ïJ
I
Zaterdag 8 April 1911
26*le Jaargang N°. 1048.
voor lie Kuldhollandsche en Zeeuwaelie Eilanden.
Dun onbedachtzaamheid.
GENEZING.
9
An tirevo lu tionair
Orgaan
m* ii i'HSJM
Reclames, Mededee-
lintfen en».
IN HOC SIGNO VINCES
IDAM.
5«jn
tir.
lachtigd
tt.
100.—.
uitgever
W. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
%ile «dggkfe**ri v«»«r de dtrdaciie tiestemd, &dverfesmfie« e« verdere Iftainioistrafie franco toe fe xenden aan den BJitfrever.
<fca
«nes o
til prijs
ïotoren,
4332
l
ïandel.
'J
bt «J-r
een
terd uw
en tegen
werpen,
laatsctiap
en zijn
'O-
ca
in
0/ O
/O*
Senten voor
jOGELAAR
omliggende
veulen
tteur.
steman,
iTonge.
smerfe
oop.
ngge.
•mg
els enz.
43 is
komen,
orders
rdisers
)-Zoom.
tra)
nden
3877
J
Deze Couram verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprys per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
n n n zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad 7,50; zonder 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent Met Zondagsblad 7 Cent.
Telefoon Infereonn. No. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimto dio zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
WV
Sociale vrede.
Sinds de werklieden hanteeren 't
wapen van de staking, gebruiken de
werkgevers de uitsluiting.
Zoo wordt er op eenig dorp een
sarbeidersvereeniging opgericht. waar-
Van men vermoedt, dat ze bij niet
loonsveihoogitig tot staking zal over
gaan, of je hoort uit de verte en van
nabij de boeren al pruttelen»we
zullen je van den winter wel krijgen«.
In 't drukst van 't werk ti acht meestal
een staking uit te brekendan als de
boeren 't volhandig hebben en geen
maDnetje kunnen missendan als de
arbeiders wetenje hebt ons dubbel
noodig. Soms wordt zoo'n staking dan
met goeden uiislag bekroond, omdat
de boeren hun gewassen toch moeien
binnen balen; en al gaat er door de
hoogere loonen als gevolg van die
staking wat van de winst af toch is
't beter en voordeeliger om den oogst
binnen te halen dan te laten staan
op de akkers- Hoogst zelden zal t
voorkomen, dat een boer zich niet laat
^dwingen en liever den oogst ter ver-
plotting bij regen overgeeft.
Maar daarna komt de wrakeIs de
oogst binnen, en gedaan wat noodza
kelijk moet. dan gaat de boer zijn werk
inkrimpen en hij talmt en blijft talmen
eer hij na den harden wiuter, in de
lente andermaal de arbeiders een kans
geett om te kunnen gaan werken dan
hanteert hij 'twapen der uitsluiting;
een uitsluiting wel anders van karakter
dan in een fabriek, maar 'tdoel is
't zelfde.
In een fabriek gaat de uitsluiting
zóóEr wordt bij A gestaakt en door
't contract, dat fabrikant A gemaakt
heeft met al zijn collega's, zijn deandere
fabrikanten gedwongen bun eigen
personeel, dat volstrekt niet staakt
aan den dijk te zetten.
Dks schande, zegt iemandWat
hebben die andere arbeiders dan
onwaardigs gedaan, dat zij door hun
patroons onschuldig van broodeloos
heid worden overgegeven P Die arbei
ders van B. en C. en D. enz. zijn op
zich zelf onschuldig maar toch schuldig
eraan, dat B. en G en D. zoo moeten
optreden. En waarom Hierom stil
er is een staking bij A.daar houden
in eens 600 man opdie verdienden
zeg 15U00 pe>- week Sterven die 500
man nu van den honger? wel neen,
de organisatie zorgt ervoor. Maar hoe
komt die organisatie aan f5000; wel,
door contributies En waar komen die
contributies van daan van de week-
loonen der niet-stakers. En wie betalen
die weekloonen De patroons, bij wie
met gestaakt wordt. Derhalve: de
fabrikanten helpen de stakers aan
brood, omdat de eigen werklieden van
hun loon offeren.
Maar daar hebben die fabrikanten
ook ingezien -, ingezien, dar zij. als ze
laten werken door niet-stakers, de
wel stakers hun dagelyksch brood, al
is dat dan maar 2/3 soms van 't volle
bedrag verschaffen vandaar dus dat
alle fabrieken gesloten worden nu
verdient niemand een centen niemand
kan offeren aari zijn naaste.
Staking is dus een ontzettend wapen
want de arbeiders snijden, niet alleen
zich zelt. maar ook hun iotgenooten
om at de fabrikanten de uitsluiting
toepassen.
En zoo'n soort uitsluiting is er dan
bij de boeren evenzoo, als ze met
elkaar afspreken, om den winter te
rekken zoolang als 't kandan moeten
de goeden 't met de kwaden ontgelden.
Sociale vrede 1 och, 't is zoo'n schoon
woord Maar wanneer en hoe kan die
intreden P Alleen als 't Recht van
weerszijden geoefend wordt. En als de
Overheid tusschenbeide trede om door
reglementaire bepalingen paal en perk
te stellen aan zekere stakingen.
Nu doet ze 't reeds, waar ze de
spoorwegstaking gebonden heelt en
strutb iar gesteld.
Maar ze kan op dat terrein nog
meer doen. En de toekomst staat er
naar, dat ze haar hand hier niet lang
meer terug kan houden.
Sommelsdijk. Het Gebed in den
Raad.
Sommelsdijk heeft 't voorrecht een
Antirevolutionair Burgemeester te
bezitten en een Rechtsche meerderheid.
Maar een ander voorrecht mist ze
nogdat hare raadsvergaderingen
niet met gebed worden begonnen.
Want is 't een voorrecht voor elk
lid der gemeente, te weten, dat die
Almachtige God in al Zijn barmhar
tigheden voor en over de Gemeente
wordt erkend en ook in al Zijn oor-
deelen wordt gevreesd.
Het dorpsleven is een samenleven
een samendragen van de gemeenschap
peiijke dorpsnoodeueen samen zich
onderwerpen aan de eischen van
dorpsregelingen en dorpsluchteen
samen de schouders zetten onder de
welvaart en den vooruitgang van het
dorp. Rampen en tegenheden in 't
dorpze roeren allenze krenken
aller hart. Eu zegeningen, die uitvlie-
ten in landbouw, handel, scheepvaart,
nering en huudteringze fleuren ieder
op.
Maar en de rampen en de zege
ningen zijn Godes. En de tolken der
Gemeente nl. Burgemeester en Raads
leden tot zóó gewichtige posities
geroepen om dat dorpsleven te leiden,
te v< rhoogen. te vei heffen, te veredelen
te verrijken geestelijk en stoffelijk op
te voeren; zij, die tolken zijn geroepen
den Gever van alle gemeentegoeds en
den Rechtvaardigen Rechter, die zulk
een gemeente kan straffen te erkennen.
God is Gol ook over 't dorpsleven.
En daarom roepen we den Burger
vader en de Raadsleden toe, met
klacht en klem Stelt niet langer uit 1
Maar legt vóór uwe raadsvergaderin
gen getuigenis af, dat gij daar op de
Raads aal als in de tegenwoordigheid
Godes, hopend en inroepend en er
kennend Zijn recht om door U ook
op gemeentelijk-terrein als de Alles
Machtige geëerd te worden dat gij
daar U zijnen Naam niet schaamt.
Getuigen, ook in de RaadzaalGe
tuigen van Uw aller volkomen afhan
kelijkheid! Getuigen van de behoeften
der Gemeente aan Zjju leiding en
bijstand 1
'k Ben dezer dagen aan 't filosofeeren
geweest over »de vrouw*.
't Is wel eigenaardig. Vroeger praatte
men over geen vrouwenkwesiie, maar wie
als men 't zoover had gebracht, dat hij een
vrouw onderhouden kon, die vroeg er eene.
Tegenwoordig hebben we een groote
vrouwenkwestie* en duiken er tal van
kleinere op, waarover de mannen zich zeer
druk kunnen maken terwijl er steeds
meer vrouwen blijven ^zitten, omdat de
man ze niet wil of durft ten huwelijk vragen.
1
Of 't voor de vrouwen beter isP
Dat zullen we in 't midden laten
Maar 'k wil er nu eens de aandacht op
vestigen, dat men ons, calvinisten zal ik
nu maar zeggen, hoewel dat woord tegen
woordig niet zoo in den smaak schijnt te
vallen als een twintig jaar geleden 't Is
thans meer »protestantsch-christelijk«, maar
ik kan soms kopipg ouderwetsch zijn
ons, calvinisten, verwijt dat wij de vrouw
willen opsluiten achter de horretjes en de
onderdeurhaar geen plaats gunnen in het
»vo)le, rijke menschenleven*, haar >ver-
lagen* tot brievenspeldster en kousenstop
ster er een huissloofje van willen maken,
enzoovoort, enzoovoort.
Nu wil ik billijk zijn.
Actie wekt altijd reactie.
De actie van de »vrije vrouwen*, door
haar mannelijke boudgenooten trouw ge
holpen, gaat dwars tegen onze levensbe
schouwing in. Wie de dingen tot op den
bodem doorziet, toont dat gemakkelijk aan
op grond van onze beginselen, En wie
niet zoo diep vermag door te dringen en
meer aan de oppervlakte blijft, maar toch
leeft uit onze beginselen, die voelt als 't
ware, dat deze weg mis loopt.
En wat is nu 't geval
Uit reactie ziet men nu soms werkelijk
sommigen onzer de viouw zóó terugdringen,
zóó aan alle kanten omtuinen, zóó buiten
alles houden, wat niet valt binnen de enge
muien van het eigen huis, dat ze haar aan
den anderen kant onrecht doen.
Dan gaat het mis.
't Verschil zit met in kleinigheden, maar
in de beginselen. En nu wil ik, ter leering
voor de eigen vrienden en ter terechtwijzing
van hen, die altijd smalen op het calvi
nisme, eens iets mededeelen over de cal
vinistische vrouw uit de 16e en 17e eeuw
uit den bloeitijd dus onzer gereformeerde
religie.
Eerst dan de getuigenis van een Neder-
landsch geschiedï-chrijver, Eoianuel van
Meetereu, die u t eigen ervaring en aan
schouwing spreken kon.
Hij getuigt van haar
»De vrouwen zijn zoo kloek, naarstig
en vernuftig, dat zij alle mannelijke han
deling en werk in harer mannen afwezen
kunnen verrichten, koophandel drijven,
rekeningen houdeD, van—It eene land en
stad in de andere reizen, zonder oneer
baar gerucht, dat dergelijke in geen land
gezien wordt.*
Dat was dus het huissloofje niet 1
Die vrouwen waren tamelijk ver ge
ëmancipeerd*. Let er echter op, dat ze
niets wisten van den tegenwoordigen eisch
van gelij«stelling tusschen man en vrouw.
De man was het hoofd en de kostwinner,
maar zij wisten zoowel haar plaats, als
»hulpe tegenover den man*, dat ze in zijn
alwezen niet broddelden aan een hand
werkje of achter de theetafel zaten, maar
flink en kloek, waar 't moest, de plaats
van haar man innamen en met vaste hand
zijn zaak dreven.
Men moet hierbij niet vergeten, dat
destijds handel en zeevaart en visscherij
véél meer dan landbouw hoofdbronnen
waren onzer volkswelvaart en dat dus
in tienduizenden gezinnen de man een groot
deel des jaars, soms enkele jaren achtereen,
van huis moest. Dan drukte de gansche
last, niet slechts der huishouding, maar ook
van de opvoeding der kinderen en vaak van
kantoor en werkplaats op de vrouw.
Onze 2>vrije vrouwen* zouden raar op
kijken, als ze zoo eens aanpakken moesten.
Die calvinistische vrouwen en moeders
wisten van geen »vrouwen-kwesue« af, maar
ze kenden haar plaats en haar roeping en
m diepe afhankelijkheid van en biddend
opzien tot God, pakten ze blijmoedig aan
elke taak, die haar op de hand werd gezet
en gedroegen zich dan m elk opzicht
>mannelijk* en kloek.
Ze bleven echter, en gaarnevrouwen.
Ze kenden de ordinantiën Gods ook voor
het vrouwelijk leven en onderwierpen zich
daaraan. Joegen geen valsche emancipatie
na I Als God ze riep, begaven ze zich tot
alle mannel jke handeling en werk, maar
haar lust was toch haar huisgezin en haar
troon stond m de kinderkamer.
»Van de vrouwen dient verder verhaald,
dat zij veel vruchtbaarder zijn dan in
andere landen.*
Een groot gezin was haar eere.
Een zegen van haar God, zij braken
zich 't hoofd niet met een mogelijken strijd
tusschen haar gezins en haar beroepsplich
ten Als 't moest wisten ze de zaken harer
man met vaste hand te besturen en brach
ten tegelijk een talrijk gezin met God en
met eere groot.
Van Meeleren zegt er nog van
Hoewel de Hollandsche, Friesche en
Zeelandsche vrouwen met der mannen
hantering meer dan andere bekommerd
zija, en dat uil nood, terwijl hare man
nen buiten ter zee of koopvaart uit zijn,
ziju ze nochtans van alle natiën geacht
voor de besie huismoeders, voedsters
van haar eigen kinderen, de huizen vol
huisraad wel geschikt zijnde, 't welk niet
alleen in haar huizen en op haar straten,
maar zelfs haar schepen te bespeuren
is*.
Met zulk een testimonium kunnen ze 't
stellen. En eerlijk gezegd onze »vrije
vrouwen* kunnen daar een puntje aan
zuigen 1 Op een tentoonstelling zouden ze
naast onze deftige oud-Hollandsche matro
nen een sober figuur makeD,
De vreemdeling oordeelde eveneens.
De Italiaan Ouicciardinidie in de
16e eeuw ons vadeilaud bereisde, zegt:
»Hun vrouwen zijn buitengewoon om
zichtig en genieten dientengevolge een
groote vrijheid. Zij gaan alléén (d.i,
onverzeld) uit om bezoeken af te leggen,
en zelfs reizen te maken, zonder dat er
kwaad van gesproken wordtzijn zij in
staat voor zichzelve te zorgen. Daarenbo
ven zijn zij houshoudsters en hebben
haar huishouding lief.*
En de Amerikaan Campbell voegt er
aan toe
»Dat was het eenige nietde vrouwen
hadden een opvoeding ontvangen, en
mengden zich evenals onder sommige
volken van het vasteland uit den lateren
tijd, in al. de bezigheden van het leven,
koopend en verkoopend is in vele gevallen
de geheele zorg voor den familie-eigen-
dom op zich nemend. De deugd van
zulke vrouwen was niet die van den ha
rem .zij was de vrucht een hoop
beschaving, zoowel in zedelijken als in
verstandelijken zin ontwikkeld.*
Ziezoo dat heeft me goed gedaan.
De vrije vrouwen* doen het vaak voor
komen, alsof de vrouw totnogtoe een
huisdiertje is geweest, nti vertroeteld, dan
verschopt. Ik heb daarvan deze kleine
schetsteekening van ons calvinistisch voor
geslacht ditmaal niet in de pen kuonen
houden.
Oók tot onze eigene leering,
UITKIJK.
ëjitixd- ©ai fuinbouw.
Wei vre md,
dat menig landmen toch zoo heel veel keeren
hooren moet, wat voordeel 't wel kan geven,
met oordeel nn en dan wat kunstmest over 't
land te strooien. In niet geringe mate geldt dit
zeker ook van den voorjaarsmest.
Vraagt ge nog, welken mest dat Is 7
Kom, kom, Ge zaagt toch bij uw buurman af
sinds jaren er een druk gebruik van maken 7
Eo zei uw neef niet onlang» nog: „wel man,
'k begrijp niet, dat je nooit eens meteen baaltje
chili in het voorjaar eens een proeije neemt" 7
nietwaar, we snappen nu mekaar al wel 7
En 't is een welgemeenden raad ais ik u toe
roep: volg nu eens het voorbeeld van uw vrien
den.
Voor hen is deze herinering aan den voorjaars
mest Diet noodig. Wel voor u eD degenen, die
deden als gjj. die schoudersophalend en ietwat
minachtend en in elk geval wantrouwend den
chilisalpetetzak voorbijliepen. Voor diegenen is
't nuttig voor de zooveelste maal te roepen
denkt er nu aan, wat chili in vooraad te hebtien.
Gestaat dan ten allen tijde klaar de vooraad
teritond opneembare stikstof (en daar kan in 't
voorjaar vaak zoo'n behoefte aan zynj wat aan
te vullen. We denken aan 't kortn, dat soms
midden op den akker (op 't hoogere deel dus) al
wat begint te werkeD, maar aan de „grepskanten"
nog maar „doodelijk" blijft. Het lijdt geen twij
fel of de chilisalpeter stelt ons in staat, de ge-
breklijdende gewassen te helpen. Vooral als ge
zorgd is, dat er aan phospborzuur, kali en kalk
geen gebrek is. Dan kan 't niet anders of de
proefnemer zal ondervinden, hoe chilisalpeter
toch waar de voorjaarsmest is.
Evenwel kan men'•uper, patentkali,zwavelzure
ammoniak ook nog nu wel uitzaaien; maar bet
verdient «anbeveling, die al wat vroeger te
geven. Nog vroeger zaaie men Thomasslakken en
kalk. Daarboven is 't ineggen van al deze steeds
aantebeveleö. Dat behoeft met chilisalpeter niet
te geschieden al kan 't hier en daar geen kwaad.
En ten aaDzien van kainiet, dat haast voor alle
gewassen, ook voor de wei 't best tot z'n recht
komt als men 't heel vroeg geeft, ten aanzien
van kainiet willen we nog even vertellen, dat
vlas en bieten lang niet ondankbaar schiinen
voor een late aanwending. We zagen zelfs eens
heel gunstige resultaten van kainiet als overbe
mesting op suikerpeen.
Intusschen met de voorjaarsmest wordt al
tijd chilisalpeter bedoeld.
M.
(20 Cents per regel.)
Vele menschen die ons schreven, hebben
hunne verwondering uil gesproken, tegelijk met
hunne voldoening, door de Pink pillen te zijn
genezen in eenige weken, terwijl zij, sedert
jaren ziek, tevergeefsch tal van andere genees
middelen hadden beproefd.
Indien zij eerder
naar ons geluisterd
hadden, zouden zij,
in plaats van jaren
ziekte zijn, liet slechts
enkele uren ge
weest zijn. Men zal
toch immers wel
aannemen dat, zoo
zij, na de ziekte jaren
lang zich te hebben
laten vastworielen,
zich in eenige weken
hebben genezen be
vonden door de Pink
Pillen, die zelfde
Pillen hen in het be
gin hunner ziekte
wel in eenige dagen
zouden genezen heb
ben.
Het is altijd eon dure onbedachtzaam
heid de Pink Pillen niet te nemen in het
begin van ziekten, als: bloedarmoede, bleek
zucht, algemeene zwakte of wanneer men zich
zwak gevoelt aan de zijde van het zenuwstelsel.
De heer A. J. van Lierop, 3de Walstraat
12 te Nijmegen, heeft gesohreven
tik heb het genoegen u te doen weten dat
ik goed genezen ben door uwe uitmuntende
Pink Pillen. Ik heb gedurende velo jaren ge
leden aan slechte spijsvertering, altijd gepaard
met hevige hoofdpijnen en ook met zenuw
storingen. Ik had al menig maal geneeskundigen
geraadpleegd, maar alle voorgeschreven mid
delen hadden mijn ziekte niet kunnen over
winnen en mijn gezondheid werd maar altijd
door slechter. Men heeft mij eindelijk uwe
Pink Pillen aangeraden en ik heb mij daarbij
zeer goed bevonden. Sedert ik van uw koste
lijk geneesmiddel heb gebruik gemaakt, gevoel
ik mij een ander mensch en ondervind ik een
onuitsprekelijk gevoel van welziji..«
De Pink Pillen zijn onovertroffen tegen de
bleekzucht, de bloedarmoede, de algemeene
zwakte, de maagkwalen, schele hoofdpijnen,
zenuwpijnen, heupjicht, rheumatiek.
Verkrijgbaar h f 1.75 per doos, en f9 per
zes doozen, bij het Generaal Depot der Pink
Pillen, Van Eeghenlaan 22 Amsterdam. Voor
Goedereede en Ovetflakkee de Fa.DIJKEMA
DOORNBOS te Sommelsdijk.