4
J
25Hle Jaargang JS". 1614.
voor «le %iii«liiollanil^elae ess Zeemvselie Eilanden.
0
I
Antirevolutionair
Orgaan
nin voorraad
watertanden
mè
Zaterdag 10 December 1910.
IN HOC SIGNO VINCES
ekering
(HOVEN.
kkers,
fkaar-
oosjes,
onden-
ieven-
otlood-
%lSe sSiifelici? voor «Ie #te«iaeiie ftesiesfisd, .'%«lver(eii(iés« eis ver«lere d m 8 sb islr%*tie franco toe te zenden aan den Uitgever.
ILevesi§t»eSioeften
OP UË.i sJirüiJH.
litiisd- en Tuinbouw.
Een wenk.
ENGELAND.
DÜITSCHLAND.
BELGIË.
inboedels enz.
k. 3308
•ti haridoKoioit
if. Bullegooij.
k. PoOtB.
Sentoren.
Zaaijar
OoBtffnbrugge.
2445
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
II
prachtband
II
II
II
II
11
II
11
1/
II
II
II
II
II
11
II
11
II
II
1/
11
8.25
1.75
1 75
1.90
2.25
1.75
1.75
4.50
2.40
2.40
1.75
2.25
1.75
0.90
5.50
2.90
1.10
0.75
3.60
2.—
1.50
2
1.80
1.50
0.75
0.75
1.—
1.—
0.75
0.75
0.75
0.75
0.75
0.75
0.75
0.75
0.75
0.75
0.73
0.75
0 75
0.75
0.75
1.—
0.75
Oess Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag,
ibenneaaentsprys per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 €eat,
zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f7,50zonder 4,50 per jaar.
Ifzouderlijke atimmerg 5 Cent. Met. Zondagsblad 7 Cent.
ÏÏIÏGEYEB
T. BOEKHOVEN.
SOMMELSDIJK.
Telefoon IntercoBa». Ko. 8.
j Advertentie-a 10 cent por ragel en s/2 maal, Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en
Dienst aanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groot© letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
prachtband^ f 1.7 5
berg, Werner,
)e Genestet en
een completen
In de Kamer heeft Minister Heems
kerk op een vraag van 't voorloopig
verslag gesproken over den prijs dei-
levensbehoeften, die, zoo zegt men,
gestegen is.
En men bedoelde, dat dan van Rijks
wege ook zijn ambtenaren hooger be
zoldiging zou worden gegeven om zoo
inkomsten en uitgaven weer in 't
gelijk te brengen.
Wanneer men, aldus de Minister,
verder teruggaat dan 1903, tot de
70-er jaren, dan ziet men, dat de prijs
van bijna alle artikelen sinds dien tijd
gedaald is en niet onbelangrijk. Ik
heb hier, vervolgde hij, een opgave
van prijzen waarvoor verbruiksarti-
kelen zijn aanbesteed en geleverd voor
het onderhoud van gevangenen.
Van 1868 1872 zijn aardappelen
aanbesteed van f2 22 de 50 K.G. Die
prijs is gedaald in 1902 tot 1 gld. 40.
Hij bedroeg in 1903 1 gld. 48. in 1904
2 gld. 99; in 1905 2 gld. 69 en nu
1 gld. 54.
Heel zonderling zou het wezen de
cijfers sinds 1903 te geven, want dit
is een van de weinige jaren, sinds
hetwelk de prijs gestegen is. Rund-
vleesch was in 1872 110 cent per K.G.,
in 1877 83 cent ruim. Daarna is 't
gedaald, met schommelingen, in 1903
was het 75 cent, in 1909 65 cent, in
1910 60 cent. Sinds 1909 is op enkele
punten weer een kleine dakng waar
te nemen
De Minister geeft dan cijfers over
de broodprijzen, waaruit blijkt dat er
allerlei schommeling is.
In elk geval trachtte de spreker aan
te toonen, dat 't met de duurte der
levensmiddelen niet zoo erg loopt als
dit wordt voorgesteld en de 70 er
jaren zijn er getuige van geweest, hoe
toen de werkman moest ontberen, wat
bij tegenwoordig in meerdere mate
geniet.
Maar wat is 'tgeval. Stel al: de
prijzen zijn gestegen, de loonen zijn
ook gerezen en, wat alles af doet, de
levensstandaard onder alle klassen van
menschen is verhoogd.
De Minister wees er op, dat tegen
woordig bijna iedereen een fiets heelt;
zelfs zij, die niet zoo weelderig zijn
om er een fiets op natekunnen houden.
Maar hij had, als hij 't platte land
kende, op andere zaken kunnen wijzen
dan de fiets, omdat dit vervoermiddel
vaak gebruikt wordt niet voor pleizier,
Maar gedachtig aan't tijdis geld. Zeer
zekerook 't gemak. Maar zelfs kan
een fiets dienen om rijgelduitte sparen.
Als zoodanig vonden wij voor 't platte-
I 'and de fiets nu niet als 't allergeluk
kigste voorbeeld om van weelde te
getuigen, al ontkennen wij niet, dat
l we ook gebruik zien maken van dat
f voorwerp door menschen, die wel
I zouden kunnen loopen. Hoe dit zij
Ie hoogere uitgaven komen veel meer
uü in de kleedij. Wie tegenwoordig
de menschen van den lageren stand
I gadeslaat, moet zijn handen ineenslaan,
q's bij denkt aan den eenvoud, die
40 jaren geleden heerschte. En
Precies zoo is'tin den middelstand en
onder de boeren,
Wat oude boeren en burgers tegen
woordig in de huisgezinnen zien aan
stoelen, tafels, tapijten behangsel, is
een schittering bij vroeger vergeleken.
n zie maar eens-de straat op, -ais
't Zondag is. Wat weelde en over
daad vaak in kleerenin mantels,
hoeden japonnen,bandschoenen,koffers
en koffenjes, wandelstokken enz. enz.
De wereld is heelemaal veranderd.
Alles is heer en dame. De keuken
meid gaat nog hooger gekleed dan
mevrouw en de krullejongen loopt
met een rretourtje« en smookt sigaren
van zoo heb ik je daar.
Geld op zak keurige bottines een
hoed een wandelstok een horloge
ketting met goud gemonteerd
mensch, mensch, wat gaat dat er langs.
En met de meisjes en vrouwen is
't niets minder. Pronk overal.
En owee, als de luitjes in de stad
gaan wonen. Zie ze dan eens terug
komen als 't hoogdagen zijn. Wat
sjiek en opschik. Gaat maar een eind
op zij, als je op klompje bij de boot
staat of bij uw woning eens eventjes
loert. Neen 1 laat men den mond maar
houden over de duurdere prijzen.
Als de menschen wat eenvoudiger
leefden, zou 't in alle gezinnen wat
beter uitzien.
Dan zou er voor den mond ook
nog wat overschieten, waar nu de
kleeren met alles weggaan.
LevensbehoeftenEen mensch kan
ze scheppen zoo groot en zooveel als
hij wil. Maar 't eind draagt den last.
Door eigen schuld.
Wat heeft het algemeen debat in
de 2eKamer geleerd, voor ieder die
de Handelingen met aandacht gevolgd
heeft Dit, dat van Liberale zijde de
discussien platvoersch wareneen
enkele rede moge niet talent en zaak
kennis zijn uitgesproken, maar de
kopstukken der Liberale partij ver
mochten niet die hoogte te bereiken,
waarop een lange ervaring van par
lementaire zaken en een inzicht in den
strijd onzer dagen recht op gaven te
verwachten.
Het debat stond niet hoog en de
aanvallen op 't Kabinet was meer een
prikken met spelden dan een ridderlijk
zwaaien der lans.
Nesterijen verdachtmakingen peu
terigheidjesmen kan ze in de Han
delingen terugvinden op vele bladzij
den.
Maar over zulke prikjes behoeft
een Kabinet zich niet zenuwachtig te
maken.
De groote vraagstukken bleven
onaangevochten of zoo ter zake door
't Kabinet behandeld, dat een repliek
nutteloos was.
Als dan 't Rechtsche Kabinet mocht
bezwijken, zal 't niet zijn door de
forsche aanvallen van Links; want
er waren er geenemaar dan zal 't
hierdoor tuimelen, dat Rechts zelfs
ontevreden zou kunnen zijn in 19:3
over de vrucht van 't optreden.
De Liberale partijen doen ons Ka
binet geen kwaadblijft dus alleen
over eigen schuld als 't in '1913 niet
wordt ingehaald met vlaggen en wim
pels bij de zomerverkie ingen.
Hopen we, dat we tevreden mogen
zijn over den oogst.
Als onze Tweede Kamer, des neen een
ouderwetsche boeren-taveerne was
als onze honderd HoogEdelgestrengen er
de gewone stamgasten waren .als ik
er de dorpschilder was en de waard mij
over de keuze van een nieuw uithangbord
raadpleegde ik wist raad
'k Schilderde dan een gezelschap, vroolijk
ko-uiend rondom 'u tafel. Een 'n
leukerdheft een glas op, maar net
voor-ie den inhoud naar binnen wil
wippen, kijkt-ie met 'n paar glinsterende
kraaloogjes 't gezelschap rond, zooals
iemand doet, die zoo pas 'n kolosale grap
heeft verteld. Wat aan de zittenden is te
zien. Hier grijpt een lachebak wanhopig
naar z'n buik die 'm zeer doet van de pret
daar bolt een breedvvang z'n konen, dat ze
te bersten dreigenginds slaat een lange
Jan schier dubbel, omdat-ie zich niet
meer recht kan houden van de lach
En als onderschrift het ik zetten: »Hier
tapt men uien en moppen
Onder de vereischten, die tegenwoordig
aan een goed Kamerlid gesteld worden,
mag ook wel déze opgenomen, dat hij
kan »lachen en laten lachen*.
Een uur, waarin niet een paar nieuwe
aardigheden door de zaal knetterden, lijkt
verloren en een moppenartne dag geeft een
»saaie boel*.
'k Heb met aandacht het verslag gelezen
van de Algemeene Beraadslagingen*,
maar om 't nu maar es rondweg te zeggen
'k aHeb me geëigerd over de lichtvaardige
spottende, moppenstiooieude manier van
beraadslagen.
Men weet, hoe dat gaat.
Zit maar es op een winteravond bij elkaar
en laat een degelijk gesprek, dat allen
bezig houdt, es niet vlotten. Dat kan zoo
es gebeuren, om de verveling te verdrijven
vertelt er een 'n grappige historie. De aan
gezichten komen in den lachplooi'i ijs is
gebrokeneen auder wil niet onderdoen
en vertelt 'n grappiger grap nog Maar
een derde weet een mop, nee maardie
moet je hooren Je lacht je gewoon een
bultIs de bult gelachen, dan heeft een
vierde iets, dat allen nog weer overtreft en
waarom je gewoon jezelf ziek lacht.
Het is iets aanstekelijks.
Een geestelijke bemesting.
In de algcrneene opgewondenheid ont
dooit dan de ernstigste soms even en diept,
ja waarlijk uit den schat van lang begraven
herinneringen een komiek geval op, dat het
gezelschap vermaakt, niet het minst, wijl
het uit zulk een mond komt
Nu keur ik dat niet af.
Een grap is geoorloofd onze natie heeft
ten alle tijde van een klucht gehouden
met al onze stokkerige stijfheid houden we
van een boertigen zet. En op zichzelf is
dat niet af le keuren.
Maar net zoo goed als er staatWord
toornig, maar zondigt niet in uw toorn dienen
we ook te bedenken Word grappig, maar
zondigt niet in uw grappigheid.
En wijl daarbij aan alle kanten gevaar
is voor uitglijden en de gezonde boert
allicht ontaardt tot flauwe grappigheid, of
in persoonlijkheden kracht gaat zoeken, of
't schuine kanije afglijdt, is 't maar goed,
dat naar calvinistische zede, de z-kluit*
altijd iets zeldzaaams blijven moet.
En gelukkig het boertende gezelschap
dan ook, als er één de wijsheid bewaart en
zoodra men dreigt, over de grens te gaan,
gezags genoeg heeft om te zeggen ziezoo
nu is 't mooi genoeg 1
De mensch zal, verstandelijk, niet bij
moppen en grappen leven.
Dat mocht men waarlijk in onze Tweede
Kamer óók weieens bedenken
't Hoeft daar geen deftige, saaie boel te
zijn dat bedoel ik niet. leder onzer
kan naar ik vertrouw de zon in 't
water zien schijnen en niemand zal onze
afgevaardigden achterhalen om elk gulgauw
woord, dat zij zich laten ontvallen.
Een grap kan zeer ter snede zijn.
In vele grappen kan een ondergrond
schuilen van diepen ernst, Een fijne »zet«
is ten allen tijde door wie smaak heeft,
gewaardeerd. Men kan soms een tegen
stander beter ontwapenen door hem even
met het fl.tiend licht van den humor te
verblinden, dan door den degen met hem
te kruisen. Niet altijd is zulk een tweege
vecht op z'n plaats en kan een luimige,
rake opmerking, veel beter doel trefleD.
Dit alles geef ik dadelijk toe.
Maar men kent ook het type van den
Hauwen, wauwelenden moppenjagervan
den man die niet weet te heeischen over zijn
spottenden geest, maar innig zijn wil, te
pas of le onpas. Die in zijn hart een hekel
heeft aan een hoogstaand en diepgaand
de.bat en zich met zoutelooze aardigheden
uit elkên mektnak tracht te redden, waai
hij met zijn politieke kleeren in haken bleef.
Hij is een onuitstaanbaar wezen.
Hij past goed in een half zat gezelschap
den hoed scheef op 't hoofd, de sigaar
slap in den mond. Hij moest de Kataer
eenvoudig uitgezet worden.
Menschen en tijden verschillen.
Dat geef ik grif toe.
Wij zijn niet meer de deftige, ouder
wetsche, lange-pijpen-rooken.de natie
van voorheen en 'k ben daar niet rouwig
om. Het tegenwoordig geslacht loopt licht
in 'n kort, makkelijk jasje, beweegt zich
vlugger, rookt 'n sigaret of knauwt zenuw
achtig op 't mondstuk van 'n pijpje.
Daardoor verandert ook de toon.
Ook de menschen verschillen.
En dat iemand, die waarlijk geest en
vernuft bezit, en naar alle zijden de vonken
er uit laat spatteu wie zal het wraken
Daartegen rijst protest noch verzet.
Maar onze tijd staat óók in het telken
der luchthartigheid en oppervlakkigheid.
Ik heb vroeger weieens, met veel ge
noegen en zegen, een avond doorgebracht
in een gezelschap van vromen, terwijl de
tijd omvloog bij 't bespreken van den weg
der zaligheid en van 't geen de christen op
dien weg ondervindt.
'k Ben er zeker van, dat vele heden-
daagsche psychiaters ofte wel >zielkundi-
gen*, als ze er bij geweest waren, 't heele
gezelschap min of meer >ontoerekenbaar«
zouden hebben verklaard. Gelukkig, dat de
Heere God anders oordeelt. Maar dit wil
ik er mee zeggenDe ernst des levens
wordt al te veal onder grappen en moppen
begraven.
En een verkeerd voorbeeld, dat de hooge
heeren geven, werkt lang en ver na.
't Is al zoo, dat een ernstige, politieke
vergadering, waar de beginselen besproken
worden, voor velen al te raar is. Er moet
een pikant debat bij komen, waar de
hoorders es om lachen* kunnen.
En dat verlaagt het peil.
Vergelijk de debatten in onze Kamer
eens uit de dagen van Groen, toen telkens
weer de beginselen tegen elkaar botsten,
met die van nu, waar 't in hoofdzaak een
gerecht was van klein goed, dat dan door
een sausje van platten humor en alledaagsche
grappigheid wat kleur en geur krijgen moest
Wat voor voedsel zit er in
Wat kracht gaat er van uit, om hel
politieke leven dezen winter nu eens te
verheffen Honderd kleine flikkervuurtjes,
jadie in één nacht uitwaaien Maar een
flinke vlam, die verlicht en verwarmt Geen
kwestie van UITKIJK.
We gaan een wenk nu geven aan degenen, die
wat kalimest beproeven willen, 't Ia immers
voor het strooien daarvan nu de tijd. Inzonder
heid geldt dit van kaïniet.
Van deze veel gebruikte kalimest mag men in
't algemeen wel heel bard roepenzaait heel
vroeg 1 zaait, als 't maar ietwat mogelijk is, in
't najaar
Niet voor boerenbonden enz. zal 't noodig zijn,
zulks te vertellen. Die hebben immers al reeds
lang hun aanbestedingen gedaan. Maar achterblij
vers moeten zeker nu en dan een duwtje hebben.
En met het oog op hen kan 't vast geen kwaad
aan 't bovenstaande thans weer te herinneren,
't Is thans de juiste tyd voor 't zaaien van wat
kaïuiet. Ook op de wei. \Yij zagen van'tgebruik
op grasland ai heel dikwijls schoone resuDaten.
Wij kennen velen, die op ons advies de proef
eens namen met een baaltje of 7, 8 of 9 op 'n
bunder. Ze gaven daar dan ook nog zooveel
Thomasslakken bij, en waren heel, heel mooi
tevreden over 't resultaat. Gewoonlijk mengden
ze dan vóór het strooien beide soorten (kaïniet
en Thomasslakken meel) dooreeD. Zulks kan vol
strekt geen kwaad. Maar dan dient men het
zaaien na het meDgen liefst niet uit te stelleD.
Tot slot zij nog een keer gezegd't is nu de
tijd voor kaïniet en ook voor Thomasslakken-
meel. M.
Buitenland
Het beeld, dat de stand der verkie
zingen op dit oogenbiik geeft, wordt
gekenmerkt door een buitengewoon groote
overeenkomst met de resultaten van de
laatste verkiezingen ia Januari 1910.
De liberale pers is vooral verheugd
over den uitslag der Londensche verkie
zingen. De liberale pers noemt voorts de
bewering kinderachtig, dat de regeering
haar voorstellen niet verder zou kunnen
doorvoeren, omdat haar meerderheid niet
grooter geworden is.
De conservatieve bladen zijn weliswaar
teleurgesteld door het geringe aantal van
de door hun partij gewonnen zetels, maar
troosten zich met de wetenschap, dat over
het algemeen het aantal der unionistische
stemmen grooter is geworden. Zij ver
klaren verder, dat het radioalisme zijn
hoogste troef heeft uitgespeeld en dat
de regeering door den uitslag der ver
kiezingen machteloos is geworden en de
veto-biil er niet kan doordrijven, noch
de gevraagde garanties van den koning
kan verkrijgen. De bladen voegen er nog
bij, dat de conservatieven slechts 6
maanden lang standvastig behoeven te
blijven, om do plannen der coalitie in
duigen te doen vallen en met een groote
meerderheid weer aan de regeering te
komen.
Elke partij meent dus onder de beste
condities te verkeeren. Afwachten",
bliji'c echter voor beide nog het wacht
woord.
In den Rijksdag begon de tweede le
zing van het wetsontwerp op de Kamera
van Arbeid. De eerste en voornaamste
paragraaf luidtvoor de werkgevers en
de werknemers in één industrie of in
meerdere verwante takken van industrie
moeten, op grondslag van het bedrijf en
voor zoover daaraan behoefte bestaat,
Kamers van Arbeid ingesteld worden. In
den loop der debatten zeide de afge
vaardigde Dirksen, van de Rijkspartij,
dat hij tegen de opneming der spoor
wegbeambten in genoemde wet was. Een
duidelijker ?mene tekel", dan de spoor
wegstaking in Frankrijk ia niet denkbaar.
In het buitenland had men met derge
lijke Kamers van Arbeid ook geen
schitterende ervaringen opgedaan. De
staatssecretaris, Deibröck, verklaarde het
voorstel voor onaannemelijk, indien het
bestemd is ook op het spoorwegpersoneel
van toepassing te zijn.
In totaal heeft de Brusselsche wereld
tentoonstelling, volgens de dezer dagen
geplubliceerde statistische cijfers, niet
minder dan 12,900,000 bezoekers aan
te wijzen. Daarvan hebben er 4,200,000
een franc enfrée betaald, 250,000 be
taalden verlaagde eutrée en 1,350,000
personen hadden een doorloopende kaart.
Het drukste bezoek viel in Augustus
met meer dan een millioen bezoekers, In
Juni kwamen er over de 530,000, in
Juli 809,000, in September 506,000 en
in October 450,000.
De 14e en de 15e Augustus sloegen,
ieder met ongeveer 200,000 bezoekers
en ieder 94,000 francs aan ent"é?s, het
record.