:s.
N.
tooi* de Ziiidliollandwelie en Zeenwiche Eilanden.
TWEEDE BLAD.
i STAM.
Zaterdag 29 Juli 1911.
26ste Jaargang N°. 1680.
2
A ntirevo la tion air
Orgaan
:on.
IN HOC SIGNO VINCES
en Linnen
>rzien
1
W. BOEKHOVEN,
Twee Bladen en
Zondagsblad.
linder- en
14668
LOKKEN.
ÏRPUTTEN,
iENDRINK-
IERBUIZEN
telü 888
heks.
F,
f'C
ïposito's.
hypotheek op
Schiedam.
3ter dan de
bewaard is.
melsdijk
«ESSE
Alle stukken voor de Reductie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te Kenden aan den Uitgever.
Officieel Gedeelte.
Ministerie m LaMl, Hij verhei! en Handel.
Drankbestryding'.
,1
1
i
li
ed koopt in het
>E DUIF",
ERDAH.
te houden, wordt
dden vanaf 7.50
jomde veeren en
Opruiming van
i Massieve Slaap-
en Deken of
3787
DA>I.
[RECHTBANKEN
Irs ter voorkoming
beming boedel-
JUN-zaken.
8390.
'J
raar Maat.
2450
>ER.
i,
E Iv.
ijn in de Maag,
1 na het eten,
n, verlies van
llaap, angstige
fiSTE DOSIS
fe. Ieder lijder
En en men zal
KECHAM'S
stellen spoedig
regelmatigheid
^en doen voor
aatskleur her-
et de blos der
1 herstellende,
beroemd. Dit
lappij, en een
TS PILLEN
|y iedere doos
Engeland.
?5 (56 pillen
[den Vertegen
Telef. 4318.
peg.
4669
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonder 50
Buitenland bij voorHitbetaliug met Zondagsblad ƒ7,50; zonder 4,50 per jaar
Afzonderlijke nnmnnfra 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
SOMMELSDUK.
Telefoon intercoRei. Aio. S.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/?i
maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
Dit nummer bestaat uit
IAVORDERING
's R\)ks dlrectebelastlngen.
De Burgemeester der Gemeente Middelharnis
maakt bekend dat het kohier No. I der be
lasting op bedrijfs en andere inkomsten over
het dienstjaar 1911/12 invorderbaar verklaard
op den 2t Juli 1911 aan den Ontvanger is ter
hand gesteld en dat ieder daarop voorko
mende belasting-chuldige verplicht is zijnen
aanslag op den bij den wet bepaalden voet
te voldoen.
Middelharnis 24. Juli 1911.
De Burgemeester,
ULBO J. 31 ijs.
DIRECTIE van den LANDBOUW
Stand der Landbouwgewassen op
15 JULI 1911.
Het hieronder volgende overzicht van den stand
der landbouwgewassen is, ODder medewerking
van de Rijks landbouwleeraren, samengesteld Daar
gegt Tens verstrekt door de correspondenten van
de directie van den landbouw.
Evenals in het vorige jaar werden ook nu
weder reeds in de maand Juni door de burge
meesters de gegevens verstrekt omtrent de in
1911 met verschillende gewassen bezette opper
vlakte, voor zoover het voor den handel van
belang is deze uitgestrektheid te kennen. Hoe
wel dtze opgaven niet geheel met de later
definitief vast te stellen cijfers overeeu zullen
komen, mag wel worden aangenomen, dat de
afwijkingen van geringe beteekeni3 zijn.
Ter vergelijking zijn de definitieve cijfers over
de voorgaande jaren mede aaDgegeveD.
GEWASSEN.
Beteelde oppervl.
in H.A.
1311
1910
1909
Wintertarwe
52883
48281
44573
Zomertarwe
4056
6467
6695
Winterrogge
221914
219956
221860
Zomerrogge
2712
2062
2113
Wintergerst
32040
20475
20538
Zomergerst
5929
7617
7874
Haver en evene
131957
141006
141537
Boekweit
13165
14220
15529
Boonen
18933
20242
23524
Erwten
22513
26141
29949
Stamboonen
7116
6305
6114
Bruin mosterdzaad
846
851
781
Geel 11
819
1247
1605
Karwijzaad
8236
7693
7114
Blauw maanzaad
244
261
368
Vlas
15613
11748
10050
Tabak
401
377
393
Kanariezaad
487
333
254
Hop
14
11
27
Consum'ie-aardapp.
133731
132817
132937
Fabrteksaardapp.
30320
29398
28322
Suikerbieten
54556
56072
55062
Cichorei
930
699
630
Meekrap
41
52
67
Uien of ajuin
2554
;2403
2525
Suikerbielenzaad
132
80
118
Wikkenzaad
119
158
178
Lupinenzaad
599
617
591
SerradellaZaad
250
267
222
Uienzaad
89
80
60
ijzenvlugge.
4397
De langdurige felle droogte in Mei en begin
Juni, die noodlottig dreigde te worden voor den
oogst van vele gewassen, vooral op de lichtere
gronden, nam omstreeks 20 Juni een einde en
werd gevolgd too- een tijdperk van regenachtige
dageD, dat tot omstreeks 4 Juli aar hiel i, waarop
wederom een tijd van warm en droog weer volgde.
Hebben de regens de laatste helft van Juni in
den stand vm vele gewassen nog veel verbetering
gebracht, andere konden daarvan niet meer pro
fiteered Met name de grasgroei was in de eerste
helft van Juni zeer onvoldoende, zoodatjde hooi
oogst aanmerkelijk bij dien van bet vorige jaar
ten achter is gebleven en door het regenachtige
weer gedurende den oogsttijd werd een deel van
het hooi in minder goeden toestand geoogst. De
stand van de weiden ij mede nog steeds niet
naar wensch. De gevallen regen is niet voldoende
geweest om het gras weder flink aan den groei
te brengen.
De vooruitzichten van den akkerbouw zijn, in
tegenstelling met die van den weidebipuw, gunstig
te noemen. Vooral op de klei laten de meeste
gewassen zich zeer goed aanzien. De wintergranen
staan erprachtig voor, de haver is wel wat kort van
stroo,maar belooft toch een goed beschot. Erwten
zijn beter dan zij in jaren geweest zijn. Ook suiker
bieten en aardappels vertoonen thans een veel
belovenden stand.
Van de handelsgewassen geeft het vlas weinig
reden tot tevredenheid. Het gewas is te^kort ge
bleven en veelal onregelmatig van lengte. Kar-
wij is reeds gesneden en gedeeltelijk gedorscht. De
opbrengst schijnt zeer goed te zijn. Blijft het
weer droog, dan zal de oogst op de klei vermoe
delijk groot en van goede qualiteit zijn. Algemeen
wordt geklaagd over het sterke optreden van
luis, die vooral in de boonen reeds groote schade
heeft aangericht en thans ook de bietenvelden
bedreigt. Op de rivierklei in Zuidholland en
Gelderland hebben vele perceelen onder eene
ware muizenplaag te lijden.
Op het zand hebben de gewassen uit den aard
der zaak meer van de droogte geleden dan op
de klei. Niet alleen hebben de graslanden daar
weinig voedsel gegeven, maar ook de haver is op
het zand, vooral op de hoogere perceelen ten
gevolge van de droogte, veel te kort gebleven en
beloolt maar een matigen oogst. De rogge is be
vredigend en ook de aardappelen houden zich
tot dusver goed voor zoover zy althans begin
Juni niet afgevroren zijn. De boekweit staat er
slecht voor.
Op de veenkoloniale dalgronden zijn de voor
uitzichten van den oogst weinig bevredigend.
Het hoofdgewas, de fabrieksaardappel is door de
nachtvorsten van 10—14 Juni zoodanig bescha
digd, dat over het geheel niet meer dan een
matig beschot verwacht wordt.
Tarwe. De wintertarwe staat er algemeen
prachtig voor. Het gewas vertooDd een dichten
stand, is zeer gezond en legert niet, zoodat bij
verder gunstig weer een zeer goede oogst ver
wacht kan worden. In Groningen lijden enkele
perceelen aan roest en stuif brand, doch groot is
de schade niet. De stand is algemeen goedin
Zeeland en Friesland, zelfs zeer goed in Gronin
gen, Zuidholland en Limburg goed tot zeerg.ed.
Zomertarwe staat aanmerkelijk minder goed
dan wintertarwe.
Gerst. Wintergerst is reeds grootendeels ge
sneden. Het gewas is niet zwaar van stroo, doch
de korrelopbreDgst belooft zeer goed te worden,
evenals de qualiteit. Algemeen wordt melding
gemaakt van het sterke optreden van stuifbrand
iu de gerst. De stand is overal goed, in Gronin
gen goed tot neer goed.
De stand van de zomergerst is iets minder dan
die van de wintergerst, Zoo is het gewas in
Zuidholland en Groningen niet meer dan vrij
goed. In Zeeland en Noordholland echter, waar
de verbouw het meest beteekentstaat de zomer
gerst eveneens goed.
B-gge. Ondanks de droogte heeft de rogge zich
goed gehouden, ook op het zand, afgezien van de
hoogste perceelen. De stand is overal goed of zeer
goed. Het gewas is thans bijna rqp. In Gelderland,
Noordbrabant en Limburg, waar de rogge overi
gens zeer goed staat, zijn vele zo are perceelen door
de regenvlagen in de laatsle helft van Juni legen
den grond geslagen, waardoor de opbrengst wel
licht nog kan tegenvallen.
Haver. Van de granen geeft de haver de minste
reden tot tevredenheid. Door de droogte is dit
gewas te kort van slroo gebleven. Op de klei is
üaarin nog veel verbetering gebracht door de re
gens, op de lichtere zandgronden had de haver
reeds te veel geleden, zoodat de oogst daar nog
weinig belooft. De stand is op de klei goedop
het zand en op het veen matig tot vrij goed.
Boekweit is in de oostelijke en zuidelijke pro
vinciën door de nachtvorsten in begin Juni groo
tendeels afgevroren. In sommige gevallen werd
nog nagezaaid, doch het was daarvoor reeds te
laat, zoodat het gewas in deze streken algemeen
slecht tot maVg staat.
Op de Veluwe, in Utrecht en Noordholland,
waar de nachtvorsten minder streng waren, is
de stand goed.
Kanariezaad. De stand is goed in Groningen en
Friesland, vrij goed in Noordholland en Zuid
holland.
Blauwmaanzaad. Dit gewas is door de regens
aanmerkelijk vooruitgegaan. De stand is in
Nooordholland zeer goed, in Zuidholland en Zee
land goed, in West Noordbrabant vrij goed tot
goed, in Groningen vrij goed.
Karwy heeft zich zeer goed ontwikkeld. In
vele streken is men reeds met het dorschen be
gonnen, de daarbij geconstateerde opbrengsten
waren zeer bevredigend. Het zaad is blank en
grof van stuk. De oogst is overal goed in Gro
ningen goed tot zeer goed.
Koolzaad. In Groningin, waar het koolzaad het
meest geteelt wordt, verwacht men een slecht tot
matig beschot. Het gewas stond er aanvankelijk
goed voor, doch het buitengewoon sterk optreden
van het zoogenaamde „verslag" heeft de vooruit
zichten sterk verminderd. Ook in Friesland kwam
„verslag" veel voor. De stand is daar vrij goed,
elders is hij goed.
Brui» en geel mosterdzaad. De stand is overal
goed
Vlas. Ten gevolge van de droogte is het vlas
ongelijkmatig, doch kort van .lengte gebleven.
Alleen het witbloeizaad, dat in Friesland alge
meen en in 't oostelijk deel van Zeeuwsch
Vlaanderen hier en daar verbouwd wordt,en iets
laler in ontwikkeling is, heeft van de regens
Dog veel geprofi'eerd, zoodat dit een behoorlijke
lengte heeft verkregin. Het biauwbloei vlas staat
zeer ongelijk. Naast enkele zeer goede perceelen
ziet men zeer e'.e, die eene kleine opbrengst van
matige qualiteit zullen leveren. De zaadopbrengst
van de niet te vroeg getrokken velden belooft
zeer goed te worden.
De stand is vrij slecht tot vrij goed in Gronin
gen, goed in Fiiesland, elders is bij vrij goed.
Klaver voor zaadwinning. De stand is in Gro
ningen en Friesland en oostelijk Noordbrabant
goed, in West-Noordbrabant matig tot vrij goed.
Boonen. Uit alle deelen des lands komen klacb-
ten over het vroegtijdig en sterk optreden van
bladluizen op de boonen. Sommige velden zijn
geheel zwart en zullen weinig opbrengen. De
stand van de boonen is dooreen genomen vrij
goed tot goed.
Bruine boonen beloven een goeden oogst.
Erwten. Voor het eerst sedert eene reeks van
jaren kan van de erwten een goede oogst ver
wacht worden. Zelfs in Zeeland, waar het gewas
er midden Juni weder nog zeer gevaarlijk voor
scheen te staaD, zijn de erwten door de regens
veel bijgekomen, zoodat zij wei niet veel stroo
hebben gemaakt. Doch goed gepeuld zijn. In
Groningen, Friesland en Noordhoiiand zijn voorts
de erwten buitengewoon goed. De talrijke plagen,
waaronder het gewas in vorige jaren had te lij
den, schijnen in eens te zijn verdwenen werken
althaDS niet schadelijk. De stand is in Zeeland
en Utrecht vrij goed, overal elders goed, in Gro
ningen en Friesland zeer goed. De beteelde opper
vlakte is aanzienlijk kleiner dan in vorige jaren.
Consumptie-aardappelen. Op de klei staat het
aardappelgewas er overal zeer goed voor. Van de
gewone ziekte wordt nog weinig gewag gemaakt
en ook de krulziekle komt nog maar sporadisch
voor. Op het zand in Groningen, Drenthe en
Overijsel hebben de aardappelen sterk van de
nachtvorsten en gedeeltelijk ook van de droogte
geledeD, zoodat daar de stand slechts matig tot
vrij goed is. Ook in Friesland, de Graafschap, het
Gooi en elders zijn sommige aardappelenvelden
meer of minder door vorst beschadigd, doch op
minder groote schaal, zoodat over 't geheel de
siand hier nog goed is.
Fabrieksaardappelen. Zooals reeds in het oogst-
beticht van 15 Juni word opgemerkt, zijn de fa
brieksaardappelen op de veenkoloniale dalgron
den geteisterd door hevige nachtvorsten in den
tijd tusschen 10 en 14 Juni. Mede door te drogen
grond en de op de nachtvorsten volgende koude
dageu herstelden de afgevroren planten zich
uiterst langzaam. Vrij zeker zullen de afgevroren
perceelen twelke in Groningen op tot van
de met aardappelen bezette oppervlakte worden
geschat) een zeer matigen oogst geven niet door
vorst beschadigde velden maken wei niet veel
loof, maar staan toch goed. Dooreen genomen is
de stand in Groningen, Drenthe en Overijssel
slechts matig. In Friesland staan de fabrieksaar
dappelen zeer goed.
Cichorei. De stand is overal goed tot zeergoed.
Uien. Tengevolge van vreterij door de made
van de uienvlieg staan de uien in de meeste ge
vallen te dun. De stand is matig id Zeeland, vrij
goed in Noord en Zuidholland.
Suikerbieten. De bieten hebben aan de droogte
zeer goed weerstand ^geboden en ontwikkelen zich
thans krachtig. Wel wordt uit verschilende
streken melding gemaakt van het optreden van
bladluizeD, maar zeer groot is de veroorzaakte
schade nog niet. De stand is in Zeeland en Fries
land zeer goed, in Groningen, de Over-Betuwe en
Zuidholland goed tot zeer goedelders is de stand
Boode en witte klaver. De klavers hebben eene
flinke eerste snede gegeven. In den laatstentijd
was de ontwikkeling minder goed ten gevolge
van de droogte, vooral op de lichtere grondeD.
Zoo is de stand in Zeeland slechts matig, in de
veenkoloniën matig tot vrij goed, evenais in
West-Noordbrabant. Elders is de stand goed.
Weiland. De zomer van 1911 was tot dusverre
weinig bevorderlijk voor den grasgroei. Reeds in
begin Juni vertoonden de meeste weiden de ge
volgen van de langdurige droogte. Door de in de
laatste belft van Juni gevallen regens is er wei
merkbare verbetering gekomen, doch de neerslag
was onvoldoende om den grond weder geheel
vochtig te maken, zoodat de grasgroei nog steeds
te wenschen overlaat. In sommige streken, waar
het mond- en klauwzeer algemeen heerscht,zjjn
de weiden iets beter bezet, doordat genoemde
ziekte den dieren het grazen belet. Op de klei
is de stand der weiden overal vrij goed, behalve
in Zuidholland en Utrecht, waar hij goed is. Op
het laagveen is de staDd in Friesland slechts
matig, in Utrecht vrij goed, in Noord- en Zuid
holland goed. Op het zand is de stand in Gro
ningen en Drenthe matig, in Friesland, Overijssel,
de Graafschap en West-Noordbrabant vrij goed
tot matig', overigens viij goed.
Grashooi. In verband met de droogte is ook
de groogste hoeveelheid hooi aanzienlijk kleiner
dan in het vorige jaar. Toea de regenperiode
omstreeks 20 Juni inviel, was nog weinig hooi
binnen. Het grootste deel van den oogst stond
geruimen tijd in den regen buiten en heeft
daardoor min of meer geleden. Intusschen schijnt
de schade mee te vallen, doordat de temperatuur
laag was, zoodat geen bederf intrad. In Juli werd
vrij veel hooi in puiken toestand gewonnen. De
hooioogst wordt overal matig tot vrij goed genoemd.
Klaverhooi. De eerste snede klaver was goed en
waar men kiaverruiters gebruikt, werd cok het
hooi in goeden toestand gewonnen. In verband
daarmede was de klaverhooioogst, eerste snede,
op de klei overal goed. Op het zand leed de
klaver, voor zoover verbouwd, nogal aan droogte
en was de snede niet zwaar.
vinciën verbouwd. En toch verdient het meer
bekendheid en algemeene toepassing. Men
noemt het ook wel boterzaad het behoort
tot de kruisbloemingen, evenals hetkoolzaad.
't Vetgehalte er van is echter geringer dan
van het koolzaad en 't heeft daarom als
oliezaad minder waarde dan dit gewas.
't Wordt dan ook door schrijvers van
landbouwwerken, waarin er overigens wei
nig over wordt geschreven, gerangschikt
onder de groenvoedergewassen Als groen-
voedergewas wordt het vooral verbouwd
in het Z.W. van Drenthe, voorts in Fries
land en Noord-Hollandde proeven, in die
provinciën er mee genomen, hebben zeer vol
daan, zoodat verwacht mag worden dat de
cultuur ook elders ingang zal vinden.
Landbouwers, die tot dusver zich hielden
bij den verbouw van stoppelknollen, moe
ten eens een proef nemen met boterzaad.
't Verdient in meer dan één opzicht de voor
keur boven de stoppelknollen: le de op
brengst is grooter2e het oogsten gaat
gemakkelijker, men lijdt daarbij niet zooveel
koude als vaak bij het plukken der knollen
dat ook overigens, wegens het voortdurend
krom staan, geen aangenaam werkje is 3e
van al de onaangename gevolgen der knollen-
voedering, als opgeblazenheid bij liet vee,
verstopping van den slokdarm, den z. g.
knollensmaak van melk en boter, het hard
worden van de laatste, en daling van het
vetgehalte der melk, ondervindt men bij voe
dering met het zomerraapzaad niets.
Tijd en wijze van zaaien is dezelfde als
bij stoppelknollen de hoeveelheid zaaizaad
is 30 a 35 Liter per H.A. Men gaat in de
eerste helft van Aug. ploegen, daarna eggen
vervolgens zaait men, ten slotte volgt het
ineggen. De planten groeien snel op begin
Nov. kan men al maaien, en daarmee kan
men voortgaan, dewijl de vorst aan het ge
was geen scha doetook een voordeel.
Evenals de knollen moet het raapzaad een
behoorlijke bemesting ontvangen. Men geve
liefst snelwerkende mestoffen minstens 3
baal patentkali, 3 baal superhosphaat en 2
baal chilisalpeter per H.A. De lielft van de
chili wordt vóór het zaaien, de andere helft
na het ontkiemen uitgestrooid. Is de grond
niet gekalkt, dan moet ook nog 600 a 800
K.G. kalkmergel worden ondergewerkt.
Met deze bemesting krijgt men een herfst-
voeder, waarvan men veel genoegen kan
hebben.
ZOMERRAAPZAAD.
Kent ge het zomerraapzaad lezer? Wel
licht niet, want het is niet zeer bekend en
wordt, in ons land, slechts in enkele pro-
IS 'T NIET ONVERSTANDIG?
Een heer kocht op een openbare ver-
kooping verschillend© voorwerpen en droeg
aan een tweetal mannen op, het gekochte
bij hem thuis te brengen. Dezen voldeden
aan de opdracht. In de woning van hun
lastgever kregen zij nog een en ander te
verrichten. Toen werden ze in de keuken
genoodigd en voorzien van een overvloe
dige hoeveelheid brood met kaas. Daarbij
zette de heer des huizes hun elk een kruik
bier voor.
Een van de manBen zei toen Die krui
ken hoeft u niet te openen, meneer.
De aangesprokene keek verbaasd op
Waarom niet vroeg hij. »Of ben je
misschien geheelonthouder
ja wei, menker,« was 't antwoord.
»En jij ook luide de vraag tot den
anderen man.
»Ja wel, meneer,antwoordde de tweede
Toen zei de heer des huizes met een.
toestemmend hoofdknikken »Zoo, zoo
Nu, ik moet zeggen, dat ik dit eigenlijk heel
verstandig vind. Drank is nergens goed
voor, en bier evenmin, Maar kwaad doet
de alcohol onnoemelijk veel. Juliie bent
flinki kerels, en ik maak je mijn compii-
mesU
En in plaats van bier liet hij kofï.e schen
ken, en bovendien gaf hij als blijk van
instemming elk der mannen een kwartje.
De twee kameraads gingen heen, ver
heugd dat zij zich hun overtuiging niet
hadden geschaamd.
En de heer, in wiens dienst zij enkele
uren waren geweest Nu, ik weet niet of
hij verder over de zaak heeft nagedicht.
Maar misschien krijgt hij dit blad in han
den en dan zouien wij hem door dit stukje
gaarne eens aan 't nadenken brengeD. Want
dat heeft hij toch blijkbaar zeer noodig.
Hij moet daardoor leeren, zijn daden meer
in overeenstemming te brengen met zijn
woorden en zijn gedachten.
Immers wat hij tot die beide weik-
lieden sprak, kwam inderdaad uit zijn hart.
Zoo meent hij het wezenlijk de werkman
die niet drink), doet verstandig alcohol is
nergens goed voor, doet integendeel veel
kwaadeen flinke kerel is het die bet
aangeboden glas afwijst.
Maar als dat nu waarlijk de overtuiging
is, die er diep in zijn ziel leeft, vindt hij
't niet onverstandig in hooge mate om
dien verdei felijken alcohol onnadenkend
aan te bieden
Honderd tegen éèn, als hij hierover
ernstig nadenkt, dan geeft hij a'len, die in
zijn huis ie'.s ko nen verrichten, kofiie in
plaats van bier.
SLACHTOFFERS VAN DEN ALCOHOL
IN BEIEREN.
E n Duitsch rechtsgeleerde Carl Hotter
van Landshut hield voor eenigen tijd een
voordacht over het onderwerp AlkohoL
criminaliteit in Bayern und ihre Todesop-
fer. Hij gaf daarin eenige ontroerende
cijlers over het bierland beieren. In de
jaren 1898 1902 werden volgens de
ambtelijke statistieken wegens gevaarlijke
mishandeling veroordeeld van elke 100.000
inwoners in geheel Duitschland 239, inde
wijndrinkende Beiersche Rheinpfalz 633 en
in het bierdrinkende Neder-Btieren 565.
Het aantal slachtoffers, dat de alcohol in
Beieren velt, blijkt zeer groot te zijo. Hotter
berekent het als volgt.
Gedurende de jaren 1888 tot 1908
kwamen in Brieten voor:
2407 sterfgevallen lenge-o'ge van dronk
aardswaanzin.
1573 alcohol ongelukken met doodelij-
ken alloop,
1038 gevallen van zelfmoord in dron
kenschap,
3492 gevallen van moord en doodslag
onder den nvloed van alcohol,
8510 slachtoffers in 20 jaren, .of ruim
400 per jaar.
Wat de gevallen van moord en dood
slag bij gelegenheid van vechtpartijen in
Neder Beieren aangaat, in de jaren 1900
tot 1909 hadden er ruim 90 percent plaats
hetzij op Zon- of feestdagen, hetzij bij
drinkgelegenheden. In de jaren r901,1902
en 1905 waren rond 100 percent.
Dat onschuldige bier
OOK EEN ALCO HOLKAPI TALIST,
Aan de Goudkust van Afrika heeft sedert
enkele jaren de Blauwe Kruis Vereeniging
va3ten voet gekregen. De zendeling arts Dr.
Fisch stichtte er in 1907 te Aburi enkele
vereenigingen, welke samen ruim negen hon
derd leden telden. Sedert kwam er eenige
verslapping, zoodat er in 19to ternauwer
nood het vijf honderdtal meer werd gehaald.
Met allerlei bezwaren beeft men er ook
te kampen. Onder anderen wordt door
sommige stamhoofden het drinken zeer
begunstigd. Te Pepease was het opperhoofd
zelf drankhandelaar. Tengevolge van den
ai beid der drankbestrijders daar nam het
aantal wetsovertredingen en verooi deelingen
sterk af. Het stamhoofd bemerkte dat met
schrik, daar de opgelegde geldboeten hem
ten deel vielen. Van d en tijd al bevorderde
hij in zijn gebied het drankgebruik op aller
lei wijzen, opdat zijn onderdanen in staat
van dronkenschap elkander duchtig moch
ten toetakelen en hij zijn geldboeten van
de vechtersbazen mocht ontvangen. Het
i
J'\
tl