eken voor ile i Zeenwseke Eilanden» Zaterdag-23 September 1911 &6sie Jaargang N°. 1696. A n tirevo lu tion air Orgaan IN HOC SIGNO VINCES f W. BOEKHOVEN, De Troonrede jand gebonden, zen. AM. >1 SOMMELSDÏJK. %ile stukken voor de Redaetle bestemd. Idvertentiéa era verdere Administratie franco toe te seinden aan den Uitgever. 01 geen Tariefwet, en dan ook geen pensioen Land- en Tuinbouw. 1,27 4,31 8,37 2, 5,40 8,40 2,13 6,53 8,53 2,18 6,58 8,58 2.29 6,08 9,08 2,39 6,19 9,19 2,50 6,30 9,30 2,55 6,35 3,05 6,45 3,11 6,51 9,47 3,46 7,26 10,22 5,30 9,06 12, 1,06 2,81 3,06 6.16 3.26 3.27 3,38 3,48 8,59 4,04 4.17 4,45 6,10 6,45 3.56 7.06 7.07 7,18 7,28 7,39 7,44 7.57 8,30 7,80 9,05 9,40 9,45 9,55 5,31 5.40 5,51 6.05 6,17 6,28 6,31 6,36 6,46 6,51 7,26 9.06 8,30 8,39 8,50 9,04 9,16 9,27 9,30 9,32 9,42 9,47 10,22 12, 11, 11,09 11,20 11,34 11,46 11,57 12, lj06 2,31 3,06 3,15 3.25 3.26 3,29 3,40 3,52 4,06 4,17 4,26 4,45 6,10 6,45 6,50 7, 7,01 7,04 7,15 7,27 7,41 7,52 8,01 9,35 9,38 9,49 10,01 10,15 10,26 10,35 d. 02 07 13 17 24 28 37 57 07 12 32 ,40 ,49 3,55 4, 4,' 6 4.10 4,17 4,21 4,30 4,43 4,52 4,55 5,14 5,21 5,30 7,35 7,40 7,46 7,50 7,57 8,01 8,10 8,2" 8,31 8,35 8,50 8,57 9,06 10,32 10,37 10.43 10,47 10,55 10,59 11,09 11,20 11.27 11,81 11.44 11,51 12, ,30 4,45 39 7,30 7,39 7,46 8,01 8,05 8,13 5,25 8,20 49 12 ,23 ,34 ,42 ,03 5,39 8,34 10 5,43 8,38 ,23 5,50 8,45 5,54 8,49 ,32 ,43 6, 8,55 10,15 10.24 10,81 10,46 10,50 10,58 11,10 11,19 11,23 11,80 11,34 11,40 ILAND. 6,50 8,15 6,02 8,27 11,10 LAVEN. 3,- 6,10 8,35 3,12 6,22 8,47 3,46 3,55 4,03 4,26 4,41 4,52 4,55 5,21 6,30 6,39 6,47 7,15 7,38 7,50 7,55 8,25 3,54 4,18 4,28 4,38 6,30 6,54 6,59 7,14 4,52 5,07 5,12 5,36 7,38 7,54 7,58 8,20 6,15 6,25 6,35 4,56 6,59 5,07 7,10 rEN 2,40 4,13 6,35 9,2» 4,36 7,01 9,50 3,25 4,40 7,06 9,54 3,40 4,51 7,17 10,06 4,30 6,12 7,38 10,26 5,30 7,54 10,43 5,38 8,02 10,51 5,25 5,47 8,09 8,— 9,10 8,10 9,19 8,18 9,26 8,38 9,50 8,52 10,06 9,02 10,17 9,05 10,20 9,30 10,45 3,53 6,19 9,07 4,04 6,30 9,18 4,16 6,42 9,80 4,36 7,029,50 4,52 7,50 10,17 5,16 8,14 10,41 5,26 8,24 10,51 5,37 8,35 11,02 9,19 9,43 9,48 10,08 10,07 10,28 10,28 10,52 8,44 8,55 9,07 9,33 10,05 9,44 10,16 4,26 5,12 7,38 9,50 10,20 4,37 5,23 7,49 10,01 10 30 5,43 8,09 5,53 8,19 6,02 8,28 en en loosen Tan vee zjjn rjjden markttreinen niet. wordt niet verzekerd. Deze Courant verschijnt elkea Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent zonder <sO Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nnauners 5 Cent. Mer Zondagsblad 7 Cent. ÏÏITGBTEB Telefoon IïsteremM!®. Mo. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Bienstaanvrageu en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Waar de Verzekeringswetten en de Tariefwet zijn ingediend ligt'tin den aard der zaak, dat de Troonrede het groot belang van dit aangevangen parlementaire jaar op den voorgrond schuift en er wordt dan ook een be roep gedaan op de krachtsinspanning en toewijding, die zal worden geëischt. Maar al heeft men de overtuiging, dat dit Kabinet al genoeg heeft inge diend om de Kamers een heel jaar werk te verschaffen, toch denkt het zelf daar anders over. Een wettelijke regeling inzake de pensioneering van gemeentelijke ambtenaren en van hun weduwen en weezen is in bewerking Het Levens verzekeringsbedrijf za^een regeling ondergaan, de Woningweten op de leerplicht zullen waarschijnlijk met al'hun administratie! gedoe wel wat vereenvoudigd worden. Aan trams en locaal treinen zal uitbreiding worden gegeven, terwijl ok aan de gewone Rijkswegen alle aandacht zal worden gewijd. Het spoorwegpersoneel met zijn pensioenaanspraken zal onder goede condities worden gesteld De particuliere telefoons zullen ;in den loop der tijden worden vervangen door die van 't Rijk, enz. Hoofdzaak echter voor ons is, niet in de eerste plaats, wat nieuws er zal worden ingediend, maar dat 't oude dat ishet bij de Kamer reeds inge diende nog vóór 19ld worde afge werkt. Pensioen en nog eens pensioen, met de Ziekteverzekering en de Tariefwet zijn de hoofdpunten. Komen die vóór 1918 in 't Staatsblad, dan zijn we in de verste verte niet onverschillig voor wat er aan wetjes van minder betee- kenis wordt gewerkt, maar de hoofd zaak is 't Sociale werk. Er is nu al zoo lang gewacht en door Links en Rechts is al zoo vaak beproefd om iets tot stand te brengen van dien aard, dat men er ten slotte moedeloos onder worden zou. Moge dan ook dit jaar weer vrucht baar zijn en de Kamerleden zich be perken, zooveel als dit mogelijk is in hun redevoeringen. Tijd is geld en hier geldt 't den werkman zijn toekomst, die met allerlei gepraat en gedebateer niet geholpen is. Belasting. Lasten dragen is ieders plicht, 'tls een lafaard, die zijn schouders niet zetten wil onder de moeilijkheden van 't leven. En ook wanneer er voor 't Staatsleven offers worden geëischt, diene ieder naar zijn vermogen, mee te helpen om die offers te brengen. Voor 't pensioen is geld noodig en al vloeien de rijksmiddelen goed, er moet zijn evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten; worden dus de uitgaven grooter dan moeten ook de inkomsten toenemen. Dat kan op verschillende manieren. Door de pensioenbetalenden moet premie worden betaalddat geeft al iets; door de werkgevers wordt ook betaald en de Staat helpt ook, Maar als de Staat helpt, moet hem geld gegeven worden. De Staat heeft wel bezittingen, maar die zijn gansch en al ontoereikend om daaruit groote uitgaven te doen. De Staat moet dus van de burgerij leven. En als de pensioneering tot stand komt, moet de Staat dus van de Jan en Alleman geld hebben. Dat geld krijgt hij door de Tariefwet. 't Is dwaas om te beweren, dat de Tarief wet geen zwaardere lasten zal opleg gen voorloopig doet ze dat. wel, al is 't ook een feit, dat de concurentie in binnen en buitenland wel degelijk vermindering van die lasten zal ver oorzaken. Al stemmen we dus grif toe, dat de 10 millioen, die de Tarief wet meer zal opbrengen, een grooter last zal leggen op ons volk in alle rangen en kringen, er. is geen andere weg om 't pensioen te krijgen dan door die 10 millioen over 't heele volk om te slaan. Of wel Tariefwet, en dan voorden oude van dagen een behoorlijke toe komst gewaarborgd. Mopperen tegen'; belasting is elk mensch ingeboren ;^maar elk belang hebbende diene ervan overtuigd Ie zijn, dat een Kabinet geen lasten op legt om de menschen een pleizier ie doen, maar om te kunnen voldoen, te blijven voldoen bij stijgende uit- gavencijfers an.n de behoeften, die in onzen tijd van alle kanten roepen. Een Tariefwet heeft als elke wet haar bezwaren maar ze zijn volstrekt niet van dien aard, dat ook maar een Kabinet voor allerlei geschreeuw zou terugdeinzen. Bescherming. In zijn «Beginselen van Staathuis houdkunde® schreef in de laatste helft der vorige eeuw Mr. Bruijn Kops ook een hoofdstuk over de Bescherming, Maar dat hoofdstuk begint eigen aardig en werpt een licht op de eco nomische bedoelingen der liberalen of liever der vrijhandelaars. Hij begint zoo Vrijheid van nijverheid is vrij heid voor een ieder, van voort te brengen wat hij wilzooals hij wilzooveel hij wil en daarover te beschikken zooals hij wii, Die bepaling op zich zelf is niet aanvechtbaarmaar de consekwestie aanvaarden we niet. Als alle Landen de Vrijheid aldus verstonden, dan zou den we geen bezwaren maken. Duitsch land, Engeland, Amerika, konden dan fabriceeren wat ze wilden, zooals ze wilden, zooveel ze wilden en ze konden daarover beschikken zooals ze wilden. Ze kunnen hun fabrikaten houden, voor een prikje verkoopen, ze cadeau doen, ze duur slijten op hun eigen inlandsche marktalles goed en wel maar dan moet Nederland ook die vrijheid genieten. En Nederland geniet die vrijheid niet. Wat de geleerde Hollandsche schrijver uit de vorige eeuw, zoo mooi als vrijheid beschrijft, is niet de Hol landsche vrijheid, maar een uitheem- sche. Wij, Nederlanders kunnen niet voort brengen, wat we willen. Wij kunnen niet voortbrengen, zoo veel we willen. Wij hebben niet te beschikken over onze fabrikaten, zooals we willen. Onze artikelen worden tegengehou den door de hooge invoerrechten, die Duitschland, Engeland en Amerika heffen en deze Landen komen met hun artikelen vrij op onze markt. Zij genieten de vrijheid waarvan Bruijn Kops spreekt, maar wij genieten ze niet. 't Is mooi gezegd voor dien Staat huishoudkundige maar jammer, dat de praktijk in flagranten strijd is met de mo ie theorie, die hij voorop plaat ste Juist om zijn theorie toe te passen moet onze nieuwe tariefwet in praktijk gebracht worden. Dan komt er wat vrijheid. Nu zitten we gevangen tus schen muren van invoerrechten. $M> 1»ËN UlTfilJH. >Alles wordt duurder k zucht de huis moeder. En 't geheele gezin zucht mee. De man en vader moge in gewone om standigheden zijn taak als afgedaan be schouwen, wanneer hij 't weekgeld voor moeder de vrouw hec ft uitgeteld en lachend zeggen, dat zij de huishoudster is, zulke ernstige klachten als thans gehoord worden, kan hij niet onopgemerkt laten voorbijgaan, al kan hij 't ook niet gebeteren. »Alles wordt duurderen met zorgen schrik zien de menschen, die uit smaüe beurzen eten en leven moeten den naderen den winter tegemoet. En zij waarlijk niet alleen. Ook de breede schare van 2-kleine bur- gers,« die van een vast inkomen leven, of die met 't uiterste hunner krachtsinspanning niet meer kunnen verdientn dan ze doen, vragen waar het heen moet, ais alles maar stijgen blijft in prijs. Nu is dat »alles« betrekkelijk. We moeten 'took weer met erger maken dan het is. Gods zegenende hand is gelukkig nog niet 'gansch ingetrokken. Asn aardappelen, om maar iets te noe men, zullen we geen gebrek hebben. Het beschot m?g door de droogte niet geworden zijn, wat het beloofde, van ziekte hoort men toch weimg en ze zijn voedzaam. Al zullen ze, bij algemeene prijsstijging, nu juist niet goedkoop zijn, ze zullen daarom toch niet ontbreken. Met het brood zal 'i ook wel schikken. Io den laatsten tijd rijzen de graanprijzen wel weer, maar de totaal-oogst over de gansche aarde valt niet tegen, zoodat de prijs-schommeling niet groot kan zijn. En met name het varkensvleesch zal wel op z'n prijs blijven staan, tenzij het buiten land al te wijd zijn grenzen opene en het er net mee gaat als met allerlei vruchten en groentesoorten, waar de buitenlander zulk een prijs voor geeft, dat wij ternauwer nood meer weten, hoe ze smakeD. Doch in dat geval, zou ik zoo zeggen, moest de Regeering den vrijen uitvoer ook eens wat belemmeren. Want de »open deur,< ook voor varkens is 'n mooie theorie. T Maar niet, zooals bv. Frankrijk die in 'praktijk brengt. Van de tien jaar houdt dat land negen jaar en zes maanden onder honderd-en-een voorwendsels zijn grenzen voor onze varkens gesloten. Niet één mag er dan in. Al zijn ze ook kern-gezond. 't Is, dat Engeland gelukkig een goed afnemer is, anders waren de varkens 't voêr niet waard, waarmee ze worden gemest. Maar dan de laatste zes maanden, als 't nijpen gaatals er honger-oproeren uit breken als Frankrijk geen raad meer weet, om aan vleesch te komên, dan komt het voor zijn speklievend publiek ons de varkens duur maken en voor den neus weg kapen. Alles goed en welde boeren zijn er goed mee en da.t gunnen we hun wel ook ze kunnen wei flinke prijzen gebruiken na een schadelijken zomer als we achter den rug hebben. Maar als dat nu zóó worden gaat, dat de gewone man ook geen spek en vaikensvleesch meer krijgen kan, dan zou het tijd worden, dat de Regeering eens vlug en handig haar aandacht wijdde aan deze ernstige zaak, Want op rundvleesch reken ik niet te veel voor den eersten tijd. Op 't oogenblik gaat het wel. De boeren moeten opruimen, d.w.z. hun veestapel eer inkrimpen dan uitbreiden. Wat heeft men aan 't prachtigste vee, als er geen eten voor is En eer we den winter half door zijn, zal naar alle waarschijnlijkheid het hooi tot oorlogsprijs gestegen zijn. Zoolang dus de najaarsmarkten duren en er vee los komt, zal 't wel gaan. Al is 't geen puik slachtvee en al zijn 't vanzelf de beste beesten niet, die de boer opruimt, er zal wel vleesch zijn. Maar als alles om hoog gaat, zal ook voor de slagers die tijd spoedig aanbreken, of bet<r gezegd voor de prijzen van hun winkelvicaich. Zet echter 1912 door de gunst des Heeren goed in, dan zal er denkelijk een periode van nóg sterker stijging aanbreken. Dan willen de boeren weer vee koopen en zijn niet te bewegen ook maar één stuk at le siaaD. 't Kon dan weieens een poos vleeschcóód worden. Hoewel, er is weinig van te zeggen. Een groote zegen in onze eeuw zijn de snelle verkeersmiddelen. Van de einden der aarde kan voedsel worden aangevoerd. Wie had een eeuw geleden durven droo men, dat uit Australië de boter verkocht zou worden op de Londensche maikt en dat uit Argentinië het vee naar Europa zou worden gevoerd, om daar tot voedsel te strekken voor het vleeschgrage mensch- dom En zoo zijn dan de prijzen óók afhankelijk van den invoer uit andere werelddeelen. Komen die ons echter om de een of andere reden niet te hulp, dan kunnen we geruimen tijd carnaval houden en zien, dat we 't stellen zonder het voedsel, dat God in Noach's dagen reeds het menschdom toewees. Dan wordt dat iets extra'sgoed voor dikke beurzenzoo iets als 'n busje zalm en 'n flesch gascogner. 't Baat ons weinig, dat het schapenvleesch eer dalen zal in prijs dan rijzen, want vooreerst kiijgt ge ons volk niet aan de schapen hoewel het er een aartsvaderlijk voedsel aan hebben zou en 't misschien toch tt èl de moeite waard was, een onderzoek in deze richting in te stellen. Een twintig jaar geleden griezelde menig een op de gedachte, paardenvleesch te zullen eten en thans wordt het in menig burgergezin gekocht, goed toebereid en smakelijk gevonden tenzij de rossinaart al te bedaagd geworden was, eer hij waardig werd gekeurd voor de slachtbank. Gelukkig ook dat Nederland aan zee ligt en dat het nog vischrijke meren en binnen- zeëen bezit. We leven niet meer in den tijd, toen Jan Steen voor 'a zuur gezicht 'n kar met visch kocht, maar toch kan dit voedsel het vleesch meer vervangen dan thans nog 't geval is. Wij, jongeren, weten het zoo niet meer, maar 't is toch volgens de statistiek, die niet liegt, een feit dat het met de prijzen niet altijd omhóóg, doch schommelend op en-neer gaat. In de jaren tusschen i860 en '70 zijn de prijzen der levensmiddelen -j- 30 °/0 hooger geweest dan ze zelfs nu op dit oogenblik nog zijn. Eerst na het jaar '80 is tot ongeveer 1900 een dalmg ingetreden, die sedert weer door een rijzing is gevolgd en de economische weerpiofeten verteiien ons om strijd, dat we het hoogste punt neg niet hebben bereikt. Trouwens om dit te kunnen zeggen behoeft men op dit oogenblik geen gróót profeet le zijn. Het lijkt zoo iets op den man, die bij hevigen plasregen, grijsgrauwe sluierluchten dalenden barometer met diepzinnig gelaat verklaren komt 2>dat we 't nog niet gehad hebben.i Eén oorzaak voor stijgende prijzen wordt docr de kenners opgegeven, die we ineen vorige periode van duurte zoo niet kenden. Het is de trust-vorm'ng. Dat gaat maar rusteloos voirt. 't ls het ^kapitalisme*: als k dat woerd eens gebruiken mrg, op z'n ergst, op z'n slt chtst en op z'n dwaast. Want als het heel het aardrijk zal hebben vertrust, dan heeft het daardoor zelf den troon toebereid, waar het socialisme op regeeren zal. Ik zou die stelling graag bewij zen 'n mooie- kluif voor 'n studieavond op onze propagandaclubs van de winter maar ik zou er wel drie Uitkijks voor noodig hebben en m'n papier raakt vol. 'k Zal niet ontkennen, dat soms eenige overeenkomst tusschen producenten enver- koopers in eenig artikel, om de gevaren eerser al te gekke concurrentie te keeren, kan noodig zijn. Maar dat wil koning Trust niet Hij zocht de absolute macht. Zooals een vleeschtrust in Amerika nu weer zocht te bereiken, dat er geen kalf gefokt en geen koe geslacht wordt, anders dan zij het hebben wil. Ik hoop, dat de Overheid dat getrust, niet zal laten met rust. Overigens hoop ik, dat in deze dure dagen eik werkgever het uiterste doen zal, om het zijn arbeiders niet te zwaar te laten worden. Als een arbeider door de duurte twee gulden te kort komt in de week en hij krijgt om de duurte één gulden meer lom, dan zal de zorg voor dien anderen hem zooveel te lichter vallen, als hij weet dat de patroon, die 't vaak óók niet te breed heeft, toch zijn nood toont te begrijpen. Er kan veel worden gedaan. Ook zónder dat nu direct een aalmoes wordt uitgereikt, al zullen dezen winter de diakonieën goed moeten worden gesteund, willen ze in den nood kunnen voorzien.' Maar laat bovenal elk der lezers, die misschien zélf met ze kere bekommernis den winter tegemoet ziet, het hoofd omhoog heffen. Misschien moet d n ditmaal de oude jas nogeens opgeborsteld. Kan er weinig of niets voor winterversnaperingen overschieten. Zal de boter erg dun gestreken, de kaas in doorschijnende vliesjes gesneden moeten worden Desniettemin, tot op den huldigen dag heeft de aarde nog niet gezien den recht vaardige verlaten, noch zijn zaad zoekende brood Zij het onze begeerte tot dat getal te behooren. Niet om des broods wille. Maar om Jezus Christus' wil. UITKIJK. Het doorwassen der aardappelen. Dit verschijnsel doet zich dezen zomer op vele aardappelakkers voor. Het bestaat hierin, dat zich aan nieuwe uitloopers nieuwe knollen in den grond vormen, dat met leedwezen door den teler wordt gezien, want de eetaardappelen worden er glazig en soms haast ongenietbaar door. Hoe is dat verschijnsel te verklaren vraagt ge. Aldus 't was een gevolg van den regen, die er volgde (te min, helaasop de lang durige, felle droogte. De droogte had den groei gestuit, als 't ware stilstand gebracht in het leven van den aardappel. De knollen bleven klein en werden vroeg rijp. En toen 'er eindelijk regen viel, kwam er leven in de oogen der nieuwe knollen, welke onder gewone omstandigheden zich eerst in 't volgende voorjaar zouden ontwikkeld heb ben. Er kwamen nieuwe uitloopers. Had de regenperiode aangehouden, dan zouden die uitloopers boven den grond zijn geko men, maar nu er al spoedig opnieuw droogte intrad, bleven ze onder den grond en ver dikten zich daar tot een knol, dien wij den „dochterknol" kunnen noemen. Dit is nu het „doorwassen" of „doorgroeien."

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1