Zaterdag 17 September 1910. 1 Antirevolutionair 25ste Jaargang JS°. 1590. Orgaan voor tie Zuidliollandsclie en Zeeuwsclie Eilanden. SMS BLAD. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. Alle Mokken voor «Ie Kedaeüe bestemd, Adverientiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Hifyever. Algemeen Kiesrecht. Draden spinnen. OP UD.1 UITKIJK. Tuin- en Landbouw. Ueze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. n n v zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 1,50 zonder f 4,50 per jaar. U'zoaderlijke unmmers 5 Cent. Met Zondageblad 7 Cent. arraKTER SOMMELSDIJK. Telefoon In ter comm. So. 2. Advertentiën 10 cent per regel en i/i maai. Reclames 20 per regel. II boekaankondiging 5 Cent per regel en Vi Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, jj Qroote letters en vignetten werden berekend naar de piasteraimte die zij beslaan jj Adverientiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Niet over 't beginsel zelf, willen we iets zeggen, maar over den indruk, dien de strijd erover op ons maakt. En dan worden we hoe langs zoo meer ver sterkt in 't denkbeeld van Lassalle, dat algemeen kiesrecht niets meer beteekent dan een vereenigingspunt voor verspreide troepen, doch dat men aan 't bezit ervan nooit die waarde heeht, waarvan men opgeelt n.l. ver overing der politieke en sociale macht. Lassaile was één der Duitsche pio niers der Sociaal-Democratie. Als 't meest doeltreffend middel om 'tiot der werklieden te verbeteren, noemde hij 't vormen van werklieden-vereeni- gingen, gesteund door den Staat, wiens taak het volgens hem was, om den weg te effenen voor 't oprichten dezer vereenigingen op gruo e schaal en om aan de arbeiders de mogelijkheid en de noodige middelen le verschaffen, om door organisatie eigenaars der fabrieken te worden. En dit doel kon bereikt door 't Al gemeen rechtstreeksche kiesrecht. Daardoor konden de arbeiders den Staat dwingen hunne vereenigingen op krachtdadige wijze, zedelijk en financieel te steunen. Hij noemt dat algemeen kiesrecht den standaard, in wiens schaduw de legerscharen der werklieden zouden opmarcheeren ter victorie. En toch, al noemde Lassalie dat rechtden »standaard«, toch geloofde hij niet, dat daardoor de Sociale kwestie kon worden opgelost. Maar wel er kende hij de noodzakelijkheid om een onmiddelijk en tastbaar doel aan to geven, waarheen 't streven der werk liedenmassa's die men wilde organi- seeren, zich kon richten. En de historie heeft hem in 't ge lijk gesteld. Waar is de Sociale kwestie door 't Algemeen. Kiesrecht opgelost Nog nergens. En toch is in verscheidene Landen dat Kiesrecht aanwezig. Nog sterker. In Nederland heerscht 't Algemeen Kiesrecht niet, en toch staat onzes inziens dit land boven Frankrijk in zijn Sociaal streven bo ven Frankrijk, waar 't Algemeen kies recht wel heerschappij voert. 't ls niet waar, dat 't Algemeen Kiesrecht in staat is de Sociale kwes tie op te lossen, omdat deze kwestie daarvoor veel te ingewikkeld is en zoodra 't kiesrecht door de eene helft der kiezers wordt gebruikt om zich te willen bevoordeelen, aanstonds de andere helft met datzelfde kiesrecht in de hand zich tegen dien Staats- diefstal zou gaan verzetten. Een Land bestaat niet alleen uit arbeiders, die door hun kiesrecht voor- deelen zouden kunnen bekomen, maar ook uit heu, die dan hun voordeelen zouden moeten missen. En dat geeft een ooophoudelijken strijd in de Natie van »öemers« en «houders« een strijd zoo vurig, dat alle ideaal van 't Algemeen Kiesrecht n.l. om den Staat voor een deel zijner onderdanen op te eischen, ten eenenmale fiasco maakt. Men laat zich door "t Algemeen Kiesrecht geen lammetje maken,- dat 'er slachtbank wordt gevoerd inte gendeel 't ontketent allerlei harts tocht van t eigen Ikieder vecht om t zijne, en al vechtend is 't resultaat, t 't Algemeen Kiesrecht zich voor oogen stelt n.l. verovering der macht door een deel der Staatsburgers voor deeldat resultaat is nihil. Zie maar rondom in Europa. De strijd voor 't Algemeen Kiesrecht is een doode musch. 't Geeft veel lawaai en agitatiemaar zakelijks komt er niets door tot stand, 't Verandert nergens de toestanden zoo, als men dat geloofde of hoopte. En ook in ons Vaderland is 't krek eender. Heel de strijd voor 't Alge meen Kiesrecht is een agitatiemiddel een propagandamiddel om de troepen bij een te houdeneen lokmiddel een vereenigingspunt dat aantrekt, maar niets dan teleurstelling baart, voor wie er op bouwt. t Algemeen Kiesrecht is een vuur baken geweest én vroeger én thans, dat men den strijd aangevangen had maar meer dan vuurbaak werd 't nooit. De schipbreukelingen der maat schappij, de «proletariërs tuurden er naar, als lichtpunt van redding. Maar 't veranderde hun positie niet. Niet de Staat echter, maar't Sociale bewustzijn des Volks heeft verbetering gebracht. Het kiesrecht heeft weinig uitgevoerd. Met een beperkt kiesrecht was men in Nederland even ver gekomen als thans, nu er bijna een millioen kiezers zijn. Maar er zijn gansch andere krach ten ontwaakt, die niets met de Stem bus te maken hebben en die krachten van sociale organisatie zijn 't, welke de verbeteringen hebben aangebracht, doch de stembus heeft voor't Volk wel veel «gesproken,® maar weinig «ge daan®. Er is in Duitschland en daarna in Nederland een tijd geweest, dat de werklieden de draden braken, die hen bonden aan de progressistenpartij. In Duitschland was dat de partij Schulze-Delitsch in Nederland noem de men ze de Radicale partij. Maar de kopstukken der Sociaal- Democratie, onder eigen banier op trekkend, lokten 't volk van de voor uitstrevende partijen af en brachten ze in hun eigen organisatie. En van dien tijd af scheen er een vo'- maakte klove te bestaan tusschen "'ocialisten en Vooruitstrevenden Wat strijd is er niet gestreden én in Duitschland én hier te Lande. Hoe werden de vooruitstrevenden door de Socialistische partij, in 't zonnetje gezet, uitgelachen als 't ware, over hun halfheidhun meezeulen met de »bourgeois«, met de burgerpartijen. Er was geen draad goed aan eenig progressist, hij was de verrader der werklieden, de handlanger van den kapitalist, hij had vleugjes en bevlie gingen van democratie, maar was en bleef een Kapitalisttenvriend aldus de Socialistische Pers. Hoe de tijden veranderd zijn. De Socialistische partij is b°zig de draden te brekenneen de draden te spinnen om met diezelfde verdach ten van eertijds saam op te trekken. En de vooruitstrevenden, alle haat en wrok en «geschek van vroeger ver getend vragen om den Socialisten gunst en hulp. De Socialistische partij, onder het motto«revisionistisch® wandelt met den progressist t politieke erf al keu velend op en neer. Samen zullen ze zaken gaan doen. Nog enkele jaren of ze loopen bij elkaar in en uit. De draden zijn gespannen. Nog en- kale jaren, of de «draad® is een ka beltouw. Wie dan zich 't meest bekla gen zal is niet twijfelachtig. En wie er voordeel van zal behalen is ook niet twijfelachtig De teekenen hebben er reeds op gewezen bij de Provinciale Stembus. Er ligt nu aardig wat. Van 't voorjaar is het gebeurd, dat de Kamer onnatuurlijk lange vacanties nam, omdat er weinig werk aan den winkel was en toen waren de heeren van de overzijde er als de kippen bij, om te smalen op dat «christelijk ministerie*, niet eens in staat, om den wetten-molen aan 't draaien te houden. Ze kunnen nu hun hart ophalen Er is tijdens de zomervacantie zooveel binnengebracht, dat de Kamer, die boven dien met een jaarlijks loenemenden Be- grootings-arbeid moet klaar komen, voor eerst niet over werkeloosheid in 't Bedrijf hoeft te klagen Er zijn groote wette i ingediend. Met name Talma's «Ziektewet,* Djch er ligt ock een stapeltje kleinere wetsontwerpen en daaronder zijn er, die almee volstrekt niet van beteekenis ont bloot zijn. Zoo is daar bv. het voorstel tot aan sluiting bij de Beiner Conventie Honderd tegen één, dat slechts een enkele mijner lezers weet, waarover die Conventie handeltof zij bedoelt de beteugeling van den handel in «blanke slavinnen*; inter nationale bescherming tegen Amerikaansche sporenzwendelverhindering van kaas- en boterbedrog, of Neen, niets van dat alles. De Berner-Conveniie regelt het ver- talingsrecht. Ons Christenvolk houdt r.ogal van lezen en dit is zijn eere. Honderdmaal beter met een goed boek 's wintersavonds aan de huistafel te zitten, dan met een keu in de hand achter de biljarttafel te Slaan 1 Nu zal het echter teders aandacht weieens getroffen hebben, dat zoo tal van boeken uit het Engelsch, Duitsch, Deensch, Zweedsch, zelfs uit het Russisch, Italiaansch enz. zijn vertaald. Vele Nederlandsche uitgevers, die van plan zijn, zulk een boek te laten vertalen, stellen zich van te voren in verbinding met de uitheemsche schrijvers en uitgevers, om hun goedkeuring en medeweiking voor het plan te vragen. En ook keeren zij niet zeilen daarvoor eenig honorarium uit. Dit is echter een beleefdheid Zij behoeven het niet te doen. Een Nederlandsche uitgever kan een Duitsch, Engelsch, Deensch enz. boek laten vertalen en uitgeven, zonder dat hij daar voor den oorspronkelijken schrijver en uit gever ook maar iet» vergoedt. Hij hoeft er hun niet eens kennis van te geven. Wat hij in deze richting doet, geschiedt onver plicht. Daaraan nu bedoelt de Berner-Conventie een einde te makeD. Zij regelt deze zaak en dwingt den vertaler-uitgever het auteurs recht van den uitheemschen schrijver te erkennen, 't zij dal deze dit zelf nog bezit, 't zij dat hij het aan zijn uitgever heeft overgedaan. Dit geldt van weerszijden. Een buitenlandsch uitgever kan op dezelfde wijze Nederlandsche werken voor zijn zaak en kas productief maken. Doch aangezien Nederland een klein land is en rondom in de goede buren zit, wor den er wel tien boeken uit een vreemde taal in het Hollandsch overgebracht, dan dat er uit onze taal in een vreemde over gezet worden. Desniettemin vindt onze Regeering het recht en billijk, als ook Nederland zich bij dc Berner-Conventie aansluit. De vertaalde boeken zullen dan wel iets duurder worden, omdat de uitgever er dan niet meer af is, door ze voor 'n paar pop het vel te laten vertalen, maar ook aan den oorspronkelijken schrijver honorarium moet uitkeereD. Maar onze Regeering vindt dat billijk, omdat de arbeider ook de uitheemsche arbeider zijn loon waardig is. Er rijst echter sterk verzet. Met name in den kring onzer Christen - uitgevers worden stemmen gehoord, die de Kamer aansporeD, om eenvoudig deze wet te verwerpen. Maar zegt deze of gene laten die uitgevers dat met de Regeering en de Kameis uitvechten wat gaat ons dat aan Nu, ik stem toe, dat deze kwestie, in 't algemeen genomen, beter op haar plaats is in een vakblad voor den Boekhandel of op een uitgevers-congres dan in deze rond schouw en daarom laat ik vele argumenten vóór en tegen stiliekens met rust. Er is echter één argument, dat wel dege lijk ons christenvolk raakt. Onze uitgevers toch zeggen gij zult er minder van worden, want uw leestafel zal minder rijk voorzien zijn, als de vertaling van vreemde schrijvers moeilijker en kostbaarder wordt En daar wou ik iets over zeggen. In de eerste plaats worden er heel wat «christelijke* werken en werkjes in onze taal overgebracht, waaraan heel weinig ver loren is, als we ze missen zouden. Het christelijke is er maar al te vaak zeer slap en het nationale vanzelf geheel zoek. 't Is ongehoord, wat buitenlandsche kost onze uitgevers soms opscheppen. Ik kan 't waar lijk geen schade vinden, als een deel van die vertalingen voortaan achterwege blijven moet, omdat de Berner-Conventie het «overnemen* wat lastiger maakt. Bepaald eerste klas-werken en ook neg «el het degelijke goed, dat gewoon »met talent geschreven is* komt er toch wel. Wat de moeite waard is en «inslaat*, mag toch wel op 'n paar duizend afnemers rekenen. Als 't iets goeds is, willen die voor 'p boek van een 200 bladzijden best een dubbeltje meer betalen dan thans waardoor de uitgever over een 200 gulden beschikken kan, om den buitenlandschen uilgever of auteur aan te bieden. Werkelijk .we worden overstroomd. Daar .hebt ge nu bv. de Standaarden d,e Nederlander, twee hoofdbladen van christelijke partijen, die nu niet meer in haar eerste jeugd den strijd moeten voeren om het bestaan. Zoover mij heugt, heeft slechts een keer ons hoofdorgaan een oorspronkelijk verhaal van een Nederland- schen schrijver gegeven, maar sinds dien zijn 't al z'n leven vertalingen geweest, die voor feuilleton dienst doeD. Waarbij dan een zonderlinge voorliefde geldt voor het Duitsch. Boeiend zijn die verhalen over 't algemeen wel, daar zeg ik niets van. Maar 't zijn Duitsche menschen, Duitache toestanden, Duitsche karakters, waarmee we kennis maken. De geest is Luthersch en niet ge reformeerd. 'tls, alsof ons eigen nationaal, Calvinistisch leven niet de moeite waard is, om uitgebeeld te worden. Of er in onze historie geen «stofc meer zit. Of we niet fatsoenlijk voor den dag kunnen komen, als we geen leentjebuur spelen bij den vreemdeling. 't Heeft me vaak verbaasd, 't Heeft sae ook wel geërgerd. En nu weet ik wel, wat men zeggen zal. Wijzelf zijn zoo arm Dat is zoo. Maar dat eindeloos vertalen is nu niet de weg, om van onze armoede verlost te worden. En bij onze dagbladen en bij onze uitgevers is zeer weinig te merken van een streven om het christen mannen en -vrouwen, die eenig talent hebben, gemakkelijk te maken, in roman, novelle of feuilleton hun kracht te beproeven. 't Gaat zoo immers eenvoudig Op z'n gemak kan men zien, wat het in 't buitenland «doel*. Een vertaler krijgt men goedkoop Maar ons volk wordt volgestopt met vreemde producten, die wel vaak algemeen-christelijk, maar zelden degelijk-Calvinisiisch en nooit nationaal zijn. 't Zijn Emmy's en Carl's en Jeannette's en tutti quranti, maar onze Nederlandsche jongens en meisjes, mannen en vrouwen worden niet gezien. Natuurlijk zijn 't wat meer kosten. Doch daaraan laten de besten onzer christelijke uitgevers zich niet kennen. Missen kunnen ze 't buitenland vooreerst niet, dat weet ik wel 1 Maar ik stem niet toe dat ons christenvolk in zijn eigen belang zich tegen aansluiting bij de Berner-Conventie verzetten moet. Als 't vertalen wat moeilijker gaat wordes en wat meer gaat kosten, dan hoop ik van ganscher harte, dat onze uitgevers wat meer courage gaan krijgen, om 't ook eens met boeken en feuilletons van onze eigen mannen te gaan probeereo. Tegen de buitenlandsche concurrentie kun nen deze niet opwerkenook hun arbeid willen ze betaald zien, hoe matig hun eischen ook zijn. En ons christenvolk zou op den duur met werken van eigen bodem 't meest zijn gebaat UITKIJK. Chili in 't na f nar. In ons opstel «Voorzorg, van voor enkele weken gaven we den raad, steeds op de boerderij een enkelen zak Chilisalpeter, de zoo uitnemend gebleken stikstofmest, voor radig te hebben. Ook in den herfst kan die meststof heel veel te pas komen. Verschillende gewassen zijn er in 't najaar niet minder dankbaar vöor dan andere in 't voorjaar. 't Is niet den eersten keer, dat we hierop wijzen. Al vele malen drongen we er op aan, dat men proeven nemen zou, ook in deze richting. Wel leerde de praktijk aan heel wat boeren het nut van een matige najaarschilisalpeterbemesting op koolzaad, karwij en wintergranen. Wel neemt ook 't aantal proefnemers in dezen van jaar tot jaar toe maar 't getal dergenen, die nog niemendal deden in deze richting blijft nog veel en veel te groot. Dus meenden we er maar eens meer de aandacht van belanghebbenden (en belang stellenden ook) op te moeten vestigen. In 't algemeen kan men zeggen, dat die gewassen zich 't flinkst zullen houden in den strijd tegen de winterkoude en de gevolgen-daarvan, welke zich het krachtigst kunnen ontwikkelen vóór die kou komt. En een der voorwaarden voor zulk een krachtige ontwikkeling is voorzeker het in voldoende mate aantreffen van opneembare en bruikbare stikstofverbindingen. Men zij er derhalve aan herinnert, hoe zulk soort verbindingen op heel gemakke lijke wijze versterkt, kunnen worden met chilisalpeter. Met een enkelen zak van 100 K.G. geeft men er nog meer van dan met 3 vrachten stalmest elk van 1000 K.G. Intusschen moet men niet vergeten, dat de chili alleenlyk stikstof geeft. Zal er 't gewas het hoogste nut van hebben, zoo dient er in den bodem in voldoende mate fosforzuur en kali en kalk ook nog te zijn Doch stellig zal de kans op een te kort aan pasklaar zijnde stikstof veeltijds aardig groot zijn en daarom houdt een enkelen zak salpeterzout in voorraad. Ge zijt dan steeds gereed. Ook voor een proef met «chili in 't najaar.» IB (tenteelt. Gaat het met het gewin nog een poos zoo voort, zoo schreven wij laatst dan wordt 1910 voor den imker een jubel jaar. Welnu, wij mogen jubelen de heide- campagne, thans nog niet eens ten volle

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1