WH m Zaterdag 25 November 1911. 8 Antirevolutionair 26sle Jaargang N\ 1714. Orgaan voor de Xuidïiollandsclie en Keeuwiche Eilanden. Advertentiên. Boerenieeniianfc „Dirksland" IN HOC SIGNO VINCES Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij TOOrnitbetaling met Zondagsblad f 7,50 zonder ƒ4,50 per jaar. ifzonderiyke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. W. BOEKHOVEN, SOMMELSD1JK. Advertenties 10 cent per regel en i/1 maai, Reclames 80 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/i naaal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiên worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur. Alïe stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiên en verdere Administratie franco toe te «enden aan dess Uitgever. Voor Huis en Hof. Uit de Pers. Keer in de Oost. Het viel mee. De »IV. Prov. Or on. Crt.< schrijft on der bovenstaand opschrift het volgende Ja, de heer Van Geuns schrijft zelfs lien feest van een II. B. S. De Bank leent gelden aan leden tegen 4V2 %'sjaars. Zij neemt gelden op tegen 3 °/o 'sjaars, ook van niet-leden. Voorschotten kunnen dagelijks wor den aangevraagd bij een der leden van het bestuur. Kassier: H. KOOMAN, Dirksland. UITGEYER Telefoon iDtercoaw. No. 2. DecemberIn de kamers bloeien nu chrysanthemums, cyclamen en hyacinten, spiraea's, prunus, seringen potrozen kunnen langzamerhand gereed gemaakt worden om te trekken. De palmen en bladplanten zijn nu in de rustperiode en mogen daarom maar weinig begoten worden. In den bloe mentuin kan men met het snoeien der der sierstruiken, het omspitten der gazons enz. beginnen. Ooft De vruchten van de winterprovisie en de fijnere tafelvruchten moeten zorgvul dig worden nagezien. Aangestoken vruchten verwijdert men. Het ooft wordt het best bewaard op een koele, vorstvrije droge en donkere plaats. December is voor al wat hoen heet wel een der slimste maanden. De eieropbrengst is ook gering. Cochins houden, als hun hok nog goed warm is, ook in deze maand nog niet met leggen op. 's Ochtends moeten de dieren warm weekvoeder hebben en overdag drinkwater waarvan de koude af is. Heerscht er geen strenge koude en zijn de hokken en stallen eenigszins warm en wordt ook overigens goed voor de dieren gezorgd, dan beginnen in deze maand reeds dikwijls Minorca's Italianen en Houdans te leggen. De eieren zijn nu op 't duurst. Zuring in de weiden Vindt men zuring in de weiden, dan is dit een bewijs, dat de bodem gebrek heeft aan kalk en liggen de weiden laag, dan is het een teelten dat •er geen goede afwatering is. Kalken en draineeren (droogleggen) zullen derhalve dit •onkruid spoedig doen verdwijnen. Boonen, die men bestemd heeft om in •den grond te leggen, mogen niet den ge- Ixeelen winter in de scheeden blijven. Als ze daarin gedroogd zijn, moet men ze er uit nemen en op een droge plaats bewaren. Doet men dit niet, dan zullen de boonen stokkerig worden en zijn dan ongeschikt voor pootboonen. Heeft men vijvers in zijn tuin, waarin goud- of andere vissclien zijn, dan is het raadzaam, om alle kikvorschen salamanders en dergelijke dieren uit den vijver te ver wijderen. Zij toch verstoren het broed en heeft waargenomen, dat zij niet alleen de eieren der visschen, maar ook de vissclien zelf aanvallen en verslinden, of ze althans dooden. Heeft men forellen, aal en karper in zijn wateren, dan moet men ze van tijd tot tijd met insecten, wormen, maden mieren-eieren of stukjes vleesch voederen^ Aarde in bloempotten Om 't eens heel mooi te maken en de aarde niet zoo voor den dag te doen ko men, legt men wel droog mos er op in de bloempotten: ook denkt men daardoor te spoedig uitdrogen te doen voorkomen. Het gevolg ervan is, dat men daardoor het Zuur worden van den grond bevordert. Om dit te voorkomen, moet men het droge fijn maken en door de potaarde heen te wer ken. Hierdoor wordt de grond losser, de lucht kan er bijkomen, (de zuurvorming wordt belet, en de groei der planten daar door bevorderd. Observator. Verzorging van kanaries 1. Geef uw Yogel een goede plaats, waar hij beschut is tegen tocht, kachelwarmte en zonnegloed. 2. Verzorg, als 't mogelijk is, zelf uw vogel, dan wordt hij niet licht vergeten. 3. Een vierhoekige kooi, van ijzerdraad, met blikken schuiflade, is de beste. 4. Voeder- en drink- bakje, die dagelijks schoongemaakt moeten worden, moeten zóó geplaatst worden, dat de vogel er niet mee morsen kan. 't Bakje moet telkens na 't gebruik weggenomen Worden. 5. De zitstokjes, van zacht hout en niet dikker dan een pink, moeten telkens schoongemaakt worden, als de kooi wordt gereinigd, althans driemaal per week. Telkens strooie men dan droog zand op den bodem der kooi. 't Drinkwater moet minstens eiken dag ververscht worden, en 's winters moet het de kamertemperatuur hebben. 6. Hoofd- voedsel is zomerraapzaad, zuiver, reukloos en zacht met nootachtigen smaak. Kanarie-, maan- en hennepzaad kunnen een enkele maal als versnapering dienst doen. 's Zomers geve men salade, muur, enz. 's Winters versche en gedroogde stukjes vruchten, 7. Als krachtiger voedsel kan men somtijds tot toegift een stukje hard gekookt ei geven. 8. Aardappelen, brood.en suiker geve men niet. 9. Om de spijsvertering te bevorderen, strooie men nu en dan wat fijn zout, fijn gemaakte muurkalk en fijne schalen van gekookte eieren op den bodem. 10. Bovenal ga men vriendelijk met den vogel om, geeft hem slechts goed, zuiver voeder, nooit te veel versnaperingen, en zorge er voor, dat het voeder steeds droog zij. Geef nooit groenvoeder als 't weer nat en koud is, laat den vogel alleen baden op mooie, zonnige dagen, maar 's avonds nooit. Volgt ge deze regelen op, dan zult ge pleizier hebben van 't diertje, wel twintig jaren en nog langer. Een Engelsch tijdschrift geeft het vol gende voor den winterGe moogt 's mor gens niet nuchter, dat is zonder iets ge geten te hebben, uitgaan. Ge moogt u niet aan de koude lucht blootstellen, als ge een warmen drank gebruikt hebt. Ge zult niet uitgaan, zonder vooraf rug en borst goed warm bedekt te hebben. Ge zult niet alleen door den mond adem halen maar door den neus, opdat de lucht verwarmd is, alvorens ze in de longen komt. Ga niet met den rug tegen muren en kachels leunen, 't zij ze koud of warm zijn. Sta in den spoortrein niet vóór het raam en ga na lichamelijke inspanning niet in een open rijtuig rijden. Blijf in een koud vertrek niet stilstaan of zitten, bovenal niet op het ijs of op een sneeuw vlakte. Spreek zoo weinig mogelijk, als ge verhit tegen den kouden wind in gaat. Verzuim niet op tijd een bad te nemen, want als de huid niet friscli gehouden wordt, sluit de koude de poriën en maakt u meer vatbaar voor congesties en long aandoeningen. Ga niet met koude en natte voeten naar bed, als ge den nacht niet slapeloos wilt doorbrengen. Tot dusverre koos in onze Oost de ge wone Pers partij tegen Idenburg. Niet omdat ze iets tegen zijn pe;soon had in te brengen. Een ieder die bij hem werd toegelaten, vond hem hupsch, vriende lijk en innemend. Ook niet, omdat hij bij de pakken neerzat, want geen Gouverneur Generaal werkt meer dan hij. En ook niet omdat hij de zaken verwaarloosde, want met name tegen het pestengevaar nam hij onverwijld de meest doortastende maatre gelen. Neen, er bestond tegen Idenburg maar een grief edoch een grief die de deur dicht deed: hij was »steil orthodox*. Niet wij zeggen dit, maar de Pers die hem steeds op de vingers tikte, zegt 't nu zelf. Omdat hij zoo »steil orthodox* was, daarom kon de Pers hem niet zetten, noch velen. Vooral zijn opkomen voor de publieke Zondagrust had ergernis gewekt. In Neder land moge dat er nog mee door kunnen maar in de Oost kwam zulke nvroomdoe- nerij* niet te pas. Geen Pasar op Zon dag Men vond het benauwend. Doch nu is deze Pers op eenmaal om geslagen en is Idenburg op eens haar troe telkind géwordén. Nu is alles goed en lief aan hem, want hij heeft te Soerabaja zoo warm en zoo degelijk ten faveure van den handel gesproken Wat blijkt hieruit? Dit, dat diezelfde Pers hem dusver be lasterd had door het gerucht te versprei dat hij geen man van zaken was een vro me nietsdoener, een gansch onmogelijk gouverneur, Zoo was het voor een kwart eeuw hier te lande ook. Een vroom man kon niet anders dan een kniezer zijn, en daarom moesten die kniezende tijnen uit post en ambt geweerd. Bij ons is dit er nu althans ten deele uit. In zaken gekomen hebben onze mannen ten slotte aller lof ingeoogst. Denk slechts aan wat pas over Colijn geroemd werd. De belijdenis van de Gemeente gratie kwam in het Moederland ten slotte tot haar recht. Maar in de Oost is men nog altoos een halve eeuw ten achter. Daar dacht men heusch nog, dat alleen een vrijdenker voor het Gouverneur Generaalschap bruikbaar was. En dit bleef zoo totdat in Soeraba- ja het licht opging. Wat bleek derhalve ook nu weer anders dan dat de vrijdenkende Pers zich glad had vergist (^Standaard.*) Het Indisch liberalisme is antiek. Het behield den ouden stempel. Wie eens weten wil, hoe onze vaderen vroeger door de liberalen werden be oordeeld en behandeld,moet af en toe eens kennis nemen van het geschrijf in de Indische liberale bladeD. Volgens de in Indië in liberale kringen heerschende opvatting is een Christenstaatsman een onmogelijk mecsch. Wil men de Christelijke be lijdenis aanvaarden... goed, daar valt niets aan te doenr maar men moet wel weten daardoor verloren te zijn voor 't maatschappelijk leven. Men deugt nergens meer toe. Hoe onaangenaam moest het 't In disch liberalisme niet zijn, een gou verneur-generaal te jy-Jben, die is »een man der steile orthodoxie* Een man, die door zijn maatregelen bovendien toonde gevangen te zitten in de knel lende banden van het zelotisme. Zoo'n man kan natuurlijk bidden en psal menzingen maar regeeren niet. En men begrijpt, met welk een tegen stand de gouverneur-generaal te wors telen heeft. Hij kan er vaak van ver zekerd zijn, dat zijn beste bedoelingen niet worden begrepen en gewaardeerd. Hij stuit overal op een muur van dom veroordeel. Maar de heer Idenburgweet waarlijk ook dit vooroordeel te over winnen wat zeer pleit voor zijne krach - lige persoonlijkheid. De gouverneur-generaal heeft een bezoek gebracht aan Soerabaja en Semarang. Naar de correspondent van de »N. Ct.« te Batavia mededeelt, zag men daar zijn komst met koelheid, zelfs met onwelwillendheid tegemoet. Men liet blijken dat meD d:n land voogd, den vertegenwoordiger der Koningin, zou ontvaDgen, maar van den persoon niets hebben moest. Waarom niet Wel, hij is immers een fijne Maar zie, hoe plotseling sloeg de stemming om. Toen men kennis maakte met den landvoogd, toen men hem zag en hoorde, viel alle voor oordeel weg en stormenderhand won Idenburg de harten. Het iiBat. Nbld.« schreef na den diepen indruk te hebben weergegeven dien de rede van den lanvoogd maar het »het publiek vergat den man der stei- len orthodox e hier was alleen de gouverneur-generaal, wiens tegen woordigheid bewijs was der regeerings- belangstelling in datgene wat Soera baja groot maakt: handel en scheep vaart.* in het »Soer. Hbl.«»de algemeene indruk is geweest, dat de heer Iden burg, behalve groole belangstelling in de openbare zaak, groote tact heeft getoond.* En verder »Ik sluit mij aan bij de velen die thans ronduit verklaren, dat de heer Idenburg in het nieuwe licht hun als een geheel andere man voor komt, dan de Idenburg die het pa sarwezen wilde kerstenen. Met die velen erken ik, dat de komst van den gouverneur-generaal te Soera baja een onverwacht succes is ge weest dat hij én door zijn gloed volle rede in den morgen van sden gedenkwaardigen 6en October 1911, én door zijn toewijding aan de openbare zaak, Soerabaja anders verlaat, dan hij er gekomen is.« Eigenaatdig geval de In dische liberalen hebben niet iets ge leerd maar de heer Idenburg is veranderd. De heer Van Geuns beweert ver der nog Bij zijn heengaan was de open bare meening omgeslagen, zoo mag men getuigenSoerabaja had de wrange herrinnering aan het land- voogdelijk zelotisme teruggedron gen en zag in den heer Idenburg den man, die toch ook zijn goede hoedanigheden heeft en het wel meent met deze koloniën en haar bevolking. Wat zegt men er wel van Daar kwam eene »Gjne« in Soera baja, en die man bleek, tot groote verbazing van ben heer Van Geons en consorten, waarlijk goede hoeda nigheden te hebben. Ja toppunt van verwondering hij bleek het goed te bedoelen met Indië. En toch niet liberaal. Hoo is 't mogelijk. De liberalen hebben naar dezen gouverneur opgezien als naar een wereldwonder. Er is geweldige beroering gekomen onder deze immers zoo hoogstaande menschen. Men is, zegt de »Locomotief«, thans nader komen te staan tot den landvoogd en mede- en tegenstander hebben hem gewaardeerd^ als bewinds man, die zijn taak met grooten ernst opvat en door de welwillendheid, waarmee hij ieder tegemoet treedt, voor zijn persoon vertrouwen wekt en sympathie. Het Indische liberalisme heeft zich zelf overtroffen. Het heeft geleerd dat een belijder van den Christus land voogd kan zijn. 't Is niet onaardig zulke betuigingen eens te lezen. Het doet ons zien, hoe voor eenige jaren in ons land onze mannen be oordeeld werden, 't Doet ons een blik slaan in de ziel van het onvervalschte oude liberalisme. En 't mooiste is dat men, tot an- andere gedach en gekomen, niet zijn ongelijk beiijdt, maar er nog trotsch op gaat dat men in staat is zoo over een »fijne« te oordeelen. De spreuk van den ouden Griek- schen wijsgeer, die zei, dat de mensch de maatstaf is van alle dingen, is door de liberalen aldus gewijzigdde li berale mensch is de maatstaf van alle d'ngen. 't Kost waarlijk moeite de philo- sophie te overwinnen. Wij lezen in de r. kath. Residentiebode. De 2V. R. Crt. vertelde van een feest der H. B. S. te 's Gravenhage In de zaal van den Dierentuin is Zaterdagavond het 10 jarige bestaan van de H. B. S. aan de Stadhouderslaan gevierd met een feestuitvoering door verschillende vereenigingen van leer lingen. Het blad deelde mee, dat het er druk was. Veel H. B. S.ers in officieele kleeding, meisjes, jongedames, in wit en blauw en rose, sommigen nog met hangende krullen, strikken in 't haar en witte schoentjes aan. Want na afloop zou het bal zijn Maar eerst moest het programma afgewerkt] worden, enz. De N. R. Crt. beslootWe zeiden reeds, dat het na afloop bal was Naar aanleiding hiervan schrijft de Avondpost. »Wat beteekenen de Zouden wij daaruit moeten lezen, een zacht wenkje om kinderen want dit waren het toch niet nog meer over het paard te tillen dan helaas zoo dikwijls reeds ge beurd Dat bal duurde tot 5 uur, de buffelten waren open, er werd sterke drank geschonken. In de zaal was n.b, een champagne-bar en 't gevolg de puntjes zijn nu van ons doch wij zullen ze aanvullen 't gevolg wasdat twee van die kinderen beschonken in een hoek werden gevonden Onlangs gebeurde dit op een danspartij, zoo'n openbare les, ook met een meisje. En dan verwondert men zich als later bij ontgroenings- bachanaliën nog ergerlijker dingen gebeuren. Binnenkort zal de H. B. S. aan de Koningin Emmakade ook gaan feesten. Zou het dan niet op den weg van den directeur of van andere autoriteiten liggen het schen ken van sterken drank o.m. te verbieden Inderdaad, hier is men op den rechten weg, om de bachanahën aan de univertiteiten te verdrijven. In de opvoeding zit 't 'em, En daaraan moet veel ontbreken, gezien de ergernis te Leiden. Is het wonder vragen wij. Men sprak hierboven van kinderen. Maar weet men wel, dat deze »kinderen« een blaadje uitgeven waarin tooneelen geschetst worden zoo gemeen, als ze gelukkig maar spaarzanm in romans voorkomen. Zoo wordt de jeugd voor de uni versiteit ^opgevoed*. Kantooruren Vrijdags 6—8 uur en Zaterdag van 23 uur. 5182

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 9