26sle Jaargang N°. 1739.
voor de Znidhollandselie en Keeuw^che Skilanden,
Oorlog tusschen Italië en ïurkije.
Woensdag 21 Februari 1912
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Saterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonder 50
Bnitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
SOMMELSDTJK.
Advertentiën 10 Gent per regel en 3/s maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 paal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij bealaan.
Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle staikBeii voor de Redactie tiesfesad, Adverfenfiëas en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
Zoo nu en <V hooren wij de
verzuchting „Hadden we dal ge
weten dat het Zondagsblad zoo'n
mooi boek zou worden, we hadden
het ook bewaard".
Aan die lezers hebben we het
genoegen te berichten dat wij hen
nog kunnen helpen.
Zoolang de voorraad strekt kun
nen we hen aanbieden 1 geheel com
pleet in prachtband gebonden Ex
emplaar, voor slechts f 2.50.
In ieder Chr. Huisgezin zouden
we zeggen onmisbaar voor hunne
kinderen.
Tegen inzending van f 2.50 ge
schied de toezending franco .door
DEN UITGEVER.
Haast u langzaam, maar
haast u!
De eene week na de andere na 't
Kamerreces gaat voorbij, en nog is
de Tweede Kamer niet vergaderd
geweest. Er worden nu datums ge
noemd; dat begint op te schieten en
't wordt hoog tijd ook. De ziektever
zekering, de invaliditeitswet, het tarief,
het debiet op tabak, de inkomsten
belasting, wijziging der Ongevallenwet
in verband met de ziektewet, de kust
verdediging, het nieuwe schip der
supplletoire begrooting, de bakkers
wet enz. er is al maanden en maanden
in de Pers over gepraat, maar in de
Kamer zijn ,ze nog niet in behande
ling genomen. En nu erkennen we
twee dingen, die bij elk Kabinet zullen
voorkomenle. dat het vooronder
zoek veel tijd eischt en allerlei adviezen
noodzakelijk maakt en 2e dat de
regeering gebonden is aan een Kamer
die er gevoelig voor is, dat zij en
niet dat de minister bepaalt de volg
orde der ontwerpen, nog te zwijgen
van het tempo, waarmee reeds be
handelde ontwerpen zijn afgedaan.
We erkennen ook, dat, door avond
en nacht vergaderingen, hoe afmattend
ook, de Kamer met goeden wil (de
Militie debatten Joonden het aan) veel
kan afdoenmaar al noemen we
allerlei omstandigheden die vertragen
of allerlei oorzaken, waardoor de scha
van een vertraging kan ingehaald
wordenslot van de historie is, dat
er nog zoo wat niets gedaan is voor
den werkman in zijn sociaal leven,
't Wordt hoog tijd, .dat met kracht
door de Kamer aangepakt wordt, en
anders komt 1913 in 't zicht en er is
nog enkele, wet van groote beteekenis
in 't Staatsblad. Zeker, in de laatste
maanden kan nog heel wat tot stand
komen, maar we houden niet van
zoo'n late parade. Een regeering moet
vroeg genoeg klaar zijn en dit recht-
sche Kabinet is al vier jaar aan 't
bewind. Laten de Ministers zich toch
haasten en de Kamers met ijver be
zield worden om zaken te gaan doen.
Geen jachten, geen afjakkeren van
de wetsontwerpen op ernstige, dege
lijke behandeling stellen we hoogen
prijs; haaste men zich langzaam, maar
men haaste zich. Zooals 't nu gaat,
kunnen we ons met de zaken niet
verzoen en. Of dan 1913 als een nacht
merrie ons drukt. Gansch nietmaar
wel drukt ons, dat de werkman nog
niets in zijn handen gekregen heelt.
Gaarne begeeren we een Rechtsch
Kabinet, mits 't zaken doet. En doet
't die niet en teut en draalt het, dan
begeeren we een Links Kabinet, mits
het flink werkt. De arbeiders hebben
èn onder liberale èn onder een Rechtsch
Kabinet al zooveel mooie beloften ge
kregen, maar wat hebben ze gekregen P
Dat moest nu maar eens ophouden
Een waar icoord.
Keizer Wilhelm zei eensHet volk
moet zijn godsdienst bewaren en
Bismarck heeft eens dit keurige
woord gesprokenBrengen wij bij
het volk zijn christendom niet in
minachting. Wijze woorden, die nog
wel dagelijks mogen herhaald.
Aan het Nederlandscbe volk is
veel heil reeds beschoren. Bij dertig,
veertig jaren achteruit vergeleken,
valt er te roemen over een zekere
welvaart, die in alle kringen heerscht.
Zie op 't platteland naar de woningen,
de kleedij, het meubilair, het voedsel
en ieder stemt toebij vroeger ver
geleken is er geen armoe meer. Wel
zijn er nog allerlei wantoestanden,
ais men naar zijn »meerdere» kijkt,
zooals de volksmond dat noemt, maar
naar vroegere tijden gezien, neen,
dan is er niet zoo' te klagen
dan over de ontevredenheid, die er
in alle reeds welvarende kringen
leeft. De welvaart helaasheeft dien
grootsten schat des levens niet ge
bracht.
En nu herinneren we weer aan
Bismarks woordhet Christendom
wordt bij 't volk in minachting ge
bracht, en waar 't geloof aan een
allesbesturend God en een allesbe
schikkende voorzienigheid verdwijnt,
daar verdwijnen ook de begrippen
hemel en hel, straf en genade, zonde
en rechtdaar wordt 't aardsche
leven 't hoogste en zinkt de tevre
denheid in want 't aardsche leven
is een onrustig, jagend, stoffelijk
levendat vraagt verzadiging van
stoffelijke en zinnelijke belangen die
maken ontevreden en onrustig.
Alleen 't geloof in God geeft ziele-
rust.
De ontroering loeggenomen.
Er was door een woord van den
Paus, door zijn geschrift ontroering
gewekt bij 't eerste lezen in allerlei
kringen. In dat geschrift werd her
innerd aan een bijzonder recht, dat
voor de roomsch katholieke geestelij
ken zou bestaan. Ze mochten voor
den rechter niet verschijnen, tenzij
eerst de tusschenkomst der Kerk werd
ingeroepen. Ieder erkent, dat zoo iets
in ons Nederland ongehoord zon zijn.
Zou de roomsche Kerk de beslissing
in handen hebben, wie wel en wie
niet voor den rechter moet verschij
nen Dat zou in flagranten strijd
zijn met art. 172 der Grondwet. Dan
zou de Kerkelijke wet boven de
Staa tswet staandan zou ook geeu
enkel roomsche ambtenaar meer in
de rechtbank zitting kunnen nemen,
want welke roomsche rechter zou,
zender den ban te voelen, zijn
priesters veroordeelen kunnen. In één
woorder was ontroering in velerlei
kring, dat dat Pauselijk woord onze
rechts bedeeling aantastte. En in de
Eerste Kamer werd er dan ook den
Minister van Justitie naar gevraagd.
Het an woord was gelukkig zco klaar
en zoo volledig, dat de liberale vra
ger volkomen tevreden was. Wat
antwoordde dan de Minister? Dit:
het pauselijke woord raakt Nederland
in gee n enkel gevalalle geestelijken
zullen voor den rechter blijven ver
schijnen alle roomsche rechters zul
len als altijd, zonde eenige rugge
spraak met de kerkelijke overheden,
blijven vonnissen: het pauselijke
woord verandert aan den huidigen
toestand niets.
Zoo dus is de ontroering wegge
nomen, en blijft de Grondwet en het
rechtswezen ongerept.
Land- en Tuinbouw.
Nog niet te laat?
Voor Huis en Hof.
Buitenland
DUITSCHLAND,
ENGELAND.
FRANKRIJK
UITGEVER
Idefoou latercoMM*. No. 3.
Z
Of 't nu nog niet te laat was voor bet
strooien van wat kaïniet op weierij en op
het hooiland, vroeg men weer.
Wij haasten ons antwoord aan de vra
gers liier te zeggen, dat naar onze meening
als er behoefte is aan kalimest men
op dé wei nog best een baaltje of wat
kaïniet kan strooien. Maar dan ook niet
gedraald. Terstond bestellen en zoo spoe
dig zulks maar kan er mee naar 't land.
Vooral gelijkmatig uitstrooien. De „bonk
jes" in de schuur maar eerst ferm fijn ge
trapt. Wie dit vooraf niet thuis een beetje
doet en zoo maar met de waar naar 't
land toe rijdt, die zal bij 't strooien telkens
stukjes tegenkomen, waar hij last mee heeft,
die U tusschen duim en vinger, ja in de
volle hand, niet zwichten voor den spier-
druk van den zaaier. En dan dan gaan
ze zoo maar over 't land en doen niet half
het nut, dat men zou mogen verwachten,
wanneer ze goed verdeeld er lagen.
Dat voelt toch ieder immers wel. Een
stuk, dat, fijn verdeeld, wel honderd plant
jes voeden kon, zoo'n stuk geeft, als het
heel blijft misschien maar aan enkele planten
wat en dan bestaat ook nog de kans, dat
het zóóveel geeft dat die enkele plantjes
zelfs te veel nog krijgen van het goede. Dus
eerst het zout wat fijn gemaakt. Zelfs
met een klomp is het gemakkelijk te doen.
De moeite hoeft dus niemand te weerhou
den.
Tot slot doen wij nu nog een wedervraag
aan onze vragers. Waarom zoo lang ge
wacht met 't zaaien van wat kaïniet
Als ge toch plan hebt, zulks te doen,
waarom dan ook in 't najaar niet wat eer
besteld, opdat ge 't dadelijk als de weide
leeg komt, uit kunt strooien
We weten 't wel, het was maar een soort
onverklaarbare nalatigheid. Doch onthoud
nu góed en eens voor altijd, dat men z'n
kaïniet, z'n kalk, z'n Thomasslakken steeds
zoo vroeg geeft, als 't maar kan. Dan wordt
er ook het spoedigst van geprofiteerd.
M.
Wenken omtrent w i e 1 r ij d e n
uit een artikel Dr. G. A. Ootmar te Haarlem
Fiets zoolang en zoo hard als ge wilt,
desnoods uren achtereen zoolang de
ademhaling met gesloten mond kan plaats
hebben, is er geen gevaar voor overspanning
geen gevaar, dat het lang uitblijvend ver-
moeidheidsgevoel te veel van onze krachten
doet vergen, geen gevaar te duchten voor
het hart, dat dan nog steeds in staat is,
om aan de meerdere eischen van de spieren
met gemak te voldoen.
En het ligt zoo voor de hand, dat de
ademhaling, en het kloppen van het hart
samen moeten gaan, bij elkander behooren,
en de een nauw afhankelijk is van de
andere, dat inderdaad geen betrouwbaarder
en gemakkelijker te bespeuren middel te
vinden, is om onze hartswerking te meten.
feitelijk om u te doen zien, hoe de vrees,
dat „wielrijden" hartgebreken doet ontstaan
onjuist is, waar het zelfs als geneesmiddel
voor dit lijden kan gelden. Onmatig fietsen,
altijd hollen, of lange reizen doen zonder
behoorlijke rust, daar kan zelfs het beste
hart niet tegen op.
Wanneer men zoo'n lijder op het rijwiel
'zette, dan begon men de versnelling zoo
gering mogelijk tp maken, opdat hij zoo
min mogelijk kracht zou moeten zetten.
Een kinderrijwiel dus kent alleen een
kleine versnelling. Evenzoo het damesrijwiel.
Daar de vrouw, wat vorm van spieren en
beenstelsel betreft, het midden houdt tus
schen dien van het kind en den man, past
het haar ook om snelle, weinig krachtige
bewegingen te maken.
Wanneer aldus het rijwiel zich aange
past heeft aan onzen leeftijd, ons geslacht,
den toestand van ons hart of van eenig
ander verzwakt orgaan, zal het wielrijden,
als geen menschelijk onverstand, de harmo
nie tusschen rijwiel en menschenleeftijd,
geslacht of toestand verstoort, niet anders
dan zegenrijk kunnen zijn. Wie bij het
eindigen van den rit spijt gevoelt, dat het
tochtje of de verre tocht gedaan is, diens
lichaam ondervindt gewis den lieilzamen
invloed van het wielrijden en hoedt zich
zelf voor menige ziekte.
Doch wie op 't rijwiel zit, voorover ge
bogen, trappende tegen den wind, zoo hard
hij kan, wie het als het grootste geluk
beschouwt, 20 a 30 K.M. te rijden zonder
erg moe te worden, maar na zoo'n rit
zit te hijgen op zijn stoel, voor dien zal
het rijwiel schadelijker inwerken op zijn
gezondheid dan stof, dan uren lang arbeiden
in een bedempt kantoor of stoffig fabrieks
gebouw dat vermogen.
Soda b ij Pho sphorwon den. Bij
't aanstrijken van lucifers gebeurt het dik
wijls, dat de kop afspringt, de phosphor
in een wondje aan de hand komt en dan
ernstige bloedvergiftiging tengevolge heeft.
Om die te voorkomen, make men terstond
een sterke soda-oplossing en houde daarin
het gewonde lichaamsdeel. Wijl phosphor
en soda zich scheikundig verbinden en
phosphorzuur natron een zeer onschadelijke
stof is, verliest 't phosphor op deze wijze
zijn schadelijke werking.
Lij m voor porselein en aarde-
w e r k. 20 gram vischlijm wordt met het
zelfde gewicht kristalliseerbaai" azijnzuur
vermengd en voorzichtig gestoomd tot het
stroopaclitig is, zoodat het bij het ver
koelen een geleiachtige massa vormt.
Wil men het gebruiken dan wordt de
lijm door verwarming weder vloeibaar ge
maakt en met een penseel op de gebroken
déelen gebracht. De breuken worden nu
doelmatig door sterk omwinden met touw
of garen, samen gedrukt tot de lijm ver
hard isi
Het kan ons dan ook geen verwondering
baren, dat, waar het wielrijden blijkbaar
zoo'n heerlijken invloed uitoefent op den
gezonden mensch, men ook getracht heeft,
het nuttig te maken voor den zieke. En
inderdaad, hartlijders b.v. heeft men op het
rijwiel gezet en er later heel wat verbeterd
zien afstappen. Ik noemde ze „hartlijders",
Gedachten: Een hut, waarin men
vroolijk lacht, is begeerlijker dan een paleis
waarin men weent.
De beste hartsterking is opgeruimdheid.
Zij is een bestendig lied zonder woorden,
'n Vroolijk hart is de deugdelijkste medicijn.
De hardste slavernij is die van eigen
onkunde, koppigheid en zelfzucht.
OBSERVATOR,
De belangstelling van Europa voor den
oorlog tusschen Italië en Turkije is zeer
getaand. Het publiek van de verschillen
de landen, die toeschouwer bij den eenig-
z'ds vreemden strijd blijven, interesseert
z:ch slechts matig voor de stereotiep el
kander tegensprekende berichten omtrent
gevechten en schermutselingen en de dag
bladen bevatten weinig kolommen over de
oorlogsfeiten.
Intusschen duurt de oorlog voort, vallen
er gesneuvelden en gewonden, worden ver
sterkte plaatsen bestormd, patrouillegevech-
ten geleverd. De Italianen komen slechts
langzaam voorwaarts, in Benghasi zelfs
heelemaal niet, en de met zooveel bra
voure uitgeroepen anuexatie is nog alles
behalve effectief. Turkije laat zich niet
tot vrede dwingen. Waarom ook 1 Het
voert den oorlog ver van honk met be
trekkelijk weinig kosten, terwijl Italië
groote sommen voor de expeditie moet
uitgeven, die geenszins evenredig zijn aan
het tot nog toe behaalde succes,
Eindelijk is er een presidium voor den
Rijksdag gevonden.
Twee vrijzinnigen, en een sociaal de
mocraat als eerste vice-president, hebben
thans de orde van liet Hooge Huis te be
waren.
De zittingen zijn nu begonnen. Spoedig
kwam de rijkskanselier aan het woord, die
een rede hield met buitengewone warmte
en die een geweldigen indruk maakte.
Voortdurend werd hij geïnterrumpeerd
door de sociaal-democraten, die niet op
hun gemak waren. De aanvallen werden
met grof geschut op hen gelost.
Ook geeselde de rijkskanselier de hou
ding der vrijzinnigen en natiunaal-liberalen
tijdens de verkiezingen. Hij zei, dat het
regeeringsparool goed was en begreep niet,
dat 't zoo misverstaan werd door de bur
gerlijke partijen. Een samengaan van deze
partijen met de sociaal democratie was niet
alleen thans, maar ook in de toekomst on
mogelijk. De grondstellingen zijn zoo
grondt erscliillend, dat een politiek samen
gaan absoluut onmogelijk is. Uitvoerig
behandelt de rijkskanselier de verschillen
die er bestaan tusscheD de grondstellingen
der sociaal-democratische partij en die onzer
maatschappij, met het monarchistisch prin
cipe der regeeriDg enz. enz. Hij sprak
dan over de 41/4 millioen roode kiezers
en vroeg aan de sociaal-democraten spot
tend, of zij zouden durven beweren, dat
deze kiezers het programma der sociaal
democraten en de door deze verlangde
republiek wensehten te onderschrijven.
Tot slot zeide Bsthmann, onder aller
toejuiching, dat eenheid de Duitsche natie
l eeft groot gemaakt, dat tweedracht der
der pirtijen het rijk ten gronde kon voe en
en daarom hoopt hij op algemeene samen
werking in den Rijksdag tot heil van het
vaderland.
In een redevoering betrtflende Halda-
ne's bezoek aan Berlijn en de Engehch-
Duitsche betrekkingen verklaarde sir Ed
ward Grey: //Dit is het geval: al is te
rughouding op d t oogenblik noodzakelijk
toch beteekent dit geen gebrek aan harte
lijkheid, en ik vertrouw dat er iets gedaan
zal worden om het beerscbende wantrou
wen en de argwaan te verdrijven//.
In den Senaat licht'e Minister Delcisse
het vlootprogram v, or dit jaar als volgt
toe
//Wij hebben kanonnen ter vervanging
van de stukken op alle slagschepen. Het
vervangen der grana'en met zwart kruit
zal dit jaar beëindigd zijn. Wij kunnen
van nu af aan alle mogelijkheden met ge
rustheid onder de oogen zien//
De minister zegt voorts, zich er op te
zullen toeleggen, de vloot mei machtige
slagschepen te vermeerderen en de vaarde
van het vloot-personeel te vergrooteh. Hij
zal op stelselmatige wijze het program
verwezenlijken, dat aan het parlement is
voorgelegd, en doet opmerken, dat de
vloot van nu af aan een eerbiedwekkende
macht vertegenwoordigd, wel in s'aat om
degene, die in Erankrijk zou willen aan
vallen, te doen aarzelen.