Herfststilte.
Hij durfde.
wat de Schrift leert, inzonderheid over
den weg der zaligheid, vastheid om
den pelgrimstocht in rusten vrede voort
te zetten
Hoe zou dit kunnen, daar Jezus de
bezitter is der sleutels van hel en van
dood Hij kan de toegang openen naar
het Vaderhuis, maar ook, Hij kan slui
ten en niemand zal kunnen binnengaan
dan in de open deur des verderfs.
I)e overste kwam tot Hem, die alleen
het ware antwoord kon geven. En nog
steeds geeft Christus onderwijs als
Leeraar. Hij zond Zijnen Geest op aarde
om in alle waarheid te leiden.
Zijt dan niet onverschillig in uw
ongeloof en bijgeloof, maar onderzoek
uw stand tegenover den eeuwigen
God.
Indien dan iemand van u wijsheid
ontbreekt, dat hij ze van God begeere
die een iegelijk mildelijk geeft en niet
verwijt.
Maar dat hij ze begeere in geloof,
niet twijfelende.
Wat de Heere den jongeman ant
woordde, hopen wij de volgende maal
te overdenken.
DE WERELD-ZENDINGSCONFERENTIE
TE EDINBURG AAN DE LEDEN DER
CHRISTELIJKE KERK.
Geliefde Broeders en Zusters
in den Heere Jezus Christus.
De leden van de Wereld Zendingsconfe
rentie in Edinburg vergaderd, wensehen U
een boodschap te zenden, die liun na aan
het harte ligt.
In de afgeloopen tien dagen zijn wij bezig
geweest met een ernstige en onafgebroken
bestudeering van den staat van het Chris
tendom in de niet Christelijke landen.
Hierbij hebben wij het te bearbeiden gebied
nauwkeurig opgenomen en de beschikbare
krachten 0111 bet te bezetten gemonsterd.
Gedurende twee jaren hebben wij inlich
tingen van deskundigen in gewonnen over
ieder onderdeel der Christelijke Zending,
inlichtingen die de conferentie geleid heb
ben tot enkele gevolgtrekkingen, die wij U
thans wensehen voor te leggen.
Ons onderzoek heeft ons doordrongen
van de machtige beteekenis van liet hui
dige tijdsgewricht. Wij hoorden van vele
kanten van het ontwaken van groote vol
ken, van het opengaan van lang gesloten
deuren, en van geestelijke stroomingen, die
op eenmaal de Kerk stellen voor een nieu
we wereld, die voor Christus gewonnen
moet worden. De eerstvolgende tien jaren
zullen naar alle waarschijnlijkheid een
keerpunt in de wereldgeschiedenis vormen,
en kunnen van meer beslissenden invloed
zijn op de geestelijke ontwikkeling der
menschlieid dan vele eeuwen onder gewone
omstandigheden. Indien deze jaren worden
verwaarloosd kan een schade worden aan
gericht, die in geen eeuwen te herstellen
is. Worden zij echter goed gebruikt dan
zullen zij tot de heerlijkste in de geschie
denis der Christenheid behocren.
Daarom hebben wij langdurig en nauw
keurig onderzocht hoe door aaneensluiting
en bevestiging der bestaande corporaties
en door verbetering van hunne werkwijze
en de opleiding hunner werkers, de bestaande
krachten in het Zendingsveld het best be
nut kunnen worden. Wij hebben alles ge
daan wat in ons vermogen lag in het be
lang van spaarzaamheid en doelmatigheid.
En wij hebben bij deze poging een grooter
eenheid van gemeenschappelijk handelen
bereikt, dan sedert eeuwen in de Christe
lijke Kerk gezien werd.
Maar bij toeneming is ons gebleken, dat
wij iets veel grooters noodig hebben dan
hetgeen bereikt kan worden door spaar
zaamheid en reorganisatie van hetbestaande.
Wij hebben in de eerste plaats noodig een
dieper besef van onze verantwoordelijkheid
tegenover den Almachtigen God voor de
groote opdracht, die Hij ons toevertrouwd
heeft het Evangelie te brengen aan de
geheele wereld. Die opdracht is niet in het
bijzonder gegeven aan onze zendelingen of
zendingscorporaties of aan ons als leden
van deze Conferentie. Zij is gegeven aan
ieder lid van de Christelijke gemeenschap
en zij is evenzeer verplichtend voor elk lid
der kerk als het betrachten van de grond
slagen van het Christelijk leven geloof,
hoop en liefde. Wat een mensch tot Chris
ten maakt, maakt hem ook deelgenoot aan
deze opdracht. Wij stemmen dit wel allen
toe, maar wij behoeven een aansporing om
dit in veel grooter mate dan vroeger in
practijk te gaan brengen. Zooals een groot
nationaal gevaar een nieuwen standaard
van vaderlandsliefde en offervaardigheid
van iederen burger eischt, zoo eischen de
tegenwoordige wereldverhoudingen en onze
Zendingsplicht daartegenover van ieder
Christen en van elke gemeente een herzie
ning van de tegenwoordige mate van
Zendingsijver en toewijding, en de verlioo-
gi ig van ons geestelijk ideaal.
De oude maatstaf en het oude ideaal
waren aangelegd op een toestand van de
wereld, die thans tot het verleden behoort.
Zij voldoen niet meer voor de nieuwe we
reld, die op de puinhoopen van de oude
verrijst.
Deze nieuwe geest wordt echter niet al
leen van personen en gemeenten geëischt.
Het is een heilige noodzakelijkheid, dat de
samenleving als zoodanig en de invloed,
dien het volk als volk heeft, geheel Chris
telijk worde, opdat het huidige overwicht
van het Westen op het Oosten en van de
sterkere rassen op de zwakkere de Zen
dingszaak bevordere en niet belemmere.
Gods Voorzienigheid heeft ons allen ge
leid in een nieuwe wereld van gelegenheid,
van gevaar en van plicht.
En God vraagt van ons allen niets min
der dan een geheel nieuwen opzet van ons
leven, vuriger, meer ingespannen en meer
zelfsopofferend van voorheen. Maar wan
neer, zooals wij gelooven, de weg van
plicht de weg van openbaring is,
dan sluit deze strenge eisch van plicht in
zich de verzekering, dat God grooter is.
meer liefdevol, dichterbij, en meer bereid
ons te helpen dan iemand zich heeft kun
nen indenken. Voorzeker, wij zijn dan ge
roepen tot nieuwe ontdekkingen van
Gods genade en almacht, voor ons zeiven
voor de Kerk, en voor de wereld om in
de kracht van dat hechter en stouter geloof
in Hem de nieuwe eeuw en de nieuwe taak
met nieuwe toewijding tegemoet te treden
EdinburgJuni 1910.
Bij de plaat
De lieflijke zomerdagen liggen weer achter
ons. De oogst is binuengehaalt en in de
winterscüuren weggeborgen. In de naakte
booinen laat geen vroolijk vogeltje zijn lus
tig lied meer trillen, üp de vale weide wordt
het geblaat der lammeren niet meer gehoord.
Op den bouwakker verneemt men niet
meer liet blij gezang van den jongen boer.
Stilte daalt neer op aarde. Rustige rust
11a den tijd van zvvaren arbeid rust, slechts
gestoord door felle najaarsstormen stilte,
slechts verbroken door gierend windvlagen
door regen en hagelgekletter.
»'t Wordt buiten zoo stil. zoo ongezellig,
zoo guur,« hoor ik u zeggen; en ge laat
uw wandeling 11a.
Het gure najaar Ja, er is iets van waar
maar toch laat men u niet wijsma
ken, dat de natuur 111 het najaar haar
schoon geheel verloren heeft; laat men u
uw wandeling niet rooven door sombere
voorspiegelingen. Luister liever eens naar
hetgeen onze Nieolaas Beets, de natuur
kenner bij uitnemendheid, heeft durven zin
gen in zijn najaarslied
Ik ken geen schooner kleuren
Dan tlie van 't Hollandseh boscli
I11 bruinen najaarsdos
Ik ken geen zoeter geuren,
Dan die uit droge mos,
Uit geelroode eikenbladeren
Eu varenkruid, dat bloeit,
Ik ken geen schooner luchten,
Dan waar de herfst mee praalt,
Als 't zonlicht nederdaalt
En dorpen en gehuchten
In goud en kleuren maalt.
lezer verzuim thans uw wandeling minder
dan ooit.
't Is nu stil buiten, lieel stil.
In deze stilte spreekt de stem van Gods
eeuwige Natuur.
I11 deze stilte spreekt de stem uwer on
sterfelijke ziel
I11 deze stilte leert gij uzelf begrijpen,
leert gij verstaan wat 11 onduidelijk was,
want, het wordt verhelderd opgehelderd.
I11 deze stilte ontvangt gij nieuwe kracht
voor het leven, dat u wacht, als gij ujt
die stilte weer tot den moeilijken arbeid
torugkeerd.
Stilte is zoo machtig!
Dat weet gij zelf immers ook wol? Her
inner 11 maar de geweide stilte, wanneer
gij ter godsdienstoefening vergaderd zijt, en
uw gedachten als vanzelf worden opgevoerd
naar den Eeuwigen. Herinner u maar de
stilte van het ziekbed of van de stervens
sponde, de stilte van den nacht, de stilte
in een ongelukkigen toestand, de stilte in
blijde oogenblik. Want dit is opmerkelijk
wie heel bedroefd is, kan geen woorden
vinden, maar is stil en weent. E11 ook wie
door plotseling geluk' wordt overstelpt, is
vaak stil en weent.
Stilte is zoo veelzeggend
Vele menschen houden niet van de stilte.
Zij verstaan de stilte niet. Zij hebben geen
oor voor üe boodschap, die de stilte hun
brengt. En zij zingen, en zij praten, en zij
lachen vele laffe zoutelooze liedjes vele
holle, banale woordjes, vele schaterende,
onbeduidende lachjes. Zij willen de stilte
niet. Zij kunnen haar niet verdragen. E11
daarom dat gelach, dat gepraat, dat gezang.
Opdat zij niets hooren van die stilte, en
toch veelzeggende aanklacht, die aanklacht
van hun ziel, die tot. hen komt in de stilte
en die hun hun innerlijke leegheid en on
beduidendheid onmeedoogenioos blootlegt.
Stilte zegt vaak meer dan groote, schit
terende (vaak ook schetterende) redevoerin
gen. Eenige minuten van stilte leeren u
dikwijls meer dan geleerde boeken vol spre
kende levenswijsheid.
Dat weet ook gindsche grijsaard bij er
varing. Hij heeft zich geen oogenblik be
dacht, maar is de Natuur nog eens inge
trokken, de Natuur, waarmede hij van jongs
af aan is vertio iwd geraakt. En dan heelt
hij zich, daar waar geen menschen zijn.
Haast valt het kruis uw schouders af,
E11 wacht van 't eeuwig welbehagen
l w kroon aan andre zij van graf R
W ij weten het niet, maar wel wensehen
wij, dat het ons allen gegeven, zij, die
boodschap zóó te verstaan, telkens waimeei
zij tot ons komt. Want we hebben' ze zoo
noodig
Ons woelen hier beneden gelijkt op het
op-en-neer-stappen van een schildwacht
voor de tent van zijn generaal op.-en-neer
van links naar rechts, en van rechts weer
naar links. Wij werken van den vroegen
morgengloor tot den laten avondglans. E11
bij de zorg voor het lichaam geraakt dé
zorg voor de ziel op den achtergrond. Het
zwoegen en slaven put onze krachten uit.
onze werkkrachten en onze denkkrachten
en wij loopen gevaar onszelven te verlie
zen. E11 dat mag toch niet, nietwaar
Daarom! als bezorgdheid ons-kwelt, of
verdriet ons pijnt, als wij versche krach
ten behoeven voor den arbeid, laten wij
dan uitgaan, daar. de stilte, en eerbiedig
luisteren naar haar stem
Denk echter niet, dat in de stilte de
verzoeker ook stil is. Toen Christus in de
stilte, in de woestijn ging, voor Hij zijn
arbeidzaam leven in het openbaar aanving
verscheen Hem de duivel Als het u ge
beurd, dat in de stilte de booze tot u komt
strijd dan in die stilte in Gods kracht
kamp en worstel tot gij als overwinnaar
uit het strijdperk treedt. Die strijd zal u
uw krachten doen kennen. maar ook
uw zwakheden. Uw deugden waarvoor sii
uw Heiland danken moogt, maar ook uw
gebreken, die gij nog overwinnen moet in
zijn kracht, waarin gij alles volbrengen
kuntE11 gij zult .terugkeeren uit de stilte
als een man wijzer in zelfkennis, geduch
ter in kracht, want gij weet het en gij ge
voelt het: God laat u niet alleen 1* Hij
helpt, sterkt en troost u Ë11 zoo Hij na
bij u is, voor wat, voor wien zoudt gij
nog vreezen
Timqtheps. j. Mi d. Z.
Oostenrijk lag aan de voeten v,an Napo
leon en de groote overwinnaar trók' Weenen
binnen. Talrijke burgers, saamgestroomd
om den machtigen vorst te zien, juichten
hem toe. En velen, wier hart bloedde om
de vernedering hun vaderland aangedaan,
waagden het, niet uit te komen voor hunne
gezindheid jegens' koning en land. Toch
was er een, die niet kon zwijgen. De'be-
roemde toonkunstenaar Jozef Haydn zon
openbaar laten hooren, zelfs aan Napoleon,
zijne liefde voor zijnen vorst.
Hij woonde in een straat, waardoor Na
poleon op zijn zegetocht zou heentrekken.
Tegen den tijd, dat Napoleon de straat in
kwam zette hij zich aan het vensterraam.
Zoodra nu de dwingeland nabij zijne woning
kwam, speelde hij op zijn klavier het Oos-
tenrijksche volkslied. De menigte hoort het
en ziet verbaasd naar boven. Hier en daar
begint er. een mee te zingen, eerst zacht,
dan luid en weldra klinkt het de gansclie
straat door God behoede Frans den Keizer,
onzen goeden Keizer Frans.,
Onder het zingen ter eere van den wet
tigen vorst reed Napoleon voort. Hij was
gedwongen aan te hooren de bewijzen, dat
het Oostenrijksche volk hun Keizer trouw'
bleven ook in zijn tegenspoed.
Haydn vroeg nietzijn er nog meerdere
die durven uitkomen voor hun gevoelen,
maar hij deed zijn plicht.
Hij onderzocht niet, welke schadelijke
gevolgen zijn optreden kan hebben, maar
hij deed kloekmoedig zich hooren.
Er ligt in deze gebeurtenis wel een les
voor zoo menig Christen.
't Is een flink gebouw, opgetrokken in 1616, blijkens een opschift boven den in
gang der vroegere Waag, in welk opschrift de hoofdletters, met uitzondering van de
D, samen het getal 1616 vormen. Op den nu gescheurden steen lezen we:
Deeses steens gesChrlft. een Ieder een hier gaet ontfoVWen,
Wie Men Van dit dorpshVYs den eersten steen fonderen saCh.
't Was den sChoVdt Woest InghVe, die 't. eerst begon te boVWen
Weesende den 't WacLfden JV11I op sine adoLfsdaCh.
In 1SS9 is het inwendig verbouwd, en van buiten van nieuwe ramen voorzien
waardoor vóór- en zijgevel een aangenaam voorkomen hebben terwijl het. hard-
steenen bordes den indruk verhoogt.
Misschien geen beter tijd om il eeris Wbit
meer in de Natuur te verdiepen, dan juist
nu, in den Herfst! Thans zijn er geen rij
tuigen. wier wielgeratel, geen automobielen
wier tuf-tuf u onophoudelijk onaangenaam
aandoet, of doet opschrikken. Gij ziet nu
geen ijdel toiletvertoon, geen pralen deftig-
doen, waardoor uw geest telkens weer
naar het aardschc gedoe wordt terugge
leid. Thans geen drukpratende heeren, geen
lachende dames, geen schreeuwende kinde
ren, die uw aandacht afleiden. Daarom,
neergezet op een der banken. En nu denkt
hij na en beluistert de stem van de stilte
0111 hem heen.
Aandoenlijk beeld, dat do schilder ons
voor oogen stelde! De stilte van den Herfst
en de stilte van den Ouderdom De Herfst
in de Natuur en de Herfst in het Leven
Zouden zij elkaar niet veel tc zeggen heb
ben
In kwistigen overvloed zweven
de gele bladeren met ritselend geruisch ne
der. Een is er op zijn knie blijven liggen
als een stille bode van Boven. Zou zijn
boodschap evenzeer begrepen worden als
eertijds door Van Oosterzee, toen hij schreef
»De dood heeft mij een brief geschreven
Ik las liem op het dorrend blad.
Dat, door den stormwind voortgedreven,
Op 't vensterglas had post gevat.
Dus las ik Wandlaar, rep uw schreden
Uw avond komt, uw nacht daalt neer.
Doe, wat gij nog kunt doen op heden.
Want morgen draagt u dra niet meer.
Tors willig wat ge nog moet dragen
GEMEENTEHUIS TE OOLTGENSPLAAT.