36s,e Jaargang N°. 1663. Zaterdag 37 Mei 1911. A ntirevo la tionair Orgaan voor de Zuidhollaiidsclie en Zeeuwsche Eilanden. Wit denkt orals Pit Pill? MM ra 6611001111. IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Eij zoekt een mensck Reclames, fflededee- ling en ens. Buitenland. Deze Courant verschijnt alken Woensdag en Saterdag, Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cest» n ti ti v v zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50zonder ƒ4,50 per jaar. If'zonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. CJTXEVE& SOMMELSDIJK. Telefoon ïntereomm. Ko. 3. ij Advertenties 10 cent per regel en s/t staal, Bseiasase 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cant par regel en maal. Bienstaanvrageii en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor «Se Hedaetie feestefiad, Adverlenliësi en verdere Administratie franco toe Ie zenden aan den Uitvever I ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis In Griekenland leefde in overoude tijden een wijsgeer, Diogenis Op zeke ren dag verschijnt hij in zijn wijsgeer- rok op de markt van Athene. De zon stond hoog aan de luch.t en dan, een Oostersche zon. Maar hij droeg in zijn hand een brandenden lantaarn. Wel, Diogenes, zoo vroeg ieder der marktbezoekerswat moec je met dien brandenden lantaarn en dan op klaarlichten dag. En 't laconieke ant woord moet geweest zijn»Ik zoek menschen.® Hij zocht menschen die karakter be zaten, zooalskij zich dat voorstelde. En ook thans nog vraagt de maatschappij om menschen. De wereld is vol individuen er wo nen er 1400 millioen. En Neder land telt er een millioen. Maar zijn 't allen menschen? Leven ze of laten ze zich leven Leiden ze of worden ze als schapen geleid en dolen met en zonder hem Openbaren ze karakter Wie ge ook zijt, wees, die ge zijt, heelt een Vaderlander uit de vroegere eeuw gezegd. En op dat »zijn« komt 't aan. Er moet een vertrouwen in U gesteld kunnen worden, dat ge zijt, zooals ge u voordoet Wie zich antirevolutionair noemt, hij zij hetwaar en wanneer Nooit en nergens zich voor dien ti tel, een eeretitel is het, geschaamd. En tegenover ieder, hij zij onze meerdere of mindere, het opgenomen voor de beginselen van die partij. Op het veld, in den winkel, op 't kantoor, op de stoomboot, in de tram op de fiets, op 'tdak en in den kelder, waar men timmert of metselt, smeedt ol slaatoveral kome men er voor uit dat men is Antirevolutionair. En dat mag niet alleen, maar dat moetDe Antirevolutionaire beginse len behoeven niet in 'tdonker te loopen, bang, dat iemand ze ziet. In geenen deele. Ze mogen 't daglicht zien. KijkEr zijn op de wereld vier machten De macht van den Gods dienst de macht van den Staatde macht der opvoeding en de macht der Pers. Wat is nu de bedoeling van een antirevolutionair; van een anti van karaktervan een mensch die Anti' is. Kort en goed ditom die vier machten aan zich te onderwerpen. En nu begrijpt ge ook, dat een Antirevolutionair een heerlijke taak heefteen levenstaak een ideaal, dat de aarde omvat met al haar geeste lijke en stoffelijke machten. Maar nu begrijpt ge ook, dat voor zoo 'n taak geen individuen, maar »menschen« maar »karakters« noodig zijn. Een Antirevolutionair wil »mees'er« zijn van den godsdienst. Meester van den Staat. Meester van de Opvoeding. Meester van de Pers. Heeft hij op alle man en vrouw en kind beslag gelegd, dat zij den God des Hemels en der aarde weer gaan erkennen en eeren, dan is al één deel bereikt. Heel Nederland voor den God onzer Vaderen. In alle huizen, in alle kantoren, in alle RaadszalenZijn Getuigenis erkend. Heeft de antirevolutionair de macht in den Staat, dan kunnen zijn begin selen in den Staat worden toegepast. Toegepast op sociaal terrein en in dat der Volksregeering. Heelt de antirevolutionair de opvoe ding in handen, dan heeft hij ook 't nageslacht in zijn bezit en dus de toe komst. Heeft hij de Pers in handen, dan kan hij zijn propaganda voortzetten en de geesten omwerken. Maar eilieve, wat een ontzettend groote taak. Gelukkig, onze partij telt ze bij honderden, die »menschen.« Al was ieder individu een ïkarak- ter,« dan nog zou er een halve eeuw overheen gaan, eer 't zoover was. Maar de antirevolutionair gelooft in zijn beginsel, daarom haast hij zich niet. De tijd komt. Moet komen. Want elk stelsel buiten God en Zijn Woord om, maakt fiascogaat ten onder. De beginselen der Antir. partij zijn gegrond op Gods Woorddaarom zullen ze eenmaal in toepassing komen. Doch daarvoor is noodig, dat er men schen zijn. Grootsch is ons doel, onze roeping, onze plichtNochtans uitvoer baar in de kracht des Heeren. Vaccinatiedwang. Als de Eerste Kamer 't wetsont- vverpje aanneemt, en dat lijdt geen twijfel, is de vaccinedwang weer wat verminderd. Voortaan behoeven ongevaccineerde kinderen, mits een gevolg van ziekte en zwakte, niet meer van de schooi te blijven, maar mogen ze toegelaten. Wie dus een zwak en ziekelijk kind heelt, dat 't niet wil laten vaccineeren, geeft daar den dokter kennis van. Deze onderzoekt of dat kind werkelijk te zwak isgeeft dan een ziektebewijs aan den onderwijzer en 'tkind krijgt toegang tot de klasse. Aldus weer een stapje nader tot de afschaffing van dien dwang. Want hoe men ook over de vacci natie moge denken, dat is en blijft toch maar aen onredelijke zaak, dat de vaccinedwang gelijk staat met school dwang of anders verwaarloozing van de belangen zijner kinderen. OF 8IEX UITKOM. Men hoort tegenwoordig van»padvinders«. In verschillende steden van ons land zijn jongens, onder goede leiding, tot een pad vindersclub vereenigd en er schijnt voor deze nieuwigheid nogal animo te zijn. 'k Las zelfs al van padvindsters. Trouwens, dat ligt in de lijn van den tijd De emancipatie houdt niet bij de vrouwen op, maar eischt ook voor de meisjes elke plaats, waarop ze naar hiar kennis en kunnen recht hebbeD. Ook de plaats van den padvinder. Wat dit padvinden eigenlijk is P Het doet me, naar ik er zoo van hoor, wel eenigszins denken aan de ouden ridder tijd. De ridders moesten zijn het keurkorps van de toenmalige maatschappijer waren verschillende riddermatige deugden, die ze beoefenen moesten ze moesten de bescher mers zijn van al wat zwak was, de helpers in noodallerlei lichaamsoefeningen moesten ze met Voorliefde zetten op hun dageüjksch program kortom, ze waren »de bloem der natie.* De padvinders-beweging heeft er wel wat van. Zij moeten ook 'n keurkorps zijn. Het puikje der »sper patrioe*. Zooals men 'n ridder herkende aan z'n blazoen, zoo hebben zij ook 'n eigenaar dige kleedij, die hen onderscheid van an deren, tenminste als ze in functie zijn. Ze hebben hun padvinders-gelofte. Alsmede hun speciale padvinders deug den, die met de oude ridderdeugden eeni- ge overeenkomst hebben. Ze oefenen het lichaam zéér steunen het zwakke, zijn hulpvaardig, rechtschapen, mededeelzaam, en zoo al meer. Kortom, zal 'i goed zijn dan behooren zij te wezen een toonbeeld van christelijke en maatschappelijke deug den. Met de deugd* dwepen zij, 'k Las daar onlangs een aardig staaltje van. De padvinderij is natuurlijk iets in den smaak van den ouden heer Boissevainden hoofdredacteur van het Alg. Handelsblad, Dat is nu eenmaal een idealist. Beminnelijk .als 'n idealist. Maar ook met al diens gebreken behept. Hij gelooft nu eenmaal in de kracht der deugd. Als de menschen de ondeugd ver kiezen boven de deugd, dan is het, om dat ze niet beter weten. Omdat slechte voorbeelden hun zeden bedorven hebben. Omdat hun smaak de deugd ontwend is. Maar niet omdat ze van na ture hatelijk zijn en elkander hatende 1 Zulk een idealist als hij kan maar niet begrijpen, dat ge werkelijk gelooft aan de volstrekte onmacht des menschen ten goede dat ge hem geneigd noemt tot alle kwaad foeizegt hij, wat moet gezelf een zwarte ziel hebben, om zoo over uw even naaste te oordeelen. Hij leest wel graag in Gods Woord. Kan soms zijn bijbelteksten wel aardig te pas brengen, zoo b.v. het j-Wee u gij geveinsden en diergelijke. Maar komt hij dan bij schriftuurplaatsen als Ps. 5 3 en dergelijke, dan sluit hij hoofdschuddend den bijbel. Dat moet 'n vergisssing zijn dat kan den God, die liefde is, van zijn schepselen niet getu:gd hebben. Maar om ter zake te komen. Ridderlijk, hoffelijk man, die hij is, loopt hij hoog met de padvinders-beweging. En vertelde onlangs van een jongen, die er een apart dagboek opna hield, waarin hij nauwkeurig aanteekende alle padvinders- goedwerk, dat hij had volbracht. Den eenen dag had hij een ouden man 'n kar tegen den hol op helpen duwen. Een dag daarna had hij zijn moeder den boel helpen opruimen. Later weer, had hij braaf van zich af gesproken tegen kwajongens, die een rnejs- je-molesteerden en had hij haar ridderlijk onder zijne hoede genomen. 't Waren vele schoone daden. Uitvloeisel van padvinders-deugden. Op zichzelf goede verrichtingen. Maar is het nu noodig, is het goed, is het raadzaam, is 't niet opvoedkundig zéér bedenkelijk te noemen, dat de jongens zich eerst plechtig tot deze deugdbetrachting verplichten gaan en dat ze dan daarvan apart aanteekening gaan houden? Zou hier geen gevaar bestaan voor het welig tieren van stinkenden hoogmoed Nu is dat wel geen Hollandsche jongen geweest, die zijn deugd tot voorwerp van boekhouding maakte, maar 't ligt toch wel naar 't schijnt, in de lijn. En dit is niet de ééoige opvoedkundige bedenking tegen de padvinderij. 'k Las onlangs een beschrijving, hoe de keizer van Duiischland en de kon'ng van Engeland elkander cntmoet'ten en begroet' ten. De Keizer was met vrouw en dochter naar Engeland gekomen, om tegenwoordig te zijn bij de onthulling van een standbeeld voor wijlen Koningin Victoria, De Koning was hem tot de kust tegemoet gegaan, ins gelijks met zijn familie. Nu is des Keizers dochter rin de lange kleeren* wordt tegenwoordig voor »vol« gerekend en men kijkt al es uit naar 'n bericht over een vorstelijke vrijage al zal Keizer Wilhelm z'n eenlge dochter nog wel wat bij zich houden, dunkt me zoo. Maar de Eugeische Kroonprins, slechts een paar jaren jonger, die al 'n héél klein beetje donzig gaat worden onder den neus, i» alevel nog maar 'n ïjongen* van plm. 16 jaar. De Prinses werd natuurlijk als 'n sjonge dame* begroet en behandeld. Maar het trof me, dat met opzet van den Prins van Wales géén notitie genomen werd. Hij werd nog geheel beschouwd als »kind.« Geen officieele begroeting, geen buigende hovelingen, neen hij mocht als 'n kind met vader en moeder mee, oom en tante van de boot halen. En stond er als 'n kind bij toe te kijken. Keizer en koning geven hiermee 'n bewijs van vorstelijke wijsheid. Zoo hóórt hei met kindereD. Het is pae- dagogisch juist. Maar met onze padvinders gaat het anders, 's Avonds lezen ze de kranten na, en ja daar staat het bericht, behoorlijk opge kamd en opgetu:gd, van de oprichting, ook te hunner plaatse, van een korps padvinders. 't Is iets, waarover men praat. En telkens, als de ^padvinders* iets extra's doen, 'n paar dagen gaan kampeeren, 'n flinke marsch hebben gemaakt het staat alweer in de krant. De meisjes knabbelen padvinders-choco lade. En zuigen padvinders-flikjes. Van een jeugdig padvindertje wordt meer notitie genomen dan van den lateren koning van Engeland. En eindelijk komt in de gedaante van den hoofdredacteur van 't Handelsblad een oude opa de jongens hee- lemaal bederven, door me bladzijden uit het padvinder deugdendagboek af te laten drukken Maar al genoeg hiervan. 'k Behoef mijn bezwaren tegen de pad vinderij al niet meer te proclameeren. Toch geloof ik, dat we er ook nog wel wat uit leeren kunnen. Wij hebben ons, zonder er veel kranten- bluf mee te slaan, al jaren met de knapen bezig gehouden. Het Neder). Jongelingsver bond heeft al lang knapen-afdeelingen ge had. En de Bond van jongelingsvereenigin- gen op geref. grondslag begint ook met aan de knapen te arbeiden om ende bij Hemelvaartsdag denkt men daar vanzelf aan. Is die arbeid soms wat eenzijdig Te veel gericht op de ontwikkeling van den geest Moeten de knapen soms te veel stilzitten op vergaderingente veel opstellen makente veel luisteren P En hebben ze soms te weinig beweging, te weinig lichaams oefening Ik wil 't maar es vragen? Een knapen vereeniging moet net zijo, dunkt me, een jongelingsvereeniging in mi niatuur. Jongelingen zijn »groote menschen* in den dop en als ze wat ouder worden in optima forma. Knapen zijn nog kinderen. En moeten als kinderen behandeld wordeD. Zou daarin niet voor onze Knapen-vereenigingen een vingerwijzing liggen, om ook met de pad- vinding hun voordeel te doen en met de jongens marschen te maken, spelen te doen, gymnastiek en schermen te beoefenen en al zulke dingen meer? 't Behoeft geen hoofdzaak Ie worden. De ontwikkeling van de geest ga voorop. Het 2>Eene Noodige* worde gezocht en aangeprezen, naar den eisch van der knapen leeftijd. Maar de lichamelijke oefening* kan daaimee gepaard gaan, dunkt me. Méér nog dan thans geschiedt. Zonder kranten reclame. Zonder »gelofte.« Zonder eenige opwinding of dwaze 2>gewichtig-doenerij.« 't Goede nemen, waar men 't vindt 1 UITKIJK. (20 Cents per regel »Wat ik van de Pink Pillen denk? Maar ik zou er nooit al het goede van kunnen zeg gen dat ik er vau denk. Zij hebben mij ge nezen nadat alle andere middelen mislukt waren wat kan men meer en beter van een geneesmiddel verlangen Zoo laat zich de heer Jakob Janssen uit, i die fabrikant van koperwerk is, Havenzij no. 530 te Zevenbergen sik heb langen tijd aan pijnen in de lenden en de maag geleden. Zeer dikwijls ben ik genoodzaakt geweest mijn werk op te geven, ik leed te veel. Ik was wanhopig, want ondanks alle middelen, bleef mijn toestand altijd even slecht. Van meerdere zijden heeft men mij toen aangeraden de Pink Pillen te gebruiken waarover ik reeds veel had hooren spreken. Ik heb die goede Pillen ingenomen en gevoelde mij weldra herleven. Men kan geen beter ge neesmiddel aanbevelen aan de zwakken, aan hen die aan lendepijnen lijden, aan hen die een slechte maag hebben. Vraagt na en vormt uwe meening, gij zult altijd betreffende de Pink Pillen een gunstig getuigenis hooren. »De Pink Pillen zijn een goed middel, zij genezenzeggen zij die er gebruik van hebben gemaakt. Wees dan ook niet langer de vijand van u zelf en neem heden, nog een proef met dien wederbelever van het bloed, dien veerkracht hersteller der zenuwen. Indien uwe gezondheid te wenschen overlaat. De Pink Pillen geven stellige, zekere resultaten, tegen de bloedarmoede, de bleek zucht der jo/ge meisjes, de maagkwalen, de zenuwuitputting, de neurasthenie, de plaatse lijke ppnen. die schele hoofdpijn en de onre gelmatigheden der vrouwen. Verkrijgbaar h f1.75 Per doos, en fg per zes doozen, bij het Generaal Depot der Pink Pillen, Van Eeghenlaan 22 Amsterdam. Voor Goedereede en Overflakkee de Fa. DIJKEMA DOORNBOS te Sommelsdijk. De ramp te Parijs. De groote slag, die Frankrijk Zondag trof, heeft een diepen indruk gemaakt op alle partijen, zoDder onderscheid. Generaal Berteaux had veel tegenstanders, maar hij was, volgens de woorden van Dérouiéde, bij de baar te Issy-Moulineaux, «een man die Frankrijk en zijn leger liefhad*. Alle bladen, van welke kleur ook, erkennen dit openlijk en vergeten voor een oogenblik de partij-veeten. Men spreekt op het oogenblik te Parijs haast over niets an ders dan over deze ramp, die Marokko ge heel doet vergeten. De verbalen door ver schillende ooggetuigen omtrent het ongeluk gedaan, dienen slechts met het grootste voorbehoud te worden aanvaard, aangezien de fantasie daarin een groote rol speelt. De meeste aanwezigen konden in den morgenschemer zoo goed als niets zien. Daarbij kwam nog, dat voordurend troepen en motor-transporten hen voorbijtrokken, die hun het uitzicht benamen. Eerst toen het ongeluk geschied was en de twee automobielen met de slachtoffers naar de ambulancetent reden, werd het ongeluk bekend en kon men een stomme ontzetting op aller gelaat lezen. Omtrent de ram)) zelf en de omstandigheden, waarin zij plaats had, zijn begrijpelijkerwijze weinig nadere bijzonderheden bekend geworden. Het staat thans vast, dat de afdeeling kurassiers, die over het veld reed, niet had behoeven te vreezen voor de machine vin Train, en dat deze, omgekeerd, niet noodig gehad zou hebhen de ruiters te ontwijken indien heter orde maatregelen waren ge troffen. Een ieder vraagt zich af, waarom

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1