Zaterdag 15 Juni 1912. 27ste Jaargang N°. 1772. voor de Zuidhollaitdsclie en Zeeuwsclie Eilanden. SESSIE BLAD. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Alleen zij godsdienstloos. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland by vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. SOMMELSD1JK. Adrertentiën 10 cent per regel en */l maal. Reclames SO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */j maal. Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Q-roote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever De arbeidersbeweging in Nederland draagt in menigerlei opzicht het stempel der natie. We zijn nog, on danks ongeloof en vijandschap tegen de kerkwe zijn nog, ondanks veler lei afval en verwatering, eene Chris telijke Natie. Nog is de Bijbel in eere; nog is er een aanbidden van't Kruis van Golgotha in de hutten en in de paleizen veler grooten; nog ruischen de heilige evangelische melodieën door de kerkgewelven en lispelen de lippen der kleinen nog hun kindergebeden; nog is de Christelijke religie in eere en worstelt 't licht tegen de duisternis; nog is er een heilige Doop, die de band aan 'treligieuse leven vastlegt; nog Maar zoo draagt de ar beidersbeweging het stempel der natie, waarin ze gegroeid is. Ga naar Patrimonium met zijn dui zenden leden en niet één van hen of bij voelt den band aan 't Woord en aan zijn Kerk. Ga naar den Roomsch Katholieken- Volksbond en ze^buigen hun knie voor de heilige hostie en zoeken in 't Kruis van Christus alleen genade. Ga naar de Christen-Anarchisten en in hun communistische liefheb- berijen toonen zij iets te willen ver staan van 't geheim der eerste Chris tengemeente, waarvan weiezen: »En allen, die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeen en zij verkochten hunne goederen en have en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk van noode had; en dagelijks eendrachtiglijk in den tempel vol hardende en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met ver heuging en eenvoudigheid des harten. Ga naar de Christen-Socialisten, die de Apostolische Geloofsbelijdenis aan vaarden en, naar hun zeggen, strij den met het venster open naar Jeru zalem. Ga naar de Blij de-Wereld-mannen en vraagt ds. Bakker of hij met de religie gebroken heeft en of zijn pre dikambt in de Ned. Herv. kerk hem eene te zware taak is al is hij 't met de Socialisten in hun economische theorieën eens. Ga naar 't Nederlandsch Werklie denverbond en vraagt 't Kamerlid De Klerk of hij en de zijnen geen gods dienstige menschen zijn en steunpi laren van de Hervormde kerk in Rotterdam en elders. Beweer maar niet 't tegendeel, want zelfs in strooibiljetten bij Kamerver kiezingen waagt men er van en spe culeert op de kerkelijke hartstochten. Zoo dus: in vogelvlucht de arbei derswereld overzien met hun leiders, kan 't niet ontkend of de ondergrond is godsdienstig. Niet ahijd als organi satie, als corporatie, want dan is het Ned. Werkliedenverbond bv. «neu traal,® maar als personen en huis vaders en huismoeders. Niet gereformeerd; integendeel: er zijn niet zoo heel veel gereformeerden onder die arbeidersvereenigingen. Maar godsdienstig zijn ze allen en ieder spreekt graag van en denkt om zijn kerk en dus om 't Woord. Alleen één arbeidersgroep is gods dienstloos: de Socialistische, waar ze staat op den grondslag van haar stichter Marx. En dat kan ook niet anders. Zoodra men van Marx grond stelling uitgaat, dat 't maatschappelijk leven het bewustzijn bepaalt; zoodra men erkent, dat het leven der men schen en der volken de richting be paalt van hun denken, begeeren en gevoelenzoodra de geest onderge schikt wordt gemaakt aan de stof is men zijn God kwijt. Is 't economisch leven van den mensch de hamer, die de gedachten drijft in hoofd en ziel, dan is het zelfstandig arbeiden dier ziel ontkend. Dan wordt de ziel ge fatsoeneerd naar 't leven, in plaats van 't leven naar de ziel. Dan is de geest knecht van 't levendan is alle Recht, alle Zede, alle Beschaving, een schun, een waan, die verdwijnt; die wijzigt al naar 't economisch leven zich wijzigt. Dan is de ziel slaaf; dan is de Rede slaaf; dan is de geest de geketende gevangene, vastgehouden door het leven der individuen. Dan is de godsdienst een waan, een in- beeldsel, want die godsdienst is dienst van een God die er niet zijn kan, of zoo Hij er is, geen macht bezit en zelf afhangt van de economische voor waarden, die er in eeri land zijn. Dan is God de knecht, die volgen moet de maatschappelijke ontwikkeling Zoo'n God is geen God die bestuurt, maar bestuurd wordt Onder de arbeidersbeweging is de Socialist de eenige, die godsdienstloos is, tenzij hij slechts den naam van Socialist zich toeëigent, zonder den ondergrond te kennen, waarop hij staat en ook dat komt slag op slag voor. Men kan den kapitalisti- schen staat gram zijn, den particulie ren eigendom vijandig en zich daarom al Socialist noemen. Maar Marx ging wat verder in zijn onderzoek. Geen Katheder disponibel. Na 1848 is èr op natuurwetenschap pelijk gebied heel wat gevonden. En bij de geleerde wereld op onze Uni versiteiten, adres aan de Darwinisten, was krachtig geschokt het geloof aan Gods vinger in de wording der levende natuur. De mensch uit den Aap De Aap uit de lagere wezens en deze uit een cel, waarin van God ten eenen- male geen enkele kracht aanwezig was. In de geestelijke wereld het denkproces verklaard uit mechanische voorstel lingsverbindingen. In den godsdienst de moderne Schriftkritiek! De wetenschap kon alles mechanisch verklaren en 't materialistisch begin sel vierde hoogtijWetenschap en Geloof konden niet samengaan, zóó althans was de waan aan onze Uni versiteiten. Wie geloovig was, was onwetenschappelijkwie wetenschap doceerde, was ongeloovig. Zoo was er voor een Christen geen leerstoel disponibel en Groen werd gepasseerd. Het is dus geen verkeerde voorstel ling, wanneer men beweert't Libe ralisme heeft uitsluiting gepleegd op onze mannen, omdat ze Christen waren. Maar, de fout zat em hierin, dat na de 40 er jaren de vondsten van na tuurkunde en aardkunde enz. zooda- nigen indruk maakten, zóó de geesten in beslag namen, dat de Wetenschap te goeder trouw geloofde den hemel bestormd en de aarde overwonnen te hebben. Dat men zich vergist heeft en dat men tegenwoordig zelfs van 't bank roet der wetenschap spreekt, waar de eene geleerde de hypothese van den ander omverkegelt en waar zelfs de nuchtere feiten der ervaring tot een halt! hebben gedwongen, weet ieder een. Maar de wetenschappelijke Libe ralen meenden toen dat men zijn Geloof moest vaarwel zeggen om de gevonden wetten der natuur te kunnen omhelzen. De nieuwe vondsten werden religie en deze was in strijd met 't openbaringsgeloof. Wat wou dan een Christen, die zijn Bijbel nog achtte en 't mechanisch bestaan der aarde en aardsche dingen verwierp, omdat er voor hem een God bestond, die de Schepper en Onderhouder was en naar mens wil alles zich moest buigen wat wou zulk een Christen kunnen doceeren met liefde en overtuiging de nieuwe richting, die in de wetenschap pelijke kringen van die dagen de overhand had. Men sloot zoo'n christen uit, niet omdat men politiek-liberaal was, maar omdat men 't openbaringsgeloof met de Wetenschap in strijd achtte. Hoe zijn de tijden veranderdHet curatorium te Leiden, Utrecht, Gronin gen en Amsterdam wordt voorzichtig en meer dan eenmaal zijn nu reeds op de voordracht Christenen geplaatst. Na advies der Professoren. Er komen Katheders disponibel, 't Geloof wordt niet meer uitgefloten. En de wetenschap zingt een toontje lager. OP DM UITRUK. Land- en Tuinbouw. Een gevaar voor den uienteelt UITGEYEB Telefoon Inter coma*. No. 2. Het was een »glorieuse dag*. Zóó las ik in het »Handelsblad«. En natuurlijk moest ik daar 't mijne van hebben Men weet, hoe onze groote liberale bla den zich de laatste jaren veel meer dan vroeger met den godsdienst bemoeieD. 't.Was vroeger vaak frappant. Aan het »Tooneel«, aan de »sport« gansche kolommen gewijdja de schaak- en damcritiek mochten niet ontbreken, maar het Kerknieuws* maakte vaak den indruk, dat het door den allerjongsten schaarhan- teerder op 't redactiebureau in z'n koflie- uurtje eventjes bij elkaar geknipt werd. 't Was soms bepaald zot. 't Heeft b.v. 'n tijd geduurd, eer men er bij deze groote bladen achter was, dat de Ger. Kerken en de Chr. Ger. Kerk niet hetzelfde warenEn waarin de Geref, Kerken bv. onderscheiden zijn van de »Ger. gemeenten, zooals die in 't midden des lands uit de actie van Ledeboer, Budding e.d.g. over bleven weten ze er nóg niet. Edoch er kwam verbetering. Blijkbaar zoeken de redacties tegenwoor dig deskundigen* op godsdienstig gebied en laten zich door hen voorlichten ot plaat sen artikelen van >deskundige* zijde, over ^godsdienstig leven in Nederland* en derge lijke onderwerpen. Natuurlijk in vrijzinnigen geest. Toch dunkt het ons vooruitgang. Een 2 s jaar geleden heerschte er onder de ^vrijzinnigen* de meening, dat het met den godsdienst op een end liep. Men ken het zonder >God«. Wat deed dan die ^godsdienst* er nog toe 1 Zooals met alle bijgeloovige verschijn selen in het volksleven, zou de godsdienst zich nog wel ettelijke jaren handhaven onder de »lagere« klassen en de minder ontwik kelden, maar het leidende, toongevende, ^denkende* deel der natie, was op weg, om met den godsdienst af te rekenen. 't Was de tijd, toen de menschen niet anders dan verstands-kiezen kregen. ^Kennis is macht*, zeide men. Al een wat je wiskunstig bewijzen of met je zinnen proeven en tasten kunt, rekent mee. De rest is goed voor oude vrouwen en kleine kindereD. Die onder ons op middelbaren leeftijd zijn, weten en herinneren zich nog wel, hoe er toen, met name door de ontwikkelden, over den godsdienst gesproken en hoe er mee gespot werd. Beets dichtte in die dagen de »alleen- spraak* van een 2-wijsgeerig kuiken, pas uit den dop*, dat na heel veel hoog-weten- schappelijken kuiken-nonsens verklaart 2>Wat ik niet zie, geloof ik niet*. Die domme, botte, laag onwetenschap pelijke betuiging gold des:ijds voor het eind station van vrijzinnige ontwikkeling en na tuurlijk was daa mee alle »dienst« van een >onzienlijken God* geoordeeld. Naar de kerk g:ng men niet meer on wetenschappelijk, die preek en ón-hygiënisch dat zitten m besloten ruimte met zooveel menschen. 's Avonds in de dorpsherberg zaal, als.'t »vrije tooneel* uit stad schun- nigheidjes opvoerde, kon 't zoo geen kwaad, al zat men er als haringen in 'n ton. De Zondag lag men dóór op de hei of plaste in 'n sloot, vlinders zoeken en moe- rasplanten zanaelen. Psalmen-zingen wekte gierend gelach. zoo'n moppie* van de >schutters« was toch veel vroolijker en dat was toch maar je ware, dat de lever schudde en alle levensernst werd wegge lachen, wantsof God leeft, weet géén en wat er na dit leven komt, weet niemand, nemen dus, wat te krijgen is, dat is de hoogste levenswijsheid Zóó werd door velen gedacht en geleefd. In die richting heeft de vrijzinnigheid een goed deel van ons volk gestuurd. En daarom is 't een opmerkelijk en in zekeren zin verblijdend verschijnsel, dat het Hbl.„ sprak van een sglorieuse* dag. Haü een Nederlandsch selftal* den gou den wisselbeker in 't voetbalspel gewonnen p Had een Nederlandsch jacht den prijs behaald m de internationale zeilsport Neen niets van dat alles. Ergens in het Noorden van ons vaderland was jl Zondag een vrijzinnige* open-lucht- bijeenkomst gehouden en uitnemend ge slaagd. Op 500 man was gerekend. Vijftienhonderd waren gekomen. Men was er begonnen met het zingen van een psalmvers. Een predikant had er over een godsdienstig onderwerp gesproken en er was met belangstelling geluisterd. 't Fanfarekorps speelde Koraal-muziek aNader, mijn God bij U En vromelijk hadden uit volle borst de vijftienhonderd vrijzinnigen meegezongen. Dat alles nu noemde het groote, vrijzin nige dagblad >glorreus«. Waarover wel iets te zeggen valt. 't Is merkwaardig, hoe deze vrijzinnige bladen bouwen en breken tegelijk. Alles wat den godsdienst op Zondag schaden kan wedstrijden, optochteD, extra- treinen enz. vindt bij deze bladen warme verdediging. Hoe roerig en rumoerig de Dag des Heeren ook gemaakt wordt geen klacht wordt gehoord. Zelden vindt, wat de Zondagsrust bevordert genade in 'f oog der vrijzinnigen. Ja, in Rotterdam, waar de heer v. d. Pols 't voorstel deed, om tenminste de voetbal razernij wat te beteu gelen, kreeg deze kloeke broeder al dreig brieven thuis en moest een agent voor zijn deur geplaatst, om hem tegen molest te vrijwaren Wat ten tweede merkwaardig is 7 Dat de ^orthodoxen* eiken Zondag van die »glorieuse dagen* hebben. Geen 1500, maar wel 150.000 man en méér brengen zij, week op week, in hun bedehuizen samen, terwijl men als regel bij de modernen met een kogel door de Kerk schieten kan. En wat het méést merkwaardig i%P De >ommekeef« onder de >vrijzinnigen*. Stel u eens voor, een kwart eeuw terug, dat een vrijzinnig jongmensch des Maandags op kantoor kwam en, gevraagd waar-ie gister z'n potje bier gedronken en z'n spel letje biljart gemaakt had, antwoordde >Ik ben naar de godsdienstige openlucht- samenkomst geweest.* »En wat deed je daar Wel, we zongen er o.a. 2Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naad'ren van den dood, volkomen uitkomst geven*. »Waarover werd er gesproken P« »0.a. werd aangetoond, dat een ^denkend mensch* aan God gelooven moet*. Maar een salvo van spotwoorden zou over hem uitgegoten zijn. Daarom is er, voorzeker I reden om ons over deze ritseling van godsdienstig leven, die misschien een ^vrijzinnig réveil* wordt, te verheugen. i Wij verbloemen niets. Met onze ouden zeggen wij 't in diepe droefheid, dat, on danks al deze godsdienstigheid een iegelijk, die Jezus Christus niet kent als Borg en Middelaar, met een ingebeelden hemel, voor eeuwig verloren gaat God opene der blinden oogen 1 Maar hij werkt middellijk. En wie weet of niet een godsdienstige opleving de breede stroom is, waarlangs de Heilige Geest enkele van Gods kenceliogen brengt op den rechten weg des levens Dat zou een »glorieuse« dag geven UITKIJK. In de laatste weken werd door verschil lende landbouwers mijn aandacht geves tigd op een ziekte in de uien» De aange taste planten zien er aldus uit: Een van de pijpjes vertoont ongeveer in 't midden een zwarte plek. Naar boven en ook naar onderen zet deze zich voort en bij opening blijkt het blad van binnen een zwart poe der te bevatten, zooals dat is bij brand in tarwe. Het jonge uitje wordt ook aan getast en gaat te gronde. Wat is nu het merkwaardige De een beweert, dat deze ziekte hier nog nooit is waargenomen, zelfs oude landbouwers hadden deze brandver- schijnselen nog nimmer kunnen constatee- ren. Een ander zegt echter, die ziekte wel eens meer waargenomen te hebben, doch altijd bleef het verschijnsel tot enkele plan ten beperkt. Het wil mij voorkomen, dat de uien dit jaar meer zijn aangetast dan vroeger wel het geval was, juist doordat verschillende landbouwers mij zieke plan ten bezorgden. Tot heden komt deze uien- brand in ons land nog niet zoo erg veel voor. In Amerika veroorzaakt deze ziekte echter ernstige nadeelen aan de uiencul- tuur. De eenmaal besmette grond is daar voor de uienteelt niet meer geschikt. Wel kan men daarop uien verbouwen, wan neer men ze op brandvrije kiembedden uitzaait en dan later op 't besmette land uitpoot. Hieruit volgt, dat eenigszins groote planten niet meer worden aangetast. Over eenigen tijd zullen we dus, naar ik hoop, van den uienbrand niet veel meer bespeu ren. Toch is het raadzaam, de zieke plan ten, die men nog ontdekt, voorzichtig met de omgevende aarde te verwijderen, er zorg voor dragende, dat het zwarte poeder niet

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1