tooi* ile !Kui<llfeollaii<l*elie en Zeeuwscfie Eilanden. EB BUS. landen thuis - nietteekenen!" Zaterdag 18 Februari 1911, 35sle Jaargang IS0.1634. 1 Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder n 50 Buitenland by vooruitbetaling met Zondagsblad /"7,50 zonder f 4,50 per jaar, ifzouderlijke nnmmers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. SOMMELSDIJK. Advertentiën 10 cent par regel en s/j maal. Reclames 3SG per regel. Boekaankondiging Cent per regel ®n maal. Menstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groots letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dia zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Diasdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. ft Bang voor meer kiezers Zij, die zich nu abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers GRATIS. Vooral met het oog op ons boeiende FEUILLETON, ■star we jl. Woensdag mede begonnen ijnis het GEWENSCHT zich nu op te geven Men is dan ver zekerd, dat men het van den beginne af in zijn bezit krijgt. Groote actie. Ze loopen bij dag en bij nacht De socialisten, om toch maar véél namen te krijgen onder hun volkspe titionnement, zooals ze dat noemen. Ze loopen met razenden ijver. Het vuur uit de sloffen en den em uit de keel 1 Dat moet een groot adres, een reu ken-adres, een monster adres worden waar straks heel Nederland versteld en verstomd van staat. Het optelcijfer moet uit vele dikke zwarte cijfers be staan. En dan zullen de socialisten het de Kamerleden in 't oor schree- wen Hoort gij het Zoo en zooveel dui zend Nederlanders eischen van u dat ge nu es ophoudt met praten en treuzelen en onverwijld invoert het ALGEMEEN STEMRECHT! Dit adres mag niet mislukken. Dat wachtwoord is uitgegaan. En ieder kan begrijpen, waarom de ocialisten het nestigste slootje afvis- chen het eenzaamste hutje opzoeken; den laatsten man in 't vuur brengen Het is hun wapenschouwing Begrijpt ge dat goed Ze zullen straks niet zoo stom zijn al de teekenaars van hun adres °or sociaal-democraten te verslijten, a!('1 fön zou gansch Nederland hen itiachen. Maar wél zullen ze zeggen: Zóó en 00' eel duizend loopen er dan toch aar mee achter de woode vaani. berust dat zullen ze doen. Ze zullen wijzen op dat groote heir aa ffiiderteekenaars en dan zullen e bluffenZiet ge dat groote leger aarvan staan wij aan het hoofd Waarom alléén reeds kdn en mdg christen man of vrouw teeke- op hun adres. Het is reclame 0r den rooden winkel. Daarom °ehten de vrijzinnige democraten meedoen 1 De socialist moet alléén eer hebben. Zijn vlag moet wap- ren boven het petitionnement eht« W^en yeen ®algerneen stem paar al zouden we 't wel verlangen mocht er nog geen man van Rechts naam zetten onder 't socialistische Wie dit doet speelt in de kaart troektra en de zijnen. J handen thuis en niet teekenen. met pak en zak overloopen naar opïiKi^0" De keus kan niet oeUl3k zijn Onze mannen teekenen niet. Is dat wijl zij bang zijn. dat er nog enkele honderduizenden kiezers bij zullen komen Neen daarom niet. Ga maar de geschiedenis na. Tot tweemaal toe hebben we in de laatste 25 jaar een aanmerkelijke uitbreiding van kiesrecht gehad. Eerst in het jaar 1888. Na de grondwetherziening. En wat was toen het gevolg? Dat de Rechterzijde het won en het Kabinet-Mackay optreden kon. Daarna in het jaar 1894. Met de kieswet- Van Houten. En wat was toen het gevolg? Dat sinds dien tijd reeds twee malen een Christelijk Kabinet optrad met steeds grooter meerderheid. Als wij dus tégen het algemeen stemrecht ziin dan is het niet uit vrees voor onze politieke huid. Als het er ooit van komt, dan zullen we alevel met goeden moed in 't vuur gaan. Want onder hen, die geen kiezer nog zijn, hebben wij op z'n minst net zoo veel volk zitten als de mannen van de Roode Vaan. Uit bangheid laten wij het niet. Maar wel uit beginsel. De tegenwoordige Kieswet. Meenen wij soms, dat er nu al wel kiezers genoeg zijn Neen dat gelooven we niet. Wij hebben altijd gezegd, dat die kieswet-Van Houten groote gebreken heeft. Tal van mannen, die kiezers behoorden te zijn. worden zonder reden uitgesloten. Dat kan zoo niet olijven. Een arm man, die met God en met eere zijn gezin regeert, maar geen huishuur genoeg betaalt ot geen loon genoeg verdient om kiezer te worden kan net zoo goed zijn stem uitbren gen als de rijke biertjesdrinker, die te lui is om te trouwen en van vaders centen leeft. Ja de arme huisvader, die den ernst des levens kent, is er zelfs heel wat beter toe in staat. Er móét verandering komen. s Daar zijn we het over eens. Doch niet in den weg van het adres Want die weg leidt naar het algemeen stemrecht en daar moeten w"e niet zijn. Waarom geen A. S. Waaróm dan geen Algemeen Stem recht Dat is makkelijk te zeggen. Het is gebouwd op een leugen. Het is gegroeid uit een leugen. 't Zoekt zijn kracht in een leugen. En met den leugen kunnen en wil len onze christen-mannen en -vrouwen géén gemeenschap hebben. Welke leugen dit dan is? De leugen van y>maatschapgelijk verdrage.. Déze leugen, dat een volk. een natie net ontstaat als een particu liere vereeniging. De vereeniging bestaat uit leden. Die zich door 'n vrije wilsdaad met elkander tot een vereeniging hebben aaneengesloten. Wie wil, treedt toe. En wie wil gaat er uit. En dus heett ieder recht van meestemmen. Omdat hij lid is. Zoo ontstaat een volk niet. De mensch brengt een Vereeniging samen voor zang, muziek enz. God echter laat een volk groeien. Hij brengt man en vrouw tot den trouw. Hij geelt de kinderen of ont houdt ze. Hij neemt den mensch weer weg uit het midden zijns volks De mensch maakt een Vereeniging. God, de Heere, bouwt een volk. En dat bouwt hij niet uit losse personen, maar uit gezinnen. Het gezin is de eenheid. De celwaaruit de maatschappij is ineengevoegd. En daarom géén alge meen stemrecht. Dat hoort thuis in een vereeniging. Maar bij een natie past het stemrecht der gezinshoofden Dat willen wij bereiken. Maar dan ook geen zij- en dwaal wegen op en niemand onzer zette een vinger aan de pen, om te teekenen het adres van deS. D. A. P. Bond van Prop. clubs. De Tuberculose onder het Rund vee en haar bestrijding. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. 0ÏÏGEV ES T. BOEKHOVEN. ïeletooa Intereoaiai. Mo. 2. 411e stobben voor de Hedaebe oessessacS, .4 d verten fiën eis verdere 4dimlnist.ratie franco toe te zenden aan den Uitgever. De Uitgever. 0/n,Van ^e/e *wee im® UIT BAS J14. Het was een aangrijpend woord. Zelfs de mannen der vrijzinnige Pers hadden er eerbied voor. Zij voelden, dat het zoo regelrecht uit het hart op de tong kwam en dat het voor den spreker een gewetens zaak was, om het na te zeggen ook Ik bedoel de droeve klacht van den heer de Marez Oyens in de Eerste Kamer over de u-geestelijke verwildering* der natie. Eerst was er misverstand. In 't verslag hadden de heeren van de overzijde gemeend, dat er sprake was van ^zedelijke verwildering* dat déze in verband werd gebracht met den voortgang der vrijz ideeën en ze waren, daardoor te paard ge dreven, door de velden der Statistiek gaan draven, om met cijfeis en vergelijkingen aan te toonen, dat dronkenschap, ontucht, en allerlei misdaden mets te maken hebben met vrijzinnigheid of orthodoxie. Wat nog te bezien staat. We herinneren ons in elk geval de on vervulde profetie van Opzomer over het verband lusschen scholen en gevangenissen. Toch treden ook wij daar niet dieper iD, Er is, helaaszooveel »doode« orthodoxie, dat vergelijken moeilijk wordt. ^Orthodoxe* dorpen, waar men jenever naar binnen spoelt bij emmers, vecht en bekkensnijdt om een kleinigheid, baldadigheid en molestaties aan de orde van den dag en den nacht zijn ze zijn aan te wijzen. Dorpen waar men alevel zóó orthodox is, dat een ont- spannings-wandeling op den Dag des Heeren als ongeoorloofd wordt geacht. Maar genoeg die ^zedelijke* verwil dering was nu niet in 't geding. 't Ging over ^geestelijke* verwildering. En daarvan zei de heer de Marez Oyens zoo aangrijpend wft&r en eenvoudig, dat steeds grooter wordt de schare, die op de eerste vraag van onzen Heidelbergschen Catechismus: u-Welke is uw eenige troost, beide in leven en in sterven géén antwoord weet te geven. Niet slechts, dat ze voor zichzelf, per- sóónlijk, dien troost niet kennen. Neen ze weten zelfs niet, waar die troost te zoeken en te vinden is. Weten niet, wat het beteekent. Snappen zelfs niets van de bloote vraag, die de Catechismus hier stelt. Begrijpen er zoo weinig van, dat een liberaal krantenmensch er zelfs toe kwam, de u-geestelijke verwildering-s daarin te zoe ken, dat de menschen tegenwoordig hun catechismus niet meer kennen De heer Oyens had gelijk. Nog een halve eeuw geleden was het zóó in ons vaderland, dat ja het kringeije van ware geloovigen dicht om hun Heiland kldnwas wij weten uit Gods Woord dat dit altijd zoo is doch daarom heen leefde de groote schare, die dan toch den Christus in zijn Naam en ambt van zien en hooren-zeggen kénde Nu is dat zoo gansch anders^ Geheele scharen zijn weggetrokken tot ver buiten het gezichtsveld, waar zij den Heiland nog konden opmerkeD, Hij is hun, ook in zijn Naam, ambt, historie en toekomst een geheel vréémde geworden. Bij velen is dit zelfs geen opzéttelijk heengaan geweest. Neen, 't was de drijvende geest der éeuw. Zoo ebde het godsdienstig leven en op die eb dreven de honderdduizenden mes af. En nu weten ze van niets meer. Van geen catechismus wat nog het ergste niet is. Maar ze weten van geen troost, van geen Christus, van geen eeuwig leven, van God en den hemel niets meer af. Dat is de u> geestelijke verwildering. Dat u-verwilderd* beteekent hier niet u-woest*, u-verscheurends of zoo ieis. In de prairiën van Zuid-Amenka leven groote kudden van ^verwilderde* paarden afstammelingen van u-tamme* paarden, die er in vroeger jaren zijn ontsnapt. 't Zijn in den regel fraai, goedgebouwde sterkgebeende dieren een lust voor het oog maar naar teugel en gebit luisteren, gelijk hun paarde-vaderen het deden dat doen zij niet meer En zoo ook deze geestelijk verwilderden. Zij hebben soms vele burgerlijke goede eigenschappen. Kunnen zijn een sieraad voor de maatschappij. Maar den teugel van Gods wet kunnen ze niet. Ze zijn zichzelf tot hoogste wet. Ze hebben geen u-troost*. Wat dat zeggen wil, kunnen diegenen onder ons 't best beseffen, die hun eigen dierbare betrekkingen, in volle verzekerd heid des geloofs, veilig liggende in Jezus armen, in de doodsjordaan zagen wegglijden. Stel daar tegenover het heengaan zonder Christus. En 't is waar, dat de zelfverblinding duren kan tot in den dood stel daar tegenover het ontwaken in de eeuwigheid De geestelijk verwilderden* hebben geen troost Ook in dit leven niet. Och, zoolang ze in stoffelijken zin rijk en verrijkt zijn, geens dings gebrek hebbende gaat alles goed. Maar tegenover d e een lingen staan de tienduizenden, die in hun kommervol bestaan de eene bezoeking na de andere grijpen. Zij hebben geen troost Is 't dan wonder, dat het socialisme onder dezulken van jaar tot jaar zulke vorderingen maakt Ach, wat malen ze om Marx of om het u-communistisch manifest* om revisio nisten en revolutionairen Maar het socialisme geeft hun weer iets positiefs tot u-troost*. De komende socia listische maatschappij, waarvan de lichten reeds heel in de verte worden gezien. Komen zij er niet, dan toch hun kinderen of kindskinderen na hen Dat is dan hun eenige troost. Hier in dit moeilijk leven. Straks ook nog in 't sterven Ach, wij moesten toch immers, wij christenen wat minder schroomvallig zijn en in eenvoudige taal, zonder vertoon van woorden, uit het hart tot het hart, het die lieden, die vele ver leiden of op weg om verleid te worden, aanzeggen, hun roemende van onzen eenigen troost, dien wij hebben. Ze mochten eens jaloersch worden. »De geestelijke verwildering is zoo groot*. En er wordt, helaaszwijgende zooveel door ons ge zondigd L„at ons dan sprekenVoor den Koning UITKIJK iLtaiitl- eaa tuinbouw. Elk vischt op zijn getij. Ook de kunsimesthandeiaar en^zij, die vooral met den verkoop van mestrnengsels wat trachten te verdienen, 't Eegent weer circulaires in verband daarmee. En hoewel daartegen niets valt in te brengen, mag de inhoud van bedoelde geschriften niet aliijfl onbesproken passeeren, zoo zagen we dezer dugen met veel ophef van de z. g. Kieler poudretie gewagen, die voor 9 gld. per 75 K.G., dus 12 g. per 100 K.G. wordt aan geboden. Doch al rekenen we nu per 100 K.G. 8 K.G. stikstof, 10 K.G. phosphorzuui en 5 K.G. kali (de hoogste gehaltes, die volgens de circulaire verwacht kun«en worden) ook dan nog kan men met de beste wil nog bij lange na niet aan een waarde van 12 gld. komen. Maar zoo vertelt de circulaire U moet niet vergeten de organische stof, die humus helpt vormen en dus zoo prachtig werkt op de structuur van den tiodem. 'i Is gemoedelijk opgemerkt. Doch laten nu eens nuchter blijven en een klein berekeninge je maken. Wie 600 K.G. van zoo'n mengsel gebruikt, zal toch stellig niet meer dan 300 K.G. organische stof op een H. A. brengen, da's op 'n are 3 KG. en op 'n M' 30 gram en per d.M2 0,3 gram, zegge drie tien de d e e I e n van een gram. En dat zou nu het humusgehalte vermeerderen Nietwaar, we snappen allen, dat zulk zeggen humtiug is, dat het beslist niet anders wil dan de goege meente misleiden. We willen dus maar zeggen koopt zulk spul niet tot den opgegeven prijs. En waar het andere mengels geldt? Vraag steeds naar het gehalte aan stikstof, phoshorzuur en kali. Ga dan aan 't cijferen en laat de uitkomst van dit rekenwerk uw raadsman zijn bij 't doen der keuze. In 't algemeen luidt onze raadkoopt nimmer mengsels, maakt ze maar zelf. Met chili koopt menthansdestikstof vast 't goedkoopst. Voor phosphorzuur staat super wis vooraan, hoewel ook Thomas- slakken heel rendabel zijn op menig veld. En kali eindelijk kan men krijgen als paientkali en kaïniet. We komen nog wel even op dit onderwerp terug. Hoewel met super en de kalimest wel al gewerkt kan worden, mag de chili nog even blijven staan. Alleen maakt men de re kening vast klaar, hoeveel men hebben moet en wachte met 't bestellen niet te lang. Als 't aanstonds groeien gaat en 't schijnt, dat de natuur wel baast heelt nu dan moet men klaar zijn en vooral ook klaar met de snelwerkende, de s n e 1 s twerkende stik— siofmest van alle, de chilisalpeter. M. Op een belangrijk gesehrift.dat bovenstaanden titel draagt en uitgaat van de Directie v. d. Landbouw willen we de bijzondere aandacht onzer lezers vestigen. De strekking daarvan is de veehouders voor te lichten hoe zjjj hun veestapel vrij van tubercalose kunnen makeD of houden, ter wijl voorts wordt mede gedeeldj in hoeverre zij daarbij op geldelijken steun der RegeeriDg in de toekomst mogen rekenen. Iedere veehouder dient dus van deze brochure kennis te nemen, ze is gratis verkrijgbaar bij voornoemde Directie -dres Tournooiveld 6, 'a Gravenhage) en Landbouw- vereenigingen vooral mogen niet nalaten een aantal exemplaren ter verspreiding onder haar leden aan te vragen. Den hootdiuhoad willen wij in korte trekken vermelden. Een doeltreffende bestrijding derT. is mogelijk geworden, nu men haar oorzaak kent zijnde een smetstof, een uiterst kleine bacillus (een staafvormige splijtzwam) de eigenschappen hiervan, welke men heeft bestudeerd, en ook de omstandigheden, die aan de ontwikkeling der bacillen bevorderlijk of nadeelig zijn. Men weet, hoe de smetstof in het lichaam komt meestal langs de ademhalings- en spijsverterings organen dat de ontwikkeling buiten het lichaam niet plaats heeft, maar dat de smetstof, welke vrij goed tegen uitdrogen bestand is toch lang in den stal kan blijven leven. Dit hangt af van omstandigheden. Scherp zonlicht en zuivere lucht werken doodend evenals verhitting (van de melk) en ontsmettingsmiddelen; in bedompte, donkere, slecht geventileerde stallen kunnen de bacillen daarentegen geruimen tijd blijven leven. Hiermee zijn dan tevens reeds enkele midde len ter bestrjjdiDg aangewezen zindelijkheid een ruime goed verlichte stal met ruime standplaat sen en een goede luchtverversching (ventilatie) zijn niet alleen krachtige hulpmiddelen om de vatbaarheid voor de tuberculose te verminderen maar zij zullen ook in 't algemeen de gezond heid van het vee ten goede komen. Voorts is er geen krachtiger middel om de tuberculose te beatrijdeu dan een veelvuldig ver blijf der dieren in de buitenlucht. Wie dan ook zijn runderen gedurende den staltijd de gelegen heid geeft eiken dag een uur of langer in de open lucht op een afgesloten niet te klein terrein rond te loopen, zal daarbij goed varen. Dat de hoe veelheid melk door de dagelijksche beweging zal afnemeD, behoeft men niet te vreezen; integen-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1