rken.
r>J tut mailt* v. 1710
voor lie Ziiidliollandsclie en Keeninche Eilanden.
I
i
Zaterdag 2December lib 1
A n tirevo r
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
ikering
tmelsdijk.
H
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent,
SOMMELSDIJK
Alle stukken voor «le lledactle Oestemd, Advertentiën e» verdere Adsmisilsimlie franco toe te zenden aan den Uitgever.
n
•iiders!
likt.
La»d- en Tuinbouw.
Behandeling van Hyacinten, Tnlpen,
Narcissen en Crocussen.
Merlin,
s Bright.
5256
slechts fO.75.
met hetoogop
alf deelen.
direct franco per
:rs en Uitgevers-
an eerst onzen
in alle moge-
l, Potlooft-etui's,
Mes-Albums,
in-etui's. Kiufler-
I
E.RD
5 ons.
d handelsmerk
Ballegooij.
A.. Poots.
i Eesteren.
Zaaijer
Oostenbrngga.
4528
Uese Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
ss B e ronder s 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f4,50 per jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
uitgever
W. BOEKHOVEN,
Telefoon IsitereoBmi». 3io. S.
Advertentie® 10 Cent per regel en 3/, maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/8 maal.
Bien staan vragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
1.
inboedels enz.
ïk. 43«S
B
CK
5256
k of direct franco
e r s- en U i t g e-
aagd tarief.
veel of weinig
voorziet de
in een ware be-
aal de voordeelen
a er niet meer
natsgouden
ie ouversiyt-
jch handen, noch
en men hem ge-
bevat voldoende
d van gebruik te
'eschikt en geeft
denheid.
iten voorhanden,
,f».5©,
1.
:en Garantie-Cer-
er pen.
ij de Alleen-ver-
melsdijk,
De verplichting vaa den
measeEl
De Schepper heeft van alle eeuwig
heid voor de geheele schepping een
vaste orde vastgesteld. Dit ligt hem
in de eerste plaats in 't Wezen Gods
-2 If. God is een God van orde in al
Zijn Wezen e 1 eigenschappen en
deugden en openbaringen. En 't is dus
een vanzelfsheid, dat in elk Zijner
schepselen een schaduw van die orde
zichtbaar is De zonde mag op dit
terrein van orde en rangschikking
en begeerte naar harmonie en over
eenstemming verstorend hebben ge
werkt, elke huisvrouw, elke koopman,
elke individu gevoelt in zich de be
hoefte naar orde en rangschikking
en band.
Alle redelijke wezens blijven in de
orde door God gesteld. Onbewust en
noodzakelijk worden zij door de in -
geschapen natuur gedreven tot die
orde. Alleen is er dit verschil tusschen
mensch en dier of plant. De dieren
hebben een instinct, dat onverander
lijk is; de plant bezit een levens
kracht, die onvergankelijk is, maar
de mensch heeft een wil, die de orde
verstoren of bevorderen kan
De spin van vóór 4000 jaar maakt
haar web nog op dezelfde wijs als
die van heden haar instinct is nu
als vóór eeuwen precies hetzelfde
er is geen ontwikkeling, noch achter
uitgang in; de roos bloeit en groeit
en tiekt haar sappen uit den grond
als de roos van Saronmaar bij den
mensch is dat anders. Ieder voelt 't
verschil In hem is een zedelijke orde,
die plant en dier missen.
Maar daarenooveu, de mensch is
geplaatst in die wereldorde zóó, dat
hij gebonden is aan God, dien hij
kent Daarom rust op dien mensch
de verplichtingdaarom is hem de
plicht opgelegd, om de zedelijke orde
te handhavendaarom leeft hij onder
de wet. God heeft hem die wet ge
steld. Bij de redelooze schepselen heeft
God dat ook gedaanmaar daar ligt
de orde vast in de natuur; bij den
mensch ligt het in zijn natuur en
onder de kracht der wet.
En die wet kon God geven, omdat
^de mensch een denkend wezen is.
Maar die wet is dan ook onher
roepelijk en onverbeterlijk. Strijdt ze
met ons verstandtoch gehoorzamen
Strijdt ze met onzen wil en onze
hartstochtentoch gehoorzamen, om
dat 't een Goddelijke wetjis, waarnaar
we ons te gedragen hebben. Gij wilt
uw vijand haten maar zoo is de
wet nietGij wilt u wreken maar
zoo is de wet nietGij wilt schatten
vergaderen op deze aarde, ia eere en
grootheid over 's heeren straten gaan
maar zoo is de wet niet. Het on
recht wilt ge betrachten jegens uw
dienstbaren en ondergeschikten, ge
zult ze explodeer en, er gebruik van
maken om u te verrijken, om u te
dienen te lang, te zwaar, te schaars
beloond maar zoo is de wet niet.
Gij houdt liever uw geld in uw zak
en laat den arme en onderdrukte
staan aan uw deur; hem versmach
ten van dorst en doen omkomen van
honger; zijt gij immers uw broeders
hoeder maar zoo is de wet niet.
Hoe ons verstand, onze wil, onze
hartstocht, ons gevoel zich ook ver
zette, er is maar één, en alleen maar
één verplichtingfegen wil en dank,
tegen alle lusten des harten inbe
trachten, vervullen de zedelijke orde
die God gesteld heeft. Die verplichting
rust op den mensch als individu, op
zijn gezin, de school, de kerk. de
maatschappij en den Staat. Op den
arbeider en op de Koninginop den
minister en den brievenbesteller in
de eenzame straten Maar dit wordt
den mensch gemakkelijk gemaakt, ook
alweer orNer Gods besfel, door de
plaats, die hij inneemt. We leven in
en met elkaaren wat de niet weet,
weet de anderwat de een niet ziet,
ziet de anderzoo door de gedurige
aanraking met elkaar, wordt het
onderhouden van die orde gemakke
lijker, en krijgt elk mensch meer in
zicht in wat de levensorde en het
gebod Gods eischt. Hier vooral sta
de kerk op den voorgrond. En de
school. Hoe hooger dus de maatschap
pij staat, hoe bezielender de kerk 'eelt;
hoe flinker de school optreedt, des te
meer nadert de mensch tot het ver
vullen zijner plichten. En 'tis God,
die dien mensch daartoe in staat stelt.
Dat is Zijn werk
p Schoolgeld ie Middelharnis.
In Middelharnis wordt er veel vrij
stelling van betalen van schoolgeld
gegeven.
Vooral de leerlingen van de jongens-
en meisjesschool, bij elkaar zoo onge
veer 506 worden er i70schoolbrietjes
gegeven? Wel staan er soms 2 of meer
kinderen uit een gezin op een briefje,
maar daartegenover staat dan ook
weer dat van die 170 nog een groot
deel half betalen.
Is 't niet treurig!
500 kinderen Maar 170 briefjes En
van die '170 nog een groot deel half.
En dat noemt men nu een billijke
schoolgeldheffing. Zóó wordt de strijd
tegen de Christelijke School een strijd,
beheerscht door 't geld.
De Gemeentekas heeft 't geld; en
heeft ze 't niet, krijgt ze 't niet uit
de schoolgelden geen nood dan de
hoofdelijke omslag maar verhoogd.
Maar de Christelijke School moet,
wil ze de armen helpen, van gillen en
gaven levenen die moet ze weer
ophalen bij de Gemeentenaren, die
door den hcofdelijken omslag worden
getroffen
Een onedele strijd. Een strijd met
ongelijke wapenen.
Maar daarom verlangen we ook dat
de tijd eens spoedig aanbreke. dat de
Gemeentekas zal ophouden de melk
koe zijn, waaruit de School voordeel
trekt.
't Is geen eer voor de Gemeente
Middelharnis, dat van de 500 kinderen
geen 170 't billijke schoolgeld betalen.
't Is kortweg een schande
Ja, zoo kan men wel veel kinderen
op z'n school hebben. Het geld is een
machtige tegenstander 1
Min.
Een der meest achtbare leden der
Tweede Kamer is mr. Lohman, na
een eervolle loopbaan van dertig en
veertig jaren geëerd door zijn tegen
standers en bemind door zijn ver
eerders. Geen partij is er of men eer
biedigt hem als den man van kloeke
overtuiging en waarheidszin.
Tweemaal binnen korten tijd is
dit hoogstaand Kamerlid door de
Socialisten min bejegend. Eens bij 't
uitgaan der Kamer en nu pas weer,
toen Schaper, bij de debatten over
Justitie, expres een familiezaak 'p
rakelde, die den heer Lohman pijnlijk
treilen moest een zaak over zijn
schoonzoon.
Zonder eenigen zweem van bewijs,
vuilaardig sprak Schaper over dien
schoonzoonzelfs zonder eenige aan
leiding door mr. Lohman begon
Schaper die oude kwestie op te ra
kelen.
Dat dit voor den nobelen Lohman
pijnlijk was. valt te beselïVn. En dat
men over een handelwijze van Schaper
den neus ophaalt; natuurlijk, 't Tee-
kende wel den haat van dien afge
vaardigde voor een zoo groot en hoog
staand man als de grijsaard Lohman.
Maar ook, wat laag peil heeft zoo'n
Kamer bereikt, als men er personen
in aantreft, die zelts 't familieleven
niet ongeschonden laten en wat laag
peil van karakter heeft een afgevaar
digde, die in 's Lands raadzaal zulke
persoonlijkheden neerwerpt met 't doel
om iemand, zijn tegenstander, te
kunnen kwetsen.
Als 't er in den Socia'istischen heils
staat zoo naar toe moet, dat men
niet veilig is, zelfs bij verschil van
denkwijze, voor de vuile pijlen van
den acht'rbuurtssmaad, dan gaan we
een mooie toekomst in.
Late men strijden overal voor zijn
overtuiging, kloek en flink, maar
blijve alle persoonlijke krenking ach
terwege. Want als al de vuile wasch
van Socialisten opgehangen moest
worden v.or ieders oog; ze zouden
er zelf van schrikken. Er is in ieders
hart een booze aanleg tot kwaad.
tIP UBS& UITfilJIi.
Zwijgend zaten zij ter neder
Twee ouden van dagen, zoo om- ende
bij zeventig, die hun tijd visn leven, ten
minste van werken achter den rug hadden
tn zich eigenlijk met het tegenwoordige ge
slacht niet meer één gevoelden.
Gebrek hadden ze met.
Man en vrouw, bewoonden zij een klein
landhuis te Draveil, bij Parijs en zonder nu i
overv oed en overdaad te kennen, hadden
ze geens dings gebrek.
Tienduizenden »arbeiders« zouden op hun
ouden dag zich zulk een lot wensc.hen na
een bezig leven, wèl besteed, te rusten van
den arbeid der handen en met elkander,
echlgenooten die zoo geheel één geworden
zijn, het leven te eindigen, toi aan de ure,
dat God hen oproept van hun post.
Bovendien waren deze twee meDschen
zeer ontwikkeld en ze konden dus in hun^een-
zaamheid het leven det menschheid volgen,
zooals het in de wereldpers tot openbaring
komt.
Ze hadden trouwe vrienden.
Die hen in den dag des ouderdoms niet
vergaten.
Kortom hun levensavond was hel
derder dan die van millioenen op deze aarde
voor wie de dood vaak een verlossing is
van armoede en smart
Ruime stof hadden ze, om God te dan
ken voor zijn ontelbare zegeningen
Maar deze twee dankten niet
Zij hadden geen God meer
Reeds in hun prille jeugd had men a1
wat daar in hun hart nog vragen en zoeken
mocht naar den ievenden God, verstomt,
uitgeroeid en gedood.
Zij was een dochter van den welbekenden
Karl Marx, den vader van het tegen
woordige socialisme. En in haars vaders
huis was ze onderwezen in het historisch
vader-socialisme, dat geen God kent dat
geen God gebruiken kan dat met geen
God rekenen wil; dat slechts stof kent...
Dat de goddelijke ordinant.ën belacht.
Dat slechts buigt voor de wetten, die de
stof beheerschen. Wetten waarbij voor God,
den Almachtige, Schepper des hemels en
aarde geen plaats meer is
Zulk gif was het zielenvoedsel. waarenee
deze vader zijn kind groot bracht. Dat haar
sterken moest in den strijd des levens. Dat
haar het levensgeluk waarborgen zou.
Waarbij ze haar eenigen troost vinden
moest, beide in leven en sterven
Ge ijk ze was als kind, blééf ze als
vrouw.
Tot in den grijzen ouderdom.
Zonder God tn de wereld.
En gSDSch vervreemd van de hope des
e euwigen levens
Hij is geweest, gelijk zij.
En in hun jeugd hebben ze gedweept
met dat nieuve verlossings-evaugelie, het
socialisme, dat de wereld hervormen en de
kinderen, der menschen gelukkig maken wil.
Geestdriftig hebben ze gestreden.
Hun dwaalziek oog zag reeds in de verte
het licht van den nieuwen dag. Ver, ver
weg glinsterden voor hun verlangende blik
ken de tinnen der vrijstad, waarin het ge
knechte arbeidersvoik van thans gelukkig
zijn zou.
Biijde repten zij den voet, om die stad
te bereiken.
In de voorste rangen waren zij.
Hij, met woo-d en pen, hielp mee, om
voor te bereiden den triomf van het so
cialisme.
Dan was het Christendom niet meer
noodig. Het Christendom, met zijn bleeken
lij 'enden Heilandmet zijn dwaas idee
van verlossing door verzoeningmet zijn
eeuwig leven en tijdelijke ellende.
Dan was de heilseeuw aangebroken, waarbij
de toekomende h -.eriijkheid uitleeken zou
Maar beiden werden oud.
De last der jaren ging drukken.
Ze konden met het tegenwoordige ge
slacht met meer mee en hoe vaak ze ook
al vroegen aan den wachter op den socia-
listischen toreiikians: Wat is er van den
nacht Het blijde morgenlicht gloor
de niet
Ouder en ouder werden ze.
De lichaamskrachten weken.
Erger de verstandelijke vermogens
werden m nder. Voor lichaams-en zielsoog
beiden werd het donker. De tabernakel huns
lichaams werd om hen heen van dag tot dag
afgebroken en van een tabernakel
in de hemelen, niet met menschenhanden
gemaakt; wisten ze niets, geloofden ze niets
elke heugenis ervan was verre uit hun
gezichtskring verdwenen
De eikenhouten kist, waatin de »stof«
zou worden uitgedragen: zoo ver, verder
niet, nehte hun biik.
Zonder God in de wereld. Terwijl hun
eigen god hen in den steek liet
Droef en droever werd hun lot.
De vermaken der wereld konden hen
met meer boeien. De geesidiifi van voor
heen was verdoofd. Wat was nu toch
eigenlijk het doel van hun bestaan Waar
voor leefden ze nog P
En wie zal zeggen, of niet de bitter-
pijnlijke vraag hen gekweld heeftIs soms
ons gansche leven, al onze strijd een groote
dwaling gewe est, nu de leer waarmee we
zoovele jaren arbeidden niet eens in staat
blijke om twee cude menschen bij het einde
van hun leven gelukkig te maken
Toen kwamen de doods-gedachten.
Eerst als ritselingen der ziel. Straks met
steeds sti rker verlangen. Eerst opgesloten
in het eigen hart. Straks aan elkander ge
openbaard
Drie jaren lang, zoo zeggen ze in een
nagelaten schrijven Paul Lafangue, de
bekende Fransche socialist en zijn vrcuw,
de joDgste dochter van Karl Marx drie
jaren lang hebben ze zoo tegenover el
kander gezeten, met het vaste besluit, om
dit leven, waarvan ze zat waren te verlaten
en het »eeuwige nieU in te gaat.
Drie jaren wachten zij.
Want de dood blijft een verschrikking
ondanks alle zelfsmisle ding.
Toen kwam het er van.
Rustig ze ten ze zich naast elkander neer
een kleine tube met snelwerkend vergif naast
zich. EveD een kleine insteking onder de
huid, een laatste gedachte aan hun voor
bijgegaan leven, 'n kleine diuk op het
spuitje 't was gedaan De
eeuwigheid was voor hen aangebroken
Ik voeg hier weinig meer bij.
Eén tegenstelling slechts
Ziehier de taal van den grijze, die God
vreest»0, God Gij hebt mij geleerd
van der jeugd aan en tot nog toe ver
kondig ik uwe wonderen. Daarom ook,
terwijl de ouderdom en de grijsheid daar
is, verlaat mij niet, o God, totdat ik dezen
geslachte verkondige uwen arm, allen na
komelingen uwe macht
En ziehier zijn stervens :ang
Maar na den dood is 't leven mij bereid
God neemt mij op in Zijne heerlijkheid
UITKIJK.
Van alle winterbloemen worden zeker de
hyacinten, tulpen, narcissen en crocussen het
meest gekweek', zoowel in de bloemenkas:
als in het woonvertrek.
Den waren liefhebber is het natuurlijk
niet slechts ie doen om bloemen te hebben,
maar om deze te bezitten in heur vol te
kracht en grootste vo'.m laktheid. Hier.oe zijn
drie dingen noo ig: le. Men schafte zich
goede, jekwaine bollenw aan 2e. men plante
de bollen in geschikte aarde, bevattende de
bestanddeelen, welke ze voor hun groei en
bloei behoeven3e. iedere soort worde be
handeld op de wijze, als proefondervindelijk
voor haar het best is gebleken.
Het eerste punt vereischt zeker geen toe
lichting ieder zal wel overiuigd zijn, dat
een slechte bol niet dan een zwakke plant
kan voortbrengen.
Wat het tweede punt betreft, 't wordt niet
altoos bedacht, dat de schoonste bollen, in
ongeschikte aarde geteeld, nimmer een ge
zonde plant, nog minder een volmaakte bloem
kunnen voortbrengen. Wie derhalve zijn
moeite en zorg beloond wil zien, dient dit
in acht te nemen. De ondervinding heeft
geleerd, dat voor üovengenoemde bolgewassen
de meest geschikte aarde is een mengsel, be
staandevoor een vierde uit goede, zwarte
tuinaarde, voor een vierde geheel verteerde
bladaarde, voor een vierde verganen koe
mest (zonder stroo) en voor een vierde fijn
zand. Vroeg'in 't voorjaar wordt deze com
post bereid men legt ze op een hoop, zet
ze in de volgende malen eenige maien om,
zuivert ze telkens van het vuil en zilt ze in
't najaar, voordat men de bollen er in plant.
De derde voorwaarde luidde, dat iedere
soort der bolgewassen de voor haar 't best
gebleken behandeling moet hebben. Dtze
willen we in 't kort aailgeven.
Hyacinten. Wi! men de gewone H.
(Hyacinthus Orientales) in potten vervroegen,
dan is de beste planttijd in October of No
vember, maar bij zucht weer kan dit ook
nog in December geschiedende in deze
maand geplante bloeien even schoon als de
andere, doch iets ia'er. Men gebruike bloem
potten, welke van boven 1012 cM. mid
dellijn en aan den voet eene kleine opening
hebben en van een los waterbakje of scho-
telije voorzien zijn. Men zet den bol met het
bovenste gedeelte gelijk met den rand van
den pot, terwijl men om den bol de aarde
een weinig neerdrukt. Tot de verdere behan
deling behoort vóór alles, dat men de bollen
niet in de kamer zet, dan nadat ze (vooral
de vroeg geplante) 5 a 6 weken in de open
lucht zijn geweest, of zoo diep onder den
grond ingegraven, dat men niets van de
potten zien kan, waardoor de bol beter wortel