lis
BE2TI BLAB.
Ze., zijn.,ti..
lm mooie Mileiti van
DAMES
J. M. FABERT
J
Zaterdag 9 Maart 1912.
i
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
tl
W. BOEKHOVEN.
't Volk an zijn Brood,
wing
i der
k uit
»rten
or de
5497
ligre.
it
oges,
tnt
>r tie
slijk e
5082
•Ü12
Iels enz.
:bis-
)SE.
■gang
roene
dsche
Hi
i!
ringe
oeken
meer.
mgen
.s der
gratis
wordt
J!
Is ge-
flood-
uigen,
boven
geen
sbben,
5498
dijk
s.
27s" .Jaargang N*. 1744.
voor de Zuidliollaiidsclie en Keeuwiche Eilanden.
SOMMELSDUK.
Alle Mafcben voor de Kedaetie bestemd, Advertenffën ei® verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
De verhouding tusschen levenson
derhoud en bevolking is een zaak van
't hoogste gewicht. Hoeveel menschen
zijn er op de wereld en hoeveel is er
voor hen te eten. Waar veel varkens
zijn is de spoeling dun, zegt het bekende
spreekwoorden als de bevolking der
aarde toeneemt, maar de vruchtbaar
heid van den grond wordt niet ver
hoogd, en de kunstvaardigheid der
menschen is ten einde raad om de
natuurproducten voor een deel te
vervangen, dan ontstaat er gebrek en
hongersnood. Er zijn landen, waar de
bevolking schaarsch is, en da natuur
rijkelijk geeft; andersom ook landen,
waar een dichte bevolking is en de
velde» dor. In elk land vindt men
dienaangaande eigen toestanden. Na
tuurlijk staat met deze bevolkings- en
voedselvraag onmiddellijk in verband
het Tarief van invoerrechten, en zoo
is 't dus duidelijk, dat elk minister,
wanneer het over de grondstoffen gaat,
en over de artikelen, die tot spijzen
moeten dienen, altijd uiterst voorzich
tig is met 't opleggen van lasten, dat
ismet 't heffen van invoerrechten.
In verband met die voedsel-en bevol
kingsvraag staat vanzelf ook de ruil
handel met andere landen. Als Neder
land te veel aardappelen heeft naar
rato van zijn bevolking, moet het een
afzetmarkt zoeken in Duitschland
voor zijn uien in Engeland enz. al
naar er naar in een ander land smaak
en behoefte aan is.
De verhouding tusschen levenson
derhoud en bevolking wordt ruimer
„-P^enger gemaakt door de hulpbronnen
van een land. Een land met rijke
kleigronden of mageremet mijnen of
zondermet kanalen en fliDke havens
of zondermet woestijnen en bosschen
en meren of met vruchtbare landou
wen 't is alles een verschil van dag
en nachten al die factoren van grond,
heuvels, wateren, mijnen, fabrieken
hebben invloed op de verhouding
tusschen levensonderhoud en bevol
king.
Malthus (wat iets anders is dan
't Nieuw-Malthusianisme, hoewel men
ten onrechte Malchus' naam gebruikt)
heeft in 1798 over dat vraagstuk van
't aantal inwoners in verband met den
voorraad een boek geschreven Daarin
wijst hij als de oorzaak der armoe aan
de wanverhouding tusschen de sterkte
der bevolking en de hoeveelheid be
staansmiddelen, een wanverhouding,
die ook in zijn oogen reeds dreigend
en ernstig was. Want merkt wel op.
Feit is, dat, als een bevolking in haar
toeneming niet wordt gestuit, hetzij
door oorlogen, pestilentiën, vuile prak
tijken, nagelaten huwelijken enz enz.
zij in 25 jaar verdubbelt. Ze heeft
volgens hem aanleg om aan te wassen
als de cijfers: 1, 2, 4, 8, 16, 32, 64
enz. In dienzelfden tijd vermeerdert
het levensonderhoud maar met de
cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8. Wie deze
cijfers ziet, schrikt er van. Na 200 jaar
zal dus het cijfer der bevolking wezen
256; en dan zal dat van 't levenson
derhoud zijn 9. Zoo krijgt ge dan een
verhouding van 256 menschen voor
9 brooden; da's geen vetpot En
Malthus begon dan ook na die uitre
kening op middelen te zinnen, hoe die
cijfers wat gewijzigd konden worden.
Vanzelf worden ze gewijzigd onder
twee voorwaarden het huwelijk tegen
gaan en de sterfte bevorderen. Sterven
er veel kinderen en nog ergerwor
den ze niet geboren, dan rijst onmid
dellijk het cijfer van -'t onderhoud.
Vrage dus: wat moet gebeuren moet
het preventieve of't repressivive stelsel
worden toegepast.
Preventif wil zeggenvoorkomen.
Repressif wil zeggenneerdrukkend,
wegnemend.
De repressive middelen zijn: door
ellende, oorlog, pestilentie, honger,
misdaad enz. de bevolkingscijfers neer
drukken. Maar dat zou ontzettend zijn,
om bv. een oorlog uit te lokken, opdat
er maar een hoop menschen zouden
sneuvelen. Dat wilde Malthus niet Wat
dan? De preventieve middelen.
Voorkom dus, dat wilde hij, de ge
boorten door met te huwen niet vroeg
te huwen en in 't huwelijk ook de
onthouding toe te passen als dit be-
taambaar is.
Zeer zeker was dit een middel. En
gansch verschillend van 't vieze Nieuw-
Malthusianisme van onze dagen, dat
aan meisjes van 16 jaar de gelegenheid
biedt om in ontucht te wandelen.
Nochtans, ook Malthus was, hoezeer
't goed bedoelend, wel op den ver
keerden weg. Het Woord des Heeren
luidtVermenigvuldig u en vervul de
aarde 1 Toegegeven blijft aan Malthus,
dat onthouding nuttig en noodig kan
zijn, niet alleen op dat terrein, maar
op alle terrein. Vast blijft, dat Gods
Woord waarachtig is en dit luidt, dat
de Kinderen zijn een erfdeel des
Heeren.
Al moediger.
De politieke constellatie wordt voor
Links en dies ook voor 't Land minder
gunstig. De Libare partijen, en bij de
Militiewet is dit gebleken, gaven de
leiding over aan de Socialistenwe
maken uitzondering voor de Oud-Li
beralen, die een zelfstandige positie
innamen. Maar overigens was het de
Socialistische groep, die de lakens uit
deelde. In de Kamer zitten de Libera
len naar hun oogen te kijken. Toen
in de dagen der obstructie, bij het
Adres-van«Antwoord in September,
Schaper en Duijs uren aaneen stonden
te kletsen om den nationalen tijd te
verbroddelen en aan 't Kabinet en aan
Rechts een hak te zetten uit weerwraak
over den treurigen afloop van hun
Algemeen-Kiesrecht-agitatie, zaten de
Liberalen te schokschouderen van
innige vreugd. Ze hadden der draai,
dat Rechts zoo eens op zijn nummer
werd gezet. Inplaats van zich te ver
zetten inplaats den amendementregen
tegen te werken, zagen ze al de afbre
kende actie van de Socialisten met
genoegen.
De Socialisten weten dat ook wel
weten wel, dat zij met hun klein
groepje de kastanjes uit 't vuur halen
voor heel Links; en omdat zij ze er
uithalen, willen ze ze opeten ook,
waar ze gelijk in hebben. Zoo komt
de linksche Constellatie te staan in 't
socialistisch brandpunt en in 1913,
zal de Staatspensioneering, een echt
Socialistisch product door de Unielibe
ralen met graagte van hen overgeno
men en het Algemeen kiesrecht, ook
al een vurige wensch der Socialisten
schering en inslag zijn.
Het heele program der Unieliberalen
is tegenwoordig een uitknipsel van dat
der Socialisten tarief, onderwijs, be
lasting, kiesrecht, verhouding van Kerk
en Staat, militie't is koekoek één
zang.
En eer 1913 er isgaan ook de
Oud-liberalen onder 't Caudijnsche juk
en buigen.
Alleen de Vrijz. Democraten hebben
een stijven rug inzake Staatspensioen
deze willen ze niet, wel premiebetaling.
Niets nieuws zegt geoch neen
de radicaalste, de meest principieele
partij, waar en wanneer ook, sleept
altijd de minder raicalen mee-; dat is
een wet des levens. De achteraanko-
mers trekken de hardloopers niet naar
zich toe, maar krek andersomde
hardloopers zien zich door de later-
komenden gevolgd met meer dan
gewonen spoed.
OP DEN UITKIJK.
ie nieuwste JAFONSTOFFEN
35 45 50 en 65 cent per el.
75 —80 90 en 110 cent per el.
vanaf 65 cent tot f 1.75 per el.
Effen zwarte stoffen vanaf 40 et. por el
Hiervan behoeven mijne
Kwaliteiten van
80- 90-100 ilio cent prei
geen aanbevelingze zijn, zooals
van ouds bekend is.
prachtig en solide iiTtgehruit
't is dus in Uw voordeel, mijne
stalen ter inzage te vragen of de
JAPONSTOFFEN in den winkel
te komen bezichtigen
Aanbevelend
OPGERICHT 1825,
oude tonge.
!l
i
t
r
544.1
i
i
I
lelsmerk
ts.
ren.
«ngge.
528
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag,
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent»
zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar.
K ft:ouderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
ÏÏITGEYER
felefocn ï»terc®»is». No. 2.
Advertenties 10 cent per tegel en i/i maal, Reclames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en fc/, «taal.
iMenstaanvragea en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertenties? worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
3
't Is nu honderd jaar geleden.
't Zag er in ons vaderland anders uit
dan thans.
Ons volksbestaan was vernietigd. Nomi
naal sinds het jaar 1810, toen Napoleon
't beruchte woord sprak, dat Nederland niet
anders was dan een aanslibsel van Frankrijk's
rivieren.
Maar in werkelijkheid waren we sinds
17 9 S geen eigen volk meer, doch een
vasalstaat van Frankrijk.
De eens zoo fiere, krachtvolle Neder-
landsche leeuw, voor wien de dieren des
wouds beefden, als hij zijn stem verhief,
moest, geketend, opzitten en liggen, kop-
schudden en pootjes geven, zooals de Fran-
sche broeders het verstonden.
Tot 1810 hadden we nog een eigen vlag
maar die waaien moest, zooals de
wind uit Frankrijk, wat al spoedig betee-
kende zooals de adem van Napeleon blies.
Na 1810 werd de Nedeilandsche driekleur
op de vliering bewaard bij den ouden rom
mel, die te gelegener tijd aan den ruilebuit
wordt verkocht.
Napoleon stond op 't toppunt zijner
macht.
En in 1812 begon hij den grooten veld
tocht, die hem voorgoed tot heerscher in
Europa maken moest en den weg banen,
om dwars door Rusland en Azië heen,
Engeland te treffen in zijn meest kwetsbare
plek de Indische bezittingen.
Daartoe moest een geweldig leger worden
saamgebracht, waartoe ook wij ons aandeel
hadden te leveren.
In 't jaar 1811 waren in één jaar tijds
drie klassen opgeroepen tot den dienst.
Eerst zij, die in 1788, dan die in '89 en
eindelijk die in '90 waren geboren. In 1812
werden alle weerbare mannen opgeschreven
in drie >bannen,« van 18-26, van 26-40
en van 40 70 jaar, zoodat als 't moest de
gansche mannelijke bevolking kon worden
opgeroepen ter verdediging van 't Napoleon
tisch bewind.
Vijftienduizend Nederlanders, kan men
rekenen, waren ingelijfd bij het groote leger
waarmee Napoleon uit bestond, om den
Russischen kolos van zijn voetstuk testooten.
Toen Napoleon in 1811 ons vaderland
bezocht, was het tevens om in het diepste
geheim ook hier alvast de voorbereidselen
te treff-n tol den grooten tocht.
S nds den herfst van dat jaar werden tel
kens afdeelingen recruten en halfgeoefende
manschappen als kudden schapen over Rijn
en IJsel naar 't Noorden van Duitschland
gedreven, waar de algemeene oefen- en
verzamelplaats was en het leger langzaam
aangroeide tot de groote armee, waarin
alle talen van Europa gesproken werden
en die in 't midden des jaars het Voor-
waai ts« ve.nam, en haar dreef naar de
groote vlakte van Rusland.
Men weet, wat het einde was.
De Heere God had het in zijn Raad
bepaald, dat gelijk aan Sanherib vóór Jeru-
lem, aan dezen geweldenaar in Moskou het
»Niet verderzou worden toegeroepen.
De groote armee werd vernietigd.
Napoleon's macht verbroken.
En over de honderdduizenden lijken, die
de sneeuw kleurden met hun bloed, ging
toch de zon der vrijheid voor Europa op.
Maar duur werd de vrijheid betaald.
En ook Nederland heeft zijn aandeel
daartoe moeten bijdragen.
Van de 15.000 kloeke jongelingen, die
den keizerlijken adelaar volgden, zagen meer
dan 14000 hun vaderland niet terug. Ze
kwamen om door 't moordend lood der
Russen ze werden door de snel vliegende
Kozakken aan de lange lans geregen ze
vonden den dood onder de vlegelslagen van
den verbitterden Russischen boerze vielen
neer langs den weg, waar de sneeuw hun
lijkwade werdze vroren dood in den
bangen, Russischen winter ze zagen
Holland niet terug.
't Is één groote tragedie van Hjden.
Bang verhaal vol verschrikkingen.
Ziehier enkele bizonderheden.
't Is de 7e September van het jaar 1812.
Totnogtoe is geen slag van eenige beteeke-
nis geleverd. De Russen trokken maar al
terug en waagden het niet in 't open veld
den indringer aan te tasten.
Doch thans veranderde deze toestand.
Napoleon is genaderd tot op korten
afstand van Moskou en hun hoofdstad wil
len de Russen niet in zijn handen laten
vallen, zonder er tenminste hardnekkig om
gestreden te hebben.
Ze hielden stand in de vlakte van Bowdino
en daar botsten de honderdduizenden op
elkander, 't Werd een der allerbloedigste
veldslagen, waarvan de geschiedenis gewaagt.
Een vreeselijke, alle verbeelding tartende
moordpartij.
De kracht van Napoleon bestond mee
in de 587 vuurmonden, die onophoudelijk
dood en verderf brachten over de Russische
legerscharen.
Geen wonder, dat de vijand zijn heftigste
aanvallen juist op de Fransche kanonnen
richtte. Telkens en telkens weer, kwam de
Russische ruiterij als een stormwind aange
vlogen, om zoo het mogelijk was tot vlak
bij de kanonnen door te dringen en de
kanonniers bij de stukken neer te sabelen,
ten einde zoo dat ontzettende vuur te ver
minderen of tot zwijgen te brengen.
Napoleon zond zijn beste ruiterij, om het
geschut te dekken.
Daarbij was ook ingedeeld het elfde
regiment huzaren, uit Hollanders bestaande,
dat uren en uren lang aan 's vijands vuur
bleef blootgesteld.
Het deed heldhaftig zijn plicht.
Het wist van geen wijken.
Het streed, zooals een getrouw krijgsman
betaamt maar toeu de avond daalde
had het zoo goed als geen officieren, zoo
goed als geen paarden meer en kon de
ritmeester Van der Netten, de oudst over
gebleven officier van het gansche regiment
niet meer dan 46 man om zich heen ver
zamelen.
De rest lag dood op 't slagveld.
Of erger nog, lag gewond te sterven.
't Regiment kon als zoodanig van de
legerrol worden geschrapt en de weinigen,
die dezen dag der ontzetting overleefden,
moesten elders worden ingedeeld.
En zoo ging het telkens weer.
Het regiment Hollandsche grenadiers
werd den 16 Oct. vernietigd geen 40 man
bleven er van over. Het regiment lanciers
sneuvelde, of viel in handen van den vijand
slechts twee meldden zich op 't appèl. Het
33e regiment infanterie, ook uit Hollanders
bestaande, bezweek op dienzelfden i6en
October. Het overschot, 73 man, waarvan
slechts 25 ongekwetst, werd krijgsgevangen.
Tweehonderd sterke, jonge Friezen, van
de lichting 1811die het groote leger in
Rusland werden nagezonden, volbrachten
den marsch van 500 uren, doch in het
vijandelijke land zijn ze in korten tijd allen
bezweken.
Zie wij kunnen er van vertellen.
't Ons ook eenigszins voorstellen.
Maar men zou al die ellende mee door
gemaakt moeten hebben, om werkelijk »uit
het levent te kunnen spreken.
Dat was honderd jaar geleden.
Dat was mee de wrange vrucht daarvan,
dat we de verdediging van ons land hadden
verwaarloosd en den vreemdeling zelf den
toegang tot ons vaderlandsch erf geopend
hadden.
Laat het ons een les zijn
Oorlogskosten kunnen zwaar drukken.
En licht wordt er tegen gesputterd.
Maar veel en veel zwaarder kan 't worden,
als de vreemdeling ons den voet op den nek
zet en uit: Wee den overwonnenen !c op
ons toepast.
Militairistisch hoeven we niet te zijn, dat
past geen klein volk.
Maar wat een volk van zes millioen tot
handhaving zijnsr onaf hankelijkheid kan
doen, dat moet gebeuren. In dien weg
kunnen we als natie den zegen des Heeren
verwachten.
UITKIJK.
I11 zwart gewerkte stoffen hetnienwste,
manufacturen Confectie.