kamer tot zeer rumoerige tooneelen, naar aanleiding der debatten over de jongste algemeene verkiezingen. De liberale afgevaardigde Delvaux, daagde den kerkelijken afgevaar- digle Brisant tot een duel uit. BUITSCHLAND. De kaslooper llaase, die Da verduiste ring van 100,000 mark bij de '/American Express Company/ gevlucht was, en zich dezer dagen zoogenaamd van middelen ontblo t bij de politie kwam aangeven, heeft heden een bekentenis afgelegd o.ver de verblijfplaats van de 94.000 mark die hem door een prostitinee heetten te zijn ontstolen. Het geld, aldus Haase, lag in de om geving van Berlijn begraven. De gerech telijke commissie begaf zich hedenmiddag naar de aangeduide plaats en het geldbe drag op de door deu oplichter Haase aan geduide plek op het Tempelhofer Eeld. FRANKRIJK. Met 334 tegen 217 stemmen is het ontwerp betreffende de kiesrechthervorming door de Eransche Kamer aangenomen. Het was een opgewonden tooneel, dat nog grooter werd toen de minister-presi dent zich naar zijn lessenaar begaf en als antwoord op het geschreeuw der oppositie met zijn helderklinkende stem, die de hevigste tumulten weer te overstemmen, uitriep- //Gij denkt, dat gij de republi- keinsc'ne meerderheid zijt. Welnu, inter pelleer mij onmiddelijk over mijn algemeene politiek en wij zullen zien Als op een tooverslag hielden dekreten op, adeen het handgeklap van de groote meerderheid der Kamer begroette de moed van den minister-president, die zich van zijn verantwoordelijkheid volkomen bewust is. De manifestatie was geëindigd en de kieswet bleef aangenomen met een meer derheid van 122 stemmen. Deze uitslag is onbetwistbaar voor Poincare een groot succes, daar hij aan de Kamer niet de kwestie van vertrouwen heeft willen stellen. Hij heeft ieder vrij gelaten om te handelen naar eigen inzicht daar hij zeer goed wist, dat, indien een groot aantal zijner vriend n zich, wat de kiesrechther vorming betreft, van hem af scheiden, zij toch bet ministerie zouden blijven steunen. Het laatste woord over de kiesrecht hervorming is evenwel aan den Senaat, die zich in October met het ontwerp zal i'H ,:ji A -Sfl 1 I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1