voor de Zuidhollandselie en Zeenwocbe Eilanden.
Zaterdag 29 April 1911
An tirevo lutionair
26<le Jaargang N°. 1654.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Buitenland.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonder 50
Buitenland bij voomitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder fi,50 par jaar.
Afzonderlijke nntnmers 5 Cen? Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercoms». So. 51
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Beciames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar da plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
%l!e «iulikPii voor «Ie* i«e#la-«*lSe iiestesMd, tdverieiiSiëss ess verdere /Idminislraüe franco toe te Kenden nan den titarcver.
Verhelling v-n 't «ijxois
der Onoerwijs.
Dat de kleine wijziging der wet op
't Lager Onderwijs, bedoelend om de
subsidies voor school bouw iets te ver
huogen, nog zooveel tegenkanting zou
vinden ids blijkt uil 't vourloopig
verslag, hadden we niet gewacht.
Er was geen reden tot verbooging,
zeiden de tegenstanders. Minister Kuy
per, nadat hij de bouwsubsidus door
Minister Borgesius gegeven, had ver
hoogd in 1905, oordeelde toen dat de
cijfers hoog genoeg waren. Waren ze
in 1905 uiet voldoende geweest, dan
had dr. Kuyper ze als Minister maar
moeten verboogen. Derhalve, ook om
die reden, was geen hooger subsidie
noodig.
Daarbij de schatkist, zei men. Her
Kabinet was en is nu al verplicht om
zuinig te leven, want de uiigavendes
Rijks zijn zwaar.
Daarbij de onbillijkheid. De Bijzon
dere school zal voortaan ruim 3 per
cent meer voor schoolbouw ontvangen
dan de Openbare
Er waren nog al meer bedenkingen
van de tegenstanders, maar die daarom
geen stuk houden, omdat ze uitscha
kelde wat de Gemeenten voor de Open
bare scholen doen.
't Is gemakkelijk pleiten tegen een
verhooging van de huursubsidies,als
men zich alleen plaatst op 't staudpunt
van wat 't Rijk moet doeu maar wie
een beetje verder kijkt, vraagt toch
aanstondswat krijgt de Bijz. School
nu eens in ruil voor wat ch Gemeenten
aan de Openbare School uitgeven.
Maar afgedacht van dat alles, ligt
't op den weg der regeeriug om te
zorgen, dat er goed onderwijs kan
gegeven worden.
Er werd in 't verslag geklaagd over
de kleine schoolljes; over t aai,tal
schooltjes en scholen, dat door de
Subsidiëering ontstaat, aan de splitsing
der scholen en de verzwakking van 't
onderwijs.
We zullen een en ander omtrent
die kleine scholen niet te laag schatten,
maar dan is er maar één uitweg. Niet,
wat de tegenstanders zeggennl. 't
Rijk moet niet meer geven maar wel
't Rijk moet dubbel geven.
De fout zit ein niet hierin, dat er
overal, in elk dorp, bijzondere school
tjes gekweekt wordenneen, dat is
zelfs zeer goed 1 Maar de fout zit em
hierin, dat 't Rijk veel te neinig sub
sidie geeft om die kleine schooltjes
van genoeg onderwijs te vuorzien.
Late men maar scholen bouwende
wet geve dan maar aan een hooger
minimum van de kinderen, die er
minstens moeten zijn om voor ver
krijging van subsidie in aaumerking
te komen.
Maar is eenmaal in een gemeente
dat minimum bereikt, dat moet er
ook geld genoeg van Rijkswege gege*
ven worden om aan elke Bijz. School
genoeg onderwijzers te kunnen aanstel
len, zonder dat een Schoolbestuur te
zware lasten worden opgelegd.
Tegenwoordig krijgt een onderwijzer
J)öve® 1 wettelijk aantal aanwezig
is 2b0 gid. subsidiemaar hij kost 't
schoolbestuur minstens 500—öOO Dat
wordt voor 6 klassen minstens een bij
EwnaS-?°° Sld' Als dus inde toe-
eens Vn Vüür een klein kooltje
eens 900 gid. meer geeft, is alle be
zwaar tegen een klein Schooltje op
geheven.
Neen nog eens de fout zit em niet
als zoodanig in de stichting van kleine
scholen in de splitsing enz. enz. Maar
uitsluitend hierin, dat 't Rijk nog veel
te weinig geeft.
Natuurlijk blijft t'dwaasheid om de
krachten te verbrokkelenals men 't
mei één Bijz. School kan doen in een
gemeente, waarom zou men er dan
twee zetten. Tenzij 't kerkelijk begin
sel bv. tusschen Roomsch en On-
roomsch zoo groot is, dat aan één
Bijz. School niet te denken is. Doch
hoofdzaak is en blijftde ontwikkeling
van 't Bijz. Onderwijs gaat beslist
naar boven als de Minister nog maar
meer betalen wil aan Rijkssubsidie.
Het verheffen van de School staat
in onlosmakelijk verband met geld.
Zonder geld doet een mensch niemen
dal.
En op Schoolterrein geldt 't ook
'c Geld dat stom is, maakt recht, wat
krom is. Wie dus der tegenstanders
klaagt over kleine Schooltjes, hij ga
Daar den Minister en vraagt om een
dubbel portie Subsidie voor de Bijz.
Scholen.
V 1913.
De Christelijk Arbeidersvergaderin-
gen, hetzij der Provinciale, of de
zoogenaamde Bondsdagen liggen weer
achter den rug en als er iets uit te
ieeren is voor de Regeering, dan dit
het arbeidersvolk protesteert nergens
tegen de Tariefwet enz. maar t roept
't van de daken Zorg toch, Ministers
dat in 1913 de Sociale wetten in 't
Staatsblad staan.
Dat en dat alleen is de grondtoon en
hoofdgedachte geweest bij alle werk
lieden door heel Nederland.
De Liberale Pers ('t is ook 't eenige
houvast, dat ze nog heeft) roept de
wei klieden op om de hand op hun
beurs te houden. Durer brood, dure
klompen, en pettenze vliegen door
de lucht. En ze huilen tranen met
tuiten over die 40 cent invoerrecht op
meel O, ze zijn zoo lief voor de arbei-
dersbeurs
Maar de arbeider zelf denkt er
anders voor. Hij wil 'beslist betalen;
hij heeft premie over voor ziekte en
Pensioenhij begrijpt zeer goed, dat
een pensioen zonder premie in de lucht
hangt en dat recht op zijn pensioen
heel wat meer waard is dan een
armenhuis.
Pensioen en nog eens pensioen
zekerheid bij ziekte en ouderdom, dat
is 't waarnaar de arbeider snakt.
En de rest laat hem koud.
Hadden de Liberale schetteraars in
1905 dr Kuyper niet gewipt, (52— 48
hi ha honu reeds hadden de oude
arbeiders van zijn wetsontwerp der
Pensioenen kunnen profiteeren.
Maar zoo lief hebben de Liberalen
den werkman, dat ze door hun ijselijk
geschreeuw liever Kuyper lieten vallen
dan aan duizenden arbeiders een
pensioentje verleenen van een Rijksd.
»Wat heit een dooie aan een Rijksd
riepen ze Maar duizenden afgeleefde
arbeiders snakken sinds 1905 naar dien
Rijksdaalder Die Rijksdaalder hebben
de Liberalen hem; ontfutseld Of ze den
werkman ook liefhebben.
En elke werkman, die dat weeten
ze weten 't bij honderden, verfoeien
dan ook dat Liberaal geschetter over
de dure klompen. Zij, de Liberalen,
hebben aan den werkman zijn 2 gld 50
ontfutseld en aan hun weduwe en
weezen, wat daar boven nog werd uit
betaald.
De arbeiders laten zich nu niet meer
bij den neus nemen.
Ze zijn al ééns bedrogen.
Öfi8 UIT MIJ 14.
't Was een onaangenaam geval.
In de Paaschweek, dat weten we vanouds,
vergaderen te Utrecht de Unie en de
Schoolraad. Gewoonlijk zijn dat rustige,
aangename samenkomsten, waardoor de
broederband wordt versterkt en waar men
samen beraadslaagt en besluiten neemt ter
bevordering van ons christelijk onderwij-.
Even vóór de vergaderweek echter deed
zich een »inctdent« op, dat van invloed
moest zijn op de Utrechtsche bijeenkom
sten.
Het Gereformeerd Schoolverband* zond
zijn zendbrief aan verschillende bladen en
beklaagde zich, met name over de houding
van den Schoolraad. Deze toch had ge
weigerd dat Verband* te erkennen als een
der vereemgiugen, op onderwijsgebied, die
medewerken tot samenstelling van den
Schoolraad. Terwijl de Unie dit G. S. niet
liet mededeelen in het overschotje van de
Unie-collecte.
Wat was nu zoo onaangenaam?
Niet zoozeer het besluit van den School
raad zelf, want als ik goed gelezen en
oegrepen heb, dan waren de formeele
gronden, waarop de Schoolraad zijn afwij-
ziug baseerde, niet zoo zwak. 't Kan best
-tjii, dat bij de samenstelling der statuten
van den Schoolraad enkel is gedacht aan
■'treentgingen, die uit leden bestaan en
mei aan dezulke, die gevormd worden door
Je aaneensluiting van scholen.
Maar wat had ik lu gewild
Dat van meet af du deltjk was uitgekomen
déze gedachte 't Spijt ons zeer, dat we voor
't oogenblik dat G. S, niet kunnen opnemen
het behoort, tn den Schoolraad vertegen
woordigd te zijn en wij zullen dus met
elkander middelen beramen om dit onge
mak te verhelpen.
Maar dien indruk kreeg niemand.
Tenminste met uit heigeen er vóór de
vergadering over geschreven is.
Voor het Gereformeerd Schoolverband
zelf is deze loop van zaken mei zoo kwaad.
11 aandacht van ons christenvolk is daar
door op dit >Verband« gevestigd en't zou
mij niet verwonderen, ais 1911, door de
aansluiting vau verscheidene scholen een
goed jaar werd voor deze jeugdige organi
satie.
't Gaat met haar, als met alles,
Tenminste in ons Nederland.
Wonderboomen groeten hier niet. Wat
wel eens een ontmoedigende uitwerking heeft,
hoewel er tegenover staat, dat hetgeen er
groeit niet zoo gauw verdort.
Dit G S. is gekomen in de plaats van
de vroegere vereemgicg voor Geref. School
onderwijs, iEciar hei is daarom niet het
zelfde.
Vroeger had men een vereeniging van
leden-, thans is er eene van scholen.
Bovendien ging die vroegere vereeniging
in haar oorsprong min of meer mank aan
't zelfde euvel, waaraan Chr. Volksonderwijs
lijdt al acht deze laatste dit op
haar standpunt juist een aanbeveling te
meer.
Beide vexeenigingen toch werden naast
en min of meer tegenover C. N. S. opge
richt, mêe uit Kerkelijke oorzaken Chr.
Volksonderw. is verbonden aan de Ned.
Herv. Kerk en Geref. Schoolonderw. van
voorheen is opgekomen uit een actie in de
toenmalige Chr. Geref. Kerk.
Maar met dit Schoolverband* is 't an
ders. Het noemt zich »gereformeerdc,
omdat het met al zijn scholen zich plaatst
op den grondslag der geref. belijdenis en
het wil alle scholen, die dezelfde belijdenis
aanvaarden in één verband vereenigen.
Zoogoed ais prof. Bavinck is dan ook een
man als prof. H. Visscher lid van het
hoofdbesiuur.
Zulk een poging, duDkt me, verdiend
toejuiching en geen tegenwerking.
We zijn er immers met ons chr. onder
wijs nog lang niet.
En om verder te komen om niet alleen
in breedte, maar ook in diepte te winnen,
is noodig, dat we 't eens zijn over de
fundamenteele stukken. Opvoedkunde zonder
theologie als ondergrond, is ondenkbaar.
Om de opvoedkundige vraagstukken tot
oplossing te brengen wat zeg ikte
bestudéérenis allereerst noodig, dat er
overeenstemming besta inzake de theologi
sche grondbeginselen.
't Verwondert mij dan ook niet, dat er
b.v. in de Vereenig. van Chr. Onderwijzers
enz zoo weinig principiëele onderwerpen
aan de orde komen.
Zoo zal er b.v. dit jaar in de Pmkster-
week te Zwolle gehandeld worden over
^Handenarbeid voor de lagere school* en
over het j-Mannheimer schoolstelsel*
Twee gewichtige onderwerpen voor
zeker
Ten volle de bespreking waardig.
Onze onderwijzers behoeven dan ook
niet weg te blijven van deze vergadering,
omdat er weinig of niets te Ieeren valt.
Ook wil ik allerminst beweren, dat deze
onderwerpen in geenerlei verband staan met
de beginselen.
Maar toch dat ziet ook de Heek*
wel dadelijk zijn het nu niet, wat men
in de eerste plaats noemt apnncipiëele on
derwerpen*. En als ik me goed herinner
zijn er de laatste jaren niet veel dergelijke
onderwerpen op de agenda geweest.
Wat onwillekeurig daaruit verklaart kan
worden, dat gelijk nog onlangs de heer
Wirts terecht opmerkte zoodra met
eenig onderwerp meer bepaald de gerefor
meerde beginselen worden verdedigd en
toegepast de scherpste critiek juist komt
van christelnke geestverwanten.
Nu zijn de gereformeerde schoolmannen
wel niet zoo bang uitgevallen, dat ze zich
niet aan critiek durven wagen, maar in
een bijeenkomst, waar men tenslotte voor
grond-vei schillen komt te staan op theo
logisch gebied die niet te vereffenen zijn
komt men ten slotte niet verder. Waarvan
dan ook steeds in vereenigingen als die
onzer Onderwijzers het best behandeld kun
nen worden, onderwerpen, die meer liggen
langs den zoom van ons christelijk school
leven.
Men kan wel blindeman spelen.
En onder den grooten hoed van >Chris-
telijk* alle verschil overstelpen
maar men komt er op den duur niet verder
mee. Want ook onder dien hoed, in de
benauwing en in de donkerte leven die
verschillen voort. Veel eerlijker, royaler,
profijtelijker is het, te zeggen: Zie daarin
en daarin zijn we één, maar hierin ver
schillen we.
Er is ten slolte ook eenheid.
Een eenheid die de wereld mist. De
heerlijke eenheid der 2.Kinderen Gods.* En
daarom zou ik nooit wenschen, dat onze
tegenwoordige vereenigingen, zooals die der
Chr. Onderwijzers, de Unie, de Schoolraad
C. Nat. Sch., uiieenspatte. Zij moeten blijven
bestaan en vooit arbeidenelk op eigen
terrein.
Maar evenzeer heb ik van meetaf toe
gejuicht, dat de pogingen om alle scholen
dte staan op den bodem der gerefoimeerde
beginselen, in een verband te vereenigen.
Dat ging tot dusver langzaam.
Naar den aard van ons volk,
Maar wat nu gebeurde, is juist in staat
den groei van dit verband te bespoedigen.
De »Keik« staat hier buiten.
Behalve in de Geref Kerken, tellen ook
de Ned. Herv. Kerk en de Chr. Geref Kerk
nog honderduizenden te samen, die uit
het geref beginsel leven. Zij allen, zoover
ze zich in schoolvereenigingen organiseer
den, behooren tot die scholen toe te treden
tot dit verband zonder eenig ander
christelijk Schoolverband te verlaten.
Een school kan zelfs C, N. S. en den
schoolraad voorbijgaan; bij Chr. Volksond.
zijn aangesloten en toch zich voegen bij
het Geref. Schoolverband.
Dan staat men niet slechts op denzelfden
bodem, maar dan staat men ook bij elkaar
en is er kang, om in gesloten gelederen,
zamen verder te komen.
't Verband is nog in z'n groei,
Hoe eer het volgroeid is, hoe spoedi
ger het met volle kracht aan zijn taak be
ginnen kanUITKIJK.
liföfttl- esa Uisinbouw.
Onkruidbestr ij (ling.
(Slot).
Goede en minder goede uitkomsten hebben we
van het besproeien met ijzervitriool en dergelijke
middelen medegedeeld; de slotsom moet zyn, dat
de aanvankelijk nog al hoog gespannen verwach
tingen niet vervuld zijn. l)e genoemde bestrij
dingsmiddelen zijn niet gemakkelijk en goedkoop,
en ook uiet volkomen en-needs doeltreffend. Wel
schijnt in bijzondere gevallen, waar men het on
kruid niet op de gewone wijze meester kan
worden, vooral bij haver het praeparaat in
poedervorm een goede kans te bieden, om
de onkruiden, als gele hiek, witte hiek en der
gelijke, zooal niet gebeel te bestrijden, dan toch
belangrijk terug te dringen, zoodat de haver er
Weinig of geen last van heelt, Hierop moet ten
zeerste worden geletdat dejuiste tijdvan
aanwending met b e t r e k ki n g t o t h e t
meer of minder groote succes een be
langrijke rol speelt, omdat zoo mogelijk
het oogenblik moet worden gekozen, waarop de
onkruidplauten het sterkst worden getroffen, ook
doordat de haver ze onvoldoende beschermt. Het
juiste tijdstip te kiezen, zai de landbouwer door
herhaald gebruik moeten Ieeren.
In verband met het bovenvermelde moeten we
volledigheidshalve nog even melding maken vau
soortgelijke proeven, in Beieren genomen. Uit
een verslag van het Beiersche proefstation te
München blijkt, dat daar het spuiten
met opgelost ij zervitriooi verreweg
het beste voldeed. Men vergeleek k a 1 k-
stikstof in verschillende hoeveelheden, „Vito-
meei", een herikdoodend praeparaat (200 K. G.
per H. A) en een oplossing van 20 p. Ct. ijzervi
triool, 6 H. L. per Hectare.
Bij aanwending van kalkstikstof bleven op elke
vierk. Meter over gemiddeld 169 en 109 herik-
planten bij „Viiomeel" 188, bij besproeiing slechts
8. De haveroogsten waren in verhouding van 170
gram en 231 gram bij kalkstikstof, 165 gram bij
„Vitomeel" en 607 gr. bij besproeiing. Door
het onderdrukken van den herik werd dus in
het laatste geval een belangrijke vermeerdering
van den oogst bereikt. Ook waren da bestrij-
dingskosten het laagst, perH.A. f 7.60 ijzervi
triool tegen f10 en ruim f20 kalkstikstof, en
f 11.50 .Vitomeel*. In ons land is de prijs van
(jzervitrioolpoeder ongeveer of ruim f 5. (zonder
de vracht) per 100 K. G.; voor de bespuitlDg van
een Hectare heeft men 6 H. L. van 20 p. Ct.
noodig, dus behoeft men daarvoor 120 K. G.
Wie een proef met besproeiing wil nemen, zorge
er voor groen poeder ta krijgen, geen bruin
verkleurd, dat ten deele ontleed en niet bruikbaar
is. Het oplossen gaat gemakkelijk, door een
zakje met poeder in een vat met water te hangen
heeft het één nacht over gestaan, dan is alles
opgelost. De oplossing moet zoo fijn mogelijk
over de planten verdeeld worden, dus met een
handspuit of aardappelensproeier. Wij herhalen
zoodra het 4e blaadje vandeherik
voor den dag komt, of zeer kort er
voor, moet gespoten worden. En dan
op een drogen, zonnige n, windstillen
dag, tegen den middag, als de dauw
geheel weg is. Komt er onverwacht
een regenbui op, dan moet de beepul-
ting herhaald worden.
Paarde- en tuinboonen, erwten en wikken
kunnen een besproeiing niet verdragen. Staat er
klaver tusschen de haver, dan mag de oplossing
niet sterker zjjn dan 15 pOt.
Wil men liever een proef nemen met herik-
dooder in poedervorm, b.v. bij haver, welk gewas
tegen (jzerzoutoplossing grooter weerstandsver
mogen bezit, dan moet bet poeder desmorgens
worden gestrooid wanneer het blad
nog voohtig is; de aanwending moet, zoo
vroeg in den tijd als doenlijk is, geschieden. De
hoeveelheid, waarin herikdooder wordt aange
wend, wisselt af van 100—200 K. G. per Hectare.
O. B.
ENGELAND.
Da Mormonen hebben het niet pret
tig in Engeland. En daar de bevolking
van zins schijnt, zich zelve te bevrijden