:s. N. tooi* de Ziiidliollandwelie en Zeenwiche Eilanden. TWEEDE BLAD. i STAM. Zaterdag 29 Juli 1911. 26ste Jaargang N°. 1680. 2 A ntirevo la tion air Orgaan :on. IN HOC SIGNO VINCES en Linnen >rzien 1 W. BOEKHOVEN, Twee Bladen en Zondagsblad. linder- en 14668 LOKKEN. ÏRPUTTEN, iENDRINK- IERBUIZEN telü 888 heks. F, f'C ïposito's. hypotheek op Schiedam. 3ter dan de bewaard is. melsdijk «ESSE Alle stukken voor de Reductie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te Kenden aan den Uitgever. Officieel Gedeelte. Ministerie m LaMl, Hij verhei! en Handel. Drankbestryding'. ,1 1 i li ed koopt in het >E DUIF", ERDAH. te houden, wordt dden vanaf 7.50 jomde veeren en Opruiming van i Massieve Slaap- en Deken of 3787 DA>I. [RECHTBANKEN Irs ter voorkoming beming boedel- JUN-zaken. 8390. 'J raar Maat. 2450 >ER. i, E Iv. ijn in de Maag, 1 na het eten, n, verlies van llaap, angstige fiSTE DOSIS fe. Ieder lijder En en men zal KECHAM'S stellen spoedig regelmatigheid ^en doen voor aatskleur her- et de blos der 1 herstellende, beroemd. Dit lappij, en een TS PILLEN |y iedere doos Engeland. ?5 (56 pillen [den Vertegen Telef. 4318. peg. 4669 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij voorHitbetaliug met Zondagsblad ƒ7,50; zonder 4,50 per jaar Afzonderlijke nnmnnfra 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER SOMMELSDUK. Telefoon intercoRei. Aio. S. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/?i maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar. Dit nummer bestaat uit IAVORDERING 's R\)ks dlrectebelastlngen. De Burgemeester der Gemeente Middelharnis maakt bekend dat het kohier No. I der be lasting op bedrijfs en andere inkomsten over het dienstjaar 1911/12 invorderbaar verklaard op den 2t Juli 1911 aan den Ontvanger is ter hand gesteld en dat ieder daarop voorko mende belasting-chuldige verplicht is zijnen aanslag op den bij den wet bepaalden voet te voldoen. Middelharnis 24. Juli 1911. De Burgemeester, ULBO J. 31 ijs. DIRECTIE van den LANDBOUW Stand der Landbouwgewassen op 15 JULI 1911. Het hieronder volgende overzicht van den stand der landbouwgewassen is, ODder medewerking van de Rijks landbouwleeraren, samengesteld Daar gegt Tens verstrekt door de correspondenten van de directie van den landbouw. Evenals in het vorige jaar werden ook nu weder reeds in de maand Juni door de burge meesters de gegevens verstrekt omtrent de in 1911 met verschillende gewassen bezette opper vlakte, voor zoover het voor den handel van belang is deze uitgestrektheid te kennen. Hoe wel dtze opgaven niet geheel met de later definitief vast te stellen cijfers overeeu zullen komen, mag wel worden aangenomen, dat de afwijkingen van geringe beteekeni3 zijn. Ter vergelijking zijn de definitieve cijfers over de voorgaande jaren mede aaDgegeveD. GEWASSEN. Beteelde oppervl. in H.A. 1311 1910 1909 Wintertarwe 52883 48281 44573 Zomertarwe 4056 6467 6695 Winterrogge 221914 219956 221860 Zomerrogge 2712 2062 2113 Wintergerst 32040 20475 20538 Zomergerst 5929 7617 7874 Haver en evene 131957 141006 141537 Boekweit 13165 14220 15529 Boonen 18933 20242 23524 Erwten 22513 26141 29949 Stamboonen 7116 6305 6114 Bruin mosterdzaad 846 851 781 Geel 11 819 1247 1605 Karwijzaad 8236 7693 7114 Blauw maanzaad 244 261 368 Vlas 15613 11748 10050 Tabak 401 377 393 Kanariezaad 487 333 254 Hop 14 11 27 Consum'ie-aardapp. 133731 132817 132937 Fabrteksaardapp. 30320 29398 28322 Suikerbieten 54556 56072 55062 Cichorei 930 699 630 Meekrap 41 52 67 Uien of ajuin 2554 ;2403 2525 Suikerbielenzaad 132 80 118 Wikkenzaad 119 158 178 Lupinenzaad 599 617 591 SerradellaZaad 250 267 222 Uienzaad 89 80 60 ijzenvlugge. 4397 De langdurige felle droogte in Mei en begin Juni, die noodlottig dreigde te worden voor den oogst van vele gewassen, vooral op de lichtere gronden, nam omstreeks 20 Juni een einde en werd gevolgd too- een tijdperk van regenachtige dageD, dat tot omstreeks 4 Juli aar hiel i, waarop wederom een tijd van warm en droog weer volgde. Hebben de regens de laatste helft van Juni in den stand vm vele gewassen nog veel verbetering gebracht, andere konden daarvan niet meer pro fiteered Met name de grasgroei was in de eerste helft van Juni zeer onvoldoende, zoodatjde hooi oogst aanmerkelijk bij dien van bet vorige jaar ten achter is gebleven en door het regenachtige weer gedurende den oogsttijd werd een deel van het hooi in minder goeden toestand geoogst. De stand van de weiden ij mede nog steeds niet naar wensch. De gevallen regen is niet voldoende geweest om het gras weder flink aan den groei te brengen. De vooruitzichten van den akkerbouw zijn, in tegenstelling met die van den weidebipuw, gunstig te noemen. Vooral op de klei laten de meeste gewassen zich zeer goed aanzien. De wintergranen staan erprachtig voor, de haver is wel wat kort van stroo,maar belooft toch een goed beschot. Erwten zijn beter dan zij in jaren geweest zijn. Ook suiker bieten en aardappels vertoonen thans een veel belovenden stand. Van de handelsgewassen geeft het vlas weinig reden tot tevredenheid. Het gewas is te^kort ge bleven en veelal onregelmatig van lengte. Kar- wij is reeds gesneden en gedeeltelijk gedorscht. De opbrengst schijnt zeer goed te zijn. Blijft het weer droog, dan zal de oogst op de klei vermoe delijk groot en van goede qualiteit zijn. Algemeen wordt geklaagd over het sterke optreden van luis, die vooral in de boonen reeds groote schade heeft aangericht en thans ook de bietenvelden bedreigt. Op de rivierklei in Zuidholland en Gelderland hebben vele perceelen onder eene ware muizenplaag te lijden. Op het zand hebben de gewassen uit den aard der zaak meer van de droogte geleden dan op de klei. Niet alleen hebben de graslanden daar weinig voedsel gegeven, maar ook de haver is op het zand, vooral op de hoogere perceelen ten gevolge van de droogte, veel te kort gebleven en beloolt maar een matigen oogst. De rogge is be vredigend en ook de aardappelen houden zich tot dusver goed voor zoover zy althans begin Juni niet afgevroren zijn. De boekweit staat er slecht voor. Op de veenkoloniale dalgronden zijn de voor uitzichten van den oogst weinig bevredigend. Het hoofdgewas, de fabrieksaardappel is door de nachtvorsten van 10—14 Juni zoodanig bescha digd, dat over het geheel niet meer dan een matig beschot verwacht wordt. Tarwe. De wintertarwe staat er algemeen prachtig voor. Het gewas vertooDd een dichten stand, is zeer gezond en legert niet, zoodat bij verder gunstig weer een zeer goede oogst ver wacht kan worden. In Groningen lijden enkele perceelen aan roest en stuif brand, doch groot is de schade niet. De stand is algemeen goedin Zeeland en Friesland, zelfs zeer goed in Gronin gen, Zuidholland en Limburg goed tot zeerg.ed. Zomertarwe staat aanmerkelijk minder goed dan wintertarwe. Gerst. Wintergerst is reeds grootendeels ge sneden. Het gewas is niet zwaar van stroo, doch de korrelopbreDgst belooft zeer goed te worden, evenals de qualiteit. Algemeen wordt melding gemaakt van het sterke optreden van stuifbrand iu de gerst. De stand is overal goed, in Gronin gen goed tot neer goed. De stand van de zomergerst is iets minder dan die van de wintergerst, Zoo is het gewas in Zuidholland en Groningen niet meer dan vrij goed. In Zeeland en Noordholland echter, waar de verbouw het meest beteekentstaat de zomer gerst eveneens goed. B-gge. Ondanks de droogte heeft de rogge zich goed gehouden, ook op het zand, afgezien van de hoogste perceelen. De stand is overal goed of zeer goed. Het gewas is thans bijna rqp. In Gelderland, Noordbrabant en Limburg, waar de rogge overi gens zeer goed staat, zijn vele zo are perceelen door de regenvlagen in de laatsle helft van Juni legen den grond geslagen, waardoor de opbrengst wel licht nog kan tegenvallen. Haver. Van de granen geeft de haver de minste reden tot tevredenheid. Door de droogte is dit gewas te kort van slroo gebleven. Op de klei is üaarin nog veel verbetering gebracht door de re gens, op de lichtere zandgronden had de haver reeds te veel geleden, zoodat de oogst daar nog weinig belooft. De stand is op de klei goedop het zand en op het veen matig tot vrij goed. Boekweit is in de oostelijke en zuidelijke pro vinciën door de nachtvorsten in begin Juni groo tendeels afgevroren. In sommige gevallen werd nog nagezaaid, doch het was daarvoor reeds te laat, zoodat het gewas in deze streken algemeen slecht tot maVg staat. Op de Veluwe, in Utrecht en Noordholland, waar de nachtvorsten minder streng waren, is de stand goed. Kanariezaad. De stand is goed in Groningen en Friesland, vrij goed in Noordholland en Zuid holland. Blauwmaanzaad. Dit gewas is door de regens aanmerkelijk vooruitgegaan. De stand is in Nooordholland zeer goed, in Zuidholland en Zee land goed, in West Noordbrabant vrij goed tot goed, in Groningen vrij goed. Karwy heeft zich zeer goed ontwikkeld. In vele streken is men reeds met het dorschen be gonnen, de daarbij geconstateerde opbrengsten waren zeer bevredigend. Het zaad is blank en grof van stuk. De oogst is overal goed in Gro ningen goed tot zeer goed. Koolzaad. In Groningin, waar het koolzaad het meest geteelt wordt, verwacht men een slecht tot matig beschot. Het gewas stond er aanvankelijk goed voor, doch het buitengewoon sterk optreden van het zoogenaamde „verslag" heeft de vooruit zichten sterk verminderd. Ook in Friesland kwam „verslag" veel voor. De stand is daar vrij goed, elders is hij goed. Brui» en geel mosterdzaad. De stand is overal goed Vlas. Ten gevolge van de droogte is het vlas ongelijkmatig, doch kort van .lengte gebleven. Alleen het witbloeizaad, dat in Friesland alge meen en in 't oostelijk deel van Zeeuwsch Vlaanderen hier en daar verbouwd wordt,en iets laler in ontwikkeling is, heeft van de regens Dog veel geprofi'eerd, zoodat dit een behoorlijke lengte heeft verkregin. Het biauwbloei vlas staat zeer ongelijk. Naast enkele zeer goede perceelen ziet men zeer e'.e, die eene kleine opbrengst van matige qualiteit zullen leveren. De zaadopbrengst van de niet te vroeg getrokken velden belooft zeer goed te worden. De stand is vrij slecht tot vrij goed in Gronin gen, goed in Fiiesland, elders is bij vrij goed. Klaver voor zaadwinning. De stand is in Gro ningen en Friesland en oostelijk Noordbrabant goed, in West-Noordbrabant matig tot vrij goed. Boonen. Uit alle deelen des lands komen klacb- ten over het vroegtijdig en sterk optreden van bladluizen op de boonen. Sommige velden zijn geheel zwart en zullen weinig opbrengen. De stand van de boonen is dooreen genomen vrij goed tot goed. Bruine boonen beloven een goeden oogst. Erwten. Voor het eerst sedert eene reeks van jaren kan van de erwten een goede oogst ver wacht worden. Zelfs in Zeeland, waar het gewas er midden Juni weder nog zeer gevaarlijk voor scheen te staaD, zijn de erwten door de regens veel bijgekomen, zoodat zij wei niet veel stroo hebben gemaakt. Doch goed gepeuld zijn. In Groningen, Friesland en Noordhoiiand zijn voorts de erwten buitengewoon goed. De talrijke plagen, waaronder het gewas in vorige jaren had te lij den, schijnen in eens te zijn verdwenen werken althaDS niet schadelijk. De stand is in Zeeland en Utrecht vrij goed, overal elders goed, in Gro ningen en Friesland zeer goed. De beteelde opper vlakte is aanzienlijk kleiner dan in vorige jaren. Consumptie-aardappelen. Op de klei staat het aardappelgewas er overal zeer goed voor. Van de gewone ziekte wordt nog weinig gewag gemaakt en ook de krulziekle komt nog maar sporadisch voor. Op het zand in Groningen, Drenthe en Overijsel hebben de aardappelen sterk van de nachtvorsten en gedeeltelijk ook van de droogte geledeD, zoodat daar de stand slechts matig tot vrij goed is. Ook in Friesland, de Graafschap, het Gooi en elders zijn sommige aardappelenvelden meer of minder door vorst beschadigd, doch op minder groote schaal, zoodat over 't geheel de siand hier nog goed is. Fabrieksaardappelen. Zooals reeds in het oogst- beticht van 15 Juni word opgemerkt, zijn de fa brieksaardappelen op de veenkoloniale dalgron den geteisterd door hevige nachtvorsten in den tijd tusschen 10 en 14 Juni. Mede door te drogen grond en de op de nachtvorsten volgende koude dageu herstelden de afgevroren planten zich uiterst langzaam. Vrij zeker zullen de afgevroren perceelen twelke in Groningen op tot van de met aardappelen bezette oppervlakte worden geschat) een zeer matigen oogst geven niet door vorst beschadigde velden maken wei niet veel loof, maar staan toch goed. Dooreen genomen is de stand in Groningen, Drenthe en Overijssel slechts matig. In Friesland staan de fabrieksaar dappelen zeer goed. Cichorei. De stand is overal goed tot zeergoed. Uien. Tengevolge van vreterij door de made van de uienvlieg staan de uien in de meeste ge vallen te dun. De stand is matig id Zeeland, vrij goed in Noord en Zuidholland. Suikerbieten. De bieten hebben aan de droogte zeer goed weerstand ^geboden en ontwikkelen zich thans krachtig. Wel wordt uit verschilende streken melding gemaakt van het optreden van bladluizeD, maar zeer groot is de veroorzaakte schade nog niet. De stand is in Zeeland en Fries land zeer goed, in Groningen, de Over-Betuwe en Zuidholland goed tot zeer goedelders is de stand Boode en witte klaver. De klavers hebben eene flinke eerste snede gegeven. In den laatstentijd was de ontwikkeling minder goed ten gevolge van de droogte, vooral op de lichtere grondeD. Zoo is de stand in Zeeland slechts matig, in de veenkoloniën matig tot vrij goed, evenais in West-Noordbrabant. Elders is de stand goed. Weiland. De zomer van 1911 was tot dusverre weinig bevorderlijk voor den grasgroei. Reeds in begin Juni vertoonden de meeste weiden de ge volgen van de langdurige droogte. Door de in de laatste belft van Juni gevallen regens is er wei merkbare verbetering gekomen, doch de neerslag was onvoldoende om den grond weder geheel vochtig te maken, zoodat de grasgroei nog steeds te wenschen overlaat. In sommige streken, waar het mond- en klauwzeer algemeen heerscht,zjjn de weiden iets beter bezet, doordat genoemde ziekte den dieren het grazen belet. Op de klei is de stand der weiden overal vrij goed, behalve in Zuidholland en Utrecht, waar hij goed is. Op het laagveen is de staDd in Friesland slechts matig, in Utrecht vrij goed, in Noord- en Zuid holland goed. Op het zand is de stand in Gro ningen en Drenthe matig, in Friesland, Overijssel, de Graafschap en West-Noordbrabant vrij goed tot matig', overigens viij goed. Grashooi. In verband met de droogte is ook de groogste hoeveelheid hooi aanzienlijk kleiner dan in het vorige jaar. Toea de regenperiode omstreeks 20 Juni inviel, was nog weinig hooi binnen. Het grootste deel van den oogst stond geruimen tijd in den regen buiten en heeft daardoor min of meer geleden. Intusschen schijnt de schade mee te vallen, doordat de temperatuur laag was, zoodat geen bederf intrad. In Juli werd vrij veel hooi in puiken toestand gewonnen. De hooioogst wordt overal matig tot vrij goed genoemd. Klaverhooi. De eerste snede klaver was goed en waar men kiaverruiters gebruikt, werd cok het hooi in goeden toestand gewonnen. In verband daarmede was de klaverhooioogst, eerste snede, op de klei overal goed. Op het zand leed de klaver, voor zoover verbouwd, nogal aan droogte en was de snede niet zwaar. vinciën verbouwd. En toch verdient het meer bekendheid en algemeene toepassing. Men noemt het ook wel boterzaad het behoort tot de kruisbloemingen, evenals hetkoolzaad. 't Vetgehalte er van is echter geringer dan van het koolzaad en 't heeft daarom als oliezaad minder waarde dan dit gewas. 't Wordt dan ook door schrijvers van landbouwwerken, waarin er overigens wei nig over wordt geschreven, gerangschikt onder de groenvoedergewassen Als groen- voedergewas wordt het vooral verbouwd in het Z.W. van Drenthe, voorts in Fries land en Noord-Hollandde proeven, in die provinciën er mee genomen, hebben zeer vol daan, zoodat verwacht mag worden dat de cultuur ook elders ingang zal vinden. Landbouwers, die tot dusver zich hielden bij den verbouw van stoppelknollen, moe ten eens een proef nemen met boterzaad. 't Verdient in meer dan één opzicht de voor keur boven de stoppelknollen: le de op brengst is grooter2e het oogsten gaat gemakkelijker, men lijdt daarbij niet zooveel koude als vaak bij het plukken der knollen dat ook overigens, wegens het voortdurend krom staan, geen aangenaam werkje is 3e van al de onaangename gevolgen der knollen- voedering, als opgeblazenheid bij liet vee, verstopping van den slokdarm, den z. g. knollensmaak van melk en boter, het hard worden van de laatste, en daling van het vetgehalte der melk, ondervindt men bij voe dering met het zomerraapzaad niets. Tijd en wijze van zaaien is dezelfde als bij stoppelknollen de hoeveelheid zaaizaad is 30 a 35 Liter per H.A. Men gaat in de eerste helft van Aug. ploegen, daarna eggen vervolgens zaait men, ten slotte volgt het ineggen. De planten groeien snel op begin Nov. kan men al maaien, en daarmee kan men voortgaan, dewijl de vorst aan het ge was geen scha doetook een voordeel. Evenals de knollen moet het raapzaad een behoorlijke bemesting ontvangen. Men geve liefst snelwerkende mestoffen minstens 3 baal patentkali, 3 baal superhosphaat en 2 baal chilisalpeter per H.A. De lielft van de chili wordt vóór het zaaien, de andere helft na het ontkiemen uitgestrooid. Is de grond niet gekalkt, dan moet ook nog 600 a 800 K.G. kalkmergel worden ondergewerkt. Met deze bemesting krijgt men een herfst- voeder, waarvan men veel genoegen kan hebben. ZOMERRAAPZAAD. Kent ge het zomerraapzaad lezer? Wel licht niet, want het is niet zeer bekend en wordt, in ons land, slechts in enkele pro- IS 'T NIET ONVERSTANDIG? Een heer kocht op een openbare ver- kooping verschillend© voorwerpen en droeg aan een tweetal mannen op, het gekochte bij hem thuis te brengen. Dezen voldeden aan de opdracht. In de woning van hun lastgever kregen zij nog een en ander te verrichten. Toen werden ze in de keuken genoodigd en voorzien van een overvloe dige hoeveelheid brood met kaas. Daarbij zette de heer des huizes hun elk een kruik bier voor. Een van de manBen zei toen Die krui ken hoeft u niet te openen, meneer. De aangesprokene keek verbaasd op Waarom niet vroeg hij. »Of ben je misschien geheelonthouder ja wei, menker,« was 't antwoord. »En jij ook luide de vraag tot den anderen man. »Ja wel, meneer,antwoordde de tweede Toen zei de heer des huizes met een. toestemmend hoofdknikken »Zoo, zoo Nu, ik moet zeggen, dat ik dit eigenlijk heel verstandig vind. Drank is nergens goed voor, en bier evenmin, Maar kwaad doet de alcohol onnoemelijk veel. Juliie bent flinki kerels, en ik maak je mijn compii- mesU En in plaats van bier liet hij kofï.e schen ken, en bovendien gaf hij als blijk van instemming elk der mannen een kwartje. De twee kameraads gingen heen, ver heugd dat zij zich hun overtuiging niet hadden geschaamd. En de heer, in wiens dienst zij enkele uren waren geweest Nu, ik weet niet of hij verder over de zaak heeft nagedicht. Maar misschien krijgt hij dit blad in han den en dan zouien wij hem door dit stukje gaarne eens aan 't nadenken brengeD. Want dat heeft hij toch blijkbaar zeer noodig. Hij moet daardoor leeren, zijn daden meer in overeenstemming te brengen met zijn woorden en zijn gedachten. Immers wat hij tot die beide weik- lieden sprak, kwam inderdaad uit zijn hart. Zoo meent hij het wezenlijk de werkman die niet drink), doet verstandig alcohol is nergens goed voor, doet integendeel veel kwaadeen flinke kerel is het die bet aangeboden glas afwijst. Maar als dat nu waarlijk de overtuiging is, die er diep in zijn ziel leeft, vindt hij 't niet onverstandig in hooge mate om dien verdei felijken alcohol onnadenkend aan te bieden Honderd tegen éèn, als hij hierover ernstig nadenkt, dan geeft hij a'len, die in zijn huis ie'.s ko nen verrichten, kofiie in plaats van bier. SLACHTOFFERS VAN DEN ALCOHOL IN BEIEREN. E n Duitsch rechtsgeleerde Carl Hotter van Landshut hield voor eenigen tijd een voordacht over het onderwerp AlkohoL criminaliteit in Bayern und ihre Todesop- fer. Hij gaf daarin eenige ontroerende cijlers over het bierland beieren. In de jaren 1898 1902 werden volgens de ambtelijke statistieken wegens gevaarlijke mishandeling veroordeeld van elke 100.000 inwoners in geheel Duitschland 239, inde wijndrinkende Beiersche Rheinpfalz 633 en in het bierdrinkende Neder-Btieren 565. Het aantal slachtoffers, dat de alcohol in Beieren velt, blijkt zeer groot te zijo. Hotter berekent het als volgt. Gedurende de jaren 1888 tot 1908 kwamen in Brieten voor: 2407 sterfgevallen lenge-o'ge van dronk aardswaanzin. 1573 alcohol ongelukken met doodelij- ken alloop, 1038 gevallen van zelfmoord in dron kenschap, 3492 gevallen van moord en doodslag onder den nvloed van alcohol, 8510 slachtoffers in 20 jaren, .of ruim 400 per jaar. Wat de gevallen van moord en dood slag bij gelegenheid van vechtpartijen in Neder Beieren aangaat, in de jaren 1900 tot 1909 hadden er ruim 90 percent plaats hetzij op Zon- of feestdagen, hetzij bij drinkgelegenheden. In de jaren r901,1902 en 1905 waren rond 100 percent. Dat onschuldige bier OOK EEN ALCO HOLKAPI TALIST, Aan de Goudkust van Afrika heeft sedert enkele jaren de Blauwe Kruis Vereeniging va3ten voet gekregen. De zendeling arts Dr. Fisch stichtte er in 1907 te Aburi enkele vereenigingen, welke samen ruim negen hon derd leden telden. Sedert kwam er eenige verslapping, zoodat er in 19to ternauwer nood het vijf honderdtal meer werd gehaald. Met allerlei bezwaren beeft men er ook te kampen. Onder anderen wordt door sommige stamhoofden het drinken zeer begunstigd. Te Pepease was het opperhoofd zelf drankhandelaar. Tengevolge van den ai beid der drankbestrijders daar nam het aantal wetsovertredingen en verooi deelingen sterk af. Het stamhoofd bemerkte dat met schrik, daar de opgelegde geldboeten hem ten deel vielen. Van d en tijd al bevorderde hij in zijn gebied het drankgebruik op aller lei wijzen, opdat zijn onderdanen in staat van dronkenschap elkander duchtig moch ten toetakelen en hij zijn geldboeten van de vechtersbazen mocht ontvangen. Het i J'\ tl

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 3