oor lie Zuiilliollandsciie en Zeewwselie Eilanden.
Zaterdag 13 Mei 1911
26ste Jaargang N°. 1658.
Antirevolutionair
^s^heid rawr;
IN HOC SIGNO VINCES
•Él'
SOCIAAL.
WÊm
W. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
ïelefooa Mercomm. So. 2.
Alle staifefcen voor ®Je Hedactle bestemd, AdverSenücn en vertier© Administratie franco toe te eenden aan den Uitgever.
X Die Gildenorganisaties zijn door de
Revolutie omvergehaalden ze konden
gemakkelijk bezwijken onder de slagen
der Vrijheidsmannen uit die dagen,
omdat ze afgeleefd waren. Het Volk
was ze moe; ze pasten niet meer in
den tijd van opkomende nieuwe ideeën;
en ze bezweken dan ook reeds door
eigen zwakheid.
Ome Centrale.
De Coalitie
IM3 DUN I/ITMIJH.
Land- en Tuinbouw.
Deze Courant, verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonder 5°
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Paus Leo XIII heeft eens naar waar
heid gezegd: »De vrijheid is niet slechts
de moeder der hoogste goederen, maar
ook der grootste euveldaden.
,Of wilt ge 't anders zeggen: de vrij-
eid is eisch voor waarachtige bescha-
ing en vooruitgangmaar ze kan ook
ontaarden in ongebondenheid.
Vrijheid is de aandrift van elke
menschenzielwe zijn geen slaat ge
schapen en de begeerte naar onafhan
kelijkheid ligt diep in den bodem van
elk menschenhart.
Maar die vrijheid kan ontaarden en
wanneer ze dat doet op economisch
terrein, zooals 't Liberalisme dat voor
heen leeraarde, ontstaat er wanorde
in de maatschappij.
Oudtijds was er in ons economisch
leven dwang, toen de Republiek nog
tierdevóór 1800; toen de Gilden zich
in haar kracht openbaarden en de
vrijheid van patroonschap enz. aan
banden legdentoen ze zich met een
muur van eigenbelangen omringden,
waardoor geen burger doorbreken kon,
't slachtoffer werd van den dwang,
JjKie de Gilden oefenden.
Het was niet erg, dat de Gilden in
dien vorm ineenzaktenniemand heeft
daar ooit over getreurd, zelfs de be
langhebbenden in 1800 voelden 't, dat
er aan die Gilden een rem zat tot
frissche ontwikkeling en veredeling van
het Ambacht en tot ontplooiing van
de kennis, die er onder het Volk was,
maar die niet zoo gemakkelijk tot uiting
komen kan, omdat er voor elk vak
versperringen waren geplaatst, die
niemand ongestraft verbreken kon
Dat de Revolutie dien Gildendwang
heeft gedood of liever: haar sterven
heeft bevorderd, is haar nooit kwalijk
genomen, maar wel, dat ze geen andere
Vakorganisatie daarvoor in de plaats
stelde. Zij brak wel af, maar bouwde
niet op onmiddellijk daarna.
En daaruit is de Sociale ellende
mede geboren. Want voor den dwang
die verkeerd was, gaf de Revolutie
de Maatschappij over aan een vrijheid,
die nog verkeerder was Uit den drop
kwam men in den regen. Want die
revolutionaire vrijheid bekommerde
zich om het Sociale leven, om 't Ge
meenschapsleven, zooals de Gilden dat
leefden, gansch en al niet. Ieder voor
zich, werd de leus. Eu wie nu de
sterkste was in geld of bedrog, won het.
Van dien tijd af is 'tbegonnen: ik
den dooier van het ei, gij de schaal;
het vleesch, gij de beenderen.
Hen teugellooze wedstrijd of concur
rentie ontstond.
De arbeider werd 't slachtoffer.
Het geld stapelde zfch hier op, en
elders verzonk men in ellende.
Weg met de leuze»Ben ik
broeders hoeder P«
mijns
En weer werd een nieuwe kreet
gehoord: Dood aan het Kapitaal!
Ook die nieuwe leus was er een der
Revolutie; der nieuwe revolutionaire
propaganda. Het was de derde kreet
in eenige eeuwen.
Eerst: de Gilden!
Toen: de Vrijheid! of Ongebonden
heid!
Daarna: Dood aan de vrijheid van
het Kapitaal.
NuDe vrijheid voor den Arbeid
alleen
En tochook die kreet zal verstom
men, omdat ze revolutionair, dat is:
eenzijdig isomdat het leven kent èn
Arbeid èn Kapitaal.
Nooit zal het Kapitaal doodgemaakt
kunnen worden, want dan is de Maat
schappij dood.
Maar de eisch des levens, tegenover
die der Revolutie moet zijn: Sociaal.
Niet het Kapitaal ten troon.
Niet de dood aan 't Kapitaal.^
Maar Kapitaal en Arbeid in har
monie samenwerkend.
Die eisch is niet revolutionair.
Is die des Christendoms.
Daarom is de Oud Liberale school
af te keuren.
En zal de Sociaal-Democratie nooit
tot een goed einde leiden. Beide stel
sels zijn veel te eenzijdig en leggen
den nadruk op één zijde van de Maat
schappij.
Maar deze heeft twee kanten.
En ieder op zijn beurt moet eens
zonnekant zijn.
Te Ooltgensplaat vergaderde onze
Centrale A. R. Kiesvereeniging met
afgevaardigden van Schouwen en Dui-
veland om verschillende zaken te
bespreken, die zoo in de laatste maan
den vooral in Staat, Provincie en Ge
meenten aanhangig waren.
't Was een aangename vergadering
en leerzaam, want zij gaf, vooral voor
't Gemeentelijk leven, een goeden kijk
op wat er op elk dorp zoo ongeveer
als hoofdzaak, roerde.
Breedvoerig werd van gedachten
gewisseld over onze organische en
over den minderen of meerderen ijver
die aan den dag gelegd werdover
de finantiën, die voor een goede orga
nisatie ook onmisbaar zijn en over
samenwerking van de besturen met
de Pers, een factor ook van 't Grootste
belang.
Voor één zaak was niemand blind
n.l. voor 't gevaar, dat een bestaande
meerderheid van Rechts zoo licht aan
leiding geeft tot insluimering en tot
verzuim van de plichten die op elk
Rechtsch lid rusten, wat juist aan
Links den moed geeft om de3 te ijveri
ger op te treden. En als we dan van
al 't goede, dat we hoorden,', iets aan
de groote klok hangen, dan was 't
zeker ditMannen van Rechts waakt
Sluimert niet in op uw meerderheid
Want ze is geslonken voor gij er erg
in hebt.
Met vertrouwen gaan we 4913 te
gemoet, maar ieder zij propagandist
in zijn kring en werke door persoon
lijke bespreking, door persoonlijke
onderrichting.
En nooit onderschatte men de macht
die zich thans openbaartde wrange
vrucht van 't Openbaar onderwijs.
Die vrucht komt onder de jongeren
naar buiten, niet als Neutraliteit tegen
over 't christendom, maar als vijand
schap. De bittere vruchten der Open
bare School in ontkenning en misken
ning van Gods Woord komen in Flak-
kee naar buiten. De openbare School
geniet haar winste in't afvallige jon
gere geslacht
De Coalitie is toch maar een mooi
stuk werk. En dat Links er jeloersch
op, is nog al duidelijk, want nu
mist 't de macht en de 'kracht om te
regeeren.
Menschen, die eendrachtig schouder
aan schouder staan om de Regeering
in handen te houden, worden altijd
benijd door hen, die door machteloos
heid gedoemd zijn om dat aan te
kijken.
Maar al dat geknaag en gesnauw
op de Coalitie, maakt wel de tanden
stomp der vijanden, doch vermindert
daarmee in niets de macht en kracht
der Coalitie. Integendeelze wordt er
nog hechter doorwant de coalitie-
genooten worden dan er dagelijks aan
herinnerd, hoe belust Links op de
teugels is en dat 't maar niet verkrop
pen kan, hoe door de Coalitie en 't
Sociale leven wordt vooruit gebracht
en de benoemingen wat anders geschie
den dan vroeger.
Dat Links woedend is op zoo'n
krachtige Coalitie is te billijkenZe
is immers een dagelijksche aanklacht
tegen 't Liberalisme»gij hebt niet
kunnen regeeren«, »en nu doet'teen
ander voor U«.
De Coalitie is een aanklacht tegen
Links»gij zijt in gebreke gebleven
om te voldoen aan de behoeften des
volks en daarom heeft 't zich van U
afgekeerck. Dat Links ook poogtom met
de Socialisten voorop een Coalitie
te vormen, bewijst wel, hoe ze in
onze Coalitie een kolossale macht
ziet, die ze wel aan kan keffen als
een schoothondje den voorbijganger,
maar waarvan de Coalitie tot heden
nog geen korrel ke last heeft gehad.
Wat baat blaffenBijten is leelijker.
JDaarom lachen we ook altijd, als
we dat geblaf hooren eu denken 't
hondje zit in huis. En komt ie naar
buiten, dan geven we een flinken
mep, dat ie afdruipt met den staart
tusschen de pooten.
'tls weer in den examentijd.
Wel wordt er eigenlijk 't heele jaar door
geëxamineerd, in alles en nog wat, maar
als des yoorjaars de examens voor onder
wijzer begonnen zijn, gaat men in breede
kringen weer spreken over den examen-tijd.
In allerlei vakken en onderdeelen van
vakken worden de zenuwachtige jongelui
dan onderzocht en, als eenmaal de examens
achter den rug zijn, dan moet ik, aan de
hand van Dr. Verstrate's brochure over
Opleiding en Examen toch eens een hartig
woordje zeggen over ons hedendaagsch
stelsel, dat ondanks de prijzenswaardige
meegaandheid, het oude onbegrijpelijke
geduld, de loffelijke humaniteit der examina
toren juist geschikt is, om bij de massa
onzer aanstaande opvoed(st)ers aller lust
tot ware studie te dooden en ze niet hooger
brengt dan de kunst van hersensproppen,
om 'n goed examen-figuur te makeo.
Maar dat blijft tot later
Op 't examen wordt ook gevraagd het
vak Aardrijkskunde en zooals je in mijn
jonge jaren altijd hoorde praten over Bos
en Bruins, zoo moet het nu Schuiling zijn,
hoor ik.
Dan is er nog allerlei aardijkskunde.
Je hoort van natuurkundige en staat
kundige en wiskundige en vergelijkende
aardrijkskunde, handels- en historische-
aardrijkskunde en weet ik wat meer.
Wat mij op het idee bracht, dat er ook een
onderdeel van 't vak is, 't welk men politieke
aardrijkskunde zou kunnen noemen. Daar
bestaan gelukkig nog geen volmaakte leer
boeken voor, zoodat iemand, die er wat
studie van maken wil, er nog behoorlijk
zijn gedachten voor gebruiken moet.
't Is een interessante studie.
Al staat men op tal van vragen. Ik
verzeker u, dat deze politiek filosofische
aardrijkskunde een heerlijk onderwerp is,
om op zomersche wandelingen te overdenken.
En wie dan behalve de politieke kaart
ook de staat- en natuurkundige aardrijks
kunde in z'n hoofd heeft, wat van volken
en rassenkunde heeft gelezen en geen vreem
deling is in de historie, die ziet zulk een
ruim veld van gissingen, van stoute com
binatiën van verrassende resultaten
eu van onbegrijpelijke tegenstrijdigheden
vóór zich, dat hij er wel twee dikke boeken
over zou kunnen schrijven wat ik hem
met klem afraad, omdat dan ook hier het
mooie weer af zou gaan.
Ga nu eens van Ameland naar Maastricht.
Ge doorwandelt dan Nederland in zijn lengte
en ge laat de Hollander, met Utrecht en
Zeeland liggen.
Wat een verschil op zoo kleine reis
Zoowel staatkundig, natuurkundig, volken
kundig als politiek
Vergelijk eens de Friezen en Groningers
met onze Brabanters en de inwoners van
Limburg,
Daar liggen twee of drie eeuwen van
politieke ontwikkeling tusschen.
In 't Noorden is alles beslist.
De j-middenstoft is er wel, maar ze is
er betrekkelijk klein, men staat er rechts
of links, maar wat men is, dat is men goed
ook. Met vasten tred stappen velen recht
door naar 't uiterste eind van 't politieke
erf, waar ze thuis hooren.
Dat er nergens zooveel socialisten ge
vonden worden, als in de Noordelijke pro-
pincien is geen toeval, maar haDgt geheel
samen met den aard van het volk.
Heel anders wordt dit reeds in 't midden
des lands in 't Geldersche bijvoorbeeld.
Daar worden al de politieke partijen en
nuanceeringen uit het Noorden teruggevon
den maar alles van bleeker tint.
De verschillen loopen er zoo niet in 't oog.
Daar leven er honderden, waaraan men in
theorie noch praktijk zeggen kan of ze
antirevolutionair zijn of chr. historisch,
christelijk of neutraal, rechts of links.
De »middenstof« is er zeer groot.
Maar de partij-vorming is er toch in
beginsel aanwezig en eer de twintigste eeuw
ten einde spoedt, zal ook de Geldersche
middenstof wel kleur bekend hebben, al
zal de tint, naar den aard van 't ras, altijd
wat lichter blijven dan in 't hooge Noorden.
Neem nu echter Brabant en Limburg.
Daar was, mag men wel zeggen, vele
jaren lang geen politiek leven, doch daar
heerschte de politieke dood.
Een beperkt aantal j>hooge oomes« deelde
er de politieke lakens uit en in verscheidene
distMcten werd slag op slag de man bij
enkele candidaatstelling gekozen. Er waren
weinig kiesvereenigingenmeetings waren
schier onbekend; ernstige strijd was er niet
en om de politieke vraagstukken bekommer
de niemand zich.
Alles was er zoowat middenstof.
Niet, dat de kiezers nu eens naar rechts,
dan naar links zwenkten ze zwenkten
nietze bewogen zells niet ze lagen
er en liggen er nóg voor een goed deel op
't politieke kerkhof. Ze zitten van boven tot
onder in de politieke watten.
Van dien toestand zijn voor een deel
ónze geestelijke voorouders de schuld. Die
hebben twee en een halve eeuw lang Brabant
en Limburg als een overwonnen land be
schouwd en de bewoners alle politieke rechten
onthouden. Dat wreekt zich nóg. Het maakt,
dat de Brabanters en Limburgers nog wel
belang stellen in 't bestuur hunner eigen
gemeentedat is vlakbij, daar kunnen zij
bijkomen met hun onvolgroeide politieke
vingeren maar om de zaken des lands
bekommeren ze zich niet zoo heel veel.
Toch is dat aan 't veranderen.
Waar drieërlei oorzaak voor is.
In de eerste plaats is daar in 't Zuiden
de liberale idee niet dood. In zulke politiek—
achterlijke streken gaat het zóó, dat de
menschen van nu ec zijn aangekomen op 'n
punt, waar men b.v. in 't Noorden een 50
jaar geleden stond. En zoo zijn er in Bra
bant velen nog, die meenen, dat men zeer
goed christelijk (roomsch-christelijk natuur
lijk) kan zijn in het huiselijk en kerkelijk
leven en liberaal in de politiek.
Daarover zal bv, in een stad als Eindhoven
dezen zomer de strijd gaan bij de gemeen
telijke stembus, 't Zijn daar allen roomsche
raadsleden maar de meerderheid is er hbe-
raal-roomsch begunstigt het neutraal on
derwijs, waarlegen nu kras positie genomen
wordt door hen. die de (roomsch-)christelijke
beginselen ook op politiek gebied willen in
toepassing brengen.
Ten tweede doet ook in 't Zuiden de
sociale kwestie haar invloed gevoelen.
En zoo zag men al een paar keer de
»kleine luyden«, aangevoerd door een deel
der lagere geestelijkheid in conflict met de
conservatieve hooge en groote oomes, die
naar de eersten meenden voor de
sociale nooden niet genoeg oog hadden.
En in de derde plaats heeft de industrie
in Breda, Tilburg, Eindhoven, Maastricht
en vergelegen plaatsen, gelijk ook de mijn
bouw in Limburg, het socialistische element
versterkt, zoodat ook in deze gewesten te
genwoordig week aaD week de >klassenstrijd<
gepredikt wordt. Waartegenover de room
sche partij dan weer genoodzaakt is, haar
eigen politieke belijdenis krachtiger te pro-
pageeren.
Dat alles gaat langzaam.
Maar de kerkhofrust is vertrokken.
En mag het aan de eene zijde worden
bestuurd, dat liberalisme en socialisme ook
daarginds krachtig voortdringen er staat
tegenover, dat waar strijd is, ook leven is
en dat strijd staalt.
Wij, als calvinisten, moet het nog gezegd
worden verblijden er ons tevens over, dat
ook in Brabant en Limburg de beginselen
der Reformatie, al is 't met nog zoo zwakke
krachten evengoed worden gepredikt als die
der Revolutie.
Wij hebben aan dat Zuiden een groote
schuld, 't Past ons allerminst op de lieden
over den Moerdijk uit de hoogte neer te
zien. Moge er onder ons een wedijver zijn,
om althans iets van die schuld af te doen
en er de beginselen te verbreiden, die wij
zelf met hart en ziel voorstaan.
UITKIJK.
Samengestelde Kunstmeststoffen.
In sommige gedeelten van ons land zijn
sedert jaren samengeste'de kunstmeststoffen
in gebruik en daar vrijwel ingeburgerd. Zij
hebben dit voordeel, dat zij in bet gebruik
heel gemakkelijk zijn, daar men slechts één
meststof heeft uit te zaaien; men heeft dus
ook minder hoofdbrekens. Dit laatste mig
echter in onzen tijd niet meer gelden, daar
iedere landbouwer, die ecnuszins met zyn tijd
mee wil gaan, althans het a-b-c der moderne
bemestingsleer dient te kennen. Nadeelen kun
nen zijn, dat met de samengestelde meststoffen
het plantenvoedsel slechts in een bepaalde
verhouding wordt aangevoerd en dat gewoon
lijk het percent voedingsstof duurder is dan
in enkelvoudige. Een onderzoek naar de meer
of minder gunstige resultaten van dergelijke
samengestelde meststoffen was dus zeer wen-
schelijk en zulks te meer, omdat de praktijk
niet zelden terecht of ten onrechte aan die
meststoffen een speciale werking toeschrijft.
In de laatste jaren bestond daartoe nog te
meer aanleiding, omdat onder den naam van
'si