SEN.
avonden
i
EB BLAD.
Zaterdag 16 September 1911.
26Hie Jaargang N°. 1694.
DEKEN
k
RT
F
I
Antirevolutionair
Orgaan
voor «Ie Zuiilliollaiiilsehe en Keenwtüelie Eilanden.
Middelhamis,
SOIlGlStt.
LCHIFE
^MSTBIZEK"
de ia zssr
MEIJER Ez.
nelsdijk,
iant,
>IT13
IN HOC SIGNO VINCES
Verkeerd beoordeeld,
f7oor Muis en Mof.
Laarzen
ieilnie en voor-
a voor alle soorten
1 WATERLAARZEN.
UIT VINDING
p. 5 ons.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
W. BOEKHOVEN.
CO
CD
CO -
eene zeer groote
zonder prachtband
Ceat tot ƒ9,50.
del van
raat
IN IEDERE
ING.
en met wol I
minuut
d, gestopt.
inachïnehandel
^TESIV,
1.
mdpad no. 192.
-1LEPH. 5845.
ïkend dat mijn
reven worden
ie bestaat.
4837
VÉ
ren, inboedels enz.
«Hik. 43 '5
ONEE.RD
neerd handelsmerk
»h v. Ballegooij.
C. A. Poot».
tüc Eesteren.
"W. Zaaijer
van OoKtecferugge.
4528
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
n n n v zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50 zonder ƒ4,50 per jaar.
Ifzouderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
SOMMELSBIJK.
ïelcMn IntterconiR. So. 2.
j! AdverteiltiëB 10 cent per regel en 3/x maal. Reclames SO per regel.
Boekaankondiging Cent per regel en 4/s maal.
BiensÉaanvragem en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groot® letters en vignetten vrorden berekend naar de plaatsruimte dia zij beslaan
1 Advertentie!! worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
■Ilif Mttkken voor de Kedaefae iM»*ie<iRa«t. &«Sveri eras less er* w
e Administratie franco toe ie aeodess den fJif&ever.
Waarover onze partij nooit te klagen
heeft gehad, is de onkunde of halfken -
nis waarmee ze zoo herhaalde malen
veroordeeld of beoordeeld is Dat was
zoo bij den oorsprong onzer partij,
toen Groen den grond omwoelde en
boorde en dolf tot op verre diepte, als
in latere jaren en nog heden.
In Sept. 1853 sprak de Kempenaar
tegenover Groen, hem pijnigend zoo
scherp hij kon
Er is een scheuring, die moeder
is van een partij. Die partij kiest
een hoofdmet dat hoold treedt zij
op het staatkundig terrein werpt
zich op tot een staatkundige partij
maakt als zoodanig vorderingen
laat eischen gelden geeft «^nadruk
kelijken toon haar ontevredenheid te
kennen, wanneer aan die eischen
niet voldaan of geen toezegging ter
voldoening worde gegeven.
Maar zoo de godsdienst op het
staatkundig terrein wordt overge
bracht waar zoo wordt gehandeld
en gestreden, waar men zich zoo op
behaalde overwinningen beroemt
en andere najaagt, daar Mijne hee-
ren, is politie noodig.
Politie noodig om Groens mond te
snoerenom Groens geschriften te
verbannen.
Politie noodig om den invloed onzer
beginselen in die dagen tegen te gaan
en onze staatkundige overtuiging te
dooven; haar te nekken, opdat de ii
berale overtuiging leven mochte.
Politie noodig omdat we, omdat
Groen den euvelen moed bezat een
andere levens- en wereldbeschouwing
te omvangen, te huldigen, met klem
en kracht en koenen moed te bepleiten,
dan de toen boven drijvende partij.
Wat een treurige voorstelling had
toch die mijnheer Kempenaar van onze
beginselen, van ons streven, ons vo.t-
opgezet doel.
Wat een Veroordeeling en haat tegen
onze levens- en volks- en staatsbe
schouwing Om Land en Volk weer
terug te brengen tot den God onzer
Vaderen daarvoor trad Groen op en
omdat te beletten was politie noodig.
We slaan een 30 jaar over. Ge zoudt
zeggennu heeft men dan toch wel
begrepen, wat de antirev partij wil.
Wat Groen wilde. Luister eens naar
een gevierd geleerde uit die dagen
Allard Pierson.
In zijn Oudere Tijdgenooten«
schrijft hij over Groen
Groens geschiedenisboek is door en
door onhistorisch, gelijk Groens wijs
begeerte van de geschiedenis louter
theologier en eene, die op vroegere
catechisatiën thuis behoorde.
Of deze geleerde Groen ook begreep,
die alles bezag bij 't licht van Gods
Woord en Gods voetstap ruischen
hoorde bij eiken pas die de historie
der volken vooruitdeed, Groens geschie
denis is het wandelen Gods naspeuren
door de rijen der natiën, sprekende:
De Volken bedenken ijdelheid Mijn
Raad zal bestaan en Ik zal al mijn
welbehagen doen.«
Lees Pierson verder als hij over het
Réveil schrijvende en er ook Groen
bij te pas brengt:
Evenmin als door problemen
(vraagstukken) der historische of
den zedelijke wetenschap werd men
door problemen van staatkunde ge
kweld. In het ééne woord Evangelie
lag het heil voor tijd en eeuwigheid
met dat Evangelie werd de belofte
gebracht van het tegenwoordig en
toekomend leven.
En dan volgt, wat we bedoelen in 't
byzonder
Nog op later leeftijd noemde
Groen zich »niet een staatsman maar
een Evangeliebelijder.ct
Hoe is 't mogelijk, dat een zoo groot
geleerde als Pierson dat Woord van
Groen zoo versnijden kon. Hij, die
Groens staatkunde dag in dag uit kon
volgen, zijn politieke geschriften da
gelijks onderzoeken. Alsof Groen als
de mannen en vrouwen van 't Reveil
een tegenstander was van politiek.
Pierson begreep het antirev, standpunt
van Groen niet, als hij meende, dat
de bovenbedoelde uitdrukking alleen
beoogde een teren op 't Evangelie en
een afwijzen van staatsmansbeleid.
staatsmantaktiekstaatsmansw ijsheid
We slaan weer 30 jaar over: 1911.
Zou men de A R. beginselen in de
liberale kringen nu begrijpen Nog
begrijpt men ze niet.
Rij 't Kuyperkabinet vroeg men on -
ophuudelijk: Maar waar zijn nu toch
uw antirev. beginselen Men zag ze
niet, en toch, wonderlijk! men stiet't
Kuyperkabinet omver in 1905. Weg
met Groen, men begreep z'n ideiën
niet! Weg met Kuyper in 1905 men
begreep hem niet. Wonderlijk toch
haten, wat men niet begreep
of niet wilde begrijpen
En met 't Heemskerkkabinet is 't
krek eenderZijt gij antirevolutionair,
we zien 't niet, Maar wonderlijk, in
1913 loopen Liberalen en Socialisten
arm in arm om ook dat kabinet zoo
mogelijk in den grond te boren.
Verkeerd beoordeeld zijn we altijd.
Geen een liberaal, die ons snapt
ot snappen wil,
Maar bij de stembus dan loopen
ze te hoop om ons te treffen.
Zouden ze ons ddn begrijpen 1 Na
melijk, dat 't er ons om te doen is,
om de werking de liberale beginselen
vleugellam te slaan Als ze dat begrij
pen, zijn ze aan 't rechte eind. In elk
geval: wij begrijpen de Liberalen en
Socialisten al te goed. En dat is vol
doende.
Watervoorziening op Flakkee.
De heugenis, dat er op ons Eiland
zoo iets moet bestaan, dat men Com
missie voor de Waterleiding kan nee
men, is niet erg frisch meer. En men
zou zeker velen aan zich verplichten
in dien, wie er meer van wist, eens
in ons Blad ot elders wilde mededee
len, wanneer die Commissie is opge
richt, wie haar leden zijnen waar
't vooral op aankomtwat ze in de
vele of weinige jaren van haar be-
staau nu eigenlijk heeft uitgevoerd.
Vooral, nu we zoo'n prachtigen, ja 1
maar drogen zomer achter den rug
hebbenwe twijfelen er niet aan of
deze Commissie heelt Hink gewerkt
om 't vraagstuk der watervoorziening
eens een eind vooruit te helpen.
Gebleken is in honderden huisge
zinnen en ook met den veestapel, dat
een droge zomer voor Flakkee eenige
tonnen kost, vooral als deze gepaard
gaat met een uitgebroken ziekte onder
't vee.
Onzes inziens moeten alle Gemeen
teraden zoo spoedig mogelijk de hoof
den bij een steken en de Commissie,
of is er geen 't werk uit de hand
nemen, opdat binnen een niet al'te
lang tijdsverloop de bevolking hoop
mag koesteren, dat in de natte nood
druft worde voorzien.
Zooals 't er nu mee gesteld is, is 't
voor eiken O verheidspersoon, dus voor
eiken Burgemeester onverantwoorde
lijk om zijn burgerij weer aan een
tras van een buurvrouw of aan de
tramwagens over te laten.
Als de Burgemeesters van Flakkee
niet spoedig en krachtig optreden, de
hand aan den ploeg slaan en den hee -
len winter met dat allergewichtigste
vraagstuk in vergaderingen zich be
zig houden, handelen zij in flagranten
strijd met de goede zorgen voor een
dorp geeischt in een drogen zomer.
De Overheidspersonen hebben hier
wel degelijk voorop te gaan. 't Raakt
de gezondheid der burgerij en van
't vee. Wat doet die Commissie?
OF OM UITHIJÜ.
'k Moet nogeens terugkomen op het
onderwerp, dat ik de vorige week behan
delde, Nog ditmaal, en dan is 't uit
't hart is er me echter thans nog te vol vaD.
Men weet, wat de zaak was.
Ken bekend, liberaal penvoerder uit Den
Haag, heeft in een Indisch blad een stuk
geschreven over de populariteit van onze
Koningin, die volgens hem heel wat was
geminderd.
Men merkt dat zoo nog niet in de lagere
lagen der bevolking, maar in de hoogere
en met name in de »wereldsche« kringen
is het zeer goed te merken, volgens hem,
Ook zou Hare Majesteit zelve daar mee
oorzaak van zijn.
De socialistische pers in ons vaderland
hoe is ze er zoo gauw bij zorgde wel,
dat dit stuksken hier niet cnbekend bleef
en dacht misschien, dat met name de
Christelijke pers het wel doodzwijgen zou.
Dat had ze dan mis.
Vooreerst wat ons zelf aangaat, en ook
wat andere bladen van onze richting be
treft, die er een grooter of kleiner artikel
aan wijd'deD.
Ook de liberale bladen kwamen uit den
hoek, schuchter, bedeesdzeiden er niet
veel vsd. Alleen een Vrijz.-Dem. Orgaan,
de »Midd, Crt.«, naar ik meen, vond het
flink, dat zulke dingen eens werden gezegd.
Nu dat vind ik ook
Men kan er de geesten uit proeven,
gelijk ik de vorige keer reeds opmerkte,
dat het met name de 3>vromigheid«, de
»bigotterie« is, die de vrijzinnige heeren
dwars zit.
Maar ook overigens, men kent ons Chris
tenvolk slecht, als men meent, dat het zijn
Vorst of Vorstin met pluimstrijkende woor
den of serviele daden wenscht te vleien.
Dat volk voelt zich wel verwant aan de
Geuzen, die met Prins Willem van Oranje
voor de vrijheid streden, maar het walgt
van de hovelingen vaneen LodewijkXlV,
die hen met slaafsche vreeze toestemden
De Staat ja, dat zijt gij
Van hovelingen-vleierij gesproken
Ik las dezer dagen van dezen welbeken
den Lodewijk XI V, hoe hij eens een
leelijke puist had op zeker deel van zijn
lichaam, dat ik niet noemen wil, welk on
gemak door een kleine operatie moest ver
holpen worden.
Wat zag men nu gebeuren p
Zijn hovelingen kregen naar hun zeggen
allemaal dergelijke ougeroal&en en wilden
met alle geweld de xhooge eer« hebben, dat
hetzelfde mes, waarmee hun Koninklijke
meester behandeld was, ook in hun vleesch
zou worden gezet
Wel het toppunt van slaafschheid.
Om nu op mijn onderwerp terug te komen
ik hoor nog altijd dat kloeke woord
van onzen Groen van Prinster er, al is 't
vijftig jaar geleden sinds het uitgesproken
werd »Geen van de drie Koningen uit
het huis van Oranje heb ik ooit gevleid
Dat had hij ook niet.
En toen Willem I zelfs toeliet en goed
vond, dat onder zijn regeering de Afge
scheidenen werden vervolgd, is 't Groen van
Prinsterer geweest, die ïd eerbiedige be
woordingen, doch op de meest besliste wijze,
daarover zijn afkeuring ook jegens den
Koning heeft te kennen gegeven.
Om nu nog dichter bij mijn onderwerp
te komen van da verhouding tusschen
Vors (in) en volk in Nederland, lijkt het
mij, nu een eeuw geleden, iu 1813 geen
verbetering te zijn geweest, dat het Stad-
houdeischap tot een Koningschap werd.
De Souverein(e) en het volk kwamen
daardoor verder van elkander te staan, dan
in ons land, met ons volk en na onze
his orie noodig en wenschelijk was.
Ken Koning(in) staat hoogheeft een
hofstoetleeft in een kring apart
moet ook zijn of haar staat ophouden.
Dat ging in den Stadhouderlijken tijd
heel wat huiselijker toe.
Den dsg, dat Prins Willem I dood
geschoten werd, had hij een in dien tijd
nog zeer burgerlijke burgemeester van Leeu
warden aaa tafel gehad. Weinigen wisien
als hij, ontzag in re boezemen, maar als
hij reisde van stad tot stad was hij voor
ieder te spreken.
Prins Maurits wandelde op de Haagsche
kermis de kramen langs en kocht wat moois,
net als 'n gewoon burgermensch.
Prins Willem 111 wist Koning te zijn,
maar zijn vrienden bezocht hij, heel ge
moedelijk in hun eigen huis, els 't hem in
den zin kwam.
En wie bv. leest va& 't verblijf van een
Willem IV in Amsterdam, staat verbaasd,
hoe de gewone woordvoerders uit de bur
gerij tot bij ziju bed werden toegelaten.
De glans van het Koningschap laat dit
vanzelf niet toe, afgedacht nu nog van het
feit, dat ook onder de bu gerij, met name
in de steden, de afscheiding der standen
ook heel wat absoluter is geworden dan
voorheen.
Nu is er echter 'n gevaar.
En daarvoor zijn we niet blind.
Dit nl., dat de Koning(in), altijd zich
bewegende in een vrij engen kring, lang
zamerhand die ruimte van blik gaat missen,
die toch zoo gewenscht is, Wre de kroon
draagt, moet in de eerste plaats het volk
kennenin al zijn deugden en verkeerd
heden, zijn nooden en hulpbronnen.
En dat ook wij wel gaarne zouden zien,
dat onze geliefde Koningin z ch met behoud
van haar staat en waardigheid, vesl onder
het volk begaf en toonde één van hart en
één van zin met dat volk te zijn, als in
de dagen toen zij de »Gelderland« stelde
ter beschikking van den ouden president
Kruger wij verhelen dat niet en spre
ken het waar 't pas geeft, ook uit.
Maar laat men het goed weten
Met onze achting, eerbied en liefde voor
het Huis van Oranje heeft dit niets uit te
staan
Ach, dat dwaze gemier over »popula-
riteitï.
Populair kan een losbol zich wel maken,
als hij in 't publiek maar wat inbindt, een
gulle hand en een moppige geest hééft.
Populair is 'n een-dags bloem.
Dr >Hosannah's« versterven zoo snel.
Wij e nen en achten en eerbiedigen onze
geliefde Koningin, omdat het Gode behaagt,
ons door haar hand te regeeren.
Die rr den kent men Linksch niet.
Vandaar dat men daar zoo miert over
die »populariteit«. Dat moet daar een der
hechtste zuilen zijn van 't Gezag De
stroopier
Wij hebben onze Koningin lief om haars
zelfs, maar niet minder om harer vaderen
wil. We hebben met het Huis van Oranje
te veel doorgemaakt, dan dat een weinig
tegenwind ons zou doen deinzen.
't zWilhelmus« was onze psalm van
bevrijding. En dat lied past eeniglijk bij
een Vorst of Vorstin uit het Huis van
Oranje.
Ed dan is gr nog meer.
Is 't wonder, als onze Koningin liever
door de stille Geldersche dreven wandelt,
dan in de residentie, waar het volk van de
straat haar niet eenmaal rustig kan laten
gaan
Is 't wonder, dat zij zich beklemd ge
voelt, waar het liberalisme de Koninklijke
macht zoo heeft besnoeid, 'dat er veel
minder vaD overbleef dan van een Pres:dent
in menige republiek is opgedragen
Doch waartoe meer
't Is een teer punt, waarom men in
vroeger jaren onzen Lohman in de Kamer
eens wou aanvliegen, maar 't is toch waar
hoe dun er ook bij vele vrijzinnigen de
Oranjeliefde op zit, dat we'en we bv, uit
het jaar 1848 nog wel!
Bij het Christelijk Nederland zit ze uit
den aard van ons geloof, dieper. Iels min
der of meer populairwij houden
Oranje in 'thart en daar zal men die liefde
niet uubrauden wat vrijzinnige scriben
ten nog meer naar lodië overschrijven
mogenUITKIJK.
In een vergadering van Britsche genees
kundigen waarschuwde de heer Smith van
Londen tegen het misbruik van snoepgoed,
Snoepgoed had als voedsel geen enkel nut.
Het moest door de jeugd woiden afgezworen
(vrome wensch) en ouders moesten het hun
kinderen verbieden. Allerlei vergiften worden
er in gebruikt, b.v. alcohol in likeurboonen;
ook komt arsenicum (rattekruid) meermalen
voor.
Het sap van den citroen, ook wel limoen
sap gelieeten, verkoelt en zuivert niet al
leen het bloed, maar een veelvuldig gebruik
er van, vooral 's zomers, is een voorbe
hoedmiddel tegen koorts, evenzeer als liet
sap van twee citroenen in een half glas
water als een krachtig middel tegen ander-
daagsclie koorts en rlieumatiek wordt aan
bevolen. Men gebruilce het sap echter zonder
suiker, alleen warme kwast, tegen verkoud
heid gebruikt, mag. men zoet maken.
Dr. Appia vraagt in „Voor moeders
„Is de dot of de fopsteen die men het kind
geeft om zijn honger te verschalken overal
verdwenen Komen wij niet te kort in het
ventileeren van de kamers, zelfs van die
waar wij een ziek kind verzorgen Zijn
w ij zoo zindelijk als liet behoort Als er
een kou gevat is gebeurt het dan niet meer.
dat men alle toevoer van luchthermetisch
afsluit, de kamer overmatig verwarmt, het
kind met een menigte kleeren toestopt, waar
van het aantal gelijken tred houdt met
onze bezorgdheid, en geven wij liet niet
tal van middelen Geven wij jongen kin
deren niet veel te spoedig en te dikwijls
geneesmiddelen, met name laxeermiddelen
Maar vooralgeven wij niet veel te vroeg
tijdig zwaar en onverteerbaar voedsel bij
de moedermelk En als dan stoornissen
in de spijsverteering optreden, die we zelf
bewerkt hebben, nemen wij dan niet veel
te gauw de toevlucht tot de apotheek in-
plaats van tot een veranderde voedings
wijze
Voor kleine en groote patiënten Doe
op een eetlepel levertraan 6 druppels ka-
neelolie en alle walging is bij tooverslag
verdwenen.„Schud ricinus- of won
derolie vóór 't gebruik een paar lepels bier
en alle walgelijkheid is er ax.«