Zaterdag 27 Januari 1912. Antirevolutionair '4(Y,r Jaargang JN". 1732. Org aan voor de Zuidliollaiiflselie en Zeeuw^elie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES Kapitaal in kapitalisme W. BOEKHOVEN. Bels over de Teelt van Hanarie't. Deze Courant verschijnt eiken Woeïisdag 011 Zaterdag, iboanesieutsprijs per drt® maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 ftea.1 a»»» zonder 50 Buitenland bij TOOruitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50; zonder 4,50 per iaar. afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. ÜÏTÖBSYKB SOMMELSD1JK. Telefoon Intercom'». aio. SB. j Adrerfcentië® 10 eentpsr regel en maal. Reclames 20 ps? regeL j Boekaankondiging' 5 Cent pe? regel en Yi ®*aai. PieMtaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Gent per plaatsing. Groots letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan I Advertenties gorden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 gup. Alle stukken vonr «ie ftfcedaetie bestemd, Advèrtentlën en verdere Administratie Iranees toe te zenden aan den Uiurever. mm blae. Wat is kapitaal? Wel te onder scheden van kapitalisme, waarover nader. Wat is kapi aal. Er zijn er die er alle goederen onder rekenen, die voor de productie worden aangewend Dus ook de grond. Anderen laten den grond er buiten en noemen kapitaal alleen de goederen, die zelf geprodu ceerd, weer tot nieuwe productie leiden. Bv. fabrieken en magazijnen, machinerieën of zooals we die in een onzer vroegere artikelen noemden: de arbeidsgoederenmaar ook de grondstoffen, de dieren, die we na tuurgoederen noemden. Waarom beeten die goederen nu kapitaal? Omdat ze voor de nijver heid worden pasklaar gemaakt door de nijverheid. Deze laatste noemt men met een treemd woord wel eens de extrae- tieve nijverheid, omdat ze al die .werk zaamheden omvat, welke de vrucht baarheid der natuur verhoogen en hare gaven in bezit nemenzooals een schrijver dat heel' aardig uitdrukt. Mijnwerk, veenderijen, visscherij, landbouw, veeteelt, behoort dan tot de extractieve nijverheid, omdat zij uit die bronnen trekt, al wat de nij verheid of industrie noodig heeft. Zoo is er dus drieërlei werk bij de voortbrenging der economische goe deren eerstens noemt men de goede ren der natuur in bezit of de extrac- tieve nijverheid tweedens worden die natuurgoederen de or de industrie pasklaar gemaakt door den arbeid van werklieden en machines: en daarna, als natuur en machines 't hunne ge daan hebben, worden de geproduceerde artikelen door den handel aan den man gebracht. De handel is één der drie takken van voortbrenging; ze maakt niets, maar verhoogt 't nut en de waarde der natuur- en arbeids goederen door deze onder het bereik te brengen van allen. Hoe worden nu die drie zaken, natuur- of extractieve nijverheid, èn de industrie door de machines èn de handel voortgebracht? En dan blijkt al aanstonds, dat 't onjuist is om te zeggen, dat de arbeid de eenige bron van voortbrenging is, zooals de Soci alisten dat zoo graag doen voorkomen, 'tIs bij hen altijd de arbeid! en de arbeidermaar dit is toch onjuist, omdat ook de natuur een hoofdfactor is in de voortbrenging. De natuur zonder de arbeidskracht is niets maar deze laatste zonder natuurvoort brengselen is ook niets. Ze moeten elkaar helpen en aanvullen. Zoo dus zijn er drie voortbrengingsmiddelen de natuur, de mensch en het kapitaal. Natuur en menseh zijn de twee eer sten, de twee oorspronkelijke, de twee onmiddellijke voortbrengers, het ka pitaal is nummer drie in dien bond, afhankelijk van natuur en arbeid. Dat kapitaal dus, gewrocht uit den grond, door de delfstoffengewrocht uit landbouw en veeteeltgewrocht uit fabrieken en werkplaatsen en door machinerieëngewrocht door den han del met zijn sporen en trams en bruggen en kanalen enz. enz. heeft twee kantener is vast kapitaal en bedrijfskapitaal, waarover we, als be kende zaken, nu niet behoeven uit te weiden. Maar wat is kapitalisme Ook bezit van grond, fabrieken, dieren enz. Neen alleen 't goud en 't zilver. En de kapitalist is niet de ondernemer, niet de bezitter of eigenaar, maar de man van 't geld. liet kapitalisme beteekent in onze dagen 't geldkapitaal en daarom spreekt men ook van de kapitalistische productie. Dat is dus zulk een voort brenging, waarbij de eigenaar van 't kapitaal en hij, die er mee werkt, er van eet, er finder leeft, verschil lende personen zijn. Scheiding van kapitaal en arbeid is de kapitalistische productie van onzen tijd Bij een ambachtsman zijn kapitaal en arbeid verbonden, hij werkt met eigen geld en eigen handen en eigen werktuigen. Bij de kapita listische productie is 't geld in de hand des eenen, en de arbeid in die des anderen En vooral in de naamlooze vennootschappen komt deze moderne productie 't duidelijkst voor den dag. De werkman, die 't gemaakt heeft, verkoopt nietde vennootschap. De arbeider verhuurt zijn kracht aan 't kapitaal en 't kapitalisme. Daardoor slijt de arbeider, maar maakt hij zijn meester rijker. Daarom rust ook zoo'n zware verantwoordelijkheid op het kapitaal. Omdat het krachten huurt, die op den ouden dag verdwenen zijn denk om 't pensioen. Om de zieken fondsen. Om weduwen en weezen der arbeiders Om de ongevallen Staatspensioneering. Hoe komt men toch aan dit dwaze woord? Durft men 't eigenlijke goede woord niet te gebruiken Dat woord dekt volstrekt niet, de zaak, waarom 't gaat. Staatspensioneering hebben de Ministers, de burgelijke ambtenaren, de onderwijzers der Bijz. en Openbare scholen. Maar wat men tegenwoordig staatspensioen gelieft te noemen is gewoonwegStaatsbedeeling. Wat is dan 'tgroote verschil? Dit: een pen sioen is alleen een gevolg van een zekere verhouding tusschen werkge vers en werknemers, waarbij de werk - gever waarborgt een som als de werk nemer elke week of elk jaar een gedeelte daarvan betaalt. Geen pen sioen is mogelijk, of er moet van wege den arbeider betaald worden en om- j dat duizenden aan die assurantie mee doen, kan de premie laag zijn, zooals dit altijd 't geval is bij zulke zaken hoe meer deelnemers, hoe minder premie en omgekeerddes te hooger is .de premie, naarmate er minder deelnemers zijn. Staat 'tnu zoo met de staatspensio neering ook P'tLijkt nergens naar. Geen schepsel, rijk of arm, die een cent bijdraagt. De staat zal hem idem zoo veel geven, als hij 65 jaar is of 70. Is dat pensioen, dat is een gift. anders niet. Dat is eenvoudig armenbedee- ling. Precies wat men in elke gemeente ziet bij 't Burgerlijk Armbestuurde mannen of vrouwen komen om de centen. En zoo komt de 70 jarige bij 't Rijk vragen om z'n centen. Uf hij van zijn 16de jaar af heeft kunnen sparenof hij heeft willen sparen of niet: 'thindert niet, na 54 jaar, dus dan is hij er 70, klopt hij bij 't Rijk aan en zegthier ben ik, geef mij 3 a 4 gld. elke week om van te leven. Ik heb wel kunnen sparen, toen ik nog jong was, "maar 't heb 't opge maakt en nu moet gij, Rijk, betalen wat ik door sparen had kunnen ver krijgen. Betaal dusDat treurige stel sel noemt men nu staatspensioneering. 't Heet Bedeeling, Rijksbedeeling OP Dm UITKIJK. Het deed me zoo pijnlijk aan In ons Zeeuwsch antirevol. dagblad lazen we één klacht, die een aanklacht genoemd mag worden en die we van hatfe hopen, dat op niet één van onze christen-landbou wers toepasselijk is, noch in Zeeland, noch' daarbuiten. De bouwboer, zegt De Zeeuwheeft een besten zomer gehad. Hij maakte een goede winst. Hij legde heel wat geld over. Mits hij het rentmeesterschap zóó weet te voeren, dat de Heere er met welgevallen op kan nederzien, is er natuurlijk niets tegen, dat hij den zegen geniet, dien God hem schenkt, óók door wat weg te leggen voor den kwaden dag. Maar nu klaagt De Zeeuw. En vraagt, of ook de boeren-arbeiders en -daglooners van dien goeden tijd hebben geprofiteerd en eenige sterk'.ng kregen tegen den 2>duren tijd.s Er zullen gevallen zijn en van harte hopen we, dat er vele zijn. Maar er zijn ook andere voorbeelden. Zoo verhaalt het blad van een arbeider, wiens dagloon van f 1 op 60 cent terugging, omdat hij zooveel meisjes had, d:e mee verdienden. Van een ander, dre verletten moest, om zijn kindje te begraven en dat dagloon aan 't eind der week zag afge houden. Van dorschers, die voor huu zwaren arbe d negentig cent daags krijgen. Van arbeiders, die in den winter met een rijks daalder verdiend geld aan 't eind van de week thuiskomen. Van daglooners, die om den duren tijd een dubbeltje per dag méér vroegen, maar een weigerend antwoord ont vingen. Is hier, zoo vragen we in allen eenvoud, alles recht voor den Heere God P Dat is een vraag van nationale beteeke- nis. Ik zal zeggen, waarom. Oók jaomdat het socialisme nergens beter tiert, dan waar het werkelijk wijzen kan op toestanden, die dringend verbetering behoeven. Dat is zelfs zijn kracht. Waot de idealen van het socialisme bekoren niet zoozeer. Die hangen zo© hoog en liggen zoo ver weg. Die spreken zoo weinig tot de massa van het volk. Maar de verkeerde toestanden temidden waarvan het volk dag aan dag leeft, die geven den sociaal-democraat het scherpste wapen in de hand. En daarom is het van nationaal belang, dat er op misstanden gewezen worde, opdat ons volk in staat zij, ze weg te nemen en daarmee het hout te verwijderen, waarvan de socialisten een brandstapel maken, die ons nationale leven verteert. Doch daarom niet alléén. Ook niet in de eerste plaats. Bovenal hierom, wijl er dingen zijn, die de Heere God, om 't zoo eens te mogen zeggen, uitermate scherp nagaat en boven andere streng bezoekt. Dat leert ons de Schrift. Onrecht en verdrukking zijn van God ge oordeeld. Maar als dit geldt de weduwe of den armen wees, dan wordt de toorn Gods in zeer bizonderen zin ontstoken en komt die toorn oók over het volk, dat zulk een rechtskrenking toeliet. Zoo ook op arbeids-terrein. Telkens lezen we in de boetredenen der profeten tot het volk, dat het zich ook daarvan bekeere, om den armen daglooner en arbeider dien God ook heeft gemaakt in dit leven te benauwen, met de bedrei ging, dat anders de toorn des Heeren over het gansche volk ontbranden zal. Want er is ^solidariteit van schuld En omdat we nu, al spot er de geest der eeuw mede, nog vaslelijk overtuigd zijn, dat het de zegen en de gunst des Heeren is, dte ook etn volk rijk maakt, en dat het een nationale bezoeking is, als Zijn toorn ontbrandt, zeggen we met De Zeeuw »Deze dingen zijn in somnrge stre ken zoo menigvuldig en zoo stuitend, dat zwijgen misdadig zou kunnen worden. Zeker 'k wil gaarne billijk zijn. Ik denk er niet aan, om bij de sociaal democraten te gaan vragen, hoe wel de toe stand en de positie onzer landarbeiders zou moeten zijn Elun kunnen onze boeren het toch nooit naar den zin maken, laten ze 't maar niet probeeren. Ik neem ook in aanmerking, dat een land arbeider niet kan vergeleken worden bv. met een ambtenaar. Zulke vergelijkingen worden wel gemaakt, doch ze gaan geheel mank. Laat me dit met enkele voorbeelden aan- toonen. De ambtenaar moet voor kleeding en als hij geen tuin heeft of dien niet zelf bebouwen kan voer voedmg heel wat meer uitgeven dan de boerenarbeider, die in vele streken nogwel 'n klein stukje grond bij z'n huis heeft en natuurlijk niet als sheers voor den dag hoeft te komen. Maar het grootste onderscheid zit 'm wel in de kinderen. Gods beschikking gaat over alles. Reeds voor en met on e geboorte. Het is geen »toeva!,« uit wat ouders we geboren worden en 111 welken staat deze zijn gesteld, terwijl dan ook als regel wel mag gezegd, dat het de aangewezen weg is, wanneer de kinderen ongeveer in de positie van hun ouders trachten te komen, om het dan, zoo mogelijk, verder te brengen dan zij. Geen regel zonder uitzonderingen 1 't Is gebeurd en 't kan gebeuren, dat een boerenjongen professor wordt. Maar als regel zal bv. de amb'.enaarszoon meer voor studie en administratie de boe renknaap meer voor 't buitenwerk geschikt zijn. Dat maakt een groot verschil. Studie kost tijd en geld. En voor eenvou dige betrekkingen zelfs, is tegenwoordig al heel wat studie vereischt, die eenige jaren duurt en geld kost Ja, zelfs wie zijn jongen een ambacht goed wil laten leeren, moet hem enkele jaren i.houden,« zonder verdienste en feitelijk met geld-foe. Op 't land is dit anders. De jongen en het meisje, die aan de »leerverplichting« hebben voldaan, zijn dade lijk geld waard en zoo kan het ^gebeuren, wat onlangs een dominee tegen,me zei: Die arbeider met zijn gezin van opgroeiende kinderen heeft meer inkomen dan ik. Natuurlijk is dat uitzondering. Ook zijn dan de bitter-kwade jaren voor afgegaan Doch 'k wil er maar mee zeggen, dat men het loon der landarbeiders naar eigen behoeften moet afmeten en niet door verge lijking met anderen. Als dat dan echter maar gebeurt 'k Vrees soms voor verkeerde sleur. En ik zou zoo graag zien, dat onze Christen-boeren es niet wacht'te, tot de arbeider klagen kwam, maar eens met elkander, diep doordrongen van hun verant woordelijkheid jegens God, overlegden, hoe het staat met de loonen der landarbeiders. En met hun gansche positie. Wachten tot men opgebeld wo dt, geeft reeds een verkeerd begin. Zelf onderzoeken. Zoo noodig verbeteren. In dien weg kan men den zegen des Heeren inwachten en afsmeeken. En was het dan noodig, om den daglooner met wat hooger loon naar huis te zendeD goed dat verarmt niet. Het verrijkt UITKIJK. Reclames, Mededee- iiügeti euz. (20 Cents per regel.) Er is niets wat ons meer opbeurt, dan het le zen van goede nieuwstfjditgen. W ij geven hier goede nieuwstijdingen voor de zieken. Het lezen der attesten van genezingen die hieronder ver meld worden, zal een straal van hoop en ver trouwen werpen in den geest van hen die lijden. Zegt bij U zeiven dat de zelfde oorzaken de zelfde uitwerkingen zullen te weeg brengen. Wat de ziekte veroorzaakt heeft der personen, waarover wij gaan spreken is hetzelfde wat de Uwe ver oorzaakt heeft. De Pink Pillen hebben deze personen gerezen, zij zullen U ook genezen. De heer Sibold Ottema, wonende te Worknin schrijft- „Ik verklaar met deze, dat ik gedurende langen tijd aan algemeene zwakte, aan bloedarmoede en aan gebrek aan eetlust heb geledeD. Ik was zoo min, dat ik begon te vrezen, niet meer te kun nen genezen. Toen ik toevallig in een boekje de wonderbare genezingen door de Pink Pillen las, besloot ik ze ook te beproeven. Na het eerste doosje gevoelde ik een verbetering, ik ben toen doorgegaan met de behandeling en in weinig tjjds heb ik een uitmuntende gezondheid weer gekregen en is mijn vroolijkheid teruggekomen. Ik ben er den Pink Pillen zeer dankbaar voor." Ziehier nog een getuigschrift. Het komt van Mad. Elis Xsehupp, 3i jaren, eigenares te Brus sel, 16 Musschenstraat „Sedert twee jaren, schrijft zij, werd mjne gezondheid slechter, en alles wat ik had onder nomen tot mijn herstel, was mislukt. Mijn toe nemende verzwakking kwam voort uit de slechte werkiDg van mijn maag en mijn slechte spijs vertering. Ik at zpnder veel nut van mijne voed sel te hebben. Jffen had de Pink Pillen van verschillende zijegm geroemd, zoodat ik besloot ze te nemen en cgit is mij goed bekomen. Mejuffrouw Hq§it, wonende 28 Bentbemstraat, te Rotterdam, dfö ook door de Pink PilJen ge nezen is, laat zijHi aldus uit: „Gedurende )#gen tijd was ik bloedarm. Ik was altijd terneergeslagen en ontmoedigd. Bovendien werd ik door rjpumatiek geplaagd. Ik at bijna niet meer en mijne spijsvertering was zeer moei lijk. Ondanks eb geneesmiddelen, die ik nam, werd mijne bldldarmoede alle dagen erger en was ik uiterst Jevoelig geworden; bij het minste geraas schriktefik op en klopte mjjn hart havig. Daar meerderwmijner vriendinnen door de Pink Pillen van hare bloedarmoede genezen wareD, heb ik ook dp behandeling willen volgen. Ik heb hetjgenoegen u te berichten, dat zij mij het meeme goed hebben gedaanin weinig tijd hebben sj mij veel versterkt en alle kwalen doen verdwjtien, waaraan ik leed. Ik ben zeer tevreden enïend u mijn dankbetuiging." Verkrijgbaar h f 1.75 per doos, en f 9 per zes doozen, bij het Generaal Depot der I ink Pillen, Van ^.eghenlaan 22 Amsterdam. Voor Goedereede eft. Overflakkee de Fa. DIJKEMA DOORNBOS te Sommelsdijk. Groot is het aantal vogelliefhebbers en vooral is bet de kanarie welke in menig gezin wordt aangetroffen. Iemand heeft eens gezegd vele menschen zijn geboren fokkers, en inderdaad zoo iat hetvoor zeer vele menschen is het voor 't bezit van een dosis levensgeluk, een behoefte, iets om zich heen te hebben, dat jongen krijgt en jon gen grootbrengt, en dat ze kunnen verzor gen. En als dan de ruimte ontbreekt, om grootere dieren te houden en men zich moet bepalen tot de vogelfokkerij, dan is het in zeer vele gevallen de kanarie, die het eerst in aanmerking komt. En daar voor is een goede reden. Want is er liever, aardiger vogeltje dan de kanarie Stel u voor, dat ge het diertje voor de eerste maal ziet moet ge dan niet verrukt zijn over zijn kostelijk gezang, zijn sierlijk vederkleed en zijn levendige opgewektheid Onder de Nederlandsche stammen d.w.z. onder de kanaries, die vóór 300 jaren door onze zeevaarders van de Canarische eilan den zijn meegebracht en waarmee hier is voortgeteelt, komen „goede stammen" voor.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1912 | | pagina 1