26,le Jaargang N°. 1650. 8 Antirevo lutionair Orgaan Zaterdag 15 April 1011 IN HOC SIGNO VINCES voor «ie Kuidhollandsclie en Zeenw§che Eilanden. 1 EMU BLiB. Paaschfeest ichappij ekering W. BOEKHOVEN, EREN HT, SOMMELSDIJK. mer van ».s. Woensdag Uil KT verschijnen. Wat overdrijving I OP UEl Kir HIJ 14 Land- en Tuinbouw. a I y It n r t ht kost slechts Jï. 85. 4077 lot de firma IZ. 94. lar 1850 wer- Iverd. 4138 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad 7,50; zonder f 4,50 per jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomm. So, 3. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zi) beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. 4iie üiiikliFn voor dr siFdarsïp f»csfe«nd, Kdverteniies» en verdere %dmiiii§tratie franco loe te zenden aan den Kitffever. JH §9" Wegens invalicn- de feestdag xal liet lusat- jprima lellen. JIA11MW. 20 p. flOO.— blijft het veulen |T, Directeur. Hameeteman, Nieuwe Tonge. sland i, inboedels enz. jk. 431S u t haiolelsojark v. Ballegooij. K. Foots. a 1 i Eestoren. 3a»ijer a Oostuubrugge. 4528 Het Paaschfeest blijft een der meest belangrijke feesten der Chris tenheid. We willen aan Pinksteren en Hemelvaartsdag niets te kort doen, kunnen ze ook niet minder schatten, omdat Kerstfeest en Paschen en Pinksteren en Hemel vaart onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Maar 't nieuwe leven dat omstreeks Paschen heerscht in de natuur, is ons altijd zoo'n frisch beeld geweest van de hoog heilige beteekenis van het Paaschfeest. OpstandingOpwek king! Een nieuwe toekomst, die zich ontplooit. Want door de Op standing bewees de Christus, dat Hij de Zone Gods was. En juist dat bewijs is 't cement van alle leven op alle terrein. Ware Chris- s niet opgestaan, het geloof was del. Maar nu is 't niet meer ijdel en een vaste grond, dat Hij, die te Bethlehem geboren is en op Golgotha gekruisigd, waarlijk was de Heer der heeren, Koning der koningen. Voor een dooden koning trekt niemand ten strijde. Welk bevel zou er ook toe cL ingen Door den dood houdt de autoriteit, de heer schappij over anderen op, om de eenvoudige reden ook, dat de doode geen enkel wapen of instru ment bezit om den overtreder te straffen. Elke ongehoorzaamheid blijft toch ongestraft. Maar leeft „de doode", dan rust de heerschappij nog op zijn schou ders en dan eischt hij nog de ge- eischte gehoorzaamheid en straft den onwillige. Daarom is de Opstanding zoo'n heerlijk feest. De Koning leeft en roept Zijn volk op ten strijde voor z'n Koninkrijk. En overal, waar men zich dien Christus belijdt als den Opgestane, gaat er uit den hof van Jozef van Arimathea een wa penkreet door de wereld: Onder daan, uw Koning leeft en Hij vraagt voor Zijn zaak uw lichaam, uw geest, uw geld, uw liefde, uwe medewerking. Zooals de Paaschnatuur den landman roept om de velden te bezaaien, en de akkers verlangend uitzien naar hen, die er de voren in trekken zal, zoo ook is de Op standingsdag het sein tot ver nieuwde actie op allerlei gebied. Dan grijpt de Christen nieuwen moed en hij werpt 'tstof van de voeten; neemt den staf weer in de hand en voorwaarts! richt hij toog op 't Koninkrijk Gods, dat geweld wordt aangedaan. Want de Koning leeft. En Hii roept. J Moge ook dit Opstandingsfeest daartoe gezegend worden, dat op alle levensgebied de klank der bazuin worde opgemerkt. Want de Opgestane Koning roept. En ook: Hij dreigt Hij dreigt over hem, die 'toor stopt voor Zijn oproep om een getrouw onderdaan te zijn. Ontzettend, als die dreiging in straf verkeert. En toch: de straf mag en kan en zal niet uitblijven. Wee onzer! Wie zal bij zulk een straf of kastijding bestaan De plundering der kleine luyden zal dus beginnen met den opslag van brood door de Tariefwet, schetteren reeds de vrijzinnige blaadjes. Maar wat is 't leukste. Als ze de rekening gaan maken, hoe veel per Jaar 't brood opslaat, dan komen ze in al hun belachelijkheid voor den dag. Dezer dagen lazen we in zoo'n blaad je: »De fabrikanten van meel krijgen f 800.000 cadeau doordat invoerrecht. En wie betalen dat geschenk De Nederlandsche broodverbruikers. Er zijn ruim 5 millioeu Nederlanders." Er moet dus meer betaald worden per jaar: het 5 millioenste deel van 8 ton. Da's krek160 cent. In een huisgezin van 5 menscheu is dat dus f' 8. En als men nu ziet ('t is nog pas gebeurd in Middelharnis en Sommtls- dyk) hoe de bakkers er 2 cent afne men door de concurrentie van de Dirkslandsche Coöperatieveals men ziet, hoe die broodprijzen door de bakkers worden behaudeld en men naar hun believen er elk jaar 10—20 gld kan bijpassen, zonder dat men in dat schetterende blaadje ook maar ooit eenige klacht daarover heeft gelezen, of ile arbeiders daar opmerkzaam opgemaakt zijnzie dan lacht men om die poehah over de 160 cent per in woner. Dan krijgt zoo n geschetter een poli tiek luchtje. Als er 8 gld. per jaar moet bijge past worden door een gezin, staat de liberale wereld op stelten tegen den Christelijken Minister. Maar als de hakkers je ringelooren, dau hoor je ze niet. Dan durven ze niet te kikkan Werkeloosheid en Ongevallenwei. Er is een Commissie, die een on derzoek in zal stellen naar de werking der Ongevallenwet in verband met de Werkeloosheid. Wij houden, om eens een platte uitdrukking te gebruiken, ons hart vast over de mogelijke droeve resul taten. Want het is onbetwisbaar, dat de Ongevallenwet de werkeloosheid be vordert. Waar de premien hoog zijn, drukken ze de inkomsten van den werkgever en nu een van tweeóf hij verhaalt dat op zijn klanten, en deze kunnen alle karwei en alle fabrikaat duurder betalen, óf hy tracht 't met leerkrach ten te doen (noem ze desnoods ook wei kkraobten) die voor minder loon werken en waarvan de premies dus naar rato lag. r zijn Maar verhaalt hij t op de klan ten, dan raakt hij ten slotte werk kwijt door de te hooge rekeningen en de burgerijdie vroeger den tim merman enz. inriep, doet zijn akefietjes of zelf o,f zij roept de hulp in van iemand, die 't voor een beetje graag herstelt, wat stuk was. Maar raakt de patroon zonder werk, of vermindert 't erg, dan ontslaat hij zijn knechts zooveel als maar kan. Er gaat niets van afeen patroon denkt eerst om zichzelf, dan om zijn naaste. En van de hoogste premies word-rn de knechts het slachtoffer. Toch zijn we nieuwsgierig naar de statistiek, naar de cijfers, die deze Commissie geven zal. We hopen, dat ze onze vrees be schamen zullen, maar we twijfelen er niet aan, of de Ongevallenwet heeft op de Werkeloosheid belangrijken invloed. 'k Heb er een zwaar hoofd in Wat ik ditmaal schrijven ga, zal niet aller instemming hebben. Daar zullen er zijn, die onvergenoegd het hoofd schudden en van meening zijn, dat .>Uitkijk« nu toch de plank mis slaatdat hij het leven niet kent en weet ik wat. Anderen zullen mis schien kregel m'n stuk neergooien en mij m'n congé geven tot de volgende week. Ja ik ben er niet zeker van, dat niet hier of daar een vuist zich satnenknelf. Want ik wil op een fout wijzen. Ik wil ditmaal een zonde noemen. Niet van mijn of uw buurman, maar van iedereen en van mijzelf Doch de voorafspraak is lang genoeg Men kent het verhaal van dien man uit de oudheid, die met een lantaarnlje men- schen ging zoeken. Laar zou hij tegenwoor dig weinig moeite mee hebben, maar ik zou hem willen uitzenden, om een tevreden mensch te zoeken en vrees, dat hij dan lang uitblijven zou En nu zal ik 't maar ronduit zeggen, dat onze tijd zich boven andere tijden kenmerkt door een geest van ontevredenheid, die in schier alle klassen en standeD roDdslu pt. 'k Weet het E- is veel te klagen. Zelf heb ik er meermalen op gewezen. Met name op de nooden der arbeidende klasse niet het minst in een tijd van toe nemende duurte, terwijl de loonen niet naar evenredigheid stijgen, En ik wensch allerminst gerekend te worden onder dege nen, die tegenover die nooden geen ander woord hebben dan Gij moet maar tevreden zijn Ja, ik wil nog meer zeggeD. Ik acht het alleszins geoorloofd 'k vind het prijzenswaardigtoe te juichen zelfs, als er een algemeen streven is, om onder Gods zegen vooruit te komen in de wereld om voor zichzelf of zijn kinderen een hoo- gere sport op den maatschappelijken ladder te bereiken, dan waarop men voor 't oogenblik staat. Dat toch is een van de'prikkels, die iemand dwingen om al zijn krachten en vermogens in te spannenzijn hart op zijn werk te zetten te zijn en te doen al wat hij kan en door die algemeene inspanning wordt tenslotte de gansche maatschappij gebaat Maar daarop doel ik niet. Wat ik bedoel in die norsche onwildie vijandige ontevredenheid, waarmee zoovelen opkijken naar hen, die een of meer sporten hooger staan dan zijzelf. Dat is in onzen tijd algemeen. Die ontevredenheid wordt opzettelijk gevoed en geprikkeld. De socialistische bladen leven er van. Met schrijnend sarcasme; in de bitterste bewoord.ngen jagen ze dag aan dag, week aan week, die ontevredenheid in de ziel. Meen niet, dai ze bovenal hun beginselen uiteen zettenVerre van dat. De groote meerderheid yan het socialistische volk staat met een mond vol tanden, als ge ze vraagt naar de grondbeginselen van het socialisme. Maar vraag ze, om eens uit te pakken tegen de »bourgeoisie« en ze zijn zóó gereed I Dan razen en tieren zedan luchten ze hun ontevreden hart en zijn geen woorden te scherp, om hun haat te koeleD. Die geest van ontevredenheid dringt overal door. Het staat er eenvoudig zóó mee, dat men maar moeilijk velen kan, dat een ander het beier heeft dan men 't zelf heeft. Ook onder onze christen-menschen. In theorie gaat het nogal. Maar in de praktijk ontbreekt er al te veel aan In theorie erkent men, dat God almachtig ook in 't natuurlijke leven, zijn gaven uit deelt naar zijn welbehagen. Maar in de praktijk meent menigeen, dat hem onrecht gedaan wordt, als hijzelf maar een klein deel krijgt en zijn buurman véél. In theorie belijdt men, dat we nergens recht of aanspraak op hebben, zelfs met op brood en water. Maar in de prakrijk moet men, als de boterham niet behoorlijk geboterd is en klaagt men als het bij water blijft. Dat gaat voor alle klassen door. De arbeider benijdt den kleiDen burger, die 'n kamer méér heeft in zijn huis, zijn vrouw 'n bont koopen kan en zijn jongen kan laten leeren. Die kleinen burger benijdt zijn meer ge goeden buurman, die een heel huis met 'n tuin bewonen kan, zijn vrouw mooie costuums kan koopen en zijn zoon naar de universiteit kan sturen. En die gegoede benijdt weer den rijk aard, die op 'n villa woont, zijn vrouw in een auto kan laten toeren en zijn zoon zonder bezwaar in de grootste zaak zetten kan. Iedereen is van dit hondje gebeten. Het is de geest van den tijd. 'k Sluit er mezelf niet buiten 1 'k Wil eerlijk bekennen, dat ik den, rijke om z'n rijkdom nooit benijd. De Heere God heeft me altijd gegeven 't brood mijnes beschei den deels en heeft dat brood voor me geboterd ook meer heb ik nooit ver langd. Doch daarom liep ik niet.vrij. Als ik ergens een zwak voor heb, dan is 't voor boeken. Als ik het doen kon, dan omringde ik me in m'n kamer met boeken'k be zette er mij mee van voren en van achteren, kast rijde ik aan kast, plank vulde ik na plank zóó, dat ze stonden binnen 't bereik van m'n hand, als ik maar even opstond. Zóó, dat ik een ganschen dag kon naslaan, al wat ik begeerde te wetendat ik met besten en kundigsten van ons geslachi kon omgaan, van uur tot uur 't Heelt nimmer zoo mogen zijn. 'k Heb m'n bescheiden bibliotheek, waar op misschien weer menig ander jaloersch zou zijn, maar ze is verre, verre van vol ledig en hoe menigmaal is 't me niet gebeurd, dat ik met een zucht van spijt de krant glippen liet, als er weer een nieuw boek aangekondigd werd, maar tot een prijs, die helaas verre uitgiDg boven mijn draagkracht .als men gezonde jongens heeft, die als de jonge vogelen nooit verzadigd raken, schoenen slijten of de ratten 't leer knagen en nog harder uit hun kleeren groeien dan ze voor hen genaaid kunneD worden, dan kunnen slechts de schrale restjes van 't in komen voor zoo iets als boeken worden aangewend Welnu 't heeft lang geduurd, eer ik zonder ontevredenheid het kon aanzien, dat een meer met aardsche goederen gezegend mensch z'n boeken kocht bij pakkisten vol feitelijk, om ze naast elkaar op de plank te zetten om 't plezier van 't hebben om z'n verzamelzucht te bevredigen zonder er ooit ernsiig gebruik van te maken. Zoo als 't mij nu met de boeken ging, zoo gaat het anderen met iets anders. De ontevredenheid knaagt aan 't vleesch geeét een verkeerde plooi aan 't karakter zet haar merk op 't gelaatvergiftigt ook het geestelijk leven. Aan gelaat en spraak is 't te hooren. Ontevredenheid wekt nijd, afgunst, vijand schap. En als we niet oppassen, waken en bidden, dan verbitterd die ontevredenheid ook ons christelijk samenleven. Het is in onzen tijd zooveel moeilijker tevreden zijn weg te gaan, dan voorheen. Dat komt mee hiervandaan, dat er op verstandelijk en geestelijk gebied een streven is tot nivelleering, tot gelijkmaking, gelijk nooit voor dezen. De arbeider b.v., die in onzen tijd met een heldere kop flink schoolonderwijs genoten heeft, die zijn kranten en boeken leest, zoover hij die machng worden kan, is verstandelijk niet zooveel achter bij den »gewonen« man uit de »hoogere« klassen. Ja 't gebeurt niet zelden, dat hij geestelijk zijn meerdere is. Vootheen, toen er niet zooveel gelegen heid was voor onderwijs en ontwikkeling, was de afstand op verstandelijk en geeste lijk terrein zooveel grooter. En wat voor den arbeider geldt, gaat ook door voor den >kleinen burger, In die omstandigheden nu is het moei lijker, om tevreden toe te zienals op stof felijk gebied de afstand even groot blijft, misschien nog grooter wordt. En toch Gods Woord komt tot u en tot mij, met den eisch om vergenoegd te zijn. Wat niet zeggen wil, dat we niet mogen staan naar verbetering. Wat iets anders is dan het prediken van doffe be rusting. Maar wat dan toch beteekenddat we ook bij 't soberste maal en in de meest schamele woning met dankbaarheid niet slechts in den mondmaar ook in 't hart, zullen opzien tot Hem, die niet gehouden was, ons ook dit slechts te schenkeD. Het is een moeilijke les. Maar wij moeten haar leeren 1 Ook daarin moeten wij toonen, dat we niet van de wereld zijD. De wereld móét kunnen zien, dat het bij ons toch anders is dan bij haar I UITKIJK. Een paar nnttige gewassen. (Slot.) Een tweede gewas, dat van veel nut kan zijn om onze schrale gronden te verbeteren, maar daartoe nog veel te weinig gebruikt wordt, is de lupinen Ook zij verzamelen, als de serradella, de stikstol uit de lucht, maken den grond door haar diepe beworteling los en vruchtbaarder, en kunnen me' heur groene massa, als bemesting ondergepioegd, de akkers verrijken met humus en plauten- voedsel. En lupinen-voorbouw is op vele gronden, 't zij deze voor faoschbouw oi voor de gewone cultuur worden gebezigd, beslist noodzakelijk. Met behulp van gepaste kunst meststoffen kan een flinke groene massa worden geteeld, welke, ondergepioegd en verrot, den grond uitstekend voor de cultuur van land- of tuinbouwgewassen, voorbereidt. Enting van een grond za vaak noodig blijkendat wil zeggende bacteriën, de kleine kaboutertjes welke de stiks'of uit de lucht in den bodem kunnen vastleggen, en wellicht niet, ot niet genoegzaam, in den bodem aanwezig ztjn, moeten worden aange bracht. Dit kan, door eenige karren aarde van een akker, waarop lupinen (of serradella, als men deze wil verbouwen) zijn gegroeid en flink tierden, over het veld uit ie sirooien. En dan een behoorlijke m neale bemesting, plus een matige gilt Chilisalpeier. Kali moei bier No 1 zijn tiieraan hebben de lupinen groote behoefte. Minder aan phosphorzuur, dat het gewas gemakkelijker dan andere gewassen, uit den bodem weet te halen. Maar men late het daarom niet weg en zij er ook niet te zuinig nu e, als uien den akker arm aan plantenvoedsel weetwat men

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1