Zaterdag 2 Maart 1912. 27s1" Jaargang IV. 1742. Antirevolutionair Orgaan voor de Znidhollaiidsclie en Keenw^elie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES Eet verbruik der goederen. ,DE STER" Groots ksusel Hein© prijzen. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag se Saterdag, Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondageblad 75 Csfit. zonder 50 Buitenland bij TOOrnitbetaling met Zondagsblad f 1,50zonder ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. ÜITGWYEB Advertenties ÏO sent per regel en maal. Beelaaaea 80 por regel. Boekaankondiging 0®st por regel m 4/s maal. Mengtaaavrssgen ©n IHenstaanbiedingen 50 Oent par plaatsing, 1 Groots Jatters en vignetten ■worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertenties worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 aur. Alle stukken voor «Se Redactie bestemd, Advertenffiën eia verdere Admliaistriatie frame© foe te a&si de© UMgrever. De economie handelt over drie zaken de voortbrenging, de verdeeling en het gebruik. Voor de eerste twee factoren hebben we reeds meer dan één artikel gewijd blijft nog het laatste. Het gebruik of de consumtie is het einddoel van alle productiewant wat baat het, als de grond veel voortbrengt aan koren, en men moet het tenslotte als waardeloos wegwerpendan is verloren èn de winst voor het heden, en is kapitaalvermindering het onver mijdelijk gevolg, maar als gevolg daar weer van loonsverlaging of nog erger loonsderving voor den arbeiderwant zaaien en maaien, maar niet verdienen geeft den boer geen cent in den zak en den arbeider niets dan ellende. De goederen zoekt men om er ge not van te hebben en wat niet als bedrijfskapitaal in de zaak noodig is, besteedt men er aan. Allerlei geld geeft men voor allerlei zaken uit: de rijke in weelde, de. arme naar de positie, waarin God hem gesteld heeftmaar buiten de stoffelijke goederen kan niemand. En vanzelf, dat het verbruik door den mensch onlosmakelijk in verband staat met de verdeeling. Wie in de verdeeling het grootste part heeft, kan dat ook in het gebruik hebben. Hoe hooger de loonen zijn, dat ishoe beter de verdeeling der goederen is, des te meer geniet elk voor het gebruik. En het is juist een stuk der Sociale kwestie, om het loon te verhoogen, opdat zelfs de armste daglooner meer vandeaardsche goederen zou kunnen verbruiken, dat isbezittenmeer eten, meer kleeren, meer en beter meubelen, meer ge legenheid om zich te ontspannen. Onmiddellijk met het vraagstuk van het verbruik der goederen staat in verband het Belastingwezen en de Staatsschulden. Want natuurlijk, de Staat heeft uitgaven te doen ten koste van 't algemeen; en dit is dus ver plicht daarin den Staat te helpen. De Staat verbruikt zelf allerlei goede ren (soms beweert men, dat de Staat en de Gemeente veel rooijaalder zijn in 't verbruik, en alles behalve zuinig maar bewerkt door heel zijn optreden, dat er kan zijn voortbrenging en ver deeling en dit omvangrijke werk moet gesteund en betaald worden. De voort brengers en de deelgenooten moeten die belastingen opbrengen, naar even redigheid van bezit en winsten en loonen. Een ander vraagstuk, dat met het verbruik in 't allernauwst ver band staat is het bevolkingsvraagstuk. Wat is daarover al niet geschreven en gesproken en tegenwoordig be hoeft men het wooid Nieuw-Malthu sianisme maar uit te spreken, of heel Nederland begrijpt, hoe het verbruik der goederen onmiddellijk met de be volkingskwestie in verband staat. »Waar veel varkens zijn, is de spoeling dun," zegt een spreekwoord waar een schaarsch loon gepaard gaat met een groot gezin, is het verbruik schaarsch't zijn de aardappels met bloote voeten en welke armelijke uit drukkingen de volksmond er nog al meer op nahoudt. De bevolkings kwestie raakt de verhouding tusschen levensonderhoud en bevolking en die verhouding is in alle tijden verschil lend. We komen op deze zaak nader en uitvoeriger terug. Zij dit ten slotte genoegdat het verbruik der goederen met groote bedachtzaamheid moet geschieden geld verdienen is een mooie kunst maar hoe 't nuttig uit te geven, is nog grooter kunst. Verbruik der goederen en spaarzaamheid netheid, orde, be- hooren onafscheidenlijk bij elkaar of't evenwicht breekt, en de gevangenis wordt de toekomst. Helaas, dat in onze dagen daar nogal wat aan mankeert. Eiken dag melden de bladen van on trouwe bedienden, die met geld ervan door zijn Hun verbruik was niet in ver houding van hun loon; ze vlogen te hoog en vielentotdat ze gratis logies en gas krijgen inéén der veleStaats- logementen. Er moet harmonie zijn tusschen loon en verbruik, anders wordt men een dief, een falsaris, de getrouwe volgelingen van »opmaken« en »door- brengen«. Tevredenheid is ook hier een factor van beteekenis. De rust in het schoolleven komt niet. dan nadat er recht gedaan is. Twee diDgen houden dienaangaande de hoofden warm. JEerst het Bouw- wetje, dan de Salarisregeling. Het regent adhesiebetuigingen met de motie Almelo om den Minister te vragen meer geld voor den school- bouwvooral klemt dit voor de ste den, maar ook 't platteland moet er van profiteeren. In de steden kan men wegens hooge koopkosten van den grond geen christelijke scholen genoeg bouwen en daar is 't toch om te doen. De Minister diene dus meer geld te geven dan nu beloofd is en daar zul len de ouders van kinderen, die ge doopt zijn, wel bij varen. Maar een tweede punt is de salarieering en daarin gaan Ghr. en openbare, accoord; want dat êalaris, hoe verbeterd ook in'de laatste jaren, is voor vele ge zinnen nog te laag. Het blijft dus roeren. Mogen de school, dat is, het kind, de ouders en 't bestuur de voor- deelen van genieten Waarom toch zoo vaak in de libe rale pers den draak gestoken met de processen-verbaal, die na de nieuwe wet-Regout gemaakt worden tegen verkoopers van oneerbare platen, boeken, geschriften enz. Dat de liberalen het beginsel der vrijheid ruimer nemen dan de Recht- schen, is een vanzelfsheiddat vloeit uit hun levensbeschovwing voort, die los is van de Openbaring Gods, welke de regelen voorschrijft, die elk mensch te volgen heeft. De Liberaal zet zich niet onder die tucht van Gods Woord, maar laat zijn rede spreken buiten dat Woord om. Maar gelukkig, de rede van alle menschen is nog niet verdierlijkt, verre van dien, en daar om staat bij de Linkschen het begrip zedelijkheid nog zeer hoog. Ze weten, dat zonder zedelijkheid een Land ten onder gaatdat deze is de bloesem van alle hoogstaand levendaar zijn ze van overtuigddaar zijn we 't allen over eens. Maar waarom dan de zedelijks wet gepoogd belachelijk te maken Is dan de veronderstelling juist, dat de liberale partijen bezig zijn het beginsel der vrijheid te ver uit te strekken. MANTEL MAGAZIJN Hoogstraat Vrijheid in handelsartikelen. Vrijheid in politieken zin. Vrijheid in de Kerk. En dan ook; vrijheid van handel en wande), en vrijheid om alles maar op de publieke markt te werpen wat de een of andere boekhandelaar ge lieve uit te stallen. Maar dat gaat te ver. Er dient toch op dat terrein ook gebondenheid te zijn, zoo goed ais er bescherming is op een ander gebied. Het verzet tegen de wet-Regout kunnen we ons niet anders verklaren, dan uit een verzet tegen 't Rechtsche Kabinet, tegen Regout, den Roomsch- Katholiek, tegen 't heele streven van 't Ministerie. Een stok zoeken om te slaan. Of en dat zou erger zijn ze gaan aan 't begrip »vrijheid» een ruimere beteekenis geven, die 't niet toekomt. OP im UITKIJK. Land- en Tuinbouw. W. BOEKHOVEN. SOMMELSD1JK. Ve!ef©®E Suiercamm. JSo. 8. eme m. Het blijft roeren. De zedelijkheidswetten bespot. Men weat het van Frederik den Groote. Deze koning van Pruisen, groot vriend ten tijdlang en bewonderaar van Voltaire, was, gelijk hij, een roekeloos spotter, die geen grooter genot kende, dan den Christus en het christendom op de meest vijandige wijze te bejegenen. Om een dienaar van Christus een hak te zetten, wendde hij zich eens aan tafel tot hem met den eisch, dat hij een bewijs zou aanvoeren voor de waarheid van Gods Woord. Maar 't moest vooral kort zijn. Met 'n enkel woord, als 't kon. De getrouwe dienstknecht ondervond de waarheid van Christus' belofte, dat hst zijn getrouwe getuigen, geroepen om Zijn Naam voor koningen en keizers te belijden, in die ure, als zij 't noodig hebben, ook gegeven zal worden. Zijn antwoord had hij dra klaar. »De Joden, sire zoo luidde het. De spotzieke koning zweeg. Tegen dit bewijs had ook hij niets in te brengen. Het is inderdaad iets merkwaardigs, zon der weerga, in de geschiedenis der wereld, dat een volk als de Joden, verjaagd, ver strooid, vervolgd, verdreven, bijna twintig eeuwen lang reeds zwervende en dolende op den aardbodem, toch blijft dezelfde natie, met dezelfde zeden, kenmerken, eigenaardigheden en godsdienstige gebrui ken. 'n Oliedrop op de volkeren-oceaan. Die zich splitst, verplaatst, vervormt, maar nooit met de wateren vermengt. Wie niet ziende blind wil zijn en nagaat wal Gods Woord van dat volk verhaalt en voorspelt, heeft hier het levend bewijs van de waarachtigheid der Schrift voor 'ich. Het type verloochent zich nooit. Eeuw aan eeuw wonen ze midden onder ons, maar ze blijven een natie apart. En dat zullen ze blijven doch niet altijd. De eind-bestemming der Joden is het nietom ais een oliedroppel op de groote zee der uatien te blijven d'ijven, maar die e nd-bestemming is, dat ze zich met hen ve mengen. Babel staat tegenover Jeruzalem. Van Babel ging de spraakverwarring uit en de splitsing in vo'ken, natiën en tongen' Gevoig dus der zonde. Dat dus slechts tijdelijk zal zijn. En te niet zal worden gedaan. In het nieuwe Jeruzalemin de stad met de twaalf poorten, zal dan ook geen split sing in natiën meer zijn. Daar zal het wezen één volk, dat het Lam Gode gekocht heeft met zijn bloed, om eeuwig bij en met den Heere te zijn. We kunnen ons niet voorstellen, dat het »lied des Lacns« in verschillende talen ge zongen wordt, maar in één zelfde hemel- sprake zal het opgaan. En ook de Joden, als ze tot Christus komen, zullen in dat ééne volk van-God opgenomen worden. Er zal dan in deze bedeeling nog wel splitsing naar land en landstreek, spraak en zede overblijven, maar dat hebben ze met alle volkeren ge meen. Elke reden voor het blijven voort bestaan als eigen natie vervalt dan. Maar wat nu merkwaardig is Dat dit vermecgings-proces, waardoor de Joden als natie door de aanneming van den Christus in de volkerenwereld ver vloeien, ook precies van de tegenoverge stelde zijde begint en in onze dagen grooten voortgang maakt. Om het meer bepaald te zeggen. Cijfers doe. duidelijk zien. dat er elk jaar een vrij aanzienlijk getal Joden zich laten doopen. Ia ons land neemt dit zulk een vaart niet, maar in Duitschland, Rus land en elders telt men zulke Joden bij honderden. Een verblijdend verschijnsel Neen, dat heelemaal niet Want van den Christus der Schriften willen zulke »bekeerde« Joden niets weten. Ze bespotsen Hem net zoo goed als toen ze nog ongedoopt waren. Den vrede met God, door het bloed des Kruises kennen ze niet of, ais ze zich nog eenigszms van de dogma's des Chris tendoms op de hoogte stelden, dan weten ze geen leelijks genoeg van zulk een »bloed- theologie« te zeggen. j>Christenen« worden ze eigenlijk niet. Het zijn gedoopte Joden,waarbij al de nadruk op 't laatste woord vallen blijft. Waarom ze zich dan lieten doopen P Enkel en alleen, om niet meer te be- hooren tot het volk-apart, maar zich te vermengen met het volk, in welks midden zij wonen. Ieder ban zich dat voorstellen. Wat onderscheidt den Jood van de andere volkeren Alleen zijn godsdienst, Waar die valt, daar zijn de ras eigenaar digheden niet sterk genoeg meer, om de vermenging met de volkeren tegen te gaan. Zoo gaat het met den Jood, die als Da Costa Jezus vindt en Hem in op- rech'heid noemen kan zijn »Goë',« redder en zondenvefnielor.« Hij wordt met de christenen één En in het tweede en derde geslacht is er van den Jood niets meer overgebleven. Maar zoo gaat het, precies van den anderen kant. óók met den smodirnen Jood.« Die de Schrift leerde verwerpen. Nog veel minder geeft om de »inzettin- gen der ouden. Dit ging lachen en spotten met de »ge- bedsriemen« aan hoofd en arm, met de »schouwdraden« aan zijn kleed en de 2>mezoeza« in de holte der deurpost. Zulk een Jood houdt van de voorvader lijke godsvereering niets anders o er dan op z'n best een leer van deugd en-plicht, met een vaag idee van een a>a!gemeenen Vader« in de hemelen, die liefde is en 't met zijn menschenkinderen wèl maken zal. Maar zietA's de Jood zoover gekomen is, dan merkt hij, dat hij nu precies op hetzelfde standpunt staat, als de modernen in de christelijke kerk. Hij voelt zich met hen één. Ziet ten slotte geen enkele reden, waarom hij zich niet met hen vereenigen zou. Die »Doop« och 'tis een plechtigheid, waar ieder de beteekenis aan hechten kan, die hij zelf wil. De oude vaderen kenden immers ook tal van reinigingen Zoo wordt dan de Jood een »christen.« Maar hij blijft een 3>moderne Jood,« d. w. z. een ijverig apostel van het on geloof. Herman Heyermann heeft in een zijner Berlijnsche schetsen onlangs zuik een »be - keerdeJoden-familie geteekend, die aan de kerk geen anderen band had, dan dat zij trouw de kerkelijke belasting betaalde en hij teekende meesterlijk de verlaging en weerzin, als een christen-dame bij wie het dochtertje des huizes eenige dagen heeft vertoefd, dat kind het >Onze Vader« heeft leeren bidden Die moderniseering nu van het jodendom is niet van gister of heden, maar neemt toch, als de cijfers toonen, gaandeweg toe. Het duidelijkst bewijs is wel, dat bv. in Duitschland, ook onder de Joden, die blijven wat ze zijn, naar de geboorte-getallen doen vermoeden, het Neo-Malthusianisme steeds toeneemt, sterker nog dan onder de christenen Dat is wel het krachtigst mogelijk bewijs van »moderniseering,« als zelfs de Joden den kinderzegen als een last en een vloek gaan beschouwen. En waarom nu deze Joden Uitkijk Kan dit nog gevraagd Waarom worden dan door ODze christenen op te wekken, met meer ijver nog dan tot dusverre den arbeid der Joden-zending ter harte te nemen. Laat ;k 't eens zeer ernstig zeggen. Als satan machten genoeg blijkt te hebben, om hem van het voorvaderlijk geloof tot het ongeloof te brengen, dat geen Messias meer verwacht zou de Chris tus dan door zijn Geest geen macht genoeg hebben, om hunne harten te openen, dat ze in Hem den ^beloofde aan de vaderen* aanschouwen P Doch Hij werkt middellijk. En ik zie er dan ook een »teekeu des tijds* in, zoowel dat de Joden-vervioeiing naar den modernen kant toeneemt, als ook dat onder ons christenvolk, ook hier te lande de zendingsijver voor de Joden ont waakt. Laat die steeds krachtiger worden Wij, als christenen, hebben aan dat »oude volk* zooveel goed te maken Er zijn zoo ontzettend veel gruwelen gepleegd er is den Joden zoo nameloos veel lijden aangedaan, waarbij dan nog de Naam van Christus werd aangeroepen De Jood is een macht in de wereld. Zal die macht in de groote worsteling der eeuwen strijden vóór of tegen den Christus Dat staat hier op 'tspel! UITKIJK. Verslag van de door het Rijk en de Provincie gesubsidieerde Land- bouivproefvelden in Fries land over 1911. i. s^IIet eerste gedeelte van genoemd Ver lag is in 't Friesch Weekblad verschenen. v et spreekt van een zeer gunstigen in vloed van den drogen zomer op den oogst "er moeste akkergewassen, van een tegen gestelden invloed op de graslandende hooioogst was in de meeste landen niet meer dan middelmatig. Er waren 40 proef velden in exploitatie. Het le deel handelt over de bemestingsproeven op z a 11 d g r a s. 1 a n d. Merkwaardig zijn de uitkomsten

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1