voor lie Kiiidhollaiuhrlie en Eilanden. Woensdag 5 October 1910, 25s1'' Jaargang N". 1595 An tirevo hi tion air Orgaan IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle stinkiiesi voor tie ifeiiaclie keslemd, AdveB'feniiësi en verdere Administratie franco toe Ie Kenden aan den l.'iiteever. officieel Gedeelte. Geüuwde Onderwijzeressen. t Roomsche Spook. De millioentjes. Tuin* en Landbouw. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4.50 per jaar Afzonderlijke UK minors 5 Oen». Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon iBstercosam. A'e. S. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel ea 4/8 maal. Diengfaanvragea en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, öroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sommelsdijk doen te weten dat door den Raad dier gemeente, in zijn vergadering van 28 Juli 19i0, zijn vastgesteld de volgende Verordeningen: Verordening op de heffing van Haven - en Kaaigeld in de gemeente Sommelsdijb. Artikel 1. Te beginnen met 1 Januari 1911 wordtin deze gemeente een belasting geheven,onder den naam van Haven- en Kaaigeld. Artikel 2. Het havengeld is verschuldigd door schippers, die met hunne vaartuigen door de brug, de haven bevaren, met dien verstande, dat zij deze belas ting alleen behooren te betalen bij het uitvaren der haven door de brug, dus niet bij het bin nenkomen Dit havengeld bedraagt 1 cent per ton laad vermogen van 1000 K G. en is telken reize ver schuldigd, voordat de schippers met hunne sche pen door de brug de haven uitvaren. Door schippers, die dit verlangen zal een abon nement per jaar kunnen worden gesloten en wordt het Havengeld dan berekend op 10 cents per ton laadvermogen van 1000 K.G. hunner vaartuigen. Artikel 3. Het Kaaigeld is verschuldigd van de na te noemen voorwerpen, hetzij deze direct in of uit de schepen worden geladen of gelost, dan wel of zij op de kade langs de haven en kaai ter in lading of uitlossing worden nedêrgelegd. Artikel 4. Het Kaaigeld bedraagt: Vijf cents per ton laadvermogen van 1000 K.G. van elk vaartuig telken reize als het aan de haven of kaai mest,kunstmest, schuimaarde, landbouwkalk en pulp laadt of lost. Zeven cents per ton laadvermogen van 1000 K.G. van elk vaartuig telken reize als het aan de haven of kaai grint, zand, grint- zand, keien, steenen, panneD, hout, sparren of andere bouwmaterialen laadt of lost. Tien cents per ton laadvermogen van 10Ö0 K.G. vau eik vaartuig telken reize als het aan de haven of kaai vlas, hooi,stroo, riet of ongedorscben graan, zaad of peulvruchten laadt of lost. Dertien cents per ton laadvermogen van 100 K.G. vau elk vaartuig telken reize als het aan de haven of kaai suikerbieten, biet- of mangelwortelen laadt of lost. Artikel 5. Een volle lading wordt geacht die te zijn, waarbij het vaartuig tot -onder de luiken is volgeladen of wanneer het vaartuig niet meer laden kan. Artikel 6. Btj onvolledige ladingen is de belasting niet naar bet geheeie laadvermogen van het vaartuig verschuldigd, maar zal de belasting worden be taald per geladen scheepston, in welk geval de scheepslon wordt berekend voor voorwei pen, die gemeten worden op 10 HL. en voor voor werpen die gewogen worden op 1000 K.G. Wanneer een vaartuig slechts enkele -. oeren vlas, stroo, hooi, ongedorschen granen, zaad of peulvruchten laadt of lost en geen volle lading heeft, zal per voer worden betaald vijf en twin tig cent. Een voer vlas of hooi wordt geschat op 1000 K.G. en een voer stroo op 725 K.G. Artikel 7. De invordering dezer belasting zal plaats heb ben overeenkomstig de Verordening op de in vordering van heden. Verordening op de invordering van Haven en Kaaigeld iu de gemeente Sormnelsdijk. Artikel 1. De betaling van bet Haven- en Kaaigeld ge schied door den schipper bij den Gemeente-Ont vanger of namens de Gemeente-Ontvanger onder zijne verantwoordelijkheid bij den Havenmeester tegen daarvoor af te geven kwitantie. Artikel 2. Iedere schipper, die de haven bevaart of die san de kaai of haven de bij het heffingsbesluit belaste voorwerpen laadt of lost, zal van de betaling der daarvoor verschuldigde belasting doen blijken aan den brugwachter door het af geven der hem door den Gemeente Ontvanger of namens^ hem door den havenmeester verstrekte kwitantie, terwijl hij desgevorderd verplicht is aan den Gemeente-Ontvanger of havenmeester tot meerdere zekerheid der grootte van zijn vaar tuig zijn meetbrief over het verloopen jaar te vertoonen. Gp zijn verlangen zal de Gemeente-Ontvanger °t namens hem de havenmeester hem een du plicaat-kwitantie afgeven. v Artikel 3. Voor den vijfden van elke maand stort de havenmeester de door hem over de laatst ver streken maand ontvangen gelden tegen kwitan tie ten kantore van den Gemeente-Ontvanger. Artikel 4. De Gemeente-Ontvanger, de havenmeester, de ^eldwachter, en brugwachter zijn verplicht te Waken tegen overtreding dezer Verordening. Artikel 5. ten opzichte der invordering zjjn de bepalin gen van de artt. 258 tot eD met 262 en 271 tot eb met 282 der gemeentewet van toepassing. Artikel 6. Verordening treedt tegelijk met die op c htffiug in werkiDg. Zijnde aan de heffing van de in deze vermel de belasting goedkeuring verleend bij Koninklijk Besluit van 8 September 1910, No. 33. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den lsten October 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, NIJGH J. TIMMERMAN Mz. NATIONALE MILITIE. INDEELING VAN LOTELINGEN BIJ DE BEREDEN KORPSEN. I)e BURGEMEESTER der gemeente Sommels- dijlt brengt ter openbare kennis, dat de in deze gemeente voor de militie ingeschreven lotelingen, die, in geval van inlijving ter volledige oefening, in aanmerking wenschen te komen om bij een bereden korps te worden ingelijfd, bij deze worden uitgeuoodigd zich vdór den 30sten November e. k. ter gemeentesecretarie aan te melden of te doen opgeven. (Men zie voor algemeene bepalingen enz. enz. het aanplakbord.) Sommelsdijk, 3 October 1910. De Burgemeester, J. TIMMERMAN Mz. Aangifte voor de Zeemilitie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Sommelsdijk brengen, ter voldoening aan art. 138 der Militiewet 1901, bij deze ter kennis van wie het aangaat, dat de lotelingen der lichting van 1911 en de lotelingen bestemd ter aanvulling der lichting van 1910, die verlan gen bij de ZEEMILITIE te dienen, worden uitgenoodigd zich vóór 1 Rioveinber e. k. bij hen, Burgemeester en Wethouders, aan te melden of te doen opgeven ter Gemeentesecretarie te Sommelsdijk; tot welke aanmelding of opgave eiken werkdag van 10 uur voormiddag tot 12 uur 's middags, en meer bijzonder op Dinsdag, den 11 October 1910, des voormiddags te 10 uren, te dier plaatse gelegenheid zal zijn. Voor indeeliDg bij de Zeemilitie komen uit sluitend in aanmerking de loteliDgeD, die ter volledige oefening worden ingelijfd. Voorts moeten zij een beroep uitoefenen of eene positie bekleeden, als is aangegeven op de Lijst aan het a'auplakbord. (Voor uitvoeriger ziet men het aanplakbord. De aandacht van de lotelingen wordt nog gevestigd op art. 116 der Militiewet 1901, lui dende als volgt „De bij de Militie te land ingelijfden worden niet tot het aangaan van eene verbindtenis voor de buitenlandsche zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toestemming van wege onzen Minister van Oorlog. Die toestemming wordt in gewone tijden niet geweigerd aan de lotelingen, die reeds voèrhunne inlijving bij de Militie hun beroep van de buitenlandsche zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 138 voorde zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij niet hebben kunnen worden aaDgcnomeD. Sommelsdijk 1 October 1910. Burgemeester en Wethouders, De Secretaris, De Burgemeester, NIfGH. J. TIMMERMAN Mz. Bekendmaking. Generale schouw over de polders Oost en West platen Plakkee onder Middelharnis en Sommels dijk op Donderdag 27 October 1910. Dijkgraaf en Gezworens van voornoemde pol ders brengen ter kennis van eigenaren en gebrui- keis van lauden in genoemde polder dat op voor schreven dag des nm. 2 uur de bovengemelde schouwing zal plaats hebben over de Waterin gen, toedrachten, dijk- en Wegslgoten, zijlen, dam men enz. Gelasten mits dien een ieder die zulks aangaat te zorgen dat de weg en scheidslooteD, op behoorlijke diepte en breedte gebracht en wijders alles in goede orde wordt opgeleverd een en ander overeenkomstig, de keur dezer polders. Middelharnis 1 Oct. 1910. Het Bestuur van de polders Oost en Westplaten Plakkee. De Secretaris, J. van PAASSEN. De Voorzitter, K. DE GRAAPP. Het wetsontwerp, laatstelijk door iViin Heemskerk ingediend, om arnb- lenaressen en onderwijzeressen aan openbare Scholen te mogen ontslaan bij hun huwelijk, is niet iets nieuws. Reeds bij Koninklijk Besluit van 16 Maart 1882 was een besluit van den Raad van Vlissingen, genomen op 23 Sept. 1881 vernietigd En een besluit van den Raad van Alkmaar, genomen op 4 Febr. 1886 werd vernietigd op 8 October 1887. Sinds dien is s't vraagstuk aan de orde gebleven, temeer omdat erdoor Min de Marez Oyens een Kon Besl. werd uitgelokt om aan vrouwelijke ambtenaren bij de telegrafie en pos terijen in geval van huwelijk ontslag te verleenen. Dit ontslag werd ook verleend, tot- i dat Min. Rink 't blaadje omkeerde en bij een K.B. van 23 Oct. 1907 het besluit, van Minister Oyens alle waarde verloor, omdat besloten werd, dat gehuwde vrouwen wel in dienst moch sen blijven, als zij daartoe het verzoek deden en de Minister oordeelde, dat de dierst daardoor geen schade leed. Zoo was dus door Minister Rink de deur voor de gehuwde ambtenares weer opengesteld, maar op 5 Dec 1907 werd door den heer Pastoors bij de begrooting, bij hoofdstuk 9, daar over een hartelijk woordje gesproken. Op bldz 863 der Handelingen van dit jaar '07 lezen we Het ligt allerminst in mijn be doeling op dit oogenblik een iede te gaan houden over 't vrouwen vraagstuk, maar ik kom tegen deze maatregel op uit een oogpunt van zedelijkheid en sociaal belang, want ik vraag wat er van 't gezin terecht zal komen, waarvan de moeder buitenshuis is? Wat zal er van de opvoeding der kinderen terecht ko men, wanneer die moet geschieden door gehuurde krachten Ik zal wel nalaten iets ten na- deele te zeggen van deze vrouwen, want 't komt mij voor, dat 't stuk brood, dat zij verdienen, wanneer zij hart hebben voor hun gezin, inderdaad een hard stuk brood moet zijn. Dat jonge meisjes in openbare betrekkingen zijn, laat ik daarde toestanden in de maatschappij lei den daartoe maar dat de gehuwde vrouw in denst van 't Rijk is, is de verkeerde wereld, ik zal u zeg gen, waarom. Waarom? En omdat, wat de heer Pastoors zei over de RijksambteDares- sen, ook in even groote mate geldt van de Gemeenteambtenaresse, dat is, de gehuwde onderwijzeres, zullen we zijn »waarom« ook hier laten volgen. Waarom Omdat de pehuwde vrouw voor allen is de loondrukster op de ar beidsmarkt. Omdat zij de plaats inneemt van een ander, betzij van een man of van een meisje, waardoor het eene gezin dubbel en 't andere niemendal krijgt De gehuwde vrouw vermeerdert het getal sollicitanten, waardoor zij de arbeidsmarkt overvoert. De vrouw behoort in 't gezin. De vrouw behoort de opvoedster van het kind te zijn. Ik vind het een der ergste mis standen in de arbeidswereld, dat de vrouw uit werken moet gaan, om dat de man te weinig verdient en hier wil men dien misstand over gaan brengen in de ambtenaarswe reld. De uithuizigheid van de gehuwde vrouw, van de moeder, is ten zeerste nadeelig voor de verzorging en den daarmee gepaard gaanden gezond heidstoestand der kinderen, en in hooge mate nadeelig voor de goede orde in 't gezin. Het komt mij voor, wanneer de moeder baar kind. hetwelk de sterk ste band is, die haar aan haar huis moet verbinden, verbreekt, daar mee 't geheeie huwelijksleven is gebroken. En als 't huwelijksleven op die wijze wordt aangetast, dan vraag ik wordt daarmee niet het sociale en nationale leven aangetast? Uit dien hoofde dring ik er bij den Minister op aan, met al den ernst, die in mij is, om deze zaak ongedaan te maken. De reden van den heer Pastoors werd aangevochten door den heer Helsdingen, maar krachtig gesteund door 't toen aan wezige Kamerlid Heems kerk, nu Minister. Op bldz. 808 vindt men daarover 't volgende: le de drukking der loonen. 2e. de man moet 't gezin onder houden. 3e. het huwelijk tracht men kin derloos te houden, als een gehuwde vrouw mag blijven in dienst en men snijdt zulk een kinderloos huwelijk af door ontslag. 4e. 't gedeeltelijk ontslag d i. een maand voor en na de bevalling is onzinnig, omdat een kind van een maand de moederlijke hulp beslist noodig heeft. De redenen van de heeren Pastoors en Heemskerk werden aangevuld door den beer Ruys van Beerenbrouck en weer bestreden door den heer Lim burg (Vrijz. Dem Op bldz. 871 zei deze: H et standpunt van den Staat moet niet zijn bij zekere opkomende ge beurtenis, in casu hes huwelijk, ver anderl de toestand zoo, dat de be voegdheid, die ik Staat, haar gaf, om ongehuwd ambtenaar te zijn, moet ophouden, als ze trouwt Neen, het standpunt moet juist omgekeerd zijn, indien ik, Staat, evenwel in dienst neem ambtena ressen indien ik de plaats van ambtenares eenmaal voor de vrouw openstel, moet die plaats voor de vrouw openblijven, ongehuwd of gehuwd, met dien verstande, dat als het huwelijk in een concreet geval moeielijkheden medebrengt voor den dienst, ontslag moet wor den verleend even als dit noodig kan zijn bij andere gebeurtenissen. Dat juiste rechtsstandpunt van den Staat hebben wij op 't oogen blik bereikt Dit is 't principieele. Mr. Limburg stond dus vierkant tegenover de Rechlsche sprekers; de gehuwde vrouw mocht ambtenares zijn, want de Staat heeft voor de vrouwen nu eenmaal de deur open gezet en de Staat mag ze dus voor niemand sluiten. Dat was zijn »prin- cipieela standpunt- Niet dus 't gezinslevenniet de opvoeding der kinderen niet de loon- drukking enz.maar de vrouw wordt nu eenmaal toegelaten en alle onder scheid tusschen gehuwd en ongehuwd is uit den booze. (Slot volgt) 9 Er is in ons Vaderland een tijd geweest, dat Liberalen en Roomsch - Katholieken 't broederlijk eens waren. Ze gingen bij elkaar in en uitniet kerkelijk, maar politiek. Maar toen de Roomschen door de Schoolwetge ving de liberale praktijk aanschouwden een praktijk van dwang over 't gees telijk leven eens volks en zij dus ook met hun Katholieke beginselen in den knel kwamen, keerden ze zich van 't Liberalisme af. Van dien tijd af hakken de Liberalen op de Katholieken in. En de Coalitie is hun een steen des aanstoots Toch zal ons samengaan met Rome slechts de Liberalen in zoover scha den. dat ze voor goed hun oude macht kwijt zijn. Maar overigens hebben ze er voordeel van. De Liberale partij krijgt in de eerste plaats tijd om na te denken over een niet geslaagd pogen om de Natie in haar gareel te spannenom in de tweede plaats een gemeenschap pelijk basis van saamwerking te zoeken met de sociaal-democraten om in de derde plaats den tegenstander wat meer dan eertijds te verdragen en te waardeeren om in de vierde plaats tot het besef te komen dat de gods dienst een kracht is voor 't tegenwoor dig en toekomend leven. Als nu 't Roomsche Spook dat een en ander bewerkstelligen kan, heelt de Liberale partij dat Spook dankbaar te zijn. Het is de dwaasheid gekroond om met grooten ophef van de millioenen- nota te spreken. Ze wordt nog veel hooger. We gaan den tijd te gemoet, dat de begrootin gen van jaar tot jaar zullen stijgen. Wat hindeit dal trouwens, nu alle partijen Vader Staat voor alles en nog wat te hulp roepen. Vader Staat is de geduldige E'ei, die alles dragen wil. En komt er te kort, Vadertje heeft den sleutel van elks geldkas. De belastinggaarder is een geduldig man, in vieren of'tienen kun je je aanslag betalen. Eu betaal je na een jaar nog niet, dan raak je slechts je kiesrecht kwijt; dan zet Vadertje je als een kwajenjongen buiten het stemlokaal, dan om 5 uur de bus te zien openen. Mensch, waarom klaag je over de millioentjes. Verander uw politiek pro gram Laat af oin Vadertje voor alles te hulp te roepen. Steek zelfde han den uit de mouwen; dan, en dan al leen mindert de Noia; minderen de uitgaven en behoeven ook de inkom sten niet zoo hoog te zijn. Het is onze Natie der eigen schuld, dat ze zich gebrand heeft en nu op de blaren zitten moet. Al dertig jaar is 't door alle steden en dorpen uitgeroepen; »we kunnen niets dan met Vader Staat.En't pu bliek juichte die omroepers toeen haast-je-rep je is toen de Staat aau 't werk gegaan om aan alles attentie te verleenen. En Staats attentie kost mil- lioeuen de Staat doet niets voor niets hij ^doet 't op geen koopje. De Staat is een groot mijnheer met dure equipage. Nu zitten we omhoog. De millioen tjes sfijgen Politieke omroepersgij zijt zelf de schuld; waarom klaag je dan nu Wat er verloren gaat! Bij dit opschrift denken we aan het be langrijke kapitaal, dat met liet afvalwater der aardappelmeelfabrieken verkwist wordt, een zaak welke zeker ook anderen, buiten de Veenkoloniën, belang inboezemt. Er be staan thans in tie Groninger, Drentsche en Overijselsche Veenkoloniën 34 aardappel fabrieken, waarvan het afvalwater met dat der cartonfabriekeu ijverig samenwerkt om de kanalen der Veenkoloniën te verpesten. De vreemdeling, die deze streken bezoekt, ruikt de zich ontwikkelende gassen al op een afstand en hij kan zich maar niet be grijpen, hoe de Veenkoloniaal zijn gezond heid bewaart in een zoo verontreinigde atmosfeer. Toch schijnt uit een hygiënisch oogpunt het kwaad niet zoo erg te zijn dat in de Veenkoloniën bepaalde ziekten méér optreden dan in andere oorden des

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1