Woensdag 27 Maart 1912
27sis Jaargang N\ 1749,
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
tooi* «le Ziihlliollandselae en Keeuw§elie Eilanden.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag»
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent»
zonder 50
Buitenland bij TOOrnitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
ÜÏTG1T1E
W. BOEKHOVEN»
SOMMELSDIJK.
ffelefie©» Interconutt. S3®. St.
ij AdTertantiës 10 eent psr regel en Realasaes §0 per regel.
Beêkaasksk&igliag 6 Cent p®s ragd en 4/saaa*«
MenstaaiiYrsgea ©a DieustsaiiMediEgeii 50 Oent per plaatsing.
Qrcöte letters en vignetten urorden berekend naar de plaats? aimt© die zij beslaan
i Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stefefeen voor «Ie Redactie Étesteiaifl, Adverleufsësi es verdere AdüiiïiIstraSle franc© i&e te zenden aan desi EJItg-ever.
Toen de heer Roodhuizen bij 't de
bat over de verhoogde Schooibouw-
subsidie als 't ware dreigde dat een
nieuwe meerderheid van Links wel
eens kon gaan tornen aan de Wet,
antwoordde de Minister heel leuk
»probeer eerst die linksche eenheid te
krijgen, en hebt ge die, dan zit ge er
mee verlegen.
Die was raak.
Er is een jaar 1905 geweesthet
beruchte verkiezingsjaar omdr. Kuy-
per te wippen: het hi-ha-ho 52—48.
Alle machten hadden zich saamgespan
nen en ondanks die overweldigende
massa's van leugen en bedrog verdacht
making over dr.Kuyper bracht deheele
linksche eenheid het niet verder dan
52. En met welk gevolg? Ieder weet
't. Nog geen drie jaar waren om, of
't Kabinet de Meester lag tegen den
grond. Socialisten en vrijzinnige de
mocraten met de Rechtschen brachten
het ten val. 't Kabinet van kraakpor
selein zakte in elkaar. Het huis met
zijn scheefhangende deucen en kapotte
grendels bezweek. Toen trad het Ka
binet Heemskerk op, dat elk ander
Kabinet heeft overleefd.
Nu liggen de Linkschen weer op
de loer met 't oog op 1913. Laten zij
't probeeren om tot eenheid te komen.
Het is hun recht, Maar hoe ze zullen
mislukken als ze de meerderheid moch
ten behalen. Uit hun eigen kringen
gaan nu al stemmen op tot waarschu
wing: »wat moeten wij, Linkschen
met de overwinning doen®
Juist 1 wat kunnen ze beginnen, waar
ze verdeeld zijn over de hoofdpunten
van het regeeringsprogramma Een
tijd van machteloosheid en vruchte-
loozen arbeid zal aanbreken en de
arbeidende klasse wordt 't slachtoffer.
Een der grootste fouten derFransche
Staatsomwenteling in 1789 is geweest,
niet, dat het een vrijheid, gelijkheid
en broederschap uitriep, maar dat het
een valsche vrijheid, een drukkende
gelijkheid en een gehate broederschap
te voorschijn bracht.
Dat ze dë vrijheid uitriepuitstekend
Het oude regeeringstelsel en 't oude
maatschappelijk leven had afgedaan
vier, vijf honderd jaar had men er mee
gewerkthet werktuig raakte hot en
versleten; er moest een nieuw instru
ment komen, dat beter de zaken be
werken kon. Dat er dus vrijheid kwam
en een andere gelijkheid en een andere
broederschap: we vinden't allen goed.
Maar de nieuwe vrijheid deugde niet
De gebondenheid in 't oude regeerings-
stelsel, in 't sociale leven werd losban
digheid, een carricatuur van de vrij
heid. Weg; zoo riep men, met allen
band tusschen knecht en patroon
weg alle organisatie; weg alle saam-
spreking over gemeenschappelijke
belangen weg alle band En van dien
tijd af kwam de teugellooze concur
rentie, de verwildering in de verhou
ding van meerdere en mindere; van
baas en gezel. De vrijheid leidde tot
botsingen, tot wrijving, twist, gemor,
gevloek en samenspanning. De sociale
ellende was binnen gehaald, toen de
vrijheid, de nieuwe werd ingeluid. Dat
was de fout.
dwingen tot verplicht openbaar onder
wijs.
De Staat zou dus de Bijz. School alle
subsidies moeten onthouden, zoodat
vele kinderen uit armoe op de Open
bare Schooi zouden moeten büjven Er
is een andere strooming, die begrijpt,
dat men op die manier alle christelijke
arbeiders tegen zich zou krijgen en
om die te iijmen, zegt ze: Laat de
Staat wel subsidie geven, maar
onder degelijke voorwaarden
Maar zijn deze laatstgenoemde socia
listen dan zóó vóór Christelijk onder
wijs O neen, ze zijn er vijanden van.
En dat blijkt uit hun wenschen. Ze.
gelooven, dat het materieele, het maat
schappelijk onderwijs, het gewone
rekenen, lezen en schrijven wel in de
hoofden der leerlingen blijft, maar het
geestelijke, het ideale, het dogma, de
religie vervliegt. Het godsdienstige ver
dwijnt in den harden levensstrijd, die
de arbeiders te voeren hebben.
Hebben deze Sociaaldemocraten ge
lijk? Gansch niet. Er zullen eronder
de kinderen, die Christelijk onderwijs
genieten, zijn, die groöter geworden,
het Christendom den rug toekeeren;
maar 't grootste deel verliest nooit en
nergens de indrukken, op de School
opgedaan. Maar indien men 't alleen
van de School verwacht, kan men
teleur gesteld uitkomen. Huisgezin en
Kerk zijn de twee andere factoren, die
ten allen tijde steunen moeten, wat op
de School aau ideëel onderwijs wordt
gegeven. En als de School opbouwt,
maar 't huisgezin of de Kerk breekt
weer af, ja, dan wordt het een op rot
sen ploegen. Samenwerking moet ér
zijn tusschen Huis, School en Kerk,
en dan, neen, dan vervliegt 't dogma
niet, dan vindt het een stevigen bodem,
waarin het tiert.
fo en builen de Kamer.
De Socialisten zijn het over de on
derwijspolitiek niet eens. Er is een
strooming, die alle ouders zou willen
Met voldoening zullen de lezers uit
't Raadsverslag van Nieuwe Tonge ge
lezen hebben, dat 't gebed in den
Raad is aangenomen. We verheugen
ons daarover. Er moge zelfs onder
onze mannen soms schroomvalligheid
zijn om publiekelijk te biddendie
schroomvalligheid is misplaatst. We
hebben ons onzen God nergens en nooit
te schamen. Dit nog voor een antire
volutionair uiteen te zetten, zou over
bodig werk zijn, omdat die God het
middelpunt is van al zijn begeeren en
streven en hij historisch en geloovig
aanvaardt, al wat God zelf over Zich
heeft geopenbaard.
Er is geen terrein des levens, dat
voor Hem gesloten mag blijven en Zijn
Naam diene overal geëerd. Te vroom
zijn, om den Heere in den Raad aan
te roepen, is een uiting des Satans die
als een engel des licht zich voordoet,
't Is een mom, dat onze ongehoorzaam
heid aan Gods wil met een mooien
schijn tracht te verbergen, 't Is een
zelfbedrog en bedrog van anderen on
der een mooie leuze, die gelukkig in
onze dagen hoe langs zoo meer gaat
verstommen. »Het gebed is zóó heilig,®
zeggen ze, datje niet moet bid
den in den Raad.«Treurigeredeneering!
Nog eenswe verheugen ons, dat
N. Tonge's raadsleden publiekelijk den
God hunner Gemeente zullen aanroe
pen, dien God, van wien ook voor de
inwoners van dat dorp alleen alle zegen
en geluk vlieten kan.
Land- en Tuinbouw.
Maar oude weiden dan?
Liefst vroeg!
Uil de Pers.
Niet voor onze mannen.
Proleer het.
Door de vrij
Nieuwe Tonge.
Het dogma vervliegt
Dat we in de laatste jaren heel wat hebben
moeten hooren, als mannen van Christelijke
levensbeschouwing, is algemeen bekend.
Het s dan moeten de minderheden maar
onderdrukt* eens Uitgesproken, komt tel
kens weer boven.
Zoowel in als buiten de Kamer staan we
bloot aan de scherpe pijlen die de libe
ralen op- ons werpen. De felheid tegen de
»fijnen« kent geen grenzen, wanneer de
beginselen door hen beleden practisch wor
den toegepast, of de strijd wordt aange
bonden om deze in toepassing te brengen.
De strijd voor vrijheid en voor recht
heeft vele tranen gekost. Vele gebeden tot
den Redder in nood zijn opgezonden. Wan
neer we het verleden met het heden ver
gelijken, is er stof om den Heere te danken.
Door strijd tot overwinning, opdat we lee-
ren de weldaden op waren prijs te stellen.
Dat de tegenstanders met bittere felheid
optrekken, nu we op weg zijn naar het
eind, is niet te verwonderen. Voor jaren
sprak prof. Buys inzake de kwestie van
het onderwijs de .woorden»de natie zal
het uitmaken of het openbaar of het bij
zonder onderwijs in ons land zal over-
héerschen.c De heer Roodhuyzen deed een
goed werk, aan deze woorden in de Tweede
Kamer te herinneren. Jammer dat hij, on
danks dat de feiten zoo luide 'spreken,
behoort tot hen die zich ziende blind
toonen. Immers, ook hij behoorde tot de
tegenstanders van het bouwwetje. Ook hij
behoorde tot lien, zoo goed als allen van
links, die den bloei en uitbreidiüg van de
Ohr. school wil tegengaan en tegenhouden.
Hem ging een rilling door de leden, wan
neer hij dacht aan het woord door den
Minister in de Eerste Kamer gesproken, nl.:
2 dat het een zegen zou ziju als er geen
enkele openbare school meer zou bestaan.*
Zoo iets zou vreeselijk zijnAl wat
linksis, is vastgeroest in het idee, dat
de 0. S. de school bij uitnemendheid is,
dat de 0. S. moet blijven bestaan, wat het
ook kostte. Nu jade bijzondere
school is er. Maar, beter ware het, dat ze
niet bestond Uit hetzelfde vaatje, al waaruit
de heer Roodhuyzen tapte, tapten allo
woordvoerders van links in de Kamer.
Het waarschuwende woord door den heer
Roodhuyzen gesproken, nl.: »Men vergete
toch niet ook een meerderheid vergete
het niet dat eeii meerderheid weer min
derheid kan worden. Wanneer zij als
meerderheid aan de wet-Kuyper knabbelt,
dan lokt zij uit, dat ijveraars, die er ook
aan de linkerzijde zijn, represaille-maat
regelen zou wenschen te nemen, zegt veel.
Versclioenend voegde hij er aan toe, dat
hij het zou afkeuren, maar door het aan
nemen van het bouwwetje lokte men het
uit. De wet-Kuyper moet doorwerken,
sprak hij. We zijn het met het »doorwer-
ken« volkomen eens. Om het doorwerken*
goed te zien, was noodig dat meer rechts
gelijkheid kwam. Zoodat de druk werd
verlicht, en er gelegenheid kwam dat door
bouw van meerdere scholen de zegen van
de wet-Kuyper werd gezien.
Dat was het doel van het bouwwetje.
Maar de woede kende paal noch perk. De
fiolen van toorn werden uitgegoten. De
stroom van woorden scheen onweerstaan
baar te zijn. Natuurlijk deed de heer Ter
Laan de noodige duiten in het zakje.
Verheel je, de heer Ter Laan zwijgen
2 Het peil van het onderwijs, ziet u, dat is
hem zoo hinderlijk. Geld vragen, maar niets
doen voor de verhooging van liet peil van
het onderwijs, het is hem niet mogelijk
om medewerking te verleenen« Of het
niet bekend was, dat die versleten wapens
dienst moesten doen om het Christelijk
onderwijs tegen te staan, en dat deze het
best gehanteerd konden worden door een
gewezen openbaar onderwijzer, die met hart
en ziel de beginselen van Ossendorp belijdt!
Ketelaar, Roodhuyzen, Ter Laan, Troel
stra waren met den heer Tydeman de be
strijders. De laatste gaf de laffe opmerking
ten beste: 2 Zeg maar hoeveel je noodig
hebt*.
We willen eerlijk bekennen, dat de be
handeling van het bouwwetje ons geen
verheven indriik heeft gegeven van de libe
ralen. Voor svrijheid en recht* moeten we
niet bij lien zijn, nu niet en nimmer. Als
ze de macht m handen hadden zouden ze
de rechten en vrijheden ontnemen en liet
christenvolk doen leven in den weg van
druk. En het eind was"? Och, we weten
het allen. Maar we wisten het reeds lang.
Het bouwwetje moest worden bestreden.
Maar toen het amendement Van der Molen
c. s. aan de orde kwam, werd men zoo
boos, dat scheldwoord op scheldwoord
werd gehoord: »Struikroovers-amendement.*
Dieven, doch die den naam van dieven
niet willen dragen* enz. enz.
Voorheen waren we dompers,* thans
worden de mannen van rechts ingedeeld
bij de dieven, doch die den naam niet
willen dragen.En dat, nadat van 1860—
1909 honderd zeven en tachtig millioen aan
de schatkist bespaard is gebleven door die
z. g. n. dompers.*
't Was goed dat de heer de Savorniu
Lobman het woord sprak seen klein ge
deelte van het volk zou met het neutraal
onderwijs tevreden zijn geweest. Men heeft
echter de zaak omgekeerd, en aan het volk
opgedrongen een openbare neutrale school^
die het niet wilde, en die men met behulp
der openbare kassen goed kon maken. Een
tijd lang is dit gelukt. Maar men heeft het
niet kunnen volhouden.*
Al wat liberaal is, verandert echter niet.
Het Kamerdebat heeft stof tot overdenking
gegeven. Wij hebben letterlijk niets van
het liberalisme te wachten. Wij strijden
voor »gelijk recht voor allen,* doch zullen
de zege met onze mannen moeten bevech
ten. Komen zullen we er. Het debat heeft
ons weer doen zien de dringende nood
zakelijkheid der coalitie.
Waar we in eigen partij onze beginselen
belijnd uitdragen, zullen we het pad der
wijsheid blijven beyvandelen om op te
trekken met lieu die blijk geven meer be
wustzijn te hebben van wat 2reckt« is,
dan de liberalen, totdat de algeheele ge
lijkstelling is verkregen.
Veel hebben wij moeten dragen, en met
gelatenheid zullen we de scheldwoorden de
mannen van rechts toegevoegd, mededragen,
totdat do liberalen de zege zien en ervaren
van de Christelijke beginselen. Ze zullen
zich eens zeker schamen.
Zóó hoor ik mij vragen door lezers van het
artikel: „Ook Chilisalpeter op het Hooi
land welke vraag door ons ongeveer aldus
beantwoord werd Laat een proef u het ant
woord geven Maar nu zal voorzeker menig
een daarbij gedacht hebben: Op oude
weiden is zulk een proef tooh niet noodig,
die bevatten in den regel zóóveel stikstof-
voedsel, hetwelk daar in den loop van den
tijd f in den bodem is vastgelegd,
dat Chilisalpeter daar totaal geen effect
kan hebben. Zulk een redeneering kan juist,
zijn, maar ook geheel onjuist, 't Hangt ook
alweer van omstandigheden af. Veel stik-
stofvoedsel is in oude weiden vaak „vast
gelegd"; dat is goed gezegd: 't ligt 2vast,*
't zit achter slot. 't Kan ook weer loskomen,
opneembaar voor de plantenwortels, zeker
Maar 't gebeurt lang niet aitoos. In gronden
met hoogen grondwaterstand, die in 't voor
jaar nat en koud zijn, kunnen dampkrings
lucht en warmte niet binnendringen, om de
gewenschte omzetting in den bodem teweeg
te brengen. De organische stikstof blijft als
ze is, verandert niet in den door de planten
begeerden vorm van salpeterzuur. Vele zoo
danige weiden zijn er, en daar zal men dus
waarschijnlijk van Chili-bemesting wel dege
lijk resultaten zien.
Een voorbeeld: Te Holysloot (N.-H.), bij
den landbouwer J. Horn, werden verleden
jaar op een stuk hooiland, groot 37 J Are,
stal- en kunstmest, de laatste met en zon
der Chili, vergeleken, 't Veld was laagveen,
doorsneden van ondiepe greppels, welke
meestal water bevattenhet grondwater
staat daar zeer hoog. Sinds lang werd om
het andere jaar geweid en gehooid van
tijd tot tijd werd stalmest opgebracht. Ver
ondersteld mocht dus worden, dat de bodem
verre van stikstofarm was.
Toch bleek een bemesting zeer goed te
rendeeren, Daar -ook onbemeste controle-
veldjes waren aangelegd, kon precies wor
den nagegaan, wat elke bemesting opbracht.
Het resultaat wasdat onbemest gaf per
Hectare 3748 KG. hooikunstmest zonder
Chili (6 baal super en 6 baal kainiet) 5482
KG.; kunstmest met Chili (3 baal per II.A.)
7785 KG. De 8 baal Chili gaf dus een meer
opbrengst van 2303 KG. hooi. Rekenen
wij den prijs der Chili op f 12,50 per 100
-Kilo, en van het hooi op f 30 de 1000
KG., dan is met het het Chilisalpeter per
H.A een bruto.winst behaald van f 31,50,
behoudens nog de gebleken meerdere voe
dingswaarde van het hooi.
Zulke uitkomsten brengen tot nadenken
en proeven nemen. Wij moeten niet an
deren blindelings navolgen, juister naapen
niet zweren bij 't gezag van wie ook. Zelf
onderzoeken. Voor de zooveelste maal deed
deze proef zien dat op hooilanden, waar
de natuurlijke toestand van den bodem is
als op genoemd proefveld, en dientenge
volge liet'bodemkapitaal goeddeels werke
loos blijft, een Chilisalpeter-gift goede
.ywchtèn kan afwerpen. C. B.
Wanneer men vraagt; wanneer zou het
den besten tijd zijn om chilisalpeter te
geven, dan antwoorden we in 't algemeen,
liefst vroeg. Want, behoudens een enkele
uitzondering, mogen we wel aannemen,
dat meestal wat lang gewacht wórdt met
't uitstrooien van den. voorjaarsstikstofmest.
Meermalen hadden we gelegenheid in
de praktijk waarnemingen te doen, die op
't voordeel wezen, dat men heeft van vroeg
bemesten. We kennen een boer, die nu al
jaren achtereen veel bieten teelt en
bestedie ook haast altijd een uitnemend
beschot heeft en die steeds de te ge
bruiken hoeveelheid chilisalpeter (4 of 5
balen neemt hij gemeenlijk per bunder) in
eens geeft met 't zaad. „Vroeger gaf ik 't
in tweeën," zei hij, „maar de praktijk heeft
mij geleerd, dat 't beter zóó gaat. De the-
oriën over dat zaaien in twee drie keeren
worden door mijn praktische ervaringen
wel wat gelogenstraft."
Bij 't lezen van een opstelletje over voor
jaarsbemesting in een der laatste „Veld
postnummers" kwam mij de bovenaange
haalde mededeeling weer te binnen. Wat
ons de heer K. de Vriezer iu gemeld opstel
vertelt, sluit lieelemaal aan bij wat onze
prakticus vertelde.
We lezen daar: „Op het proefveld van
de Rijkslandbouwwinterschool nam men
hiervoor eeue proef met haver:
le perceelChilisalpeter bij 't zaaien
aangebracht. ResultaatKostelijke haver,
hoog op stam, met veel korrel.
2e perceel. Chilisalpeter aangebracht
toen de haver een handbreed hoog ivas.
Resultaat: Goede haver, maar die kleiner
bleef dan de haver van 't eerste perceel en
ook niet zooveel korrel gaf. 4
3e perceel. Chilisalpeter aangebracht
toen de haver bijna anderhalf voet hoog
ivas. ResultaatHavertje, dat heel klein
bleef en niet veel opleverde."
Niet waar. We zijn 't allemaal met den
schrijver eens. Zulke proeven zijn leerzaam.
En daarom. Geef de voorjaarsmeststoffen
(en daarvan is chilisalpeter stellig een der
belangrijkste) liefst maar wat vroeg.
Eenigen tijd geleden hield de coöpe
ratie Vooruitaau den Langendijk haar
jaarvergadering.
Volgens de statuten wordt 10 pet. van
de winst uitgetrokken voor de arbeiders
beweging. Na eenige bespreking werd daarom
op voorstel van den beer du Burch besloten
de 10 pet. als volgt te verdeelenAfd.
Langendijk S. D, A. P. f 30. afd, St. Pan-
eras S. D. A. P. f 10 Landarbeidersvereen.
St. Pancras f 10 Het Volk f s De Vonk
fro; Bond van Neder landsche Onder