EK iSRIKSEN Zaterdag 24 September 1910. 25sle J aargang ISi 1592. 1 A ntirevo Orgaan tooi' de Kuidliolland^elir en %eeuw§elie Eilanden issiers. I bi m I S I I 1 I Rotterdam. IN HOC SIGNO VINCES IK VE ndsche Effecten -koers. SOMMELSDIJK. %Sle Mokken voor «Ie üe'daefie OesïeiBatl, Aslveriesiiiësi en verdere Administratie franco toe ie aende» aan «leis Uitgever. Ite Troonrede. lie Wefen§cliap esa de Werklieden. OP1IK.I UI TKIJI4. Tuifi" en Landbouw. jj jrten, prijzen i ekende 5297. tolled. iling van oud tegen de hoog- 2903 I ••X- Oeze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag, ibonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent- zonder 50 >NEERD 5 ons. trd hiiuüolsmerl! v. Ballogooij. A. Foots. An Besterea. Zaaijor Oostetdrugge. 2445' ÜIJN Jr. PLAAT, ere. No. 4. n Ooltgensplaat. Administration. n en landerijen tegen koersen den tegen zeer 3+05 hade. ANDEL." ien spotter de vrij- oltaire een tooneel- houwburg bij, waar digd stuk zou wor- ling overviel hem zeer ernstigen aard, groot gevaar werd 1 D'Alembert, Di- brachten hem naar lings ingeroepen ge- derzoek in naar den tiënt die niet erg ook Voltaire zelf tmoeid, en begreep zen stoot niet her- :hte ontrustte hem. was voor hem iets man die steeds het rd verworpen had, tot de overtuiging, bestond dan deze Qoest toch wel een bs bestuurt en leidt, hij steeds beleedigd wijze in woord en gvoegd bij de over 's menschen geest welde hem dermate stheid over de din- zich van hem A Buitenland bij rooraitbetaling met Zondagsblad ƒ7,50 zonder ƒ4,50 per jaar, ifz onder lijkt' nnmnaera 5 Cent. Met Zondagsblad-7 Cent. crroKVKK T. BOEKHOVEN. ïeleloo® IntercoKiN. So. Adrert-östiën 10 cent per regel en maal, Reclames '20 per regel, ij Boekaankondiging 5 Cent p@r regel en 4/s maai. ÖieiistoaHrragea en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan I Advertentie» worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen lOnur. ren (Slot volgt.) Gelukkig, een sobere Want veel beloven en weinig ge ven doet de g .in vreugde leven. Wat hebben we aan beloften, die toch niet vervuld worden. Daarom r!e soberheid is aan te bevelen. Maar er staan nochtans gewich tige zaken genoemd 1. Tarief van invoerrechten zal «binnenkortde Kamer bereiken. 2. Ook »binnenkort« een alge meene inkomstenbelasting, zoodat bedrijfs- en vermogensbelasting tot één zullen versmelten. 3 Wanneer Er staatWetsont werpen ter verzekering van arbeiders tegen geldelijke gevo'gen van invali diteit en ouderdom en tot wijziging der ongevallenwet zullen u bereiken. Wanneer zullen ze de Kamer berei ken In den loop van dit zittingjaar natuurlijk. Hoe eer hoe beter, want naar de pensioenwet wordt verlangd. I En hoe eerder ze ingediend is, des I te spoediger kan de oude van dagen ervan proliteeren. if 4. Een wetsontwerp tot vaststelling Kan een eedsformule; bet is dringend noodig het Haarlemsche vonnis heelt 3 er de urgentie, de dringende noodza kelijkheid van aangewezen. 5. Herziening der militiewetder Landweerwet en een wet op den Landstorm zijn in aantocht. Ziehier enkele belangrijke punten s opgesomd. De minister van Arbeid, I van Justitie en van Financiën zullen dus vooral op den voorgrond treden. Over 't onderwijs staat weinig gemeld, de Minister zal de zaak in studie nemen. Voegen we nu bij deze aangekon digde ontwerpen de nog aanhangige dan is er volop werk aan den winkel. Als de Kamer nu maar wat opschiet en de ontwerpen ook maar goed voor bereid zijn, kan er in een jaar heel wat gedaan worden. We wachten met verlangen naai de Pensioenwet. Om aanstonds misverstand af te snijden, zeggen we, dat we met ons opschrift niet bedoelen de populari seering der wetenschap voor de werk lieden; d. i. 'toprichten van Volks leeszalen; Volksbibliotheken en het houden van volks-voorlezingen en volks-voordrachten als 't geven van volks-uitvoeringenvolks-boeken enz. welk alles dienen moet om wetenschap en kunst onder 't volk te brengen tot volksverlichting en volksgenot. We bedoelen wat heelt de weten schap voor de werklieden gedaan Heelt de wetenschap dat sociale deel vooruit geholpen in zijn stoffelijk en zedelijk en geestelijk bestaan Ons antwoord isde arbeiders heb ben de wetenschap gedwongen naar hen om te zien. Een krasse beschuldiging; we er kennen 't; maar niet te kras. Dat men ons dan den tijd noeme, dat de wetenschap eigener beweging voor den werkman in de bres ge sprongen. is. Hoe meer we de historie van ons volk nagaan, hoe meer dat we tot de overtuiging komen, dat speciaal voor de werkmansbelangen bij de mannen der wetenschap geen oog en belang stelling was. De iaatste 30 jaar is dit veranderd maar in dit tijdvak viel ook de mon- digwording des volks en dus bevestigt dit onze gedachte. En nu moge men zeggen voor 30 jaren was er nog geen sociale kwestie, maar ook dat bevestigt onze meening, dat de wetenschappelijke mannen zich met den werkman niet bemoeiden. Toen 't volk wakker werd in alle rangen en standen en de toestanden bloot kwamentoen begonnen de knappe mannen zich met den werkman te bemoeien. Werden er dan geen geleerde eco nomische en sociale geschriften ver spreid Werd de school niet een voor werp van strijd, en in die school was toch de werkman en zijn ontwikkeling begrepen We ontkennen niet, dat geleerde schrijvers zich neergezet hebben om dikke boeken te schrijven over den Staat en 't Staatslevenover econo mische onderwerpen van allerlei aard. Maar wat we misten en gemist hebben is een uiteenzetting van de waardij en beteekenis van den werkman voor 't Staatss- en sociaal leven. De werk man als orgaan van van 't Staats- en Gemeenschapsleven. Laten we 't maar eerlijk bekennen aan den werkman is nooit bijzondere Zorg gewijd door de mannen der wetenschap. Wie hij is. Hoe hij leeft. Hoe zijn gezin leeft. Zijn bestaansmiddelen. Zijn zorgen. Zijn gezondheid, leven en dood. Zijn loon, werktijd; zijn genie tingen en ontberingen. Zijn heele levensbestaan. Het trok ternauwernood eenige aandacht. En thans: alles- draait om den werkman 't is 't andere uiterste waar in de wetenschap vervalt. Vroeger: groote onverschilligheid. Thansbelangstelling. De arbeider is tegenwoordig het troetelkind en het vaart er wel bij. Maar dat heeft de arbeider alleen aan eigen Hink optreden te danken. De economische wetenschap gaat over de welvaart van den arbeider. De sociale wetenschap bemoeit zich met den arbeider. De medici ijveren voor den arueider door woning- en gezondheidsvoor schriften. De theologische en juridische weten schap roept de hulp van de Sociologie in om dienstbaar gesteld te worden voor den «socialen noock der arbeiders. En de werkman, 't goede deel ont vangende en wetend, hoe andere klas sen soms zuchten, verwondert zich, dat men hem thans toch zoo lief heeft, en weet er zelf geen verklaring voor te geven. Tenzij 't hem gaat als in 't versje Ik ruik met mijnen neusik doe 't [al sinds jaren, Üf dit een rechtsgrond is Ik durf 'tniet verklaren. De erkenning van 'tfeit, is dat voor die belangstelling, de rechtsgrond? Neenniet die erkenningmaar 't feit, dat de werkman door den nood gedreven en gedrongen zijn mond is gaan open doer. En nog open doet. n Nog aan de orde. Er zijn in dit zittingjaar nog heel wat onafgedane zaken te behandelen de Successiewet (ontwerp Kolkman) de uitbreiding van 't belastinggebied der Gemeente (ontw. Heemskerk) de bestrijding der zedeloosheid (ont werp Nelisse) de wet op de Echtscheiding (Nelisse) die op de naamlooze vennootschap pen (Nelisse) de positie der vrouwelijke rijksamb tenaren en onderwijzeressen bij 't openbaar lager onderwijs, die in 't huwelijk treden (Heemskerk) de Armenwet (H) de arbeidswet (Talma) de steenhouwerswet (Talma) Bakkersraden en Bakkernachtarbeid (Talma) de Ziekteverzekering (Talma) de Kustverdediging. Daarbij nu nog gevoegd de in de Troonrede gemelde, dan is 't duidelijk, dat er al veel te veel op 't program staat om dat in één jaar al te krijgen. Een wekelijksche kouter uit een onzer provinciale hoofdsteden, had het onlangs over wat ik met eenige overdrijving zou kunnen noemen »de meisjeskwestie, Op Koninginnedag had de man tot 's avonds laat, opgewekt feestgevierd maar de avond bracht hem de ergernis der zwervende, zwierende, zwierige meisjes, die hem vragen deden, waar hel toch met onze jeugd heengaat. Wat hij zag was geen uitzondering. Meisjes, nog in geen enkel opzicht vol wassen, groote kinders, andets niet, die tot laat in den avond door de straten slierden, brutaal opdringen voortdrongen, de kin in de lucht, de oogr-n rusteloos en schaamteloos in beweging, trippelend, dan send, roezend, gevolgd en aangeroepen door gansche scharen opgeschoten knapen, door »heeren« ze fs eu dat meisjes van 14 en 15 j «ai. Uti de achterbuurten vraagt men. Natuu lijk óók uit de omgeving van kroegjes en slaapsteden. Maar daar waren ook tal van lenders bij u t zeer fatsoenlijke arbeiders gez-nnen. Men weet, hoe dat gaat. Zulke meisjes, als ze de lagere school verlaten hebben, gaan in een »dienstje.« Zelden ztju onze arbeiders in zóó goede sociale positie, dat ze hun dochters na de schooljaren 'n paar jaar overdag op »uaaien<z kunnen doen en ze den kost geven zonder dat ze iets inbrengen. En zoo gaan ze dan op 13 en 14 jarigen leeftijd reeds gansche dagen onder 't oog der ouders weg, als loop-, kinder-, straks als dagmeisje. En dat gaat alles vanzelf 's Avond om 7 of 8 uur komen ze uit haar diensthebben dan nergens behoefte aanhebben ook geen i-idee« om nog wat aan te pakken, maar altijd kousen te stop pen en aardappels te schillen vallen trou wens, dat is wel te begrijpen buiten op straat is 't 2-leuk,« prettig-vol bij avond de winkels schitteren; 't jongemanvolk zwiert ook uit en zoo wennen ze zich al gauw aau, met vriendinnen langs de straat te sloffen. En dan komt 't een uit 't ander. Dan willen ze er 's avonds ook netjes uitzien ze j>verdienennu immers, de eene pocht dan tegen de andere op met hoed en mantel, met lint eu handschoen willen ze dan elkander overbluffenthuis komen ze dra alleen maar om te slapen dat geeft zich met jongens af en wat vader of moeder ook praten of vei manen 't zijn straatvlinders geworden eu dat blijven ze. De rest laat zich radeD. Niet wenigen komen na korter, of langer tijd, gewoonlijk door de misères van een gedworigen huwelijk heen, nog tamelijk goed terecht; d. w. z. 't worden huismoe ders, die niet al te smerig, en niet al te uithuizig zijn. Maar de nomader-aard uit de meisjesjaren verloochent zich toch nooit geheel en degelijke ouderwetsche huismoe ders, proper en vief, handig en vlug, worden ze nooit. Dat is in den arbeiderstaDd. Doch 't verschijn-el beperkt zich daartoe niet. Ook onze »burgermeisjes« gaan niet vrij uit. Ze zijn zoogenaamd wat j>netier.« Ze 2viiegen« niet langs straat, maar wande len. Ze laten zich niet in met »petteu« en nemen alleen notitie van »heeren« van 1 s jaar en ouder, die behoorlijk den hoed afnemen Maar ze zwerven eveugraag buitenom ze zijn thuis even onrustig ze kleeden zich graag even zwierig ze trippelen en lankoogen even behaagziek ais gene en laten zich vaak even weinig door ,haar ouders gezeggen. En uit de s-hoogere stauden« hoort men niet veel beters Die sluiten zich meer in eigen, engen kring op ze zitten vaster in 'n keurs van zeden en gebreken maar wat er soms van u.thcht, bepaaldelijk ook van 't leven der opgroeiende meisjes 't komt alles op 't zelfde neerEen leven regelloos en teugelloos; vroeg rijp, vroeg zot met veel drift en weinig schaamte mondair en naodern. Maar om nu terug te komen op de meisjes uit den arbeiderstand en de kleine bui gerij; het is wezenlijk een ernstig ver schijnsel. Als de hoogere standen ontaarden, blijft nog lang in de lagere klasse het pit en merg des volks gaaf bewaard. Als de jon gelingschap bedenkelijk dwars loopt, is 't voor 't volk nog niet verloren, zoolang de andere secte den rechten weg blijft gaan. De diepste oorzaak van het droef ver schijnsel is de afval van God en de klem- achting van zijn geboden. Er zijn gelukkig nog tal van gezinnen, waar de dienst vaD God in eere is en waar de jsugd die tus- schen de kinderjaren en den volwassenen leef ijd in staat, opgroeit tot degelijke man - nen en deugdzame, arbeidzame huisvrouwen. Maar 't is moeilijk tegen den algemeenen levensstoriu in le gaan Een mijner vrienden, 'n flink ambtenaar heeft drie dochters, zoo tusschen 14 en 20 jaar. Hoewel hij vanwege zijn inkomen best een dienstbode zou kunnen houden, doen zijn dochters alle voorkomende hui selijke bezigheden en ze doen het met lust en ijver. Daartoe behoort ook, dat ze buiten-achter de plaats ruimen, de straat schrobben, enz. enz,, waarbij ze natuurlijk niet de jonge mevrouw navolgen, van wie we onlangs als historisch verteld werd, dat ze in haar trouwjapon vleesch braadde Wat was du echter 't geval? De buurt sprak er schande van. In straattaal werd het de meisjes nage roepen, dat ze »kale juffrouwen-s waren, die op straat als dameijes liepen en thuis voor meid speelden Mijn vriend, noch zijn dochters sloorden er zich aan, maar zoo gaat het als iemand tegen den geldenden levensregel in werkt en metterdaad toont, dat geen enkele hui selijke aibeid de vrouw, van wat stand ook, onteert. Steeds meer gaan de meisjes geloven, dat het blijven in den huiselijken kring, bij den huiselijken arbeid, een kwelling des vleesches is en als 't maar even kan vliegen ze er uit. Nu moet men echter billijk zijn. Wat wordt er voor onze meisjes na de schooljaren gedaan. Ik bedoel niet den arbeid van naaikran- sen, meisjesverecnigingen, e.d.g, die trach ten de meisjes u t het volk tenminste een avond per week te binden, ze nutiig en aangenaam bezig te houden maar ik bedoel, wat er gedaan wordt, om die meis jes voor ie bereiden tot de taak voor vrouw en huismoeder Van fabrieksmeisjes zwijg ik maar. Ze verdienen aardig geld, maar negen van de tien worden sloddervrouwen en hoe kan 't ook anders. Maar de dag-dienstboden e.d.g.? Van de honderd »juffrouws« en »mevrouws« is er een of niet een, die zu'k een dagmeisje werkelijk 't huishouden leert. Velen weten er zélfs niets van. Anderen hebben geen zin, om 't paard te zadelen, waarmee een ander uit rijden gaat. De treklust onder de meisjes is groot en zoodra ze wat kennen, willen ze meer verdienen, betere diensten hebben. Waar leeren zulke meisjes 'i fij ie van een huishouding? Waar leeien ze smakelijk koken met weinig kosten? Waar leeren ze naaien en s'oppen? Waar leeren ze be hoorlijk strijken Waar leeren ze boenen en poetsen, wasschen en 'i goed opmaken Want dit alles moet nel zoo goed geleerd worden, als een ambach'sjongen zijn vak. Het waait iemand niet aan En in deze richting wordt zoo bitter weinig gedaan Om 't huiselijk leven en 't gansche huis bedrijf lief te hebben, zoodat men zich daarbij werkelijk thuis voelt en er 111 'leeft moet men 't kennen Leer het onze meisjes kennen Niet maar oppervlakkig maar in de fijne puntjes eu zie, of niet velen er smaak in krijgen en 't -genoeglijk huiselijk avondleven gaan verkiezen boven het fladderen langs de sliaal UITKIJK. Een Herfstbemesting met Chili bij Granen. Vele landbouwers zullen bij dit opschrift nog vreemd opkijken „Hoe zullen ze zeggen „moeten wij de chili nu ook reeds in den herfst aanwenden Op deze vraag aldus gesteld, antwoorden wij niet onvoorwaardelijk ja. Of een Chili-aanwen- ding in 't najaar met voordeel kan geschie den hangt van omstandigheden af. Nu zijn er nog een groot aantal boeren, die het nimmer doen, en dat is een fout, waarvan de gevolgen zich steeds meer opbaren, nu ook bij de granen meer en meer kunstmest stoffen worden toegepast. Geeft men hierin kali, phosphorzuur en kalk, en laat men de stikstof geheel weg, dan, 't spreekt van zelf kan zich dat, wanneer de opneem bare stikstof voorraad in de bouwvoor niet voldoende is, wreken 't gewas ontwikkelt zich vóór den winter te weinig, krijgt er van de winterkoude soms geducht langs en komt in 't voorjaar moeilijk op zijn verhaal. Waar dus geen stalmest doch kunstmest bij de wintergranen wordt gege ven, daar zorge men, dat de boerentafel ook op vier pooten kome te staan en het jonge koren althans zóóveel stikstofvoed- sel vinde, als het voor zijn eerste ontwik keling noodig hebbe. Men geve daarom van de aan te wenden ckili-koeveelheid onge veer een derde, b.v. 75 KG. (per H.A.) reeds in den herfst. Dit zal beslist noodig zijn, wanneer de cultuurtoestand van den bodem te wensclien overlaat, de grond schraal, stikstofarm is, en inzonderheid in een nat, koud najaar, tengevolge waarvan in de bouwvoor de salpeterzuurvorming onvoldoende plaats heeft. En meer nog zal het noodig wezen, wanneer de zaaiing, zooals nog maar al te vaak voorkomt laat in den tijd valtdan is een voorspoedige groei noodzakelijk, zal het graan in staat zijn de winterkou te trotseeren. 'iekt.r is het, dat menigmaal het uitwin- teren- van het koren ten onrechte aan den kunstmest is geweten, waar dit eenvoudig een gevolg was van het geringe weerstands vermogen van liet gewas door onvoldoende voeding: weglating der stikstofbemesting, 't ls voor ons al een regel geworden, 0111 indien yve niet zeker weten, dat de akker nog vrij wat »oude kraciit« bezit, 11a de zaaiing ook wat Chili te geven. Bij een vergelijkende proef voor 4 jaar kregen we van een stuk, 10 Are groot, doordat we éénvierde der Chili dadelijk uitstrooiden, 13.5 K.G. zaad en 14 K.G. stroo meer dan 1 x. 1 I1 vau het rogge-perseel, hetwel- eerst in 't j-ar

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1