EEE5T1 ML Zaterdag 22 April 1911. Antirevolutionair 26,t6 Jaargang N*. 1652. Orgaan IN HOC SIGNO VINCES SOMMELSDIJK. Ken aiiserabele boel Deze Courant verschijnt eiken Woensdag ©n Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50 zonder f 4,50 per jaar. tfzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UXTGÏÏYEB W. BOEKHOVEN. Telefooz» IntmoMn. S«. 2. Advertenties 10 cent per regel en s/2 reaal. Reclames iO per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel ©n 4/» maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- su Vrijdagmorgen 10 uur. He stul&l&cit voor flf* ■ftjpcs«4»|8«p tWMiPwsd, idwerlenliit'i) verdeve §«m* wntlen da*** Uiiap#»* Piek fijn in de kleeren, laatste mode en 't lichaam voorts uitstekend ver zorgd, komen de Socialisten op alle meetings je vertellen, dat 't tegen woordig toch zoo'n miserabele boel is. De arbeiders ze moeten honger lijden ze hebben geen kleeren aan t lijf; hun eten en drinken is maar zoo, zoo; 't is tobben en tobben vau 's morgens vroeg tot 's avonds laat voor een schamel stukje broodzij noch hun kinderen kunnen ooit ge nieten van al de genoegens der wereld hun wereld is een kerker, hun sterven een zegen 't Is een »rotte« boel. De vrouwen ze moeten slaven in de fabrieken; ze mjeten huisindus trie oefenen bun lichaam zelts ver knopen om aan den kost te komen en daarbij uitgesloten van alle rechten, waaronder het kiesrecht in de eerste plaats. De burgerij ze gaan verloren en 't Groot kapitaal slokt 'e allen op de bazen kunnen knecht warden in de groote mdustrieeie zaken en de win kelstand wordt doodgedrukt door de Coöperaties en de N-.amlooze Ven nootschappen, die men ook warenhui zen noemt. De Landbouwers ze zijn een dom en achterlijk volk, dat de arbeiders voor hongerloonen laat werken en ze in den winter laten sterven van den honger. De Rijkdom ze zijn de grootste uitzuigers en uitbuiters, die er op twee beenen loopenniets doe- ers, die leven van 't zweet hunner onder- hoorigen als in de middeleeuwen. Hoor je zoo'n Mijnheer, piek fijn in de kleeren, het lichaam wel ver zorgd, genietend al de vreugden en genoegens der wereld, wonend in een deftig heerenhuis. dan zou je zeggen: Wat een wereld! Wat een wereld! Maar als je dien mijnheer zelfs eens aankijkt, moet je toch ook weer zeggen Hij is zeker de uitzondering op den regel, want hem gaat 't volko men naar den vleeschel Is 't dan tegenwoordig zoo'n mise rabele boel Laat je niet alles wijsmaken, wat een Socialistische propagandist je voor waar in de hand wil stoppen I Tegenwoordig staat 't zoo slecht niet meer met het sociale leven onz?s volks. Er zijn heel wat erger tijden geweest. Maar is er dan geen Sociale kwestie meer P O, dat is een heel andere zaak. Niemand beweert dat er in 't Sociale leven geen misstanden meer bestaan niemand beweert dat de sociale wereld niet nog voor meerdere verbetering vatbaar ismaar men moet het niet voorstellen, als of al de ellende der eeuwen zich op de hooiden der tegen woordige arbeiders heeft opgehoopt. Wie zoo de z ken bekijkt is willens en wetens een dwaas en een onrust stoker. Zeer z kerer zijn misstanden die zijn er altijd geweesten die zullen er blijven ook in den prachtigsten heilstaat, dien de Socialisten u voor spiegelen. Waarschijn ijk zullen de mistanden in dm Sociahstischen heilstaat nog scherper zijn. omdat een der hoofdvoorwaarden van genoeg lijk leven nl. de persoonlijke vrijheid daar volkomenlijk zal zijn weggeno men Er is een sociale kwestie. Er zijn misstanden Maar men houde op om dat alles met de zwartste kleuren te teekenen, want dan liegt men minstens de helftatgedacht nog van het feit dat niét de maatschappij, maar 't individu zelf vaak door zijn onkunde, luiheid, drankgebruik, onverschillig heid enz. zelf de oorzaak is van eigen ellende Want dit is ook nog 't leelijke in de beschouwingenaltijd krijgt de Maatscnappij ile schuldmaar de persoon zelf wordt gespaard. Hoe hij is, komt er minder opaan. 't ls de rotte maatschappij. Ja jaMaar ais er armoe is, moet men ook eens op het manneke of vrouwke ietten, die armoe hebben. Ze zijn er soms ook naar. Eigen schuld en nog eens eigen schuld, zijn vaak de oorzaken en niet de Maatschappij. Een miserabele boel Maar ais je de meuschen dagelijks gadeslaat, zou je 't niet zeggen. Noch aan hun kleeren. Noch aan huil lichaam. Noch aan hun woning. Noch aan hun meubelen. Er is een suctale kwestiemaar mei. moet niet dwaselijk overdrijven. Wani heusch zoo erg is 't niet. Eu dan misstanden Zeker. Maar die vind je niet alleen onder de arbeiders, maar onder de boeren uok en onder alle standen en die zijn met weg te nemen Wel te ver vangen duur andere. De eene fout neemt men weg, maar een andere komt er voor in de plaats 't Pensioen. Geen enkele arbeider maakt zich z nuwachug over de dure klompenen petten. Maar dit is zijn eenige verlangen, dat er komen de Pensioenwet en de Verzekeringswetten van anderen aard. Daar heeft hij wat voor over. Moet hij al wat meer betalen in de verhooging der prijzen, als hij maar »waar voor zijn geldci krijgt, d i het zekere vooruitzicht, dat eeu pensioen voor hem is weggelegd, als hij oud en bijna versleten is. Aller oogeu zijn dan ook op de Pensioenwetten gericht Men wil het door groot Perskabaai wel doen voor komen, alsof de werklieden tegen het Tarief zijnmaar 't is politieke be doeling. Neenpensioen en nog eens pen sioen zijn de eenige verlangens en daar hebben ze geld voor over. Want zoo dom zijn ze niet of ze voelen wel 't machtige onderscheid tusschen eigen brood en diaconie. Ook zij hebben hun eergevoel. En daarom veel liever wat meer betaald om naderhand zelfstandig te blijven, dan niet meer betaald, om in 't Armhuis of bij kinderen en kinds kinderen onder dak gebracht te wor den. En dat vergeet de Liberale Pers al te zeer uit 't oog. Een werkman heeft een gevoelige beurs, 't is zoo. Maar zijn toekomst, zijn vrijheid op den ouden dag. zijn eergevoel zijn ook ernstige factoren bij de beoor deeling der hoogere opbrengsten, die hij leveren moet Het overschot Er wordt in economische geschrif ten meestal van overproductie gespro ken, als men 't over protectie heeft. Zoo'n overschot van productie is ech ter volstrekt niet alleen aan 't pro tectionisme eigenook in de Landen van Vrijhandel komen zij voor. Maar zonder daar nu verder op in te gaan, is dit 't leelijke van de zaak, dat wat in de protectionistische Landen over schot is. naar Nederland wordt uitge voerd. Van den hoofdvoorraad maakt men in Duitschland flinke prijzen en flinke winsten. Zooveel, dat men de rest wel voor heel wat minder prijs, aflevert uart de Holllanders. 't ls na tuurlijk t beste niet, waarmee we hier in ons land afgescheept worden maar dat kan den Duitscher niet scheienhij is 't kwijt. Maar zoo is 't onmogelijk voor een gevestigde industrie in Holland om behoorlijke winst te maken. Al heeft ze de beste knechts in dienst en de mooiste machines; al zijn dus de na luuilijke voorwaarden voor elke industrieele zaak nagekomen, toch is niet te concurreeren tegen een vreemd fabrikant uit een beschermd land dat ver onder de markt over onze grenzen komt. Eu daarom juist juichen we elke Tariefwet toe, die de buitenlandsche waren wat buiten de grenzen laat, opdat ons volk aan eigen industrie de winsten kan schenken, waarmee nu de buitenlander gaat »strijken« Zoo kan zich de industrie ontwik kelen. En zij, die onder natuurlijke voorwaarden thans moeten tobben, kunnen dan op de binnenlandsche markt niet alleen een grooter »dèbou- chè« d. i. afzetmarkt vinden, maar kunnen zelfs den Buitenlander in eigen veste den concurrentiestrijd aandoen. Of 114 MIJ SA. Ik heb in Het Vo k een verstandig s uk gelezen of liever een siuk van een verstandig man. Van iemand, die geen toekomstliedjes meez ngen wil, waarvan hij tóch weet, dat ze niet in vervuiling gaaD. Maar die met heigeen bereikbaar is zich tevreden stelt en zijn partijgeDooien waarschuwt, om toch vooral nuchter le blijven, vragende of heigeen men zoo gaarne wenscht ook praktisch uitvoerbaar is. Is dat geen zeldzaam man Onder de Sociaal-democraten dan We zullen maar hopen, dat hij ook op ander terrein zich zoo verstandig gedraagt Als dan zijn vrienden naar hem luisteren willen, kunnen we van heel wat socialistische bluf en toekomstgochelarij verlost worden 't Staat zóó, dat ook wij van 's mans gezonde taal nog wat leeren kunnen. Zie, het ging tegen Paschen. Dat wil voor de sociaal-democraten niet zeggen, dat ze zich opmaken om met vroolijk hart het feest der Verrijzenis te vieren, maar dat ze hem city-bag pakken, om op te gaan tot hun jaarlijksch congres. Eenigen tijd te voren staat dan hun dagblad vol van allerlei voorstellen, door allerlei leden op allerlei afdeelingen inge diend, die op dat congres behandeld moeten worden. Wijze, verstandige voorstellen soms. Maar vaak ook ongare, halfbakken of geheel uitgekookte voorstellen, die soms niet eens ter tafel komen, omdat tóch géén mensch er met een vork in prikken wil. Zoo waren er dumaal ook voorstellen, om van het dagblad Het Volk" zoo maar subiet een »groote krant« te maken. Die met verscheidene bladen daags, in ochtend en avondeditie moest unkomen. Die dus concurreeren kon met bladen als de Telegruaf, het Handelsblad, de Maasbode e. d. g. Hoogstwaarschijnlijk is dit voorstel 't eerst opgekomen in de hereens van den een ot anderm idialistischen partijgenoot, die nog nooit het kleinste bericht of de sjofelste advertentie heeft zien zetten En 't zal wel aangenomen en doorgezonden zijn in een atdeehng, waar men van 't krantenbedrijf evenveel wist als een koekebakker van schoenen zolen! Maar de verstandige man, die er in Het Volk over schreef had daar wél versland van en ergerde zich niet weinig, dat men met zulke voorstellen op congres kwam, zóó dat de buitenwacht er zich vroolijk over maken kon. En die ergernis gaf hem het verstandige artikel in de pen, dat wij werkelijk nu eens met genoegen in het socialistische hoofdor gaan gelezen hebben. De man is kostelijk van nuchterheid op 't humoristische af. Hij brengt zijn vrienden eens even onder 't oog, dat het congres, o ja I de opperste wil is van de partij, waar de gansche partij onder bukken moet. Maar dat het niet genoeg is, indien het congres zegtindien dus de partij zegtIk wilDat er ook wegen en middelen moeten zijn, om dien wil uit te voeren. En dat, wanneer die wegen en middelen ontbreken, men wijs doet, alleen te willen wat wél uitwerkbaar is Van Het Volk een modern groot dagblad maken 'n kostelijk doel 1 Maar wie dat doel bereiken wil, moet beginnen een paar ton, zegge een tweemaal honderd duizend gulden bijeen te brengen, om er te komen. Overdreven vindt menigeen. Volstrekt niet! wie eeDige notie heeft van het moderne dagbladbedrijf, voelt onmiddelijk, dat hier een man aan 't woord is, die 'i klappen van deze zweep kent. Een partijblad heeft vanzelf altijd een kleiner kring van lezers en adverteerders, dan een zoogenaamde neutrale krant. Met name een zóó sterk gekleurd blad als het hoofdorgaan der S. D. A. P. om dit tot een modern groot dagblad uit te breiden, is een paar ton in 't minst niet een te groote eisch En dan gaat deze verstandige socialist eens even voorrekenen, wat zulk een blad aan redactie, aan binnen en buitenlandsche correspondenten, aan expeditie, aan colpor tage enz. wel kosten moet. Wie buiten 't vak siaat, snapt daar gewoon niets van, maar de vakman geeft hem direct gelijk. Hij waarschuwt daarom zijn pariijgenoo- ten, om geen luchtkasteelen te bouwen. Eu de man is verstandig lot het einde toeik wou dat-ie niet in dien hoek zat hij beveelt aan, om langzaam maar z-ker Het Volk uit te breiden niet verder te springen, dan de socialistische stok lang is, maar door elk partijgenoot elke week een kleine pers bijdrage, al is 't maar 'n halve cent te storten, waarmee Het Volk per jaar eenige duizenden guldens bate ontvangen zou en dat bedrag te besteden tot uitbreiding en verbetering. Wat onbereikbaar is verworpen. En het bereikbare najagen. Nogeens 'n verstandig socialist Zien we nu in eigen tuin. Met meer dan één onzer bladen heb ik meer dan oppervlakkig kennis gemaakt, zoodat ik er ook een weinig over weet mee te spreken. En dan trof me vaak de volslagen onbekendheid met het krantenbedrijf, die ik bij het grooie publiek opmerkte. Nu is dat niet zoo slim. Ik voor mij wil eerlijk bekennen, geen flauw idee te hebben van 't bakken eener taart, of van 't gereedmaken eener vlude zelfs niet van 't schijnbaar zoo eenvoudige rollen eener sigaar, noch van 't condenceeren van melk 'k noem zoo maar es wat Doch met de hand op 't hart, kan ik eveneens verklaren, dat ik de menschen, die er wél verstand van hebben nooit met mijn adviezen ben aan boord gekomen en ik me, als ik er ooit wat van weten wil, als een leerjongen aan hun voeten zetten zal. Als nu iedereen, die over 't krantenbedrijf meespreken wil, op dezelfde manier te werk ging, dan kwamen we een heel eind verder. Het tegendeel is vaak waar. Ik ben bij eenvoudige boerenmenschen geweest, knap in hun egen vak, die maar niet begrijpen konden, dat een kr.-.nt zooveel geld kostte, 'i Papier was toch goedkoop genoeg, vonden,ze En 'td ukken ging immers zoo gauw, tegenwoordig Ze doen 'tal met stoom; ja, mei eiec rici- teit Met een ander heb ik 't eens gehad, die elke. week nog 'n halve krant erbij hebben wou, dan had hij wat meer te lezen. Ik vroeg hem, hoeveel dat wel kosten moest, naar zijn meening. Nu, hij ki eep /.'n oogen es slim half dicht en dacht me ie overbluffen met 'n heel groote som Honderd heele guldens m 'tjaar. vond hij, daar kon 't royaal voor gedaan l Ik heb 'm toen het bedrag es voorgerekend wat ik hier nu niet verklap enfin de man was te beleefd, om me tegen te spreken, maar ik zag aan z'n gezicht, dat hij dacht Hm twee joden weten wel, tóat een bril kost En zoo zou ik tal van voorbeelden kunnen geven, maar 't is genoeg zoo. Toch is het voor ons een levensbelang, dat we vooruitkomen met onze Pers. Wie invloed wil uitoefenen op ons volks leven en in onze dagen geen sprake heelt in de dag- en weekbladpers, kan zich wel laten inmetselen Lang niet ieder onder ons, begrijpt dat nog. Maar .dat komt wel 1 En 't betert gelukkig alOok in dit opricht ligt de doodsche tijd van Groen van Prinsterer verre acEer ons 1 Maar onze menschen moeten nog leeren, wat er noodig is, om het krantenbedrijf goed te beoefenen Liaar mangelt nog al iets aan. 't Overkomt mij meermalen, dat ik met vrienden en voorstanders van onze Pers aan 't boomen ben mannen, die hun sympathie toonen met woorden soms ook door daden. 't Gebeurt dan, dat ze een schoon tafe reel ophangen van wat onze Pers moest zijn. Van wat ze ook vinden zal als God zegent en onze menschen hun plicht verstaan Ach, wat weten ze 't goed 1 't Zij zonder ironie gezegd. Ik meen het. Om de tekortkomingen onzer Pers te zien, hoeft men geen vakman te zijn 1 't Gezond verstand is hier leidsman genoeg Alleen ik weet het driemaal zoo goed als zij Maar zij vergeten, dat men zonder vijf vingers geen vuist maakt. En als wij er vijf noodig zouden hebben, moeten we 't vaak met twee doenDat, mijne broeders, is de kwestie. De wil is er wel. Maar al heeft iemand den wil, om over een toren te vliegen, daarom kan hij 't nog niet, als hem de middelen ontbreken om een Bleriot te koopen Als onze sympathie-rijke torenvliegers daar een weinig mee rekenen willen 1 Dan komen we er wel. Want dan zullen al wat voor 't oogenblik onbereikbaar is, uit hun hoofd zetten en er de schouders onder zetten, om te verkrijgen wat wél te bereiken is. Dat is dit: Alom onze Pers, waar er iets goeds in gevonden wordt, zoo steunen, dat ze zich langzaam maar zeker kan uilbreiden. Gerust onze bladen kunnen de verge lijking met tal van neutrale dingetjes, zelfs met sommige neutrale dagbladen best

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1