EPS.
Zaterdag 1 Juli 1911.
36st8 Jaargang N" 1672.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
RECHTSI
.BUIZEN
zekering
Gods Souverainiteit in do
Raadszaal
Blijft niet thuis.
Trouw ter Stembus.
En op Rechts.
weelt zich beleefd
2981
-n uarnalea
tegen den laagst
ite uitvoering.
Rotterdam.
ouwers.
Jwer
jl 14 daag na de
ïhied. Vroeg tij-
s overbodig. Zie
prijzen, alvorens
?aan.
4348
iel, I KORTEWEG,
ME, Staila.'t HarlntTl.
feit zich beleefd aan
fak behoort. 4893
23 ROTTERDAM.
tot de firma
|!5
laar 1850 wer-
fleverd.
4138
n, inboedels enz.
I
p. 5 ons.
voor de Ziiidliollandsclie en Zeeuwselie Eilanden.
W. BOEKHOVEN.
SOMMELSDIJK.
Advertentie® 10 sent per regel en 3/j maal, Reclames SO per regel.
|J Boekaankondiging 5 Cent per regel en V»
Diensta&nvragen ©n Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
EEBSIE BLAH
Het Gereformeerde Volksgeloof, naar
de eigenaardigheid der zoogenaamde
Calvinistische en Puriteinsche richting
is, in elk hachelijk tijdsgewricht de
steun van Kerken Vaderland geweest.
Het Conflict tusschen Eeuwig en
Modern is door de Gereformeerden
scherp gesteld, en nog heden ten dage
is 't 't Gereformeerde Volk (niet als
belijders van een zekere Kerkmaar
als belijders van de volle Souvereiniteit
Gods, hetwelk dat Conflict uitstrijdt.
En wie de geschiedenis van zijn Land
en Volk ook maar oppervlakkig kent,
weet, dat in de dagen van kerkelijke
en staatkundige spanning, hetzij bin
nenland, hetzij buitenlandsche bemoei
enissen, steeds en vooral de Grondtoon
van elke onrast in Kerk en Staat was
het al of niet erkennen van de Sou
vereiniteit Gods.
Met die erkenning of ontkenning
staat het bestaan van een politieke
partij in onmiddeiijk verband. De rich
ting in 't huiselijk leven, in't School
leven, in 't maatschappelijk leven, in
den staat, staat met de erkenning of
jntkenning in 't allernauwst verband.
Is God God of is Hij 't niet
Is Hij onze God geheel of gedeel
telijk.
Richt Hij onze wegen op alle terrein
geheel of ten deele.
Is Hij op elk gebied Koning of alleen
maar op een eng, op een zeker terrein.
Regeert Hij in de Gemeente In den
Staat? Of alleen in den Hemel.
Wat zijn ons Zijne ordinantiën?
Voorschriften voor 't volle leven of
voor een. deel van 't leven.
En dit is 't kenteeken van den Ge
reformeerde dit is 't Gereformeerde
Volksgeloof, dat we erkennen en belij
den de volle Souvereiniteit op alle
terrein.
Dat is de Antithese waar ge gaat of
staat.
En in 't gezin of de School, de Kerk
of den Staatoveral overheerscht die
vraagWat wilt Gij, 0 God, wat wij
doen zullen Wat schrijft Gij ons voor
Welke is uwe wet, die voor ons bin
dend en gebiedend is
Dat is de klove, die de menschen
verdeelt en zal blijven verdeelen. Dat
is de scheur tusschen Rechts en Links,
ondempbaar, onoverbrugbaar.
Daardoor onstaat de strijd op alle
terrein, ook in de Raadszaal. Wat, 0
Raadslid, is uw uitgangspunt P Loo
chent gij de Souvereiniteit Gods hoe
braaf, hoe edel ge ook mocht zijn een
man van Rechts kan u niet steunen,
omdat ge God niet erkent, zooals hij
als rechts man, dit begeertdit moet
begeeren.
Welke uwe gaven en talenten ook
mogen zijn, indien gij voor 't Gemeen
te lijk leven den' Gods des hemels mis
kent, huiveren we om met U ten
strijde te gaan, en zouden we niet
durven rusten voor uw meerderheid
tot een minderheid geworden is, zoodat
ge geen schade kunt berokkenen aan
't geestelijk leven van de bevolking
En elk menschdie de Souvereiniteit
Gods loochent, is een verderf voor 't
geestelijk leven eener Gemeente. Hij
brengt in die Gemeente dien geest van
afval van God; den geest van onver
schilligheid voor 't Hoogste, dat er in
hemel en aarde is.
En daarom roepen we 't alleman
van Rechts toe:
Brengt geen entele stem uit op een
Canfliflaat, Die fle Souyereiniteit (Ms ooï
in de Raadszaal listent.
Wie God miskent, miskent't heilig
doel van 't Gemeenteleven 't dorp één
schakel uit die lange ketens van dor
pen en gehuchten, waarin de Heere
verheerlijkt moet worden, want ook
't dorp is Zijne heerschappij.
'V' Stemt Rechts.
Waarop elk kiezer tegenover zijn
partijgenoot dagelijks moet hameren
Om niet half om half te doen.
Maar, foei, zegt er eendat is een
beleediging voor elk partijgenoot, voor
eiken beginseldrager.
Wie gaat er nu als man van ka
rakter half om stemmen?
We bedoelen in de verste verte
geen beleediging, maar we spreken
van feiten.
We kennen kiezers bij name en van
Rechts en van Links, die half om half
stemmen.
Maar wat beginsel steekt daar nu
toch in. Zoo'n stemmen is een zuiver
stemmen naar de stoffelijke verlangens,
die iemand heeftj en die soms zijn
voldaan door een of ander Candidaat.
Ooit zoo zot gezien.
Ik stem een antirevolutionair op
den stemdag, al had hij me kwaad
gedaan. Want ik stem niet dien man,
maar zijn beginsel. Dat en dat alleen
komt in de Raadszaal. Het manneke
laat me koud.
01 we al voordeel van een Liberaal
hebben ol hij een doodgoeje man is,
die nog al eens wat weggeeftof we
van hem leven en van hem eten we
stemmen voor een beginsel.
Een Liberaal kiezer kan daarom
zeer goed een antirevolutionair stem
men, omdat de antirev. beginselen de
ware echte liberale beginselen zijn
Vrijheid voor allen enRecht voor ieder.
Maar een Antirev. kan nooit een
Liberaal stemmen, omdat de liberale
beginselen in vele opzichten met Gods
Souvereiniteit in strijd zijn en de
praktijk heeft getoond, dat onder 't
Liberale Stelsel allerlei uitsluiting en
onrecht heeft getriumfeerd. Daarom
stemt
Da's toch zoo'n verdriet.
Wat is een verdriet?
Dat thuisblijven van de kiezers.
Zoo eens één keer in de twee of
drie jaar hebben de kiezers de eer,
want een eer is 'ten 't voorrecht, en
't is een groot voorrecht, om te mogen
kiezen.
Het Gemeentehuis wordt opstelten
er voor gezetallerlei bestuursverga
deringen en gewone vergaderingen
worden gehouden, kiezerslijsten ge
kocht; strooibiljetten ."gedrukt en be
taald maar jawel, deze en die
staat je met een heel ordinair aange
zicht aan te kijken als je vraagtKerel,
ben je al op 't dorpshuis geweest!
Op 't dorpshuis Wel neent, hij
blijft thuis,
Hij staat verstomd over je üver,
maar denkt in zich zelf: wat scheelt
die man toch om daar nu nog drukte
van te maken.
Alle man, die kiezer is, moefd.w.z.
behoort te komen die plicht rust
op hem. Dat is de eisch des levens
om belang te stellen in alle zaken, die
een Gemeente aaDgaan.
Onverschilligheid is een verder! voor
alle werk en alle leven.
Daarom
OP den UIT li IJ 14.
De Zomer meststof.
fl
pSCHERS.
5.Z. 94.
4-3 IS
NEERD
erd handelsmerk
v. Ballegooij.
A. Poots.
an Eesteren,
Zaaijer
,n Oostenferngge.
4528
1,27
2,
2,13
2,18
2.29
2,39
2,50
2,55
3,05
3,11
3,46
5.30
4,31
5,40
5,53
5,58
6,08
6,19
6,30
6,35'
6,45
6,51
7,26
9,06
8,37
8,40
8,53
8,58
9,08
9,19
9,30
9,47
10,22
12,
1,06
2,31
3,06
3,16
3,26
43,27
«£3,38
3,48
3,59
.4,04,
"4,17
4,28j
4,45
6,10
6,45
3,56
7.06
7.07
7,18
7,28
1,39
.7,44
a 7,57
|8,30
7,30
9,05
9,40
9,45
9,55
5,31
5.40
5,51
6.05
6,17
6,28
6,31
6,36
6,46
6,51
7,26
9.06
8,30
8,39
8,50
9,04
9,16
9,27
9,30
9,32
9,42
9,47
10,22
12,
11,
11,09
11,20
11,34
11,46
11,57
12,
1,06
2,31
3,06
3,15
3.25
3.26
3,29
3,40
3,52
4,06
4,17
4,26
4,45
6,10
6,45
6,50
7,
7,01
7,04
7,15
7,27
7,41
7,52
8,01
9,35
9,38
9,49
10,01
10,15
10f26
10,35
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p, p. met Zondagsblad 75 Cent.
v zonder 50
Buitenland bij TOornitbetaling met Zondagsblad 7,50 zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercoms*». So. 2.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ea Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle «lukken vuur de iied&etie bestemd, Advertentiën en verdere AdresInisarat-fe franco foe te aeisden aaei Uitgever.
E11 bromt nu maar, en gromt maar,
en soebat maarhij komt niet.
O, 0!
Altijd heb ik respect gehad voor den
vaderlandschen landbouwer.
Hij heeft zijn gebreken, zoogoed, als
ieder de zijne, maar in zijn stoortik bedoel
vergeleken met de boeren in andere landen,
dan staat hij heel dicht aan 't boveneinde
van de ranglijst. En al ben ik zelf geen
boer, noch eens boerenzoon al hoop ik
den boer nooit te vleien, noch zijn gebre
ken op te hemelen tot deugden het
nationale bloed stroomt me nog wel zóó
door de aderen, dat ik er van opleef, als
ik de verdiensten van onzen boerenstand
en andere landen en werelddeelen zie er
kend.
Men heeft gehoord van Jowa.
Een der Staten van Noord-Atnerika
waarmede in den loop der jaren heel wat
Nederlandsche boeren zijn verhuisd.
Een daar verschijnend blad in 't Engelsch
uitkomende, had onlangs het bericht, dat
er in dien staat dit jaar heel wat landver
huizers uit ons vaderland worden gewacht.
Tweehonderd waren er reeds aangekomen
op Elles-eiland en nog een paar honderd
waren er op de komst. Het waren noch
Kapitalisten, noch »proletariers«, want ze
hadden bij elkaar een vermogen van een
400.000 dollars.
Veel is dat nu niet.
Duizend dollars de persooD, of f 2500,
waarbij men echter in aanmerking dient te
nemen, dat men in Amerika met een dollar
niet veel meer doet dan bij ons met een
gulden.
Bovendien ligt Jowa niet in of aan de
grens der wildernishet land is er voor-
loopig reeds ontgonnen er zijn behoorlijke
verkeerswegen, zoodat de gemiddelde prijs
er is 200 dollar per acre, naar men in 't
verre Westen voor 20 a 25 dollar per
acre nog wel terecht kan.
En nu zegt het boven bedoelde blad
De Nederlandsche boer kan met zulk een
koopprijs nog uitkomen, ja tot welvaart
geraken, waar de boeren uit andere landen
eenvoudig zouden tot armoe vervallen, om
dat de huurprijs en de hypotheken natuur
lijk in overeenstemming zijn met den hoogen
koopprijs.
Wat 'm dat dan in zit
Ik laat das blad zelf spreken
»Deze Hollanders brengen juist mede,
wat den gemiddelden inwoner van Jowa
ontbreektkennis van wat de bodem kan
opbrengen en bekwaamheid om er uit te
halen wat er met vakkennis, zorgvuldigheid
en eerbied uit te halen is .De man
nen, om den grond met succes te bewerken
zijn niet vele De Nederlander zal ons
toonen, hoe dat moet geschieden, niet
omdat zij zooveel intelligenter zijn dan wij,
maar omdat zij geleerd hebben zelfs nog
winst te behalen van land, dat 50° dollars
waarde heeft.
Dan is er nog iets.
Van deze Nederlandsche landverhuizers
getuigd het blad, sprekend uit een ervaring
van jaren her
»Zij zullen sterven op hun eigen boerderij
en niet in een zijstraat van een stad. De
Hollandsche boer blijft, waar hij is. Hij zal
zijn boerderij niet verlaten, als hij het geld
er uit heeft gehaald. Zij is zijn tehuis, niet
een pleisterplaats.
Ja, het blad raakt zelfs op Amerikaansche
wijze aan hel doorslaan.
Het laat den fantasierijken >men« aan
het woord.
»Men« toch zegt, dat in den staat Yowa
alleen nog voor 't einde des jaars, de 400
voortrekkers door 8000 andere Nederland
sche boeren zullen worden gevolgd, die het
blad bij voorbaat hartelijk welkom heet.
Zulk een vaart loopt dat niet.
Van zulk een exodus zouden wij hier
toch ook wel wat hebben gehoord
Maar het deed me toch goed, zulk een
getuigenis van zoo onverdachte zijde te
hooren.
Trouwens, de Nederlandsche land- en
tuinbouwers zijn van oude tijden af bekend
en beroemd geweest en al vele jaren vóór
de Kerkhervorming werden ze naar Pruisen,
naar Denemarken en naar Engeland gelokt,
om daar den landzaat tot een voorbeeld
te zijn.
Io de eerste helft der 19e eeuw was
ook onze boerenstand wat ingedommeld en
liet hij zich door buitenlanders overvleu
gelen.
Maar die schade is de boer bezig in te
halen
Op andere landen heeft hij dit voor,
dat het hier zoo volkrijk is.
Het volk vermenigvuldigt wel, maar het
land blijft even groot, als 't is. En zoo is
de boer en tuinier er wel op aangewezen,
land- en tuinbouw steeds meer intensief te
gaan drijven, d.w.z. van dezelfde oppervlakte
steeds meer vrucht te halen.
Dat komt natuurlijk in de woeste stippen
en maagdelijke wouden van Noord-Amerika
niet te pas. Daar is ruimte genoeg. Maar
in oudere staten, waar de eerste ontginning
al lang achter den rug is, daar is de
bodem in prijs gestegen, daar moet dus
elke boer zich met veel minder grond ver
genoegen en is 't de vraag weer, wie den
landbouw het meest intensief zal kunnen
drijveD.
En dan staat onze boer bovenaan.
't Is, om met Koningin Emma te spre
ken, een van die dingen, waarin een klein
volk groot kan zijn.
Het aanpassingsvermogen van onze
boeren is tamelijk groot In vorige eeuwen
in Afrika, thans in Canada en de Vereenigde
Staten, overal wisten ze ook bij gansch
veranderde omstandigheden hun bedrijf loo-
nend te maken.
Van dat aanpassingsvermogen hoorde ik
onlangs nog een aardig staaltje.
Een boer woonde in 't hartje van Zuid-
Holland. Op laag veenachtig land had hij
z'n gansche leven lang vee geweid en van
de melk kaas gemaakt.
Thans was hij 76 jaar oud.
Toch had hij zichzelf nog niet gepen
sioneerd, al had hij er 't geld wel voor.
Integendeel op zijn ouden dag was
hij nog verhuisd uit het binnenland van
Zuid-Holland naar den Veluwezoom niet
ver van Barneveld.
Om te rentenieren In 't geheel niet.
In Holland waren zijn kinderen groot
geworden ze waren tot den trouw geko
men ze moesten zelf land en een hoeve
hebben en dat was lastig want
een hoeve is te bouwen, maar land is
schaarsch
Goed, de oude vader had den een de
ouderlijke hoeve afgestaan, voor den ander
een huis gezethet land had de baas onder
zijn kinderen verdeeld en toen was
hijzelf naar 't zand gekomen en had er
land gekocht.
Daar boerde hij nu weer.
In een gansch andere streek.
Onder geheel andere omstandigheden.
Zijn leven lang was hij veeboer geweest,
nu werd hij bouwboer. Moest zijn land
gedeeltelijk ontginnen. Studie maken van
kunstmest. Producten verbouwen, die men
in Holland nauwelijks bij name kent.
Meer dan zeventig jaren oud
Maar de oude baas was met joDgen
levensmoed begonneD, werkende zoolang
het dag was en hij praatte nu met evenveel
enthoesiasme over zijn rogge en boekweit,
als voorheen over zijn vee en zijn kaas.
Nu zóó zijn ze niet alle.
Zoo'n baas is een uitzondering.
Maar dat haf. Nederlandsche boerenvolk
zulke uitzonderiögen vermag voort te bren
gen, toont dat er door Gods goedheid nog
pit in dat volk zit en dat het mêa behoort
tot den sterken ruggegraat der Nederland
sche natie UITKIJK.
liitmii- en Tuinbouw.
//Kan men dan nu nog Chili gebruiken
Ik dacht dat deze meststof alleen of hoofd
zakelijk in het voorjaar nut kon doen//. Zoo
vroeg me verleden zomer iemand, wien ik
aanraadde zijn gewassen met wat Chilisalpeter
aan te zetten. Do man meende, dat Chili in
den zomer weinig uitwerking had en ook, dat
het, over 't gewas gestrooid, schaadde, omdat
bij hem de boel zooals hij 't noemde
er al eens door //verbrand// was. Ik lichtte
hem in, dat Chilisalpeter de zomermeststof bij
uitnemendheid was en da,t het nadeel, door
hem ondervonden, een gevolg was van ver
keerde of te rijkelijke aanwending, 't Is er
meer zoo gegaan als dien man. Zij strooiden
de meststof uit als het gewas wat nat was van
regen ot dauw, of gingen heel buiten de maat.
En zagen ze dan de treurige gevolgen, dan ver-
wensehten zij het //vergiftige goedje//. Maar
wie het met verstand gebruiken, hebben er
veel voordeel van en zijn dikwijls vol lof
over die kostelijke meststof. Ja, kos'elijk in
derdaad. Wie den geheelen zomer in zijn' hof
den Chili-zak bij de hand heeft en te rechter
lijd van den inhoud gebruik maakt, heeft er
verbazend veel genot en profijt van en kan
er in het oog van anderen, die geen Chili
gebruiken, of niet goed welen te gebruiken,
van de laatsten zijn er nog heel wat, hoe
eenvoudig overigens de aanwending ook zij
//wonderen// mee doen.
Vóór een paai' jaar had ik een oud moe
dertje, toen ik Jiaar hoi bezichtigde, verteld,
hoe zij hiftr groenten met Chili kon bemesten.
Den vorigen zomer bezocht ik haar weer.
Dadelijk moest ik den moestuin in en daar
haar groenten en bloemen, welke overal waren
aangebracht, bewonderen. Inderdaad, 't was
een lust om te zien. Zij was al baar buren
vóór. Alle bedden stonden prachtig en van
haar' overvloed had zij niet alleen gegeten
met haar gezin, en reeds kunnen inmaken,
maar ook buren en familieleden meegegeven.
Dat kwam al van de Chili zei ze. Zij had,
volgens mijn raad' op elk zaaibed bij den
aanleg wat uitgestrooid, niet te veel, en was
er dan met den gieter over heen gegaan.
Kwam het zaaisel op, dan herhaalde zij dit,
en later zoo noodig nog ée'n of twee keer.
Altoos vo'gde het gieten op het uitstrooien.
Of ook wel begoot zij het bed rijkelijk met
een zwakke oplossing in een emmer van 10
Liter inhoud loste zij 10 gram Chilisalpeter
op. En na het planten en verplanten, c'an,
wanneer de plantjes begonnen te //trekken//,
handelde zij evenzo». Éénmaal had zij zich
//vergalopeerd//. 't Was, toen zij op een zaai
bed te veel van het goede had gegeventoen
kwam er maar een deel van bet zaaisel op,
de rest bleef weg, totdat het flink geregend
had. 't Herstelde zich toen nog prachtig, maar
't was toch voor haar een les geweest. Vol
verrukking vertelde mij het moedertje dat
haar wetenschap als een uitvinding beschouwde
welke zij zorgvuldig voor haar kennissen //ge
heim// hield dat zij wel 2 a 8 maal zooveel
groenion teelde als vroeger, welke malsch wa
ren //als boter//, dat zij met alles 'i eerst ras
in de buurt, en dat ieder haar benijdde ook
om haar mooie bloemen, 't Gelukkige vrouwtje
had, als zoovelen vóór haar, de meststof leeren
waardeeren, die dtn gtheeien zomer dienst
kan doen en geregeld door, bij gepaste aan
wending, voordeel kan geven, móór dan eenige
andere meststof, C. B.
•j I