Zaterdag 11 Februari 1911 1 voor «Ie Xuidliollaiidselie en Zeeuwsehe Eilanden. HB8M BLAD. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Kiykst»ez,i«'Batf op 's iade» en logees va bi sciiepea. •4&»u Jaargang h°, 1632. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Saterdag, Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent, zonder oO Buitenland bij roornitbetaling met Zondagsblad f 7,50 zonder 4,50 per jaar, Vt'zonderlijhe nnmiaers 5 Cent. Met. Zondagsblad 7 Cent. iUl'öïiWEK T. BOEKHOVEN. SOMMELSDIJK. Telef©on Intercom. Hl®. 3. j Adterteatiëa 10 cent par regel en81% maal. Reclames Sü per regel, Boekaankondiging 5 Cent per regel ea V? maai. j MenstauNnragen ©n Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, I Groote letters en vignetten -worden berekend naar de plaatsruimte dia zij beslaan Advertentie® worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. %lk*> itttkhrn v««»r de Kedaefie iiewtemii, tdwerleiiJiê» en verdere IdinfnlMtrntle Ine f#» nan de« liilgevei IW LAATSTE WAABSCHUW ING. Bij tijds hebben wij de aandacht onzer vrienden en van onze anti revolutionaire kiesvereenigingen op de groote beieekenis van de samenstelling der kiezerslijsten gevestigd Nu resten nog slechts enkele dagen. De volgende week 14 Februari moet alles in orde zijn. Na dien dag wordt niemand meer als kiezer aangenomen. En daarom nog een laatste waar schuwing, vóór het te laat is, onher roepelijk te laat. Daar niemand weet, wat gebeuren kan, is het een snood verzuim om, wanneer de tijd daar is, niet alle krachten voor e» n mobilisatie van ons kiezerskorps volkomen te maken. Een der takken van arbeid, wel wallende onder de Ai beidswet maar voorts aan het toezicht ter Overheid ntrokken, is 't laden en lossen van zeeschepen te Rotter mm enz. Wel zijn eertijds onder 't Kabinet Kuyper daartoe oogingen in ,t werk gesteld maar door den val dit Miuiste ie is die poging mislukt. En wel zijn ook van Rijkswege Controleurs en haven- commissiën ingesteld, mmr hun ar beid was slechts een raadgevende. Niet of die controleurs hebben uit stekend werk geleverd, al was't alleen maar door het toezicht, de wenken, de rapporten, die los kwamen en een blik deden slaan in de gevaren va.! "tbootbedrijf, nirn alleen voortvloeiend bit onvoorzichtigheden en dronken- schappen, maar ook omdat de gereed schappen aan boord nog al eens wat te wenschen overlieten. Door de Con troleurs en de Commi-siën kon op 'die misstanden gewezen worden, het werkvolk ten goede, maar het was slechts een »wijzen«. Dringende macht hadden ze niet; op een wettelijken i grondslag rustte de bevoegdheid dier mannen nieten dat ze nog veel 'goeds hebben gewrocht in de aanbren ging van beter materiaal tot lossen en jaden en in verwijdering van wat de bontwerkers hinderlijk was, zat em dan 'ook niet in vrees voor straf der wet ■ffiaar in de openbare naeening, die 2'ch na de lezing van d^ rapporten vaak afvroeg, waarom zulk een schip ®et zulke slechte voorrnrgsmaatrege len nog gelost werd. Waarbij dan n°g kwam de organisatie der boot werkers, die 't er niet bij liet zitten ah er weer eens een of meer slacht offers gevallen waren. Voeg er ook n°g bij, dat tal van werkgevers al 't Mogelijke deden om de gevaren tot een minimum te herleiden, dan vinden we in dit samenstel omstandigheden de factoren der verbeteringen, bij lossen en laden ingevoerd. Minister Talma heeft in een wets ontwerp van 28 Jan. 1911 eeoige swingende bepalingen opgenomen, net ontwerp luidt in zijn titel de eaoeling in; het heet: Bepalingen n "et belang van de personen werk kij 't laden en lossen van zee- 1 "epenWat wil v oral door 't ont- merP beteugeld worden De Mem. v. oel- geeft op bldz. 7 daar zelf 't antwoord op, waar we lezen«hier ter plaatse moge worden aangeteekend dat, afgezien van misbruiken waar tegen minder de wetgever dan de belanghebbenden zeiven of hunne vereenigingen kunnen waken, de toe stand voornamenlijk te wenschen over laat op 't punt van overdreven lange werktijden en arbeid op Zondag; op 't punt van gebrek aan zorg voor de veiligheid bij den arbeid en eindelijk in zooverre dat niet steeds het be dongen loon ten volle wordt uitbetaald. Een poging van den wetgever om in dezen verbetering te brengen, zal zich dan ook met name op deze drie pun ten hebben te richten«. 't Is duidelijk, waarover het nieuwe wetsontwerp dus gaat. De arbeids- en rusttijden worden geregeld bij alge- meenen maatregel van bestuurde Zondagsarbeid moet extra betaald en de uitbetaling van 't loon geschiede naar vaste regelen, die te controleeren zijn voor de haveninspectie. Ons komt 't voor, dat de wettelijke vastlegging van deze eischen voor de bootwerkers een uitkomst is. Te meer, omdat door de concurrentie soms de hand gelicht wordt me dringend noodzakelijke eischen. Voor conscientieuse werkgevers zijn de be palingen tamelijk overbodig, maar de slechte bederven het voor de goeden, zooals dat in menig geval plaatsgrijpt. We zuilen afwachten, wanneer 't ontwerp in 't Staatsblad verschijnt. Protectie. Het kon niet uitblijven, dat ook in de Eerste Kamer de protectie werd op 't tapijt gebracht. Er werden da ir zooveel zuchtingen gehoord over de sombere toekomst onzer finantiën, dat er wel een weg moest aangeno men worden, hoe een aanstaand tekort dan toch eens uit de wereld geholpen kon wor len. Want klagen en nog eens Klagen en een zuur gezicht zetten tegen den Minister van Finantiën tïeett dien Bewindsman geen zier. Hij heeft raad en daad noodig, als de toestand nijpt. En van zelf kwam nu de protectie weer voor 't voetlicht. Te meer, om dat reeds verluidde, dat 't Tarief van Invoerrechten in aantocht was. Vanzelf openbaarden zich de voor standers en de tegenstanders. De tegenstanders willen wel bevor dering van 't klein grondbezitmaat regelen om den overgang gemakkelijk te maken van een deel van den arbeidersstand tot dien van zelfstan dige ondernemers wel groote econo mische werken (Zuiderzee demping), technisch onderwijs of vakonderwijs voor alle rangen en standen en klassen en personen, welke zich met industrie of eenig ander economisch bedrijf bezig houden, maar protectie neen En toch, hoezeer we die maatregelen door de tegenstanders genoemd, be amen, er vóór zijn zonder eenig bedingtoch wenschen we protectie nog daarbij. We hebben de vaste overtuiging en 't Buitenland steunt ons daarin, dat protectie niet alleen de productie vermeerdert (en dat is reeds op zich zelf een hoogst belangrijke factor), maar dat ook het maatschappelijk, inkomen er door stijgt. Eu om dit laatste is het voornamelijk te doen. Stijging der loonen, meer werk, en benuttiging van de ongebruikte maat schappelijke krachten zijn in ons oog de ontwijfelbare gevolgen van een matige verhooging van Invoerrecht. En daarom, mits 't Tarief behoorlijk is, en meer beschermt dan 't huidige, kunnen we ons in een nieuwe belas ting wel vinden. OKHIi UIT 14IJ 14, Het was een wonderlijke optocht Niet lang. geleden leidde mijn weg langs het station te Zwolle, waar als verbindings punt tusschen Noord en Zuid altijd een zeer druk reizigersverkeer is. Mijn trein stond er stil op een van de drukste momenten van den dag des mor gens tusschen negen uur en haif tien, wanneer van en naar alle zijden de treinen aanrollen en wegrijden. Plotseling werd mijn aandacht getrokken door een zonderlingen stoet, dte zich op 't perron haastte, om een der treinen te bereiken 't Waren allen hinkenden, kreupelen, losheupigen en dergelijke menschen. De een hinkte naar rech s de ander hinkte naar links een derde zwichte naar beide zijden door. Er waren oude menschen en kinderen bij. Sjofelen en gegoeden. >Heerens en arbeiders. Menschen als burger en op z'n boersch gekleed En 't waren er met enkelenneen, bij heele rissen togen ze voorbijtieDtahen van menschen. Nu is 't me, zoover ik weet, nooit over komen, dat ik om 't ongeluk van anderen gelachen heb. Maar toen daar zoo onver wacht die groote schare in alle richtingen hinkende voorbij 't port erraarn toog en zij zelf nog al schik sn 't leven hadden velen huuner monter hun trein zochien, toen moest ik '.och éven om 't ongewone schouwspel glimlachen en onderzocht bij mijn medereizigers, wat toch dn mocht zijn. Weldra wist ik het. Dat was haast hier eiken morgen zoo en alles begaf zich naar den trein van Almelo, om vandaar verder te gaan langs Enschedé, even de grenzen over, naar Gronau. Daar zit de »knokken«-dokler. De mao, die ver in den omtrek vermaard is, wegens de hulp, dre hij aan kreupelen verleent. Van wiens genezingen wonder baarlijke verhalen rondgaan. Nu ben ik voor mij altijd wat sceptisch tegenover zulke dingen. Ik houd niet van kwakzalverij, en hoe verstandiger, weten schappelijker, beschaafder, knapper onze eeuw wordt, hoe meer de kwakzalvers, kaartlegsters, gedachtenlezers en vele der gelijke lieden te doen krijgen. De wereld wil bedrogen zijnsoms smacht ze, om bedrogen te worden Wat echter aan den anderen kant niet wegneemt, dat onze God vrijmachtig is en een gewonen veearts, als deze maar geweest moet zijn, iets kan laten vindeD, dat de geleerdste professors niet weten, niet ken nen of niet kunnen. Hoe heeft men indertijd niet gespot met den Amsterdamschen »knijpdokter« en toch kwamen tot net laatst van z'n leven zelfs vorstelijke personen tot hem, om genezen te worden. En zoo zijn er vele dergelijke voorbeelden. Wat nu dézen dokter betreftik heb van achtenswaardige en volkomen betrouw bare menschen voorbeelden hooren ver tellen, dat zij zelf gezieD en geconstateerd hebben, hoe kreupelen, die jaren lang mank geloopen hadden, genezen uit Gronau zijn teruggekomen. Zelfs zoo moet men nog voorzichtig zijn. Ik denk bv. aan Sequah. Wat sterke staaltjes werden er van hem niet verteld en hoe werden de krukkeloopers niet ge noemd en aangewezen, die krom geweest waren van de rheumatiek en nu daarheen liepen zonder stok, recht als een kaars. Toch hield het geen stand. En de rheumatische menschheid is nog net zoo ver als vóór Sequah. Wat niet wegneemt, dat het zaak is alle dingen goed te onderzoeken, vooral waar het gevallen betreft, zooals bij ome kreu pelen, waarin de gewone geneeskunst geen baat bracht. 'k Heb, dat wil ik zeggen, wel eenig vertrouwen in onzen »knokken«-dokter. Van een »kwakzalver« onderscheidt hij zich in elk geval op principiëele punten. Naar ik vernam, geeft hij in 't minst met voor, alle gevallen te kunnen genezen. En als naar zijn idee een geval ongen eslijk is, dan houdt hij den patiënt ook niet noodeloos aan de praat, maar zegt het dadelijk ronduit. Dat is ten minste 'n goed teeken. Ook doet hij niet geheimzinnig. Ieder mag 't weten, hoe hij 't doet. Meent hij, dat genezing mogelijk is, dan zendt hij den patiënt naar huis met de boodschap om een week of zes de heup en omgeving met <>lie te smeeren Is dat voldoende geschied, dan komt de gesmeerde te Gronau terug en zonder noemenswaar dige pijn zet de dokter 't zaakje recht, zoodat de genezene van dat oogenblik af loopen kan als een gezond mensch. Eerst nog wat voorzichtig dat spreekt. Hij is met gewoon recht te loopen. Maar dat went gauw en de kreupele van voorheen is een normaal mensch geworden. Nog eens ik oordeel niet. Maar ik vind de zaak in elk geval onderzoek waardig. De geneeskunde toch, hoe hoog ik deze gave Gods waardeer, staat in haar praktijk zelf ook gedurig voor raadselen. O, als onze artsen 't es eerlijk wilden opbiechten, in hoeveel gevallen zijzelf ook niet weten, doch er naar hun beste weten er maar naar raden moeten 1 Natuurlijk zeggen ze dat niet. Allerminst aan het ziekbed. Sommige menschen, die meenen evenveel verstand van 't inwendige eens menschen lichaam te hebben als zij, die jaren op studie zijn geweest, nemen het hun genees heer wel eens kwalijk, dat hij hen met uit voeriger over de kwaal inlicht. Ik houd het voor een goede gewoonte. Geen droever, neerdrukkender, oDrust- wekkander gedachte voor een zieke, dan dat er met hem gesuld en gesold wordt en hij 't voorwerp is van allerlei proef nemingen, omdat de geneesheer zelf niet recht weet, welken weg hij uit moet. Een eerste vereischte is, dat de patient naast en na den Heere God, in den weg der middelen, op den dokter zijn vertrouwen stelt. En als de verschijnselen van een kwaal weinig teekenend zijn, dan moet de dokter niet zelden al zoekend achter de waarheid komen. Wat mij wél tegen de borst stuit, is dat vele artsen meenen, dat hetgeen zij niet genezen kunnen, ook ongeneeslijk is. Ze willen nog wel eens een patient naar den »professor« of naar een »specialiteit« zen den dat is hun eer niet te na. Maar dat een niet-arts door eigen ervaring of door overlevering van anderen iets gevonden kan hebben, dat baat geeft in gevallen, die de gestudeerde arts hopeloos acht dat wordt onmogelijk geacht. En daarin komt de wetenschappelijke geneeskunde met ons christelijk bewustzijn, zeer beslist in botsing. Ook wij loopen maar niet dadelijk eiken genezer aan, die daar opstaat. Maar de mogelijkheid van buiten-artselijke geneeskunde oüikennen we niet. UITKIJK. Land- en iPiaintHHiw. ChiJisa!peter bij Suites bieten Oi- Kijbaproefveldeii te Groningen, Friesland en Zeeland zijn proeven genomen om na te gaan of en in hoeverre stijgende Chilibemestin- gen op suikerbieten verduren. ip het eiland Schouwen was de toegift (bij 100 K.G. Buper) van 300 K.G. ohili zoowel bij verkoop op tel- queloontraot als op gehalteoontract zeer voor- deeligvolgens 't eerste contract werd een boogere opbrengst van f 83.01, volgens't laatste ft 17.07 verkregen, zoodat er na af'rek der chili-k sten een aardige winst overbleef. Sterkere giften rendeerden daar niet meer. Op Noord Beveland (zavelgrond) oogste men bij 400 K.G. chili 47900 bieten en 8098 K.G suiker 500 56896 8876 600 56356 9056 Volgens koopeontraot rendeerde 500 K.G. ohili du-i hier het be.it, terwijl volgens gehalt'cuuiract ook 600 K.G. zich betaald maakte, 't. Spreekt van zelf, dat men deze cijfers niet maar zonder meer mag overnemen, (te uitkomsten der be doelde proeven waren zeer ongelijk: hier ren deerde de Chili in alle giften, daar iu mindere mate of niet alle, eldors, zooals te Tjummarum (Fr) geen enkele. Wel was op alle p oefvelden door vorhooging der stikstofberaesiing de ge- produoeerde hoeveelheid suiker par H.A. toe genomen, doch deze meer opbreng-teu hebben zich niet in alle gevallen betaald gemaakt. Dit hangt natuurlijk nauw samen met den toestand der bemesting en ook met de diepte der bouwvoor van den grond. De verkregen uitkomsten mogon do land bouwers aansporen, deze zaak nader te onder zoeken en voorts na te gaan, of zij op het land, dat wel dankbaar is, dooh voor bioten te schraal geacht wordt, bij het gebruiken van kunstmest met voordeel bieten kunnen verbouwen. Ook kan bij de beoordeeling der resultaten nog in aanmerking worden genomen, dat zich na een bemesting met Chilisalpeter iu doD regel belangrijk meer loof ontwikkelt, dat a's veevoeder een belangrijke waarde vertegenwoordigtmeer malen kan men het verknopen voor 160.per Heotare en zelfs daarboven. Men dient, om er het grootst mogoljjke voordeel van te genieten eon reoht gebruik er van te maken. Beschikt men over veel bietenloof, dan is men genoodzaakt direot een flinke massa in te kuilen dit geeft wel is waar een niet onbelangrijk verlies aan droge stof, dooh een ha f ei is ook hier beter dan een leege dop, en het ei blijft in den regel wel meer dan voor de helft gevuld. De rest wordt groen gevoederd werpt men den voorraad op eon hoop, dan verliest het blad spoedig zijn frisohheid en begint dun te rotten. Zoo mogelijk sp eidt men het in eene dunne laag over een hoek grasland dit geeft wel iets meer werk, dooh het loof bliift dan vele dagen geheel frisch. Togen vorst is het loof niet bestandde waaide is er dan direct at. "WiBt men dus te voren, wanneer vorst zon intreden, dan kon men nauwkeurig het quantum loof bepalen, dat niet ingekuild zou worden. C.B. BUeiMeelt. Ziekte of moederloosheid heerscht er in den bijenkorf zeitien we aan het s ot van ons laatste artikel wanneer bij een zwak berooken het toedienen van vloeibaren honig ot warmen suikersiroop, langzaam en matig langs de raten gegoten, (1e oijen uit de win- terrust niet doet ontwaken. Lijkt het ons toe, dat het volk ziek is tengevolge van üuik- loop of van verstopping, dan dient men het van tijd tot tijd wat lauwwarnten honig toe. Vermoedt men echier vertraging ot een geheel ontbreken van 't eierleggen, dan ga men niet reeds nu tot een onderzoek daarvan over, maar wachte hiermee tot in April let wel, we hebben hier het gesloten boek den korf met v sten bouw op het oog. 't Komt voor, dat men in sommige bijennesten in Februari geen broed aanlreft, soms zelts niet in Maart, maar dat eensklaps, al3 bij toover- slag, het broed in overvloed ontstaat. Dan is het zeker, dat de moeder lijdend is geweest. Eerst in de Meimaand kan met zekerheid worden voorzien of er van een zwakke en slepende kolonie wat zal geworden. Men trede in zoo'n geval derhalye niet te haastig op I Trouwens, waartoe zou een vereeniging van zoo'n zwak ot ziek volk met een ander dienen in dezen tijd? Men zou er weinig heil van kunnen verwachten en 'l blijft, met bet oog op de groote gevoeligheid der bijen na de lange opsluiting, een min of meer gevat, lijfee onderneming. Wij gaven den raad vloeibaar voedsel als medicijn toe te dienen. Wanneer dit evenwel tevens het gevolg mocht hebben, da' de ko ningin tot eierleggen werd-geprikkeld, dan zou (lil buiten onze bedoeling zijtï, want een zoo vroegtijdige eierlegging ach'en wij on ijdig en schadelijk voor onze streken. Wij gaan dan ook volkomen accoorcl met heigeen de bekende bijenteler en auteur M. E. Bertrand

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1911 | | pagina 1