Zaterdag 24 Juni 1911
26sle Jaargang N°. 1670.
rooi' «le 95uidltollaiidscIie en Zeeuwselie Eilanden.
EISTE ML
Antirevolutionair
IN HOC SIGNO VINCES
Van welk jaar, datlaadslid?
W- BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
%Sle sfukken voor «ie Kedactie bestemd, Adverlefstiëia ers verdere idpiini^tratie fraise© toe Ie zenden aan den li lire ver.
*je* De Raadszaal en de Bijbel.
Werkverschaffing in den winter,
7oor Muis en Hof.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondageblad 75 Cent.
a »"»der 5<>
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercoms». Mo. S.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan,
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
De Raadsverkiezing nadert.
En onwillekeurig denken we terug
aan hetgeen eens van Groen geschre
ven is:
Bij den heer Groen van Prinsterer
heeft men niet. evenals bij sommigen
van onze meest invloedrijke persoon
lijkheden, b.v. de hoogleeraren Schol
ten of Opzoomer, te vragen: van
welk jaar De heer Groen heelt geen
verschillende jaren. Daar staat hij
en 't jaartal doet niets ter zake. Zijn
verleden is zijn heden. Men weet
alzoo wat men heeft, als men hem
noemtwat men van hem verwach
ten mag en waarop noen bij hem niet
behoeft te rekenen.
Leze en herleze men dat prachtig
getuigschrift over Groen. En passé
men dat eens toe op de Raadsleden
en de Candidaten, die er voor in aan
merking komen.
Bij Groen vraagt men niet: is hij
in dat en dat jaar omgedraaid; beeft
hij zijn huik naar den wind gehangen
om invloed te krijgenzag hij een
zeteltje in zicht en veranderde hij
daarom van beginsel of vermeidde hij
zich als de beginselen wat moesten
teruggedrongen en 't succes alleen hem
tegenglom. Bij Groen vraagt men nooit:
yan welk jaar. Hij was Groende
Staatsman, de Evangeliebelijder. Bij
succes of verlies. Nooit veranderde hij
zijn beginsel, maar steeds beoogde hij
zijn doei te bereiken zonder iets af
of bij te doen, dan hetgeen hij meende
dat in dien tijd en onder die omstan
digheden noodzakelijk wasomdeeere
Gods te verhoogen en 't heil des Lands
te bevorderen.
Bij Groen vraagt men niet naar het
jaartal Daar staat hij. Zijn verleden
is zijn heden. Wil dat nu zeggen, dat
de heer Groen een versteening was;
een doode rots; onverzettelijk, altijd
onveranderlijkdoordrijvend zijn mee
ping en nooit eens die meening her
ziende
O, neen! Van zich zelf heeft hij heel
iets anders geschreven
In 1821 ben ik toehoorder van
Bilderdijk geweest. In 1828 gematigd
liberaal. Nagenoeg met de conser
vatieven homogeen. Eerst in 1829
werd ik in de atmosfeer der revo
lutie antirevolutionair, terwijl ik de
contra-revolutionaire velleïteiten
vermeed en bestreed.
We zien dus in Mr. Groen wel ver
andering; maar toen hij ook onder de
omstandigheden het wezen der Revo
lutie had doorzien, is hij tot op zijn
dood in 1876 overal en altijd een
strijder geweest voor dezelfde Evan
gelische gedachten.
Dat ééne beginsel kefde in hem.
Dat ééne begi nsel wilde hij doorvoeren
Dat ééne beginsel achtte hij nood
zakelijk voor Lands- en Volkswelvaart.
En waar hij d» taktiek liet gelden
was 't om de politieke gedachte des
te beter ingang te kunnen d ;en vinden.
Krijgsmauoeuvreswelk veldheer ge
bruikt ze niet, om zijn doel te bereiken.
Maar een krijgsmanoeuvre, een om
trekken, een schijnbaar terugtrekken,
een paar uur rust nemen, is geen
besmeuren van de vlag.
Zoo ook vraagt elke kiesvereeniging
naar mannen, die voorzichtig zijn
natuurlijk. Maar als men den naam
van den Candidaat hoort, zo» werd
van Groen gezegd, dan weet men wat
men aan hem heeft. Wat men van
hem verwachten kan. En waarop men
bij hem rekenen kan. Trouw aan de
vlag. Eerlijk en oprecht uitkomen in
den Raad voor dezelfde beginselen,
die men buiten den Raad belijdt.
Niet vandaag zus en morgen zoo.
Schoon was 't getuigenis, dat van
Mr. Groen gegeven werd.
En 't is even schoon, als van onze
as. candidaten getuigd kan worden:
Men weet alzoo, wat men heeft.
Wat men van hen verwachten kan.
En waarop niet te rekenen is.
Van de candidatenlijst hangt veel af.
Moge ze in elke Gemeente zoo zijn,
dat men weet, wat men heeft.
We hoorden iemand eens zeggen
in den Raad is er voor den Bijbel
geen plaats.
En die spreker bedoelde nu niets
ongunstigs over Gods Woord, maar
zijn inzicht in de verhoudingen tus-
schen Raad en Bijbel ontbrak hem.
Zekerin den Raad komen bijna
steeds stoffelijke zaken in aanmerking
ze te noemen is overbodig, omdat uit
de Raadsverslagen duidelijk genoeg
blijkt, dat het grootere deel der be
raadslagingen gaat over stoffelijke
zaken.
En toch zouden we niet graag onze
stem aan een liberaal geven, tenzij
er een winst voor onze beginselen te
boeken ware.
't Gebed in den Raad blijft steeds
een teer puntHet godsdienstig leven
van een Raadslid, zijn gevoel van af
hankelijkheid van God; zijn kennis
van 's Heeren Woord geeft aan zijn
adviezen in den Raad een ander
karakter. Een liberaal en een anti
revolutionair zullen hetzelfde beoogen
beide streven naar 't zelfde doel en
toch is 't uitgangspunt soms zoo ver
schillend. Het resultaat hetzelfde, maar
de bodem, waarop men stond, zoo
gansch anders,
En dan, al is 't resultaat van beider
overwegingen hetzelfde, dan hebben
we liever een man in den Raad, die tot
zijn besluit gekomen is, omdat bij zich
voor God rekenschap schuldig voelde
dan iemand, die in de Raadzaal het
Goddelijk bestaan loochent en er pok
geen rekening mee houdt.
Iemands godsdienstig leven zet een
stempel op zijn persoon en zijn werk;
maar raakt ook middellijk het leven
der gemeente.
Want dat Raadslid is ook burger
dier gemeentevertegenwoordiger dier
gemeente en dat reeds geeft aan zijn
godsdienstig leven een gevoel van
zware verantwoordelijkheid, die met
de hulp van Hoogere Macht in on
middellijk verband staat.
Hoe edel liberaal hij ook zyhoe
rijkhoe geleerd liever een bekwaam
arbeider die bij Gods Woord leeft,
dan een rijke liberaal, die Gods Woord
miskent.'
Het Verslag der werkzaamheden
aangaande de Armenwet spreekt ook
van werkverschaffing. In de gemeente
Ter Aar werden ijsbanen gemaakt en
ongeveer 25 personen verdienden daar
van 10 cent per uur. De uitgaven be
droegen 169 gld. en de ontvangsten
528 gld, Te Bergambacht werd werk
verschaft door de aldaar bestaande
vereeniging Werkverschaffing® en
bestond in het verbeteren van wegen,
het zagen van eiken kachelblokjes van
sloophout van schepen. In Bleiswijk
onderhield men sommige armen met
het werken aan de grintwegen. Te
Delft had de Commissie van vrijwil
lige armbezoeksters uit haar midden
een bureau gevormd tot het verschaf
fen van naai- en breiwerk gedurende
het geheele jaai aan behoeftige naai
sters en breisters. Te Dordt verschafte
men werk, bestaande in het herstellen
van kachels en schoenen en touw
pluizen. In Gouda, laat men bosjes
kachelhout maken. In Dfen Haag ver
richten de werkloozen soms duinarbeid
Te Hazerswoude liet men de werk
verschaffing bestaan in brandhout
zagen en kloven, baggeren en zand
en aardevervoer.
Te Hoornaar landbouwwerk.
Te Schiedam van de straatreiniging.
Te Stompwijk de ijsbanen.
Te Vlaardingen bossen brandhout
van oude hoepels.
Zoo zijn er dus verschillende ge
meenten. die pogen om door werk
verschaffing op kleine schaal aan som -
miger nood te voldoen.
't Is een kiein hulpmiddel, maar toch
veel beter dan zich overgeven aan de
Armenkas.
In de zaak der Armenbedeeling is
het hoofdstuk over Werkverschaffing
een der voornaamste. Maar hoe het
werk te krijgen.
OF D&lf UITKIJK.
'i Is gebeurd in ons vaderland.
Alle verdere aanduiding laat ik opzette
lijk achterwege 't is me niet te doen, om
namen, maar om de zaak.
Ia een vrij groote gemeente van ons
vaderland hebben de drie partijen van rechts
in den gemeenteraad eenige vertegenwoor
digers. Ook de antirev. partij, zelfs heeft
zij daar het voorrecht een onzer eminente
mannen te bezittennog jong, maar wiens
naam reeds met eere wordt genoemd en die
zelfs meer dan eens al gedoodverfd werd
als candidaat voor de Tweede Kamer.
Toen nu onlangs de kiesvereeniging
vergaderde, om te beraadslagen over de
candidaatstelhng, kwam daar een sterke
oppositie. De candidaat, die het bestuur
voorstelde, werd niet gesteld. En ons
zittend lid, bovengenoemd, kreeg den wind
van voren. De meerderheid was over zijn
beleid niet gesticht en deed hem lang niet
maische verwijten.
Nu zou zulk een huiselijke ruzie op
zichzelf niets beteekenen en zeker niet de
moeite waard zijn, om er in 't openbaar over
te gaan schrijven.
Zoo iels komt meer voor.
Men ziet het bij elke partij.
En helaas de antirev, partij, die ook uit
zondige menschen bestaat, maakt geen
uitzondering op dezen regel. Zelfs komen
bij verkiezingen voor den raad zulke ruzies
veel vaker voor, dan wanneer het de Staten
of de Kamers geldt. Er worden dan geen
>hooge heerent gesteld, tegen wie men min
of meer tegen opziet, maar 't gaat om de
candidatuur van Piet of Teunis, dien ieder
van haver tot gort kent en van wien ieder
het zijne denkt en zc-g'.
Ook komen in den raad allerlei zaken
ter sprake, die meer direct het dagelijksch
leven raken en waarover de gewone buiger
z.ch veel meer druk maakt dan over een
groote landwet, waar hij weinig van begrijpt.
Zoo heb ik een dorp gekend, waar de
mannen van eenzelfde partij 't was geluk
kig de onze niet zich bij de gemeente
lijke stembus in twee groepen scheidden,
wier punt van geschil, als men 't goed
naging, kon teruggebracht worden tot de
vraag, of er in een bepaalde buurt der
gemeente al of niet straatverlichting zou
worden aangebracht 1
Elk, die meeleeft, kan zulke voorbeelden
ook wel opnoemeD.
Maar in de gemeente, die ik thans op
het oog heb, schijnt de zaak toch eenigs-
zins anders te staan.
Ik zeg met opzet »schijnt« want persoon
lijk ken ik die gemeente niet. Maar ik lees
nogal veel kranten en als men zoo uit
verschillende bladen van onderscheiden kleur
de berichten samenleest en vergelijkt, dan
kan men toch van zekere zaak wel op de
hoogte komen ook zonder persoonlijk
onderzoek.
Welnu naar ik dan uit de bladen
leerde, werd ons raadslid verweten, dat hij
te »rood<r was. M. a. w. dat hij socialisti
sche haren had. En hij werd ernsiig aan
gemaand, in dit opzicht betering des levens
te betoonen.
Nu is dat alweer het ergste, dat men een
autirevolutionair verwijlen kan.
Ik schrok er dan ook van.
Temeer, waar het hier iemand geldt, die
in wijder kring wel advies en voorlichting
geeft en naar wiens advies door onze mannen
ook wel gaarne geluisterd wordt. Zou de
man waarlijk den verkeerden politieken kant
uitzwenken.
Ijverig zocht ik naar meer bijzonderheden.
Maar dat viel me niet mee.
Of eigenlijk ook weer wél.
Uit hetgeen publiek kwam, merkte ik,
dat hij, als raadslid, meermalen had gespro
ken en gestemd ten gunste van arbeiders.
Wat natuurlijk gebeuren kan.
Ook de gemeentelijke overheid komt op
allerlei wijze met de arbeiders en met hun
belangen in aanraking.
Zoo b.v. om maar iels te noemen, als
zij de voorwaarden regelt voor den arbeid
van de werklieden in dienst der gemeente.
Of ook als zij in de bestekken van gemeen
tewerken voorwaarden stelt ten aanzien van
de arbeiders, die de aannemer in dienst zal
stellen. Zoo ook als zij, op grond van de
woningwet de behulpzame hand biedt, om
goede en goedkoope arbeiderswoningen te
doen verrijzen.
Nu kan dat wrijving geven.
Dat ontken ik allerminst.
Zoo zullen de arbeidersvoorwaarden van
de gemeentewerklieden niet zonder invloed
blijven op de verhouding tusschen patroons
en arbeiders in het particuliere bedrijf. Zoo
zullen gunstige bepalingen in 't belang der
arbeiders, opgenomen in de bestekken, de
aannemingssom allicht iets verhoogenwat
uit de belastingen moet gevonden worden.
En zoo kan het gebeuren, dat gemeentehulp
bij woningbouw de particuliere bouwers in
hun plannen dwarsboomt.
Een antirev. gemeenteraadslid heeft hier
een moeilijke laak.
De socialist heeft 't veel makkelijker.
Die kent slechts één stand, dien der
arbeiders. Hij staat op 't standpunt van den
klassenstrijd. En al zouden de andere »klas-
sen* ondergaan, dat is hèm om 't even.
Of liever, dat is hem juist goed. Want in
den strijd is juist hij de overwinnaar, die
zijn tegenstander in 't zand doet bijten.
De antirevolutionair moet in 't oog hou
den 't belang der gansche maatschappij.
Van al e rangen en standen.
't Belang dus ook der gaasche gemeente.
Nu kan het echter gebeuren en het ge
beurt télkens in het leven, dat er strijd
van belangen i«. Dan komt de moeilijke
viaag, om naar eed en geweten te hande
len, gelijk recht en billijkheid eischen.
En daarover kan verschil van meering
ontstaan. Ook in den boezem onzer partij.
Wat is nu echter zoo te betreuren?
Dat we in den laatsten tijd het meer
malen zien gebeuren, hoe de geestverwan
ten dan onder elkander dadelijk gereed
staaD, om het verwijt te doen van conser
vatisme eenerzijds en socialisme anderzijds.
Dat acht ik een slechte gewoonte.
Het gaat nu eenmaal niet aan het mag
niethet is zonde, om van den beginsel
smid een belangenstrijd te maken. Dan zijn
we vast en zeker op 't socialistisch spoor 1
We hebben te vragen, wat recht is en als
we dat najagen, dan zullen we van achter
nog gezegend uitkomen, al komt voor 't
oogenblik ons eigen belang eens even in
de knel.
Zie het Tarjef is aan de orde.
We zullen daar allicht eenig ongerief
van ondervinden De personen met vaste
tractementen, die over 't algemeen waarlijk
zoo hoog niet zijn. Allicht breDgt het Tarief
op 't een of ander een kleine prijsverhoo-
ging, al zal dat zoo'n vaart niet loopen,
als de schreeuwers van Links wel willen
zeggen.
Maar goed zelfs de kleinste verhoo
ging drukt deze menschen. Voor handel en
nijverheid staat daar tegenover meer ver
tier, meer omzet, meer winst en stijging
van loonen, als bv. Duitschland duidelijk
leert. Maar voor de svaste tractementen*
helpt dat niet
Wat zou men nu zeggen, als de amb
tenaren, onderwijzers, predikanten enz. van
onze richting eens tegen dat Tarief gingen
ageeren, omdat hun eigen belang daardoor
even wordt geraakt Ieder zou dat ten
strengste afkeuren.
Dan moest men ook zoo niet doen in
andere kringen. En allerminst maar dadelijk
gereed staan, om te spreken van »conser-
vatief* en ^socialistisch* en wat Iraaie na
men er verder worden uitgedacht.
Niet omdat eeoig belang wordt geschaad,
maar uitsluitend omdat het beginsel in 't
gedraDg komt, mag er oppositie worden
gevoerd. Anders raken we op den verkeer-
den weg!UITKIJK.
Vele huisvrouwen hebben te klager) over slak
ken in 't omhulsel van de huispomp, welke
diertjes 's nachts te voorschijn komen. Zij heb
ben slechts wat keukenzout binnen dat omhulsel
te strooien, om van die plaag verlost te worden.
Gist wordt tegen mollen vaak aangeraden. Een
eenvoudig en zeker werkend recept is ookop
een half velletje postpapier ander papier kan
bfj gebrek ook dienen schrijve men in duide
lijke letters het woord VEEBODEN vervolgens
frommelt men het in elkaar, de letters aan den
buitenkant drenke men het in petroleum of carbol,
waarna men het in de pas gegraven mollengangen
stopt en deze weer met den voet dichttrapt De
mollen blijven dan van die plaats weg. Dat hier
vooral het opschrift zijn uitwerkiDg niet missen
zal, begrijpt ieder. Als de mollen tenminst lezen
knnnen
Tegen veenmollen in den tuinDa veenmol
(Gryllotalpa vulgaris) paart en legt eieren van
midden Juni tot half Juli, Terwille ter bevruchting
maken de dieren des naohts kleine uitvluchten.
De eieren, ongeveer 200 in getal, vindt men in
de ronde holten, gemaakt in de gangen. Men
vindt deze gemakkelijk dewijl alle planten daar
boven verwelken, omdat de wortels worden
afgevreten. Om geheel van veenmollen bevrijd
te worden, moet men de eieren opzoeken en ver
branden. Het steken van lapjes, gedrenkt in
petroleum, verdrijft ook de veenmol, die dan
echter op een andere plaats weer schade begint
te doen.
Ouders, hoedt uw kinderen tegen den gouden
regen 1 Te Amsterdam is onlangs een kind over
leden, dat in het Vondelpark van die bloempjes
had geplukt en in den mond had gestoken.
Pluk de verwelkende bloemen af, vaakbloeitde
boom in den nazomer dan nog eens. Verwijder
In ieder geval de zaden als ge hoenders hebt;
ze hebben reeds aan menig hoentje het leven
gekost.
Laat een broedsche hen niet broeden op een
plaats waar het niet rustig is. Vooral mag de
grond niet dreunen. Dns niet dicht bij een fa
briek o j werkplaats. De kans op mislukking is
dan groot. Of dit komt doordat da Kip dan
verschrikt wordt doordat zg dan de eieren
misschien niet bedekt men beweert dat zij
dan een halfstaandehouding aanneemt is
niet met zekerheid te zeggen, maar de ondervin
ding leerde dat wanneer in een naastliggendlokaal