26Hte Jaargang N°. 1688. voor de Zuidlftollaitdsclie en Keenwsclae Skilanden. EU BLAD. Zaterdag 26 Augustus 1911. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. ■at alls soorten "ken nd gebonden, ïn. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. SOMMELSDIJK. Alle stukken voor «Ie tiedaetle bestenid. Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitsrever. 0) Gelijk het volk, alzoo de priester, Lasid» en Tuinbouw. üiiitenland. "m ,27 ,13 ,18 29 ,39 ,50 ,55 ,05 ,11 ,46 .,80 4,31 5,40 5,53 5,58 6,08 6,19 6,30 6,35 6,45 6,51 7,26 9,06 8,37 8,40 8,53 8,58 9,08 9,19 9,30 9,47 10,22 12, 1,06 2,31 3,06 3.16 3.26 3.27 8,38 3,48 8,59 4,04 4.17 4.28 4,45 6,10 6,45 3.56 7.06 7.07 7,18 7,28 7,39 7,44 7.57 8,30 7,30 9,05 9,40 9,45 9,55 8,30 8,39 8,50 9,04 9,16 9,27 9,30 9,32 9,42 9,47 10,22 12, 11, 11,09 11,20 11,34 11,46 11,57 12, ,06 ,31 ,06 1,15 1.25 1.26 ,?9 ,40 1,52 .,06 1,17 1,26 4,45 6,10 6,45 6,50 7, 7,01 7,04 7,15 7,27 7,41 7,52 8,01 9,35 9,38 9,49 10,01 10,15 10,26 10,35 3,55 4,(6 4.10 4,17 4,21 4,30 4,43 4,52 4,55 5,14 5,21 5,80 7,35 7,40 7,46 7,60 7,57 8,01 8,10 8,22 8,31 8,35 8,50 8,57 9,06 10,32 10,97 10.43 10,47 10,55 10,59 11,09 11,20 11.27 11,31 11.44 11,51 12, 4,45 7,80 7,39 7,46 8,01 8,05 8,13 5,25 8,20 5,39 8,84 5,43 8,38 5,50 8,45 5,54 8,49 6, 8,55 10,15 10.94 10,91 10,46 10,50 10,58 11,10 11,19 11,38 11,80 11,34 11,40 LND. 8,15 8,27 11,10 rEN. 6,10 8,35 6,22 8,47 8,35 6,15 6,25 6,35 6,59 7,10 - i - -- -j-- iXJi Deze Courant verschijnt eiken Woensdag ea Zaterdag, zonder 50 Buitenland by TOOrnitbetaling met Zondagsblad f 7,50 zonder ƒ4,50 per jaar. Ifzonderiijke tmainiers 5 Cent. Met Zondagablad 7 Cent. ÏÏÏÏGEVÏSE Telefoon lotercoKH. So, 2. Advertentiën 10 cent per regel en 3/s maal. Eeolames 20 par regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Oienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Qroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 aar. Z ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. 4,13 6,35 9,26 4,36 7,01 9,50 4,40 7,06 9,54 4,51 7,17 10,06 5,12 7,38 10,26 5,30 7,54 10,43 5,38 „8,02 10,51 5,47 q 8,09 16 6,30 8,— 9,10 >5 6,39 8,10 9,19 >3 6,47 8,18 9,26 !6 7,15 8,38 9,50 (1 7,38 8,52 10,06 2 7,50 9,02 10,17 >5 7,55 9,05 10,20 1 8,25 9,30 10. 3,53 6,19 9,07 4,04 6,30 9,1* 4,16 6,42 9,80 4,36 7,02 9,50 4,52 7,50 10,17 5,16 8,14 10,41 5,26 8,24 10,51 11,02 6,30 9,19 6,54 9,43 6,59 9,48 7,14 10,01 7,38 10,07 7,54 10,23 7,58 10,28 8,20 10,52 8,44 8,55 9,07 9,33 10,05 9,44 10,16 ,12 7,38 9,10 10,20 ,23 7,49 10,01 10» ,48 8,09 i,53 8,19 ,02 8,28 lossen Tan ree ijjn markttreinea niet. t niet verzekerd. Mammon! En Mammondienst! Mam mon in alle kringen en partijen. Doch vooraf het opschrift: Gelijk 't volk, alzoo de priester. Dat is niet ons woordzoo staat het in Jes. 242. Vers 1. Ziet, de Heere maakt het land ledig en Hij maakt het woest en Hij keert deszelfs gestaltenis om en Hij verstrooit zijn inwoners. Vers 2. En gelijk het volkalzoo zal de priester zijn. Gelijk de knecht, alzoo zijn heer. Gelijk de dienstmaagd, alzoo haar vrouw. Gelijk de kooper, alzoo de ver- kooper. Gelijk de leener, alzoo de ontleener. Gelijk de woekeraar, alzoo die, van welken hij woeker ontvangt. Uit vers 1 begrijpt ieder reeds de beteëkenis van ons opschrift en van het vervolg Al de ellenden der ledig heid des lands, al de woestheid des bodems; al 'tverval en de inzinking van 't stoffelijke en geestelijke leven zou komen over 't volk en do priester zou er in deelen. Alle standen en alle rangen zullen hetzelfde ondergaan, want-ze doen allen aan dezelfde zon den mee; het volk dwaalt en de pries ter dwaalt; de priester door 'tvolk; 't volk door den priesterze jagen dezelfde vreugden nazij hijgen naar dezelfde genoegens en zullen ook met dezelfde smarten bedeeld worden. Daarom staat er ook in Hos. 4:89: Vers 8 De priesters eten de zonden mijns volks en verlangen een ieder met zijn ziel naar hunne onge rechtigheid. Vers 9. Daarom, gelijk het volk alzoo zal de priester zijn. Allen schuldig aan dezellde zonden, allen, deelen in dezelfde ellende. En nu dit overgebracht op politiek terrein. Er wordt wel eens geklaagdwat doet ons Kabinetwat doen onze voor mannen om de geestelijke vraagstuk ken op' te lossen. En dan kan met dankbaarheid be vestigd, dat er een streven is ook in de hoogere kringen onder onze mannen, om den strijd aan te binden tegen allen geest des verderfs. Denk om de Zedelijkheidswetten, nog maar pas in 't Staatsblad, die nu at haar uitste kenden invloed doen gelden in de stedendenk om het Loterijwetje aan de subsidies voor drankbestrijders- vereenigingenaan de inperking van Zondagsarbeid, Zondagstreinen, Zon dagsdienst bij de posterijen en tele grafie, aan de Drankwet. Neen, ons Kabinet zit niet stil. Maai4uit het volk zelf moet de behoefte komen tot verbetering Het volk moet roepen, moet klagen, dan wordt er wel gehoord. Zoo ook met de speculatiezucht. Is 't wonder, dat er slachtoffers vallen in onzen tijdheel de wereld speculeert En allerlei liberalen en anti's, en roomschen worden meegevoerd met den grooten stroom. Geld! geld! geld! is 't machtige woord onzer dagen en men dobbelt, en speculeert, en loot en loot nog eens en loot weer eens, om zich maar te verrijken. Zoo 't volk is, alzoo de priester. Ze zijn allen met 't zelfde sop overgoten tn van elke richting, van elke partij, van elk geloof zijn er, die door den stroom meegesleurd worden. Wat wou de Overheid tegen zoo'n stroom beginnen. 'tKost ontzettende moeite om er tegen in te roeien. En zoo is 't op andere terreinen ook. Men eischt van de Overheid dingen, die men, als in Jezus dagen, zelf met den vinger niet aanroert. Neenhet volk moet wakker wor den dan wordt de priester ook wak ker en samen strijden zij den goeden strijden mochten er dan nog zijn, die voortgaan met dobbelen enz. dan kan de Overheid krachtig optreden en vindt ze steun in de consciëntie der menigte. Daarom heeft de kerk ook zoo'n zware roeping. Van haar ga dag in, dag uit, de roepstem tot 't volkLand, Land, Land, hoort des Heeren Woord. En zoo ze er niet naar hoorenZe zullen geen dageraad zien. Tot de Wet en de Getuigenis, zóó 't volk als de priester; zoo de Overheid als de onderdaan. Maar 't volk voorop En de kerk nommer één. OF ISEfl UITHIJH. >Zand er overk zegt men soms. Men wil daarmee te kennen geven, dat hetgeen gepasseerd is, moet worden ver geven en vergeten. Men zal er niet meer over sprekener niet meer aan denken het wegwisschen uit zijn herinnering alles bedekken, voor eens en voor goed. Dat kan christenplicht zijn. De Heere Jezus leert ons, dat we den broeder tot zeventigmaal zevenmaal zullen vergeven en dat houdt ongetwijfeld in, dat we het kwaad, dat hij deed, niet meer gedenken. Zóó handelt God jegens ons. Als we in Christus met den Vader ver zoend zijn, dan geschiedt er geen weder- gedachtenis meer der zonde. Toch kan er van dat spreekwoord >zand er over k ook misbruik worden gemaakt en er zijn met name historische gebeuite cissen, die niet onder het zand der ver getelheid mogen bedolven worden, doch die we het nageslacht getrouw moeten overleveren De Engelsche bladen waren onlangs erg boos. In Transvaal was een kerkvergadering gehouden en de ambtsdragers, aldaar in den Naam des Heeren en onder de leiding des Heiligen Geestes bijeen, vermaanden de broederen, dat ze niet zouden vergeten, wat het volk der Boeren in den grooten oorlog tegen Engeland had geleden. Met name werd herinnerd aan de gruwelen in de concentratie-kampen, waar vrouwen en kinderen werden bijeengedreven en bij dui zenden omkwamen. Daarover toornden de Engelschen. Hieruit sprak geen christenzin. Een christen moest kuDnen vergeven. En dit sluit »vergeten« in. Zóó oordeelde de Engelsche pers. Alles moest vermeden worden, wat in Zuid-Afrika de rassenhaat kon doen opvlammen. De twee groote natiën, Boeren en Engelschen, moeten im mers samensmelten tot één volk. En de EDgelsche bladen vondtn het al zeer on gepast van een Boeren synode, om opzet telijk die wonde weer open te rijten en verwijdering te veroorzaken tusschen de zonen van hetzelfde land. Of dit verwijt billijk is? Naar onze meening allerminit. Die synode heeft integendeel haar plicht getrouw vervuld. Zij heeft in 't minst geen haat gezaaid. Veel minder nog tot wraak aangespoord. In haar kerken wordt gebeden wat de Heiland ons leerde: Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren Maar dit overgeven* heeft niets te maken met een herinnering aan de historie van land en volk. Zijn historie mag geen volk vergeten. Want deze historie is de Raad Gods over een volk. En al wat Hij over een volk komen doet, moeten de vaderen overleveren aan de kinderen, opdat ze de leidingen Gods met hun volk leeren ver staan. Ook als Hij het leidde in grazige weiden. Maar evengoed als Hij het in den smeltkroes bracht Otn bij Zuid-Afrika te blijveD. Waarom hebben Kruger en zijn helden den grooten oorlog aangevangen Omdat het er de Engelschen om te doen was, het volksbestaan der Boeren te vernietigen. Om dat te verdedigen grepen de Boeren naar hun Mausers. En hielden ze stand tot aan »het bittere einde*. Dat einde kent ieder nog. De zaak der Boeren scheen gansch ver loren. De vierkleur werd neergehaald en de Engelsche vlag wappert nu al jaren over geheel Zuid-Afrika. Generaal Botha, die volhield tot het einde en die thans de eerste minister is van geheel Zuid-Afrika, kwam naar Londen, om er de kroning van Koning George bij te wonen. Engeland won den strijd. En toen het dien strijd gewonnen had, riepen de EngelschenNu zand erover Laten we thans al wat geschiedt is,verge ten En laten de beide natiën in Zuid- Afrika eendrachtig samenwerken, ja samen smelten tot één volk. Een rechtgeaarde Brit echter kan zich deze samensmelting niets anders voorstellen, dan dat geheel Zuid-Airika Engelsch wordt. Helaas vele Boeren willen die richting wel uit. Zóó sterk zelfs, dat ze hun kinde ren op de school een Engelsche opvoeding laten geven en hun oud-Hollandsch karakter verloochenen. Dit nu is af te keuren. De onderscheiding in volkeren, natiën en tongen is óók van God. De Heere God gaf elke natie haar eigen taal, zeden, gebruiken, geschiedenis, recht spraak. Gaf ook elke natie haar eigenaardige taak op het werèldtooneel. Boer en Engelschman hebben veel ge meen. Tegenover de inlanders vertegen woordigen zij de Europeesche beschaving. Tegenover het heidendom staan zij als protestantsche christenen. Toch is er groot onderscheid. Het nationale type verschilt. De Boer die zich en de zijnen laat ver- engelschen, begrijpt niet dat God de Boeren- natie een eigen plaats gaf op deze wereld en haar een eigen taak oplegde, waarmee ze al bezig was, eer nog één Engelschman zijn voet in Zuid Afiika had gezet. Een Kerk, die haar leden daaraan her innert, doet wél. En als zij dan wijst op den schrikkelijken krijg en de herinnering herleven doet aan de gruwelen der concentratie kampen, dan doet ze haar plicht. Dat alles is historie. Het is de uitgevoerde Raad van God. Die op deze wijze zelf een breeden scheids muur optrok tusschen beide volken. Hij gaf de Boeren een eigen land. Dat land behielden ze wel, maar onder vreemde vlag. God gaf hun echier ook een eigen taal, eigen zeden, eigen Kerk ze mogen geen volk meer zijn, een natie ble ven ze. En de Kerk doet wel als ze haar leden opwekt, om tochGgetrouw die eigen nationaliteit te bewaren. Ze doet wel, als z« daartoe wijst op de historie, ook waar deze spreekt van veel bloed en traneD. Soortgelijke gevallen doen zich telkens voor. De heer Wormser, die pas een verhaal gaf uit de eersie jaren der afscheiding roert in zijn inleiding dezeifde vraag even aaD, of 't niet beter zou zijn, vervolgingen als toen plaals hadden en die door niemand meer verdedigd worden, nu ook maar onbespro ken te laten. Terecht oordeelt hij van neen. We zouden dan ook moeien zwijgen over de dragonnades van Koning Lodewijk XIV, om maar iets te noemen. En natuurlijk ook over de bloedige blad zijden uit onze eigen historie, toen de Kerk der Reformatie hier werd geplant. Vele willen dat wel. Toen aan 't eind der achttiende eeuw onder den invloed der revolutionaire ideeën alle grenzen verflauwden, droomden velen al van het ^Christendom boven geloofs verdeeldheid.* Een later geslacht zou daar de school voorspannen. Maar toen zocht men 't in de kerk en werden alierlei plannen gemaakt om alle Christelijke gezindten, de roomschen inbe grepen, tot één groote gemeente van ver draagzame Christenen te vereenigeD. Wie toen die 2-oude koeien* uit den tijd der Reformatie uit de sloot haalde kon op een pak slaag in de verlichte* tijdschriften rekeneD. Zoodoende echier zouden we, om nu dit alleen maar te noemen, de groote daden Gods verdonkeren. Zwijg eens over de inquisitie en de dra gonnades hoe zoudt ge er dan ooit ook maar iets van verstaan, wat mannen als Willem I en Willem III voor ons land, ja voor gansch Europa zijn geweest. Dan staan ze daar als een siinx. Als onbegrijpelijke legendarische figuren, wier spreken en handelen ge niet doorgron den kunt. Dan zouden we verbergsn voor de kinderen, wat groote dingen God aan de vaderen heeft gedaan. De Bijbel leert ons anders. Die spreekt van een overgeven*, daar de wereld niet aan toekomt. Zoo zelfs, dat we den hongerigen vijand spijzen en zijn dorst lesschen zullen kolen vuurs hoopende op zijn hoofd. Maar diezelfde Schrift geeft ons niet het voorbeeld van zoetelijke vergeetachtigheid en boekstaaft wel degelijk ook het kwaad, dat de kinderen der menschen hebben ge daan en gedacht. Immers daar is 'een God die leeft en op deez' aarde vonni3 geeft Hoe zullen we, om nu es een voorbeeld te noemen de diepe vernedering van een land als Spanje verstaan, hoe zal het ons tot een waarschuwend voorbeeld zijn, als we niet uit de historie weten, hoe datzelfde Spanje zich in vroeger jaren vergreep aan de belijders der waarheid en aan de vrijheid der volkeren, zoowel in Europa als in Amerika Vergeven is een Christelijke deugd. Vergeten, wat God zelf met vlammende letters geschreven heeft in het boek der historie is een recht onchristelijk kwaad. Een vrucht van de Revolutie. UITKIJK. Ontginning. 't Is een lust om te zien, dagelijks mag ik mij in mijn omgeving daarin ver meien hoe de ontginningsgeest overal is ontwaakt en werkzaam is, sinds het mogelijk is gebleken met behulp van den kunstmest dorre en woeste, niets opbren gende gronden te herscheppen in vruchtbare weiden en akkers. Het pas verschenen Verslag over den Landbouw over 1910 legt er, in welsprekende cijfers, weer ge tuigenis van afin 1910 is ontgonnen 7150 H.A. woeste grond, in 1909: 6657 H.A. in 1908: 71 1 1 H.A. In 1910 zijn tot bouwland gemaakt 2866 H.A. heide en 456 H.A. dalgrondtot gras land bijna 2800 H.A. heide tot bosch een uitgesterktheid van 974 H.A. 't Zijn vooral de prov. Noordbrabant, Drente en Gelder land, waar bouwland werd aangewonnen de grasland-ontginning had vooral plaats inOverijsel, Gelderland en Brabant, en voorts ook in Drente en Limburgde boschaanleg in Brabant en Gelderland, ook in mindere mate, in Drente en Limburg. De uitkomsten der nieuwe zoowel als der oudere ontginningen waren zegt het Verslag goed. Waar zij te wenschen overlieten, was dit niet zelden een gevolg van onvoldoende drooglegging, slechte be werking, ondoelmatige en onvoldoende be mesting. Inzonderheid in het Oosten des lands worden nog veelvuldig slechte meng sels gras- en klaverzaad gezaaid. Nog al te vaak wordt hooikrok aangewend, ge mengd met Brabandtsche klaverzaad en timothee. Soms veroorzaakten ziekten en beschadigingen nadeel, als de aardappel- en de krulziekte, de fretvlieg aan de haver, denneschot en dennenscheerder, de meel- dauwzwam op het eiken hakhout, de konijnen, enz., maar die schade was intusschen niet zoo groot of over 't algemeen gaven de resultaten reden tot tevredenheid. Goed aangepakt, brengt dus de ontgin ning overal zegen en welvaart. Het belang rijkste aandeel daaraan moet worden toe gekend aan het in gebruik komen van kunstmest. Vroeger ontbrak eenvoudig in de meeste gevallen de mest om woeste gronden te ontginnen. Daarbij kwam nog dat de woeste gronden niet konden gemist worden in het op schapenhouderij en plag- genmest berustende bouwsysteem der zand gronden. De goedkoope en wegens zij n ger ingen om v a ng gem a kk e- 1 ij k te vervoeren kunstmest heeft dit alles veranderd. Men is nu niet alleen in staat, meer land te be mesten, maar men heeft daarvoor ook niet meer den schapenmest en het plaggenveld noodig. Ook de aanleg van bosch is door het gebruik van kunstmest en de toepassing van groenbemesting goedkooper geworden. Het is nu mogelijk het meeste plantsoen in de onmiddelijke nabijheid der ontgin ning zelf te kweeken, terwijl bovendien een voorbouw van lupinen een steeds meer toegepast hulpmiddel is, om de ont ginning zelf te doen slagen. Het opgewekte leven op het gebied der ontginning heeft velerlei gevolgen. Het Verslag vermeldt uit het rapport van de Directie der Ned. Heide-Maarschappij, dat inzonderheid in het Noorden van ons land de werkzaamheden der Maatschappij zich belangrijk uitbreiddenhet daar door de Maatschappij betaalde arbeidsloon steeg van f61.000 in 1909 tot f 108.000 in 1910. Speciaal uit het Oosten des lands koinea meer en meer opdrachten in voor bemes ting, verbetering eii verpleging van in cultuur zijnde gronden. Rijzing der arbeids- loonen is liet gevolg, en tevens een be langrijke stijging der prijzen van heide grond, welke in het Zuiden des lands in een paar jaar 150 pCt. bedraagdt. 't Is dus vooral in onzen tijd, dat de waarheid van het rijmpje blijkt: »Ja wij weten 't opperbest: Zelfs de schraalste weide, Zelfs de kaalste heide Wordt een paradijs door mest.« C. B. ENGELAND. Dank zij de onvermoeide pogingen der regeering, tot herstel van den vrede aan gewend, is nu de spoorwegstaking is ge ëindigd te beschouwen. Wel w> rdt hier en daar nog het devies neder?/ hslsstarrig ge- tnaar op die énkele uilzonde- hadlt men thans overal in En geland ruimer adem. De meeste eer van deze vrede-sluiting van //werktuig? n handhaafd, l m M1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1