25ste Jaargang N°. 1615.
voor «ie KaiclhollaiiilNcIie en Zerowiche Eilanden.
Woensdag 14 December 1910
An tirevo
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
ss zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder ƒ4,50 por jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
SOMMELSDXJK.
ITelr&oom Issiere®iaaKJ. No. 2.
Advertentlëii 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maai.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
Alle sfufekes! voor «ie licdacfie bestemd, Ad ver leliën ess verderf? Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
14 Simmende cijfers.
Nog pas geleden stonden in ons
Blad vergelijkingen van cijfers met
't oog op de bewering, dat Oorlog
veel meer verslindt dan eenig ander
Departement Percentsgewijs bleek uit
die cijfers, dat die bewering onhoud
baar was.
Alle uitgaven stijgen en debegroo=
ingen worden elk jaar zwaarder, dat
ris echter geen oorzaak van ongerust
beid, mits maar de inkomsten naar
evenredigheid stijgen.
Waardoor klimmen de cijfers voor
alle departementen Door of uit de
maatschappelijke verhoudingen en de
voortgaande ontwikkeling van het
cultuurleven.
Hoe meer er in een volk een ont
waken komt tot vooruitgang, hoe meer
de Staat, als 't particulier initiatief
zich niet kan laten gelden, op den
voorgrond moet treden
Wie de cijfers nagaat voor Water
staat bv\ ziet daar een sterke klimming
maar juist die tak van Staatsdienst is
er een. waarin 't opbloeiende volks
leven z'ch steeds openbaart. Wa'er-
staat, Handel en Nijverheid zijn in
vele opzichten de thermometer, hoe
•het met 's Lands welvaren staat. Waar
groei- en levenskracht is in een volk,
zetten al de bemoeiingen met rivieren,
kanalen, dijken, havens, sporen, trams,
bruggen met alles wat daar middel
lijk of onmiddelijk mee in verband
staat, uit. En die klimmende cijfers
zijn in geen geval verontrustend, om
dat 't zoogenaamde productieve uit
gaven zijn d. i. die havens, sporen
enz. brengen haar intrest op en elke
leening voor haar uitgeschreven, kan
worden geplaatst zoodat de Staat altijd
aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Erger is 't met de zoogenaamde
improductieve uitgaven, dat zijn zulke,
waarvan noch op 't oogenhlik, noch
in de toekomst ooit eenige winst te
trekken is. De oorlogsuitgaven zijn
onprofijtelijk, in dezen zin, dat men
uitgeeft, maar geen cent winst er
voor in de plaats krijgt. Maar ieder
voelt wel, dat op 't terrein van Oorlog
toch veel uitgegeven moet worden,
omdat een ander belang daarbij op
den voorgrond treedt, dat in geen
Contanten is uit te drukken n.l. onze
veiligheid, onafhankelijkheid. Zoo be
schouwd zijn de Oorlogsuitgaven zeer
productief en is haar waarde onver
gelijkbaar. Nog sterker. Alle andere
uitgaven van den Staat verminderen
in waarde, als Oorlog ophoudt uitga
ven te doen ot ze in ergelijke mate
besnoeit. Waar onze vrijheid en on
afhankelijkheid gevaar gaat loopen.
daalt alle bezit in waarde. Juist daar
om moeten de oorlogsuitgaven gere
kend worden tot de onmisbare en
zeer vruchtbare uitgaven, al is 'took
dat de Staat er geen onmiddelijke
winst uittrekt.
Wanneer de begvootingscijfers voor
Binnenlandsche Zaken stijgen, behoeft,
ook dat geen reden van ongerustheid
te zijn mits maar de Staat zorgt, dat
Bij niet voor zijn rekening neemt,
wat door de bevolking zelf kan af
gedaan worden. Daarom moet de
Staat er zich op toe leggen om zoo
veel mogelijk van zijn schouders al
te werpen en 't over te geven aan
de Maatschappij. Doet hij dat niet en
eigent hij zich allerlei arbeid, dat bij
Bern niet thuis behoort, dan zal er
zeer zeker bij hoogere cultuur een
Bjd komen, dat Binnenlandsche Zaken
vastloopt
Klimmende cijfers behoeven geen
ongerustheid te baren, mits maar
aan de hoogere behoeften door goede
inkomsten kan worden voldaan mits
maar de uitgaven 't welzijn bevor
deren en 't niet is zoogenaamd «weg
gegooid® geld en mits maar de Depar
tementen zooveel mogelijk van hun
schouders werpen wat 't werk is van
't particulier iniatief of der Maat
schappij
De finantieele draagkracht van ons
volk is tamelijk sterk en kan door
allerlei wettelijke maatregelen nog
verhoogd. Maar ook een inzicht in
eigen roeping en taak der personen
en der corporatiën kan aan de wel
vaart in de hoogste mate bevordelijk
zijn.
Niet steeds leunen en steunen op
den Staat, maar zelf aanpakken; dat
verhoogt eigen draagkracht en ver
mindert den draaglast van den Staal
Kiesrecht?
Aan geen der Ministers kan werk
kracht ontzegd. Trouwens in 't Voor-
loopig Verslag is van niemand van
hun eenig verwijt gericht, dat ze niets
of te weinig deden.
Dit zoo zijnde, moet de Kamer hard
opschieten. En van Rechts moeten alle
zeilen bijgezet om in 1913 klaar te
kunnen zijn met Tariefwet en Sociale
Verzekering. Kon dan ook de Onder
wijswet, de Lagere hier en daar nog
een verbetering krijgen, dan hadden
onze kiezers houvast als de stemdag
naderde.
Voor Algemeen Kiesrecht behoeft
't Kabinet geen haast te maken. Dat
is een zaakje waarin in sommige; we
zeggen alleen in sommige, liberale
kringen een bijzondere liefde wordt
geopenbaard, maar de mindere man
vraagt om geen algemeen kiesrecht;
voor hem is de hoofdzaak de ver
zekering en daaronder 't pensioen.
Laten de liberale partijen zich warrn
maken voor 't Algemeen Kiesrecht,
de Rechtsche partijen zien liever de
verzekering geregeld.
Gelukkig zal 't Kabinet niet zoo
dwaas zijn om nu nog aan 't Kiesrecht
te gaan tornen; laat dat voorloopig
maar zoo blijven; maar de Verzeke
ring die is 't punt, waar alles op aan
komt.
En een Kabinet, dat 't Pensioen geeft
zal oneindig meer dankbaarheid in-
oogsten dun een Kabinet, dat met
uitbreiding van 't Kiesrecht komt.
't Kiesrecht is een recht, dat men
in geld al heel weinig kan omzetten
zelfs daalt tegenwoordig de waarde
van dat recht, omdat men ziet, dat
kiezer-zijn weinig beteekenis heeft.
Maar 't Pensioen is de staf en de stut
van 't tamilielevenvoelbaar in allen
deeleeiken dag; in alle omstandig
heden.
En daarom naar 't Pensioen En
't Alg. Kiesrecht late ieder koud.
Krachtige verzoekschriften om 't Pen
sioen te kunnen krijgen in 1913 zijn
veel meer waard dan al 't getrom voor
Algemeen Kiesrecht. Heel de arbeiders -
stand moet opstaan om de Kamer te
vragenGeef ons geen Alg Kies
recht, och neen I maar geef ons
pensioen. Zoo'n volkspetitionnement is
veel meer waard dan al de drukte
voor een Kiesrecht.
Taaist en Landbouw.
Vroeg Tuinieren.
ËToor Missis em Mof.
Lit tie Fers.
Baitenland.
ENGELAND.
BELGIË.
FRANKRIJK.
DUITSCHLAND.
RUSLAND.
UITGEVER
Aan de echte liefhebbers van tuinieren, dat
zijn zy, die reeds in 't vroege voorjaar er naar
hunkeren, den tuin in te kunnen gaan, om te
spitten en te zaaien en dan in blijde hope af te
wachten en weken achtereen dagelijks te gaan
zien, hoe de jODge plantjes zich trots de koude
ontwikkelen, is elke gelegenheid welkom,
welke hun wordt geboden, om een of andere
„nic uwigheid* toe te passen. Zulk een nieuwigheid
is waarschijnlijk voor velen het volgende: het
kweeken van tuinboonen in de win
termaanden. Ge meent misschien, dat ik
gekscheer. Toch niet! Als het weer maar open,
vorstvrij is, en de grond goed is te bewerken, dan
kunt ge reeds in December boonen leggen zoo
genaamde Amerikaansche tuinboonen. Wij spreken
hier niet van bruine boonen, nog minder van
sla- (spergie-) en snij boonen, welke eerst worden
gelegd einde April, in Mei en Juni. Wij hebben
slechts op het oog de boonen, welke eigenlijk
behooren tot de iamilie der wikken (Vicia), een
soort van voedererwten, dus paardeboonen, wier-
boonen, duivenboonen en Waalsche boonen,
„Koude boonen" hoorde ik ze wei eens noemen,
in tegenstelling met de genoemde stam-, sla- en
snijboonen, van het geslacht Pbaseolus, die men
„warme" boonen kan heeten, afkomstig als ze zijn
uit Oost-lndië en de warme streken van Zuid-
Auierika. Voor ons doel komeu alleen de tuin
boonen in aanmerking, daar slechts deze als
groente worden genuttigd en als zoodanig markt
waarde hebben.
't Spreekt van zelf, dat het kweeken met
zorgvuldigheid dient te geschieden: dat we
daarvoor een heerlijk luw plekje tegen een
schutting of muur, beschenen door de Zuiderzon,
moeten uitzoeken. Spit daar den.grond vrij diep
om, vermeng de aarde met asch (in asch zit kalk)
ot kalkmergel, want hiervan houden boonen en
erwten veel, en de grond wordt er losser
en warmer van. Ook is die mergel uitstekend
om den bodem te ontzuren. liuikt ge, dat de
grond zuur of muf is, poot dan niet dadelijk,
maar laat het bed, ruw omgespit, dus niet gelyk
gemaakt, eeDige dagen liggen; de lucht maakt
dan de aarde gezond. Eu dan kunt ge aan liet
poten komenwilt ge trachten zoo vroeg moge
lijk boonen te plukken, ten einde ze te gelde te
maken, dan moet ge ook vroeg beginnende
vroegste zijn de duurste. En hoe vroeger
gelegd, des te meer boonen geven ze; hoe laier,
des te meer loof. Is het puur liefhebberij, dus
voor u zelf, dan kunt ge wachten tot het laatst
van Februari of in Maart. Maar ge wilt vroeg
poten. Best! Ik waarschuw u nog, dat ge met
de booneu die ge koopt, een lot neemt in een
loterijmisschien krijgt ge voor uw dubbeltje een
rijksdaalder weer, misschien ook krijgt ge een
„niet", maar allicht hebt ge kans op uw eigen
geld. Dat wilt ge dus wagen. Ge legt de boonen
5 centimeter diep, éën voor één, of twee bij
elkaar zoo ge wilt, maar niet meer; leg ze op
een afstand van minstens een voet (pi. m. 30 c.
M.of als uw grond vet i3 en ge dus kunt ver
wachten, dat het flinke planten zullen worden,
nog ruimer. Zijt ge niet bang voor een koud
werkje, daD kunt ge do boonen ook platuitnaast
elkaar leggen, om de plautjes in Januari of
Februari te verplanten. Dekking is noodig, doch
alleen bij vorst, maar luchtigjes. Diefst dus niet
met stroo, of slechts in een dunne laag, maar
met blad of riet, waarover eenige tabken tegen
den wiud en het bezoek van honden en katten.
Men dient banger te zijn voor verstikken dan
bevritz-m, bet eerst gebeurt heel vaak als gevolg
van te gauw ea te veel dekken. Straks, in 't
vroege voorjaar, als de boonen bloeien, dan
besoherme men de planten tegen de vorst, door
er rietmatten of dennetakken tegen te plaatsen
Heeft men een breed bed, dan zal men goed doen
pinnen of stokken in de breede van het bed te
plaatsen en daarover matten te leggen. Hebt ge
het geluk een bijenstal in uw buurt te hebben
en vliegen de bijen reeds uit, dan bewerken deze
een sterke bevrachting en een spoedig verloop
van den bloei. Een vroege en een rijke oogst is
dan zeker uw deel. JSijp de toppen weg, als de
planten van boven in vollen bloei staan; de
overige slaan dan beter aan. Zijn de schokken
een pink dik, dan zyu ze al verkoopbaar; en
goede prijs beloont uw moeite. Ot hebt gij ze
voor u zelf gekweekt, voor u en uw gezin, de
voldoening'voor nw arbeid is u dan zeker bij dat
voedzaam gerecht het beste kruid. G. B.
Voor kippenhoudersOok in den winter moe
ten de hokken nog eens zorgvuldig schoonge
maakt worden, vooral als het na het ruien nog
niet is gebeurd en veeren en mest zijn blijven
liggen. Vul de nesten met droog hooi of stroo
en bestrooi den bodem met grof zand. Ter ver-
dry ving van ongedierte moet weinig zwavel of
houtskool worden gebrand, waarbij de deur wordt
gesloten, zoodat de damp overal goed doortrek-
ke; 's avonds moet de zwavellucht verdwenen
zijn.
Bloed in het ei ontstaat meestal, wanneer de
kip groote eieren legt, waardoor in den legdarm
of den eileider een wondje ontstaat. Tijdens de
aanzetting van het eiwit om de dojer vloeit uit
dat wondje een weinig bloed, dat zich door het
pas gevormde eiwit mengt. Dit wondje geneest
meer of minder spoedig, naargelang "de kip tra
ger of ijveriger is in 't leggen.
Zijn vruchtsappen gegist, dan zijn ze voor 't
gebruik ongeschikt, ofschoon ze absoluut niet
schadelijk zijn; door opkoken kan men de gis
ting ook gemakkelijk totaal weer doen verdwij
nen. Een soort van gistiDg zou men de schim
mel kunnen noemen deze schimmel is echter
altijd schadelijk en aangetaste levensmiddelen
kunnen alleen dan nog worden gebruikt, als de
schimmel maar even aan de oppervlakte zit en
gemakkelijk verwijderd kan worden.
Het conserveeren van levensmiddelen kan ge
schieden doorinzouten rooken drogenafslui
ting van lucht en koken, en door toevoeging van
bederfwerende stoffen. Het inzouten is ouder-
wetsch, maar goedkoop en gemakkelijk. Derge
lijk inmaakgoed moet op geregelde tijden wor
den nagezien en schoongemaakt. In 't begin
dient men elke week het doekje den steen en
het plankje in koud water goed schoon te maken
en na te kijken, of de groente voldoende onder
de pekel staat. Later kan tnen den inmaak
wel om de twee weken nakijken. Het rooken
past men alleen toe bij vleesch en visch en be
rust op de bederfwerende werking van hetzout
(het zouten moet voorafgaan) en de drogende
werking van den rook. Bij het drogen wordt
alle vocht onttrokken, de voedende bestand-
deelen blijven, deze wijze van conserveeren wordt
steeds meer toegepast. Bij conserveeren door
afsluiting van de lucht, moeten de levensmiddelen
eerst gestreriliseerd, d. i. verhit worden tot pi.m.
100 0. De in den handel zynde steriliseerappa-
raten en glazen geven prachtige uitkomsten
men behoudt de producten als het ware in ver-
schen staat. Voor het conserveeren door
toevoeging van bederfwerende stoffen gebruikt
men zout, suiker, azijn, salicylzuur en enkele
andere zuren.
Wie ingelegde groenten koopt lette er op, dat
de groene kleur niet al te mooi donker is, die
donkere kleur kan onstaan zijn door toevoeging
van koper, dat voor de gezondneid zeer schade
lijk is. Ziet de groente er dus wat verdacht uit
dan steke men er gedurende eenige uren een
breinaald in, wordt deze groen, dan bewijst dit
de aanwezigheid van koper en gebrurke men
natuurlijk de groente niet.
Bloemen kan men zuiveren van insecten,door
ze te bestrooien met insectenpoeder of met zwak
zeepsop. Groen in den winter neem een knol
lietst een grooten, snijd dien n c' ndoor en hol
de bovenste helft uit. Ge krijg., i een bakje
vul dit met water en hang he. ;,an een paar
draadjes voor het raam spoedig spruiten er
jonge blaadjes uit, welke de knol langzamerhand
geheel bedekken. Ge kunt het bakje ook met
zand vuiien, dat iederen dag begoten moet wor
den, en er gerstekorrels in zaaien. Ge zult met
den eigen gemaakten bloemenhanger tevreden
zijn.
Observator.
Dit kiinUt een beetje anders.
Onder dit opschrift lazen wij in de
Stichtsche Crt. het volgende stukje
Men kent nu het relaas van den heer
Goeman Borgesius over de deugdzaamheid
der liberale partij op het punt van be
noemingen.
De liberale Ministeries onderzochten
nooit, tot welke partij de sollicitanten
behoorden. Zij benoemden eenvoudig de
meest geschikste en bekwame mannen
Maar nu heeft ongelukkig voor
de liberale partij en voor den heer Bor
gesius de Tijd eens gesnuffeld in
het boek van den heer rar. Houten
»Vijf en twintig jaren in de Kamer«.
En in dit boek van den man, die zoo
vele jaren lang even goed als de heer
Borgesius achter de schermen heeft ge
keken, maar die (en daarin verschilt hij
nog al wat van den heer Borgesius)
altijd rondborstig is op het brutale af,
vond de Tijd o. a. deze twee mededee-
lingen
»Wel werd er voortdurend gemoe
delijk gestreden om de portefeuilles,
vooral wegens den invloed, dien zij
bij benoemingen gaven
En:
»De liberalen kregen nu reeda on
danks hun onderling gekibbel, hun
derde ministerie na 1868, en wel bij
een samenstelling der Kamer die ook
een gematigd konservatief ministerie
toeliet. Ik herinner mij dat een kon
servatief leider, medelid der afdeeling
waarin het optredend ministerie werd
besproken, ronduit zei, dat dit zoo
verkeerd was, omdat elk ministerie
naiuurlijk bij de vervulling van amb
ten zijn vrienden bevoordeelde en het
billijkerwijs tijd werd, dat de konser-
vatieve kringen weder eens aan de
beurt kwamen«.
Wat zal m<m nu van de uitlatingen
van den heer Borgesius zeggen
Men weet, hoe de liberale heeren ge
durig hun ongerustheid openbaren, dat
de tegenwoordige partijgroepeering en
de regeering van een Christelijk Kabinet
de huichelarij en de schjnheiligheid
zullen bevorderen.
Als over deze gevaren soms ook op
meetings mocht gesproken worden, dan
kan het goed zijn om zoowel de ver
klaringen van den heer Borgesius als
bovenstaande mededeelingen van den heer
Van Houten bij zich te hebben.
Een merkwaardig verschijnsel bij de
Engelsche verkiezingen is, dat de eigenlijke
sociaal democraten (niet te verwarren met de
Labour-party) hoegenaamd niefs uitrichten.
De Engelsche socialisten staan met de li
beralen op gespannen voet en huldigen
sterk jingoïstische denkbeelden. Te Burnley
waar een der socialisten-leiders Hnndman,
bij de laatste verkiezingen in Januari nog
1500 stemmen kreeg, behaalde hij er nu
slechts 1100. Te Battersea, het district
van John Burns, werdan slechts 487 stem
men op den socialistischen candidaat uit
gebracht.
De strijd is nog in vollen gang. Alge
meen rekent men dat de balans der zege
pralen wel naar de zijde der liberalen (de
tegenwoordige regeeringspartij) zal over
slaan.
Na een debat, dat talrijke zittingen
vulde, en het verwerpen van alle amende
menten der oppositie, met name die
betreffende het algemeen kiesrecht, de
unificatie der kieswetten en het verplichte
onderwijs, nam de Kamer met 6b tegen
39 stemmen en een blanco het adre van
antwoord op de troor ede aan.
De Regeering heeft mededeeling gedaan
dat het koloniale leger onder luitenant-
kolonel Moll op 9 Nov. 1.1. een hevig
gevecht heefd geleverd tegen een over
weldigende meerderheid van barbaarsche
krijgers uit de streek van Massalit.
De vijand stond onder bevel van
sultan Doudmourah, berucht om zjjn
wreedheid en onverzoenlijke haat jegens
de „gianrs", een haat, die in dezen
Oosterling begrijpelijk is, als in aanmer
king wordt genomen, dat de Franschen
hem niet lang geleden van zijn sultanaat
over Onadaï hebben ontzet, en hem op
7 April II. een vreeaelijke nederlaag
hebben doen lijden, waarbjj hij 700 man
en 15 vaandels verloor.
Op 9 November heeft Doudmourah
zijn slag weten te slaan, met het gevolg,
dat de Franschen een gevoelige nederlaag
leden. Moll gedood, luitenant Joly, serge
ant Bal gedood, en een groot aantal
minderen.
Volgens het „Paris Journal" zouden
de Franschen 300 dooden verloren hebben,
De „Ganlois" verklaart het voor niet
onmogeljjk, dat de gezamenlijke verliezen
aan Fransche zijde een duizend man
bedragen.
De Rijksdag zette de tweede lezing van
de wet op de Kamers van Arbeid voort en
nam een reeks artikelen aan, waaronder
liet artikel, dat ook spoorwegarbeiders in
de wet opneemt. Dit artikel, dat door de
regeering bestreden werd, werd aangenomen
met 132 tegen 115 stemmen.
Uit Petersburg komt bericht, dat op
den trankaspischen spoorweg 30 goederen
treinen onderweg door een verschrikkelijken
sneeuwstorm verrast en in de sneeuw zijn
blijven steken. Van sommige treinen zijn
de locomo'ieven geheel onder de vas'tg.:-