i
Zaterdag 9 September 19
26"le Jaargang N". 1692.
Antirevolutionair '||jP Orgaan
ff
IN HOC SIGNO VINCES
.HARNIS,
'kaarten
de in zeer
i&T
MEIJER Ez.
welsdijk.
I
AAR, Voorflai C11.
voor de Znidliolland§rhe en Keenwicbe Biln
W. BOEKHOVEN,
Bion van bezieling.
I'KAC0-
esting Veevoe-
n aanverwante
nde prijzen,
wordt aan kuis
zekering
delaars
li
/I
f
I
OMSTEK®
p. 5 ons.
llandsch
99.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. mot Zondagsblad 75 Cent.
zonder <sO
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
SOMMELSDUK.
Advertentiën 10 Ceat per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel,
Boekaankondiging 5 Cent per regel en i/s maal.
Dienst aanvragen ea Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar da plaatsruimte die zij heslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10
uur.
Alle stukken voor «ie Redactie kestesnd, Advertentie» era verdere Adssiïnfstratle trauco toe le «eudesi aan den Ufjrever.
Millioen Gulden
Juni 1911
f 6.026,421,83
- 1.2-27,962,98 Va
- 227,537,92
S, Directeur.
VAN EOREEST,
resident Commissaris.
harnis en omstreken
CR KOOGH
4966
f*
oh.
en, inboedels enz.
'eeren
kt, met afstands
tand tusschen de
Bron van bezieling
Zoolang de eene geestesstrooming
in de volken zich openbaarde, n.l. dat
VjiHQ heilige geestdrift over het Evan
gelie gedacht en gesproken werd dat
.n allerlei bevindingen en visioenen
en godspraken en droomgezichten en
in deiningen des h irten, in weeklach
ten en zoete woordekens een enthou
siasme, een bezieling, een hartstocht,
naar buiten kwam, die den omstander
deed vragenwat mag toch dit zijn
zoolang was ej voor niemand reden
en aanleiding om naar de geloofsbrie
ven te vragen van die hartstochtelijke
en zoo moedige mannen. De buiten
wereld beschouwde die dweeperij niet
als een geloofmaar als een ziekte
des geestes; een dwaas spelen laten
zijner verstandelijke vermogens met
eenige opgekomen godsdienstige in
drukken.
Neen alleen op de daden werd ge-
en die mijmeringen den vromen
•name gegund, mits hij niet tot bui-
'nsporigheden overging en voor zijn
i V^fimgeving en zijn dorp, en zijn land
gevaarlijk werd.
Dat Woord, bet mocht gerust een
bron van bezieling zijn, mits die bron
maar binnenshuis bleef vloeien in den
engen, nauwen huiselijken kring. Ja,
ook nog in de Kerk zelf werd ze geduld
maar er buiten mocht geen droppel
vallen.
't Waren goeje, beste zielenzoo
oordeelde menlaat ze begaan tot
vöbr den dorpel hunner deur maar
daar buiten stop neen, hun donkere
en sombere aangezichten, klagend over
de ongerechtigheden der wereld en
den afval en den zondendienstbun
sombere houdiDg, hun sombere kleed,
waaronder 't nochtans gloeide van
liefde voor hun Jezus, zijn Woord,
zijn Voorbeelddie sombere houding
en die eenvoudige kleeren, en die korte,
afgemeten woorden en diestrengetucht
over zich en de hunnenze werden
beklaagdmen had er medelijden mee
dat een mensch toch zoo kon wezen.
Nochtansmen bond den strijd niet
tegen hen aan hun optreden werd
als dwaze inbeelding gedacht en men
gunde ieder zijn eigen liefnebbe-
rijen op godsdienstig en geestelijk ge
bied.
Tot dat de omkeering kwam. Een
nieuwe bron van bezie'ing vloeien ging.
Niet meer voor den eenling, eenzaam
en met zijn God gemeenzaam niet
meer smeulende in 't hoeksken met
't boekskenmaar een nieuwe bron,
toen de bazuin door de landen klinken
gingLand, Land, Land, hoort des
Heeren Woord.
Dat Woord moest dus eerst ver kon -
digd, daarna gehoord worden. Maar
geen verkondiging zonder studie En
alweer, die studie vormde een school,
een richting met aanhangers en
yijandea.
Zöó werden dan de bakens verzet.
Eertijds de leer der Kerk en daar
tegenover de persoonlijke ervaring, die
in zekere kringen uitermate werd be
geerd als 't kruid voor alle Ziekten
«en 't panacee voor aiie kwalen Bron
van bezieling alleen de mystieke ge
meenschap. Daarnade leer verdroogt
de zielen de Kerk gaat in formalisme
op en de bevindingsmannen en vrou
wen winnen veld.
Daarna de reactie de Kerk dreunt
onder 't trompetgeschal van eenige
herauten en hun banierende Kerk
krijgt weer een belijdenis van merg en
vleesch; de doode en djrre rechtzin
nigheid wordt in een hoek gezet en
't Geloof wordt openbaar en de Wer
ken, die 't Geloof, 't levend Geloof
al lijd vergezellen.
Toen ontbrandde de strijd.
Tegen 't Geloof met deRede de per
soonlijke genieting eenerzijds, 'en ter
anderer zijdede dorre rechtzinnigheid
der punktueele vormelijke kerkheilig-
heid. En tegen alle drie tezamen de
Rede zonder Geloof.
En eigenaardigbij de vrienden der
Rede zonder Geloof, bij de bijbelschen
ders werd de vijandschap tegen 't
Woord bron van bezieling en bij de
mannen der Redelijke Godsdienst werd
de liefde voor 't Woord oorzaak van
herleving.
Zoo werd de Bijbel ten val en ten
opstanding.
En de toekomst! Heftiger wordt de
strijd. Er is geestdrift onder de bijbel
haters, er is liefde voor 't Woord on
der bun tegenstanders. De verkondi
ging des Evangelies gaat voort en de
afbreking niet minder. In Antithese
Aan wie die toekomt De naaste
De laatste
Dat is de worsteling onzer eeuw.
weg is ons leven, dof en mat
onze strijd, als't Woord ook maar iets
wordt losgelaten. De vijand laat niet
los hij hakt en snijdt en kerft. Maar
wij, binden wij samen en vereenigen
we en staan we schouder en schouder
en houden we 't Woord goed vast?
Onze Iweeantirev. wethouders Kor-
vink en Born hebben voorloopig
afgedaan.
De heer Korvink heelt zich zelf be
dankt en de heer Born die periodiek
moest aftreden werd door de liberale
meerderheid gewipt, en een liberaal
werd in zijn plaats gekozen.
We wenschen beide heeren, afge
treden of weggestuurd, hier openlijk
te erkennen voor hun flink optreden,
't Is den antirev. kiezers in ons dorp
s'eeds een oorzaak van vreugd geweest,
als onze twee wethouders hun krach
ten inspanden om de Gemeente in
betere conditie te brengen, en met
't wachtwoord »zuinig« toch de wel
vaart der dorpsbewoners te bevorderen.
Twee dingen vinden we jammer.
Ten eerste, dat de heer Korvink
bedankt heeft eigener beweging omdat
hij 't met den Burgervader niet »kla
ren« kon, zooals beweerd werd. Ten
tweede, dat de heer Born niet herkozen
is, waar we toch een minderheid van
5 zijn tegen 6 We zullen dat bedankje,
dat aan den dijkzetten van den heer
Born goed in onze ooren knoopen bij
een volgende raadsverkiezing en pro-
beeren om in 1913 den Raad om te
zetten. Misschien dat 't ons gelukt om
Born er binnen weinige jaren weer in
te krijgen. Behalen we in 1913 de
overwinning in den Raad dan laten
onze Raadsleden den heer Kolff zitten,
opdat de liberale minderheid ook een
vertegenwoordiger liebbe en we kiezen
dan een antirev. wethouder. Maar dan
hopen we den heer Kolff niet aan den
dijk te zetten, zooals de Liberalen 't nu
den heer Born gedaan hebben.
We wachten ,op 1913.
Geduld, mijne heeren
Born wordt wel weer wethouder.
W II13 A UirülJM.
Bijenteelt.
,1
ONEERD
aeerd handelsmerk
h v. Ballegooij.
C. A. Poots.
van Eesteren.
W. Zaaijer
ran Oostenhrngge.
4328
happen
t 16.
uburg hoek Breestraat.
ft
sterstraat 6.
Molenstraat 45,
jvchsven 107.
UITGEVER
Telefoon EntereosBBa. Si®. 8.
0
volgestort
10.000.
JHAP verleent Cre-
Iden in deposito,
n aan- en verkoop
upons, sluit belee-
ngatiën en verricht
uheden tot het Kas-
439*
nte 2]/2 0/„
KI,HARM*.
Iffk.
43'5
Middelharnis.
Koninginnedag iigt achter ons.
't Is met de viering van dien dag eigen-
aardig gegaan. Ik herinner me nog levendig
den 3islen Augustus van het jaar i88o,
toen onze tegenwoordige Koningin geboren
werd.
Maar niemand sprak toen van een aan
staande Koningin,
't Was eenvoudig »het prinsesje.
En dat is ze jarenlang gebleven.
Wij vonden het toen in 188o wel aardig,
dat er in 't Koninklijk paleis nu eens weer
een wieg stond wij vonden het gezellig
voor den grijzen Voist en voor de jonge
Koningsvrouwe't was wel 2>leuk« straks
zoo'n kleine spring-in-'t veld naast het,
Vorstenpaar te zien.
Maar »Koningin« neen, dat niet.
Daar was immers nog een 2-Prins van
Oranje,al vervreemdde hij zich, helaas
al te veel van zijn volk. En mocht deze
voor zijn vader komen te vallen, dan was
daar nog de grijze prins Frederib, des
Konings oom, als naast gerechtigde tot
den troon.
Eerst toen deze beide waren gestorven,
kwam prinses Wilhelmina onmiddellijk
naast haar vader te staan en van dien tijd
af kreeg ook de viering van prinsessedag,
die in 't eerst gewoon een dag van kinder -
blijdschap was vanwege »'t kindjes in 't
paleis, meer een nationale beteekenis en
ging ons gansche volk er aan meedoen.
Dit jaar, zou ik zoo baast zeggen, is de
dag met meer opgewektheid gevierd dan
ooit. Me dunkt, we moesten er nu lang
zamerhand maar een algetneenen feestdag
van gaan maken en 't moest regel worden,
dat heel ons Nederlaadsche volk dezen
dag vrij had natuurlijk overal met be
houd van loon.
Wij, krantenschrijvers, natuurlijk ook
Het maatschappelijk leven is dien dag
toch al in de war.
Ik stapte bv. om twaalf uur weer ergens
in den trein, waarmee tegelijk enkele han
delsreizigers huis-toe gingenniet, wijl ze
hun bestellingen al binnen hadden, doch
omdat er dien dag eenvoudig met geen
mensch ernstig over zaken te praten viel.
Een algemeene vacaniiedag dus.
Als zoo velen buiten jubelen en feest
vieren, is 't voor den armen werker, die
geen vrij kreeg, dubbel hard.
En dan moeten de dorpen ook mee
doen Daar hapert het wel eens.
Ziehier 'n eenvoudig dorps programma
Overdag kinderfeest. Daarvoor zijn altijd
wel middelen bij elkaar te brengen. Voor
de kinderen is zelfs Schraap'nans nog gul
En dan 's avonds samenkomst in de kerk.
Daar spreekt de dominee, de meester
daar zingt de »zang« daar blaast de »fan-
fare«daar draagt de jongelingschap voor
met de eigen krachten van het dorp
kan men best zulk een avond zoo vullen,
dat het een gezellig, Christelijk Oranje
samenzijn is.
Deze dag is niet kunstmatig tot feestdag
gemaakt. Hij is uit het volk zelf als zoo
danig opgekomen. Dan moesten we er nu
maar een officieel cachet op zetten en er
voor goed een nationale vierdag van maken
De sociaal-democratische pers heeft ons
blijkbaar d tmaal den dag willen vergallen
door over te nemen en te verbreiden een
artikel, door den heer G. K Elout geschreven
in de Locomotief
Wel de moeite waard om er eens even
bij stil te staan, want dat is nu het libe -
ralisme-op-z'n smalst.
Die meneer Elout is een bekwaam jour
nalist een der eers'.e onder de broedereD.
In 1909 was hij de uitverkorene der Twent-
sche texfiel baronnen en werd hij als liberaal
carididaat gesteld in Enschedé. Reeds bij
eerste stemming werd bij echter geklopt
door onzen antirevolutionairen meester
bakker Elhorst.
Als hoefijzer corresp. van het Amster-
damsch Hbl. laat hij zijn licht schijoen
over reel en velerlei, ook over residentie-
zaken. Hij waagt hef echter -niet, om in
deze zijn hoofd-functie en in dat blad iets
onaangenaams te schrijven over onze
Koningin.
Ze zouden 't Diet opnemeD.
Rekenende met ons Nederlandsch publiek.
Maar nu is daar onze Oost.
Met onze Indische pers.
Die heeft al de gebreken der Indische
maatschappij, ook deze twee, dat ze zich
voor niets eu niemand geneert en dat ze
de ïfijaen« niet mag luchten of zien.
En nu vind ik het erg »kle;n« van zulk
een »groot« journalist, dit hij 't geen hij
hier in eea Nederlandsche krant niet kan
of mag of wil zeggen, in de Indische
Locomotief gaat schrijven.
Dat komt dan op 't volgende neer:
De »populariteit« van onze Koningin
zou, volgens hem, s'erk aan 't dalen zijn.
Nog wel riet onder het volk, maar wel
in de'»betere« kringen, bv. in de omgeving
van de Koninginin de kringen, waarin
zij wei eens komt. In de Haagsche politieke
wereld ook. Juist in de kringen, waar men
met haar handelingen 't meest in aanraking
komt.
Maar ook daar buiten gaat men dit
verschijnsel opmerken.
De redenen daarvoor
De heer Elout heeft daarover een heele
redeneering.
Vroeger was ze een levendige, jonge,
vieve vrouwe, maar nu ze komt er
haast nooit uit en als ze er uit komt
spreekt ze woorden als een automaat en
zit te kijken met een doodverveeld, blasé
vermoeid gezicht als iemand, die der wereld
afgestorven is en dood voor alles is daar
buiten.
Ze sluit zich meer en meer op in een
kringetje van engdenkende hovelingen en
van strenge bigotterie (d. i. bekrompen
geloovigheid naast bijgeloovigheid.)
Zij gaat al hooger en hooger tronen, in
steeds koelere regimen, steeds meer on
toegankelijk voor de menigte.
En zoo schijnt dan de Koningin van
Nederland steeds meer in een bigotten
hofkring zich te isoleeren van haar volk
en slechts doo: middel van het Staats
apparaat nog ieis te merken van 't bestaan
der Nederlandsche natie
In volkstaal gezegd hoe vin j'm
't Heeft me bepaald moeite «gekost, om
dat allemaal over te schrijven trouwens,
't is maar een ^bloemlezing
Eerlijk gezegd Ik heb in de socialistische
pers zelden iets gelezen, dat in den aard
zoo kleineerend was voor onze Koningin.
In een socialistisch blad zou het wat
ruwer gezegd zijn. Hier is wat meer de
vorm bewaard, 't Wordt hier gezegd, zoo-
als een beschaafd, hoffelijk man het doet.
Maar de inhoud is kras.
Ik heb zoo bij mezelf overlegd dat is
nu een duidelijk bewijs, hoe oppervlakkig
vaak bij het liberalisme de Oranjeliefde is.
Waarom hebben we onze Koningin lief;
waarom achten, eeren en gehoorzamen we
haar en verheugen we ons op haar ge
boortefeest
Ja ook om haars zelfs wil
Zulk een liberale scribent moge smalend
schrijven over een Koningin, die zich in
steeds hooger en koeler regimen terugtrekt
en de socialistische peis moge zijn stuk
overnemend, dubbel ijverig schimpen op den
oranje-lol der menigte, wij prijzen ons,
ziende wat vorsten en vorstinnen de historie
zoo al weet te noemen, gelukkig, ook van
wege den persoon der KouiDgin.
Maar wij eeren haar en toonen haar
onze hulde en liefde om haars ambts wille
om harer vaderen wille omdat het God
behaagt ons door haar te regeeren laten
we gerust die ouderwetschc uitdrukking
gebruiken, al spot de liberalist daar mee.
Doch zoo doet nu deze liberale schrijver
niet.
Onze Koningin, dat is de hoofdinhoud
van al zijn grieven, doet naar zijn zin niet
genoeg mee.
Zooals een vrijzinnig mensch zich dat
meedoen voorstelt.
Ze komt zelden of nooit in den schouw
burg, om tnaar eslets ie uoemen. Blijkbaar
voelt ze voor het tooneel niets. Da dood -
enkele keer dat ze er komt. is het half-
en-ha!f verplichte fraaiigheid.
Een keer 's winters in Den Plaag,
En dan eens in Amsterdam.
Maar dan kijkt ze verder naar het tooneel
niet ommijdt den tempel der kunst, maar
zal geen enkelen Zondag overslaan, om op
te gaan naar het Huis des Heeren of in
haar eigen k-ipri eea pred kant te laten
optrepen.
Ze geeft zelden greote feesten.
Bezoekt liefst geen wereidsch festijn
mijdt die, zooveel ze kan.
Blijkbaar hetfi ze in't woelige, mondaine
residentie leven weinig smaakonttrekt er
zich zoo spoedig mogelijk aan en kloostert
het grootste deel van 'tjaar zoowat op
Het Loo.
Ja dat is de grootste grief
't Is zoowat aan alles te meiken.
Onze Koningia is wat aan den vromen
kant, zooals 'n vrijzinnig mensch dat uitdrukt
en dat rteekt hem. Ze is »bigot Voor
wie 't niet goed verstaat, wordt er bij gezegd,
dat ze »hakrompen<£ ishaar »geloof« gaat
over de grens van »bijgeloof« henen.
Is haar op 't gezicht te lezen.
Ze kijkt als tene, adie der wereld af
gestorven is«
A's de teekenen m de Pers Diet bedrie
jgen, dan komen er wel variaties op dit thema.
Als onze Koningin leefde, gelijk een
vrijzinnig meosch vsak leeft en doet, in
»vrije vroomheid,dan was 't wel goed
Maar dat ze, als haar vaderen, in de 20ste
eeuw! blijft vasthouden aan 't ^bekrompen
kerkgeloof*: van voorheen dat kan niet.
Zie dat is eigenlijk de wortelklacht,
waaruit al deze grieven opkwamen!
UITKIJK.
Wij schrijven alweer September: is de
It in de maand, dan beteekent dit voor
den imker, dat het einde der campagne
nadert, hoewel de le helft van September
hem nog heel wat gewin kan brengen. Van
een eigenlijke campagne is er echter dezen
zomer in vele streken geen sprake geweest
de felle aanhoudende droogte heeft niet het
minst den imker leelijke parten gespeeld,
't Stond er in den voorzomer over 't ge
heel niet verkeerd bij, de koloniën hadden
zich zeer goed ontwikkeld en de meeste
waren zelfs volkrijker dan verleden jaar in
dien tijd. Maar daarna is het geregeld misère
geweestde boekweit stelde bitter te leur,
want honigsap was er in de verdroogde
kelkjes niet te vinden. Ondanks de droogte
stond de heide er op vele plaatsen goed
bij was er voor 2, 3 weken nog regen
gevallen, dan zouden onze bijen er nog
een goede dracht hebben kunnen halen,
maar die door ieder zoo vurig verbeide
regen bleef tot heden uit. 't Laat zich
aanzien, dat het verblijf der bijenvolken op
de lieide weinig winst, misschien zeSs
verlies zal geven. Geen zwaar beladen
wagens zullen nu als 't vorig jaar huiswaarts
keeren. Wie zich reeds een milden zoeten
oogst had voorgespiegeld, profeten
hadden immers met 1910 een reeks van
vette jaren aangekondigd ziet zich door
1911 een streep door de rekening gehaald
't Kan zijn, dat de volgende dagen de
kalender wijst thans 1 September nog
eenig gewin brengen, maar veel kunnen we