Woensdag 19 Juni 1912.
27ste Jaargang N°. 1773.
voor de Znidhollandsche en Zeeuwselie Eilanden.
Luijks en Muller, Rotterdam.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN.
m
K/
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
s a - zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad/" 7,50; zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
SOMMELSDUK.
Advertentiën 10 Cent per regel en maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10'jnnr.
Alle stnfcfeen voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
3
Broeit er wat in de Kamer
't Is lastig als je op een eiland woont,
al heb je ook een tram en zijn telegraaf
en telefoon disponibel. Want nu merkt
soms een mensch wel eens wat en
hoor je wel eens wat vreemde ge
luiden, zoo ongeveer als de nacht
wandelaar door een bosch wandelend
iets vreemds hoort, dat hem onrust
baartmaar 't rechte weet je niet.
Kijk I op een eiland gezeten en met
't venster open naar den Haag, hoor
je en zie je dit
1. de Bakkerswet verworpen.
2. 34 van de 59 Rechtschen stem
men maar vóór.
3. de Coalitie hopeloos verdeeld.
4. Min. Talma krijgt standjes om
zijn vasthoudendheid ot koppigheid.
5. de Radenwet brengt opnieuw
scheuring.
6. mr. Lohman dient plotseling 25
nieuwe amendementen in.
7. Staking van de debatten over
de Radenwet.
8. mr. Patijn weigert in de Groote
Commissie Minister Talma toe te laten
bij de bespreking der 25 amende
menten.
9 Min. Talma weigert den volgen
den dag, (toen gevraagd) om in die
Commissie te verschijnen.
10. mr. Lohman trekt de 25 amen
dementen weer in.
11. Roodhuizen neemt ze weer over.
12. dr. Kuiper wil niet langer dan
October aan de Ziektewet werken:
duurt 't langer dan staken.
13. dr. Kuiper wil in October be
slist met de Pensioenwet beginnen ot
de Ziektewet klaar is of niet.
14. de Radenwet gaat waarschijn
lijk ook naar den kelder.
15. valt Talma dan valt 't heele
Kabinet.
Ei üeve! we zitten op een eiland
en daarom hoor je zoo weinig en
weet je zoo weinig.
Doch dat er wat broeitwis en
drie! zal er brand komen op 't Bin
nenhof? Ons venster is open. Maar
liever geen vlammen, want hoe moet
je blusschen 1 't Binnenhof is zoo groot
Minister Heemskerk krijgt 't aan
den stok.
Pas is prof. Noordtzijeen Gere
formeerde, benoemd aan de Rijks
universiteit te Utrechtnog niet eens
is de storm bezworen, die in sommige
Hervormde kringen opstak over deze
benoeming, of .al weer herrie met
drie professoren en den Minister.
Wat er aan 't handje is?
Er moeten Fransche, Duitsche en
Engelsche examens afgenomen wor
den en nu heeft de Minister rechtsche
examuniatoren benoemd, die volgens
de drie professoren, welke voorzitters
zijn van de examen-commissies, en
hun oog onbekwaam zijn om de examens
af te nemen. Nu dreigen deze profes
soren dat ze bedanken zullen als die
zoogenaamde «Onbekwame Recht
schen" niet worden teruggenomen.
't Loopt dus weer over benoemingen
Juist 1
En over benoemingen van domme
Rechtschen Juist
En Heemskerk heeft die domme Recht
schen benoemd? Juist?
Begrepen
't Is toch verschrikkelijk met dien
Heemskerk, vind je niet Die benoemt
me daar onbekwame RechtschenWat
scheelt die minister toch Er uit met
hem!
Tut, tut,'t Is een best man
netje, die minister! Maar ziet u ja
»rechts" is nu eenmaal een
domme hoop; bekwaam zijn alleen
de Liberalen.
Nochtans
Minister Heemskerk weet drommels
goed, wat hij doet. Adres aan Flakkee
En zou hij nu ook niet weten, wat
examinatoren hij benoemt Och, och I
Maar de drie professoren zijn boos
't Hindert niets. Hoe boozer de heeren
worden over zulke benoemingen, des
te beterVrede met de liberalen ter
oorzake van een benoeming is de dood
voor onze partijVeel Rechtsche be
noemingen is je ware!
En aan den minister een mooie
Êluim op den hoedGa zoo voort,
Ixcellentie
Homosexueel De zonde van Sodom.
Dezer dagen ontvingen we een bro
chure over 't Uranisme of de Homo-
sexualiteit, met verzoek daarover onze
gedachten te zeggen.
Uit den aard der zaak kunnen we
kort zijn. Dat die Sodomszonde voor
komt wisten we, maar dat men er nu
speciaal propaganda voor gaat maken,
doet ons pijnlijk aan.
Hoe gekuischt en kiesch dit boekje
ook is geschrevenin hoe zachte ter
men men de Sodomszonde ook uit
spreekt hoe fluweelachtige argumen
ten men ook bijdrage om de verstand
houding van man tot man goed te
praten't is en blijft de zonde van
Sodom, door Gods Woord ten eene-
male en overal en zoo kras mogelijk
geteekend als een gure, vreeselijke
zonde.
De brochure vindt de verstandhou
ding van man tot man natuurlijk: wij
vinden ze onnatuurlijk, en is met
Schepping en ervaring met natuur en
wezen van man en man, van vrouw
en vrouw in flagranten strijd. De die
renwereld en die der planten leeren
ons andere verhoudingen dan die tus-
schen mannelijke en mannelijke schep
selen en zou dan de zooveel hooger
staande menschenwereld inbreuk mo
gen en ongestraft kunnen maken op
de rechten der natuur.
Sodom is vergaan. En door de gansche
H. Schrift staat Sodom gebrandmerkt
en ter ernstige waarschuwing.
Daarom betreuren wij de verschij
ning van zulke geschriften en wenschten
dat de propagandisten (en zelfs aan de
Hoogere Scholen treft men ze aan
afzagen van eigen meening en in dezen
Gods Woord tot richtsnoer namen.
Gaan de Bakkersknechts staken
Er heerscht wrevel in de wereld der
bakkersgezellen over de verwerpingder
Bakkerswet Wie goed toeluistert
merkt een gemor, dat uiting is van
pure vijandschap tegen de patroons en
van afkeer tegen de tegenstemmers
in de Kamers.
En wanneer dan, zooals pas in één
ojizer groote steden, enkele domme
bakkerspatroons in een wagen gaan
zitten en er de bakkerijen mee langs
rijden om de knechts uit te lachen en
te tarten met de verwerping der wet,
dan vragen we ons af: zullen de
knechts dat nog langer dulden.
Ze hebben gelijk als ze zich niet
laten ringelooren dat zou vloeken met
alle menschwaardig bestaan, waarop
ook een knecht recht en aanspraak
heeft.
De Wet is verworpen en de knechts
kunnen alleen door krachtige organi
satie zich ontdoen van het juk van
nachtdienst, dat al veel te lang op hen
en hun huisgezin drukt.
Waar 't maar eenigszins kan, in alle
industrieën, schaft men den nachtdienst
afwant men voelt hetde dag is om
te werken en de nacht om te rusten en
in den familiekring door te brengen
maar de Bakkersknechts moeten ter-
wille van »rersche broodjes« uit hun
gezin gehaald worden en werken, als
heel de wereld slaapt.
Betere organisatie der bakkers
knechts en volhouden, is dan ook
't eenige middel dat baten zal. Om
voor »versche broodjesa zijn huisgezin
te kort te moeten doendat offer is
ons te groot.
Dan moeten de fijnproevers maar
brood eten van tien of elf uur oud,
dat doen wij op Flakkee ook en ons
eiland staat bekend om zijn gezonde
volk. Oud brood hindert nietsdan
moet men er maar een kopje thee
méér bij gebruiken. Regenwater kost
niets en leidingwater een beetje. Maar
den vader uit zijn gezin rukken
's nachts van 9 tot 4 uur, is heel wat
erger.
Reclames, Mededee-
lingen enz.
(20 Cents per regel.)
Makelaars in ASSURANTIËN.
VISCHSTEEG 6a - TELEFOON 8804.
Sclieeps- en Transportverzeke
ring. BRANDASSURANTIE
OP BEURSPOLIS.6041
Ag-enten gevraagd.
fn en buiten de Kamer.
Bijenteelt.
V
UITGEVER
Telefoon Interconun. No. 2.
Amice
De voorbeelden u in mijn vorigen brief
genoemd, wijzen duidelijk uit dat onze cal
vinistische voorouders in geenen deele ge
kant waren tegen het begrip „verzekering."
Zij waren niet tegen dijken, noch tegen
iets wat kon medewerken om de veiligheid
tot haar recht te doen komen. Wanneer zij
met schepen ter zee voeren, waren de red
dingsboeien aan boord.
Niemand zal het pad der lijdelijkheid ver
dedigd hebben, zoolang hij nl. een aanhan
ger was van de gereformeerde religie. Onze
voorouders waréif wat deze zaak betreft
goed bij de hand.
Ze begrepen zeer goed, waar God onder
zijn voorziening bestelde middelen had ge
geven om zich tegen een vijand te verdedi
gen, het onverantwoordelijk zou zijn deze
middelen niet dankbaar te aanvaarden.
Stel je voor dat zij om uitkomst hadden
gebeden, terwijl zij echt lijdelijk hadden
gezegd: „als de Heere redding zal brengen
heeft^Hij de middelen niet noodig 1"
Verbeel je zoo'n ellendige houding! Waar
mijn oog meermalen op valt, is het feit dat
zulke tijdelijke lui echte hoogmoedige men-
schen zijn. De waarheid spreken zij maar
half. God IS niet aan middelen gebonden.
Accoord zeg ik. Maar God HEEFT zich
aan middelen gebonden, en aan de middelen
waaraan God zich gebonden HEEFT, ZIJN
wij gebonden.
Als God voor zijn bestel zich gebonden
heeft de wateren te beteugelen door duinen
en dijken, zyn wij er aan gebonden. Als
ik meen dat ik niet aan middelen gebonden
ben, en het zonder middelen wel kan stel
len, is het een bewijs van zelfgenoegzaam
heid, en zelfvoldaanheid. En wanneer ik
dan zeer vroom deze houding aanneem,
dan doe ik juist als een echte godlooche
naar.
Zeg dat de laatste ter linkerzijde van
den weg afdwaal, dan dwaal ik ter rechter
zijde af. De Godloochenaar rekent niet met
God, maar ook ik reken niet met God,
wanneer ik de middelen niet gebruik welke
God onder zijn voorzienig bestel verordi
neerd heeft, 't Ware te wensclien dat zulke
vromen eens een oog kregen voor het
woord voordat gij roept, zal ik antwoor
den." Er zijn veel dingen waarom wij bidden,
welke reeds zijn gegeven.
De kwestie is maar, of ik wil zien.
Men zegt te verlangen naar licht, maar
we zien dat velen de duisternis liever heb
ben dan het licht. Ze veroordeelen zeer uit
de hoogte hen, die de zaak van het verze
keringswezen bij het licht dat God ontstoken
heeft, bezien, en geven zich zeiven natuur
lijk een brief „geloofshelden" te zijn.
Doch genoeg over de lijdelijken die de
duisternis liever hebben dan het licht.
Waren er geen duinen en dijken, wij
waren op de eilanden reeds allen verdron
ken. Alles heeft zijn bestemden tijd zegt
Salomo. Ter bestemder tijd heeft God den
mensch wijsheid gegeven, dijken op te wer
pen om het water te bestrijden. Door de
eeuwen heen laat God nu het een, dan het
ander ontdekken. Toen het volk in tenten
woonde, hadden zij geen slot op de deur.
Ter bestemder tijd heeft de Heere het
bewerken van ijzer doen ontdekken, wij
gebruiken het slot op de deuren om het
onze te verzekeren tegen dieven. Mij per
soonlijk is geen lijdelijke bekend, die zijn
deur niet sluit.
Nu kom ik echter tot onzen tijd.
De bliksemafleiders plaatsen wij op onze
huizen omdat God ter bestemder tijd den
mensch het voorrecht heeft gegeven, het
middel te ontdekken om de elementen in
de lucht welke verwoestend werken zoo te
bekampen dat de heerschappij over de wer
ken van Gods handen in beginsel weer tot
haar recht komen. En zoo gaan wij weer
een stap verder.
Een groote vijand van den mensch is de
armoede. Langs velerlei wegkan de armoede
ons aanvallen. Wanneer ons huis verbrand,
staan we naakt aan den dijk. Mijn buurman
zal mij geen nieuw huis geven. Hij mag
medelijden met mij hebben, en in den nood
iets geven, maar niet een geheel nieuw
huis. Zoo gaat het een ander. Als hem
het treft, staat hij hulpeloos gelijk ik.
Maar „ter bestemder tijd" heeft God den
mensch de wijsheid gegeven, eens op te
letten hoeveel branden er jaarlijks plaats
hebben. En ziet verborgen tot voor korten
tijd, kwam de mensch tot deze ontdekking,
dat gemiddeld ieder jaar evenveel branden
voorkwamen. Toen hij dit wist, was te
berekenen, hoeveel ieder bij behoorde te
dragen, zou het lijden dat daardoor geleden
werd overwonnen zijn. A. help mij, en ik
help B. en doordat zoowel A. als B. gere
geld een bepaalde som afzonderen, wordt
de schade vergoed.
De groote vraag is thansmag ik dat
doen? Nu zegt het hoogmoedige hart, dat
dit lijden mij of mijn buurman overkomt
onder Gods bestel en dat ik of hij dit moet
dragen. En let maar op, de vrienden van
Job zijn niet allen dood. Zij denken aan
een bijzondere straf des Heeren om een
bepaalde zonde.
Weer gaat de Farizeer op de hoeken der
straten staan. Laat ons daarom op den
voorgrond stellen, dat we nooit vergeten
dat ALLE lijden een gevolg is van de
zonde, en dat om de zonde allen zouden
moeten lijden.
Wanneer God dus enkelen treft, mag ik
niet besluiten, dat dit mij niet aangaat.
Integendeel, ik heb God te danken, dat Hij
mij het lijden niet doet treffen, terwijl de
getroffene als een Samaritaan aan den
weg ligt, wien ik moet helpen.
En als ik dan weet, zeg dat gemiddeld
pbr jaar duizend personen zoo iets treft,
is het mijn roeping medehelper te zijn. Nu
wijst de statistiek uit dat in 's Heeren
raad bepaald is, dat cijfer zoo ongeveer
gelijk blijft. Dit wetende, moet ik uit de
„natuur en de schriftuur" mijn roeping
leeren verstaan ten opzichte van mijn
naaste. Het gemeenschappelijk lijden moet
gemeenschappelijk worden gedragen. Wan
neer het gemeenschappelijk lijden weinigen
treft, mag ik niet doen, alsof het mij niet
aangaat. Dan ben ik den Israëliet gelijk
die bij zich zeiven rechtvaardig is.
Verstaat ge, dat hetgeen ik u thans
schrijft, echt gegrond is op de H. Schrift.
Ik kom er echter op terug. De liberalen
lachen in de 2de Kamer, om de uiteenzet
ting der beginselen. Vindt ge het niet
treurig
Ontvang mijn hartelijken groet,
MARNIX.
(HOE HET ZWERMEN TE BELETTEN.)
(Slot.)
Reeds noemden we een drietal middelen,
welke bij lossen bouw kunnen dienen om
het zwermen te belettenhet aankweeken
van darren tegengaan het vernietigen elke
acht dagen der moerdoppen, en het meer
ruimte bieden aan de bijen. Wij kunnen
daar nog enkele aan toevoegen.
Een middel, dat vrij wat werk vraagt,
maar veel voordeel geeft, ishet wegne
men der moederbij. Dit geschiedt zoodra
men darren en ingelegde koninginne-eellen
vindtmen kan de koninginne in een an
dere kolonie benutten of anders dooden.
Daarna vernietigt men alle moerdoppen op -
twee na. Eigenlijk behoefde men slechts
één te laten, de mooiste, maar 't zou kun
nen gebeuren, dat deze geen levende larve
bevatte en dus geen koningin voortbracht
daarom laat men ook nog een tweede zit
ten. Komt uit de oudste (want de twee
moerdoppen moeten van verschillenden
ouderdom zijn) een jonge koningin te voor
schijn, dan kan men de tweede, als niet
meer noodig, vernietigen.
Men behoeft de jonge moederbij niet te
zien, om te weten, dat zij is geberen: als
men het deksel der cel ziet opgelicht, dan
kan men gerust zijn. Zooals we zeiden
deze manier is voordeelig, want le bezorgt
men aldus, op een natuurlijke wijze, aan
de kolonie een jonge koningin; 2e wordt
hierdoor het zwermen voor een geruimen
tijd, wel voor 20 dagen, belet, zoodat de
zwermtijd dan nagenoeg verstreken is
3e dewijl de aanzet van broed langen tijd
stil staat, gaan de bijen, die wel moeder
loos zijn, maar toch een jonge koningin
aankweeken, vol ijver aan het verzamelen
van nectar, en krijgt de imker dus kans
op een goeden oogst.
Een middel, dat ook wel wordt aange
raden en toegepast, maar dat geen doel
treft, ishet gevangen zetten der koningin.
Dit heeft slechts tengevolge, dat de bijen,
die heur koningin gevangen zien, doch haar
niet kunnen bevrijden, aanstonds aanvan
gen met verscheidene jonge moeders te
kweeken, die dan met een zwerm afkomen.
Ook achten we niet doelmatig: het kort
wieken der koningin, d. w. z. het afknip
pen van de punt van een der vleugels.
Trouwens, hierdoor belet men het zwermen
niet, doch voorkomt dat de zwerm weg
trekt of op een lastige plaats gaat zitten,
daar de koningin dan meestal vóór den
korf of kast neervalt en de zwerm dan
later weer naar binnentrekt, waarna de
imker de geknipte moeder vangt en weer
bij haar volkje voegt.
Wat wel toegepast kan worden, zoowel
als bij vasten bouw, ishet verluchten en
uerkoelen der bijenwoninghet oplichten
van het deksel en het plaatsen in de scha
duw kunnen daartoe dienen.
Het verwisselen van plaats, gelijk de
vaste-bouw-imker doet ten einde zóó de
bevolking van een zwermlustig volk te
verminderen, kan bij lossen bouw achter
wege blijven. Wil men volkvermindering,
dan neemt men eenvoudig ramen met broed
uit en geeft die aan een zwakke kolonie.
Aanbevelenswaardig is over 't algemeen
deze manier niet, want wij willen immers
graag voor een milden honigoogst onze
volken zoo sterk mogelijk hebben.
C. B.