ouwers. IISTE m eken Zaterdag 21 October 1911. Jaargang JN°. 1704. wwmmm Antirevolutionair Orgaan voor «Ie Knidliollandsehe en Keeuwsehe Eilanden. IIELSM. W- EN IGSRIN6EN Rotterdam ïEBUIZEN IN HOC SIGNO VINCES am, 1 SIEVE Solled. Handsels SOMMELSDIJK. Alle stokken voor de Rednctie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie iraneo toe te «enden aan den Uitgever. 16. Millioen Gulden R KOOGH ILtMid» en Tuinbouw. Eikels als Veevoeder. soorten, prijzen bekende f. 5297. ruiling van oud ;r tegen de hoog- 2903 Él Uwer wijl 14 daag na de eschied. Vroeg tij lus overbodig. Zie prijzen, alvorens gaan. 4348 ïers mmel. I KORTEWEGf, INK, Stafla.ft flaringyl. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. AbonneMentsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. a zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UIT&EYER W. BOEKHOVEN. reSeïwoss Isaterc-»3«s:a. Sao. g. Advertentie® 10 eont per regel en s/s raaal, Reclames 10 per regel. Boekaankondiging Cent per regel es Vs raaal, Dienataanvrage® en Dienstaanbiedingen 50 Cent par plaatsing. Groote letters en vignetten cordon berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentie» worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Voorflam Cll. happen tiburg hoek Breestraat, t 99. terstraat 6. Molenstraat 45, vehaven 107. volgestort ).00Q. •HAP verleent Cre- den in deposito, i aan- en verkoop jpons, sluit belee- gatiën en verricht leden tot het Kas- 4398 'te 21/2 Juni 1911 f 6.026,421,33 - 1.227,962,93Va - 227,537,92 Directeur. 1 AN FOREEST^ esident Commissaris ïarnis en omstreken 't Tarief van Invoerrechten, EPH. 5845. end dat mijn even worden bestaat. 4837 staat aJle soorten band gebonden, Ljzen. rd handelsmerk v. Ballegooij. A. Poots. n Eesteren. Zaaijer Oostenhrngge, 4528 Men kan aan de productie hinder palen in den weg leggen of ze weg nemen. Maar er is tweeërlei productie. En van eigen bodem èn uit den vreemde. Wie nu eigen productie gaat belemmeren is een dwaas. Wie die 41 den buitenlander bevordert ten óste van de zijne, is 't niet minder. Steeds moet elk burger het belang van eigen nijverheid, van eigen handen arbeid, van eigen voortbrenging in't oog houden. We hebben met de wel vaart van Duitschland, Frankrijk, En geland, Amerika en andere bij ons invoerende Landen groot belang na tuurlijk. Geen handel,handelsverkeer, handelssteden, handelsgeestgeen grootsche handelsvloot en onderne mingsgeest kan ontstaan, groeien en bloeien, tenzij we met welvarende landen in aanraking zijn. Australië levert ons nog niets; Brazilië enPa- tagonië met Transvaal en de Sahara en Egypteze boezemen ons weinig belang in, omdat een aanraking met die Landen en Volken ons geen directe voordeelen en winsten afwerpt. :rdege dus, heeft ons Nederland [iét hoogste belang bij een vreedzame ontwikkeling vanUuitschlands indus trie en Amerika's productie. Maar wanneer die aanraking met die Landen ontaardt in een angstige omknelling, dan moeten we uit zelfbehoud ons van dien boei ontslaan. Zeker, dan kunnen er in de handelssteden wel zijn, in Rotterdam en Amsterdam, die door die losmaking voorloopig schade zullen lijden; maar een flinke expe diteur, een flink ondernemer zoekt en vindt nieuwe banen. In elk geval heeft ons Nederlandsche Volk, man voor man, hoofd voor hoofd, op te letten en toe te zien, dat de buiten- landsche producenten ons geen be lemmering in den weg leggen om eigen vleugels uit te slaan. Wie dat onver schillig aanzietwien het niet kan schelen of de Fransche industrie dan wel de Duitsche onze markten vol stopt ten koste van ons eigen fabri kaat, mag zich een democraat of patriot noemenmaar hij is het niet. Hij laat Gods water over Gods akker loopenhangt den onverschillige uit voor 's Lands welvaren en trekt zich van een breeden zoom van landge- nooten, die worstelen om 't hoofd boven water te houden, niets aan.. Dat mag dan democratie heeten, die onverschilligheid voor eigen, die liefde voor vreemde artikelenOns is 't een democratie van den kouden grond. Maar, zegt ge, als er dan aanraking ïs tusschen ons en de omliggende Landen als zij bij ons hun producten brengen, de voortbrengse'en hunner industrie, laten wij dan onze voort brengseien bij hen brengen: ruilen dus. jamen schermt tegenwoordig zoo met dat woordrruilhandek, »ruilverkeer«; »vrij ruilverkeer*; men heeft er al een halve eeuw mee ge schermd; maar 'tis een woord zonder inhoud, als we de practijk gadeslaan. Wie ruilt, geeft zijn artikel van zekere waarde over voor een ander artikel van dezelfde waarde. Maar dan moet je eerst in de gelegenheid zijn om dien persoon te vinden, met wien ge ruilen wilt. Of ge al met goud in uw handen op de markt staat te roepen: Wie wil ruilen met mijn goudzijn paard of koe of huis of schuur, maar er is niemand, dienaar u luistert, wat baat 't dan of ge daar met uw goud in uw hand staat. Wat baat 'tons, of we al willen ruilen onze artikelen met de Duitsche, als de Duitscher zegt»houd je goedje, je blijft er mee buiten mijn grens; ik heb er zelf volop van En dat is nu de ware toestand, dien we doormaken. Wij, ja, heel fier, wij zeggen tegen de omliggende Staten komt maar met je artikelen; over rompelt onze markt maar; verkoopt maar hier zooveel als je lustrooft maar weg onze klanten en klopt ons 't geld maar uit de beurs om er uw Duitsche beurs mee te spekken. Maar wij blijven met onze artikelen, als we geen groothandelaars zijn met velerlei vangarmen, in ons vaderland zitten de buren buiten ons willen ze niet ze beletten dat door hun hooge in voerrechten. Is dat oorbaar Is die toestand houdbaar Zeker, voor den handelsman is die toestand gewenschtèn door transito èn door eigen aankoop gaat zijn zaak goed. Hoe meer schepen uit den vreemdehoe meer transport, hoe meer overlading: des te liever. Maar 't belang eener koopstad is nog niet 't belang van een heel volk. Handel is uitstekend, en we zeggen Leve onze prachtige handelssteden, die een schittering zijn aan 's Lands welvarenmaar verder gaan onze verlangens niet. Niet de handel be voordeeld ten koste van een armelijke industrie, die door een nieuw tarief van invoerrechten beslist en zeker tot hooger vlucht zal geraken. Alle goeds voor den handelsman maar we heb ben behoefte aan zoo n tarief, dat den handelsman niet al te zeer nekt, en den kleinen industrieel steunt. En de prijzen niet al te zeer verhoogt. Zoo is dan ook ons Tarief. Gewaarschuwd. In België hebben de Raadsverkie zingen een voor Rechts zeer slecht verloop gehad. De Roomschen hebben op verschillende plaatsen het onderspit gedolven en zelfs van hunnekopstukken zijn de flinkste gevallen. Socialisten en Liberalen hadden 't er op toegelegd om zich de schitte rendste victorie toe te eigenen. Al maanden lang zijn ze bezig geweest om een coalitie, een bloc te vormen. Zoo samen, arm in arm, zouden ze eerst bres zien te schieten in de Ge meenteraden, om dan over een paar jaar weer gezamenlijk een veldslag te leveren bij de Kamerstembus. Nu, dit dient gezegd: Als deRechtsche mannen nietoppassen, gaan ze eronder. De meerderheid in de Belgische Kamer is geslonken en nog een klein stootje of 't Kabinet kan opmarcheeren. Nu zal dit in 1913 in ons Land zoo'n vaart niet loopen, we kunnen 't ver liezen; ons Kabinet kan vallen, wat allertreurigst zou zijn voor den werk man in verband met zijn pensioen en ziekteverzekering; maar de partijver houdingen zijn in ons land van dien aard, dat een groote overwinning van Links is uitgesloten, en een dan komend kabinet slechts zou zijn de treurige herhaling van 't Kabinet de Meesters van 1905-1908. Nochtans, late alle man van Rechts er op bedacht zijn, dat er ook in Nederland een bloc in den maak is van Socialisten en alle soort Libe ralen en dat we dus in 1913 als een groote phalanx dat bloc in slagorde voor ons zullen hebben. Schoolgeld. Hoe nauwlettender er toegezien wordt op 't betalen van schoolgeld en wie het zijn, die zoo graag van de Gemeentekas zouden willenprofiteeren, des te loffelijker is de arbeid van Burg. en Weth. d-ie met dat heffen van schoolgeld zijn belast. Een Gemeenteontvanger, als ambte naar, heeft dan ook nauwkeurig de lijsten, door B. en W. hem gegeven, na te gaan en die zóó toe te passen. Een Gemeente-ontvanger is ambtenaar en mag op eigen houtje geen enkel kind vrijheid geven om zoo maar, k jsteloos, naar de Openb. School te gaan. Zoo'n ambtenaar staat schuldig aan plichts verzuim en aan diefstal, al is deze laatste niet ten eigen profijte geschied. Die lijsten van schoolgeld zijn wettige en naar de verordening gemaakte lijsten en dus èn voor den Gemeente ontvanger èn voor elk ander ambte naar, ook voor den onderwijzer van bindende kracht. Elk onderwijzer, die er aan mee doet, om die lijsten te ontduiken, staat schuldigen kan berispt of geschorst worden. Late in elke Gemeente de Raad goed toezien, hoe de Gemeente-ontvan ger met de Schoolgeldlijsten omgaat. En tevens zij er bij het college een actie tot billijke vaststelling. Vooral de gegoeden naar draagkracht aange slagen en voor de armen ruime vrijheid. Maar alleen voor de armen, die 'f zijn. OP fkiSA UITIAIJii-. Een ^orthodoxe* sociaal-democraat Maar dat kan niet, zegt de belangstel lende lezer, dat is een contradicto in ter minus, oftewel een zaak, die in zichzelf al niet bestaan kan, waarbij totaal onvereenig- bare dingen samengekoppeld worden. Jawel, maar zóó bedoel ik het niet. Ik heb met het oog op een »sociaal-demo- craat*, die tevens ^orthodox* is in de beteekenis, welke het volk aan dit woord hecht, n.l, van rechtzinnig christen, maar ik bedoel, dat de man in de socialistische leer rechtzinnig is. Geen afwijkende gevoelens heeft. Zuiver op de graat blijkt.* Zoo spreekt men van een orthodoxe jood eD van een orthodox mohamedanisme, waarmee dan wordt bedoeld, dat zoo iemand als jood en islamiet blijft vasthouden aan de zuivere leer, zooals die wettig is vast gesteld. Nu is dus de zaak gegrond. Een ^orthodox* sociaal-democraat is iemand onder hen, die van de ^gezonde leer* niet afwijktdie geen ^nieuwigheden* zoektdie wandelt op de oude, beproefde paden der vaderen en de verschillende punten der geloofsbelijdenis, als daar in de klassenstrijd, de leer der ^meerwaarde* en wat dies meer zij, maar luid der programma's of belijdenisschriften der partij, beaamt. Precies alsbij ons Ja, er is méér overeenkomst. In een goed ingerichte christelijke Kerk moet de tucht ook gaan over de leer. Wie afwijkt wordt vermaand. Men tracht hem te onderwijzen. Terug te brengen van de dwaling zijn wegs. Men heeft geduid met hem hoopt soms van den tijd het beste Maar als ten slotte niets helpt en de »ketteische mensch,* zooals dit vaak ge beurt, zich verhoovaardigt op zijn ketterij, waanwijs alle onderrichting weigert, zich niet laat gezeggen en ijverig propaganda maakt voor zijn kettersche leeringen dan wordt hij tenslotte ^afgesneden* uit de gemeen schap der Kerk gebanneD. Dat kan en mag niet aldus. Om nog maar te zwijgen over den Koning der Kerk, is het bovendien een iegelijk klaar, dat 2>een huis tegen zichzelf verdeeld,* niet kan bestaan. En ook in een Kerk, waar de leer'ucht voorshands onmogelijk is, stemmen toch alle getrouwe belijders toe dat het welwezen der Kerk in de eerste plaats behoort de oefening der tucht. Maar wat gebeurt er nu Zoodra in een christelijke Kerk ook maar van leertucht wordt gerept, stuift op al wat vrijzinnig is en spreekt van kettermees ters van inteursitie van geloofsvervolging enzoovoort Dan zijn ze voor rede onvatbaar. Of men dan al zegt, dat wij een iegelijk willen laten gelooven, wat hij meent waar te zijn, het helpt niet. Of we er al op wijzen, dat een kerk, die/«, en neen tegelijk laat zeggen, toch eigenlijk als kerk niet kan bestaan, het baat niet. Ketterjagers zijn en blijven we. Denk aan Jatho, onlangs. De Keulsche kanselredenaar verwiep nu letterlijk alle grondstellingen van het chris tendom. Van den reddenden, verlossenden, zaligmakenden, wijl door zijn dood en bloed storting verzoenenden Christus, wilde de man heelemaal niets meer weteD. En toen zijn kerkbestuur hem tenslotte van zijn ambt ontzette, ging er een storm •van verontwaardiging op door gansch het vrijzinnige Duitschland, die in Nederland een luiden weerklank vond. Wat deden toen de socialislen Hielden ze zich in hun bladen onzijdig, omdat de godsdienst een >privaat-zaak« is en de Kerk zélf moet weten, wat zij doen wil Wel neen: heelemaal niet. Met warmte kozen ze, in naam der vrij heid, voor Jatho partij. Hij was een slacht offer van bekrompen »c!er:ca!isme«, van den fanatieken haat der huichelachtige chr'stenen, die altijd den mond vol hebben van de liefde Gods Jatho zegt immers op zijn manier chris ten te blijven en den Christus te prediken dan moet men hem ook vrijlaten, om dat te doen. Let welin de christelijke Kerk. Want sedert predikt hij huiten het kerk verband en nu is er natuurlijk niemand, die daar aanmerking op maakt. Alwel nu komt er wat anders. In Duitschland, te SoliDgen, woont een sociaal-democraat, Gerhard Hildebrand, schrijver en publicist, een snan met een helder hoofd en een vaardige pen. Zooals ik zei socialist. Maar al schrijvende en studeerende kwam de man tot gevoelens, die niet overeen kwamen met die der partij. En, de dwaas in plaats dat hij die vóór zich hield, of hoogstens in een kleinen kring verkondigde, ging hij die uiteenzetten in een veelgelezen maandschrift der partijmaakte er dus propaganda voor en bracht zijn ^ketterijen* onder veler oog, afwijkende van de gezonde, socialistische leer. Of 't dan zoo gek was, wat hij schreef? Dat niet eer omgekeerd De man heeft zeer gezonde ideeën, die veel meer in 't waarachtig belang zijn van de arbeiders dan de orthodoxie van 't socia lisme. Hij ziet er een zeker gevaar in voor Duitschland en met name voor de Duitsche arbeiders, dat het keizerrijk steeds meer wordt een industiie-land. Dat gaat goed, dat maakt groot en rijk zoolang er voor die industrie voldoende afzetgebied is. Zoolang er koopers zijn. Zoodra die ontbreken gaan, loopt het spaak. Van kanonnen, stalen rails, katoentjes, kinderspeelgoed, machinerieën enz. kan men niet eten. Dat zit te zwaar in de maag, ze moeten gekochtvoor geld geruildopdat met dat geld levensmiddelen kunnen worden ingevoerd. Houdt die ruil op, zegt Hildebrand, dan zou zelfs de socialistische maatschappij de menschen niet bewaren van te verhon geren. Dit alles is zeer juist. En daarom dringt hij er op aan, dat de proletarische jeugd onderwezen worde in land- en tuinbouw om naderhand van de steden naar het platteland teruggeleid te kunnen worden en "zoo te komen tot meer intensieve bebouwing van den bodem. Want van de opbrengst van den grond, moet tensiotte ook de proletariër eten. Dit is nog niet genoeg. Duitschland zelf is te klein voor de Duitsche bevolking. Het »te veel* moet afgeleid worden en dan liefst naar eigen koloniën, waar het aan landbouw en veeteelt moet gewennen, om op zijn beurt het afzetgebied der Duitsche industrie te ver- grooten en deze industrie tevens te helpen aan grondstoffen in allerlei vorm. Kolonisatie dus en emigratie. Verhtff ng van het landbouwbedrijf. Ontlasting der groote steden. Vooruitgang van het platteland Dat alles was al tamelijk anti-socialistisch. Maar toen Hildebrand nog verder ging en voor de boeren het j-privaat bezit* van land, vee en werktuigen bepleitte, wat voorzeker dwars tegen elk socialistisch ideaal in- druischt,toen was 't dan ook uit. De man werd, met al z'n gezond ver stand, buiten de socialistische partij gezet. Van hun standpunt hadden de sociaal democraten gelijk. Maar, eilieve I zouden de heeren, die de uitzetting van een Hildebrand toejuichen en over Jatho zoo erbarmelijk huilden, nu niet begrijpen, wat dwaas figuur ze zoo doende maken Meten met twee maten. Bakken met twee pannetjes. Dat is het anders niet. Alles wat de sociaal-democraten doen is goed en recht. Maar als de chris tenen op hun terrein en hui manier precies hetzelfde doen dan is 't een schandaal Rare wereld toch. UITKIJK. Eikels zijn er dit jaar in sommige zand streken nog al gegroeid en overal is men druk aan 't verzamelen, zelfs daar, waar men ze in andere jaren niet op prijs stelt en onder de boomen laat rotten. Het zou dan ook jammer zijn ze in dezen tijd van veevoeder-schaarschte verloren te laten gaan, daar ze als voedsel voor het vee niet zonder waarde zijn. Ook is er met het verzamelen voor menig gezin een welkom duitje te verdienen: opkoopers betalen flf 1.25 per H.L. Voor een deel worden die eikels opgestuurd en op de fabrieken voor het bereiden van eikel-caeao verwerkt, of later als pooteikels gebruikt. Eikels vormen geen krachtvoer, want ze zijn arm aan eiwit, evenals aan vetzij bevatten echter vrij wat zetmeel: versch (ongeschild) bevatten ze ruim 2 pCt. ver teerbaar eiwit, bijna 2 pCt. verteerbaar vet, maar ruim 32 pOt. dus voor een derde verteerbare zetmeelacktige stoffen. De zetmeelwaardè is 40.4 K.G. Men dient dus in de voedering met iekels in het oog te houden, dat men daarin heeft een voeder, rijk aan koolhydraten, doch arm aan eiwit stoffen, en dat het slechts kan dienen als bijvoeder. Wil men de voederwaarde vergelijken met die van andere voedermiddelen, b.v. met het goedkoope rijstmeel, dan zou men zegt de heer Elema, Rijkslandb.leeraar te Assen aan de eikels een voederwaarde van f3.78 per 100 K.G. mogen toekennen, of per H.L. van plm. 60 KG. f2.25. Ge droogde eikels hebben een zetmeelwaarde van 69 K.G. en het procent verteerbaar

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1