Godsdie
Dat kan ook niet.
Palestina.
Het begraven bij de
Mohammedanen.
Onder Red
Offici
Ned. Hé
Gerefo
MI
Voorm. 9 (Bet
2 uur Ds. v
Oud Gere
Voorm. 9,30 e
I
Voorm. 9, nm
Aan 't strand.
De Mormonen.
en zag iets van de bekommernis bij
wordt en de ernst van dit werk te midden
van de algemeene pret uit het oog verloren
raakt.
Of is die moeder bekommerd, die vóór
haar badstoel, op een ziekenwagentje, haar
krank zoontje met doeken en cjaals goed
toegestopt, bij zich heeft, in de hoop dat
de zeelucht hem genezen zal. 't Kan zijn
dat er kommer in haar hart is, maar zij
laat het hem en ons niet merken, ziet, zij
lacht tegen hem en wijst hem op de spe
lende kinderen. Misschien gaf de dokter
wel hoop, dat hij binnen kort weer gezond
zal zijn en mee mag spelen.
Gods Woord echter is altijd en in alles
waar. Dus is er bij de zee bekommernis.
Dat hebben duizenden die aan zee wonen
ondervonden en dat woord zal, totdat er
geen zee meer zijn zal, telkens bevestigd
worden.
Badgasten van een paar dagen en »dag-
jesmenschenc zullen er niet veel van mer
ken en als zij het met het weêr extra
treffen, meenen dat het verrukkelijk is zoo
dicht bij zee te wonen en vooral in een
badplaats, maar als men van ter zijde hoort,
dat er uit dit visschersdorp een 14 honderd
man op zee ter vischvangst zijn en weken,
soms maanden, wegblijven, dan begrijpt
men, bij eenig nadenken, dat een berg van
zorg en bekommernis daar achter zit. Een
klein staaltje slechtsToen ik het dorp
inging en langs een paar stevige visschers-
vrouwen liep, hoorde ik een van haar met
tranen in haar stem zeggen »een mensch
moet er in berusten maar het valt hard."
's Avonds las ik, dat te IJmuiden het lijk
van een matroos was aangebracht »die
plotseling op zee was overleden, aan boord
van een logger uit het visschersdorp waar
men aan 't strand zoo onbekommerd pret
maakt. Ik bracht dit met elkander in ver
band
de zee.
Zouden er soms badgasten zijn die hunne
bekommernis naar zee dragen om ze daar
kwijt te worden Dat kan ook. De zee
geeft en neemt van alles, wellicht ook
bekommernis. Want 't is niet tegen te spre
ken, is het 111 joi, zonnig weêr, kan men
eenige dagen aan het strand doorbrengen
van de versterkende zeelucht en van het
zeewater genieten, wel, hoe rustig zit men
daar dan in een badstoel, vooral als men
uit een zeer drukke handelstad komt, waar
het geroezemoes nog heel wat anders is
dan het geruisch der zee.
Zeelucht en zeewater werken saam, wer
ken sterk, van binnen en van buiten, zij
brengen verkwikking en rust. Menig zenuw
lijder heeft het ondervonden, en ik geloof
dat men voor zwakke kinderen geen beter
medicijn kan vinden, 't Was lotingsdag en
ik heb mij verbaasd hoe rustig en kalm
dat hier in zijn werk gaat, vergeleken met
het kabaal dat de jongelui bij een derge
lijke gelegenheid op andere plaatsen kunnen
maken. Zou dat ook van de zeelucht kun
nen komen Daar zit anders voor menig
een ook al een bron van bekommernis ach
ter.
Jn andere badplaatsen ziet men gewoon
lijk veel waaraan een Christen zich ergert,
hier is 't rustig, zeer rustig geen muzie
kanten, kunstemakers draaiorgels en be
delaars, zelfsgeen jongens met ansichten
Wel wat is dal praculig als niets het
uitzicht hinderd op de ondergaande zon,
die in goud en vuur langzaam in zee zinkt.
Ik zag het wel eens van een berg, maar
van 't strand is hetniet minder schoon.
De zee geeft en neemt, schreef ik, zelfs
de zon schijnt in haar weg te zinken. Laat
de zon dan onze bekommernis meenemen.
Ik bedoel de bekommernis waarvan we
111 Psalm 88 lezen »ik ben bekommerd
van wege mijne zondenDe levenszee geeft
die kommer, maar de Zon der gerechtigheid
kan ze weg nemen. Zij schijnt over die zee
eu er op. Ziet wat een zilver giet ze daar
in 't Zuidwesten op de wateren
Op 't strand wordt het donker en koud,
wij gaan naar huis, maar in 't geestelijke
is het altijd licht in Christus. Hij weet raad
en biedt hulp aan alle bekommerden. Deze
Zon blijft schijnen in de zee zinkt zij niet
weg.
De zee geeft, geeft ontzachelijk veel
wat een schatten daaruitWat de zee b.v.
dagelijks aan visch oplevert is niet te be
rekenen. „Wat de Hollandsche visschers
van haar aan visch ontvangen, eten de
Duitschers op", hoorde ik vertellen. Hoe
is dat alles veranderd Voor een 40 jaar
geen sprake van al die badplaatsen en het
leven van duizenden aan 't strand in de
zomermaanden, vroeger overvloed van visch
bijna voor niets, en nu Alleen rijke men-
schen kunnen het betalen.
De zee heeft, ziet de schelpvisschers in
den margenstond en de geleerde lieeren,
die langs het strand loopen om iets te
vinden, dat de golven er op wierpen en
in schelp of kwab voor hen van belang
is wat een vreugde, genot, versterking,
verkwikking, gezondheid en kracht geeft
-de zee. En zij neemt al het vuil van hon-
derde stroomen in hare diepten op.
Bij de. zee is bekommern;s. 't Zij zoo.
Elke zaak heeft twee zijden. Er is licht,
en ook schaduw, omdat er licht is.
Is er een bekommernis over de zonde in
uw hart, er staat ook in den Bijbel, dat
God de zonde wegwerpt in de zee van
eeuwige vergetelheid.
De zonde til de bekommernis over haat
mogen dan eens voor eeuwig in de zee
verzinken. (De Wachter.
De kerk ging uit. De schare stroomde
naar buiten en begaf zich langs de strat -n
naar limine woningen. Hier en daargingvn
enkele personen, maar ook waren er die met
elkander sprekende huiswaarts keerden,
Er waren er die spraken over wereldsche
zaken, alsof zij in geen Huis des Heeivn
op den Babbath gezeten haddden. Ander n
overdachten nog met elkander het een of
ander, dat hem getroffen had of tot zeg n
was geweest. Zoo kwamen de mensclmn
niet allen vervuld van gedachten over hun
zeileheil uit het huis des gebeds. Onder
hen, die niets hadden bekomen tot zielespii-
werden maar weinige gevonden, die klaa -
den en zuchten.
Een bijzonder gesprek had een vrou
dat met haar kind bij zich met een buur
vrouw mede ging. Die vrouw klaagde, h ie
zij niet veel aan de preek gehad hal,
zooals men dat weieens uitdrukt. Zond r
het antwoord der buurvrouw af te wacht n
zeide het kleine meisje maar, moedi r,
voor die halve centen kan men toch ni t
veel hebben.
Dat kind gaf een duidelijke verklaring
van de uitspraak des Heeren Gij kunt ni t
God dienen en den Mammon.
In dit land »van de heidenen vertreden
wordt de Bijbel verspreid, evenals in bijna
alle landen der wereld. Vijandschap wonit
ook daar openbaar. Echter kan ook geroemd
op zegenrijke gevolgen. Eene treffende om -
moeting van een bijbelverspreider zagen
wij onlangs beschreven.
Een bijbelcolporteur had met goed gevolg
Bijbels verkocht te Bethlehem, Hebron,
Tiberias, Nazareth en Kana. Toen hij op
reis zou gaan naar Nazareth, stapte hij in
een rijtuig, waarin als medereizigers zie
bevonden drie Roomsche priesters, twee
Mohammedanen, een Turksch soldaat en een
geboeiden dief. Aan dezen laatsten liet de
colporteur een Bijbel zien.
Ofschoon de misdadiger wel begreep welk
een boek dit was, kon hij het niet aannemen,
wijl zijne handen door de ketens verhinderd
werden. De colporteur sloeg nu den Bijbel
open op Lukas 15 en de dief las nu hardop
de gelijkenis van den verloren zoon. Daarop
vroeg hij het boek te mogen behouden, wat
hem natuurlijk gaarne toegestaan werd.
Hij drukte zijn spijt uit dat hij geen geld
bezat om het te koopen, maar met vreugde
werd het Boek hem geschonken.
kocht elk der medereizigers een
de taal, die hij sprak. Eenmaal
wel blijken welke gevolgen deze
reisontmoeting van den colporteur had voor
de zielen der reizigers.
Daarna
Bijbel in
zal nog
Niet weinige zijn de ceremoniën die bij
het begraven van Mohammedanen te pas
komen Daarom moet altijd een Mohamme-
daansch geestelijke er bij zijn om leiding
te geven. Zoo is hij dan tegenwoordig bij
het wasschen, het inwikkelen van het lijk
om de gebruikelijke gebeden uit te spreken.
Er moet gelet worden vanwaar men het
water haalt, in hoeveel kommen het klaar
gezet wordt. Er moet gedacht om het aan
tal banden, dat aan het lijkleed bevestigd
wordt. Ook is het niet onverschillig welke
bloemen in het graf gestrooid worden. Het
lijk moet liggen met hoofd naar het noorden,
op de rechterzijde, zoodat het gelaat naar
Mekka gekeerd is. Veel goeds verwacht
men van een papier, waarop in het Ara
bisch de geloofsbelijdenis staat geschreven,
dat men den doode meegeeft. Als de engelen
dan komen, kan hij zijne goede belijdenis
toonen. Bij dit bezoek moet hij zich oprich
ten, vandaar dat men in het graf zooveel
ruimte laat overblijven, dat de doode zich
kan oprichten.
Wordt een rijke begraven, zoo maakt
men meer werk van een en ander dan bij
eenen arme, waar de geestelijke niet veel
aan verdienen.
Moge het licht des Evangelies weldra
deze werken der duisternis verjagen
Week van 1
SC
Voorm. 9,30 e
MI
Voorm. 9,30 u
STAD AAI
Nam. 2 uur I
harnis.
Dl
Voorm. 9 uur
Li]
Voorm. 9 uur
OOI]
Voorm. 9 uur
vliet (Beve
Ds. Luteijn
01]
Nam. 2 uur E
mei. (Colle
NIE
Voorm. 9,30 e
E
I Voorm. 9,30 e
L
Nam 2 uur I
a
I Voorm. 9,30
S'll
I Voorm. 9,30
G(
Nam. 2 uur I
lendam.
Voorm. 9 en
Voorin. 9,30
van Veenèr
STAD AA
Voorm. 9,30
av. 5,30 uu
link.
Dl
Voorm. 9, nare
lecte Christ,
leeskerk.
OOL'
Voorm. 9 en
SI
Voorm. 9.30 e
OOL
J
NIEUWE TONDE.
zocht, maar nog nimmer zijn alle ster
ren geteld.
Wat is de wereld groot
Hoe verheven en groot is de Almach
tige God.
Staande tegenover dit alles in de
Schepping, wat valt onder des mensehen
gezichtskring, moet hij uitroepen zijn
nietigheid. Dan kan hij gaan beseffen
wat Jesaja van den mensch zegt De
volken zijn geacht als een druppel aan
den emmer en als een stofje van de
weegschaal.
En toch is die kleine mensch, het
voornaamste schepsel der aarde. Zijn
opgerichte gang spreekt van zijne heer
lijkheid boven de dieren. Zijn ziel ge
tuigt van zijne schepping voor een eeu
wig leven. Zijn genieten doet hem nog
immer de stem Gods vernemen.
Opdat de mensch Hem zou eeren,
heeft God alles geschapen en onder
houd Hij het nog steeds.
Opdat de mensch Hem zou eeren,
wil de Heere hem herscheppen, na zijn
afval van zijnen schepper.
Daartoe blijft de wereld bestaan tot
de bestemde tijd is aangebroken. Noo-
dig is de kennis aan den Schepper, wil
men komen tot het kennen van de her
schepping, onze geloofsartikelen wijzen
daarop, als gezegd wordt in Art. 2
Wij kennen God door 2 middelen le.
Door de schepping, onderhouding en
regeering der 'geheele wereld 2e
geeft Hij zich/elven ons nog klaarder
en volkomener te kennen door zijn
heilig en Goddelijk Woord, te weten,
zooveel als ons van noode is in dit
leven tot, Zijne eer en de zaligheid dei-
Zijnen. Gods hand moet gezien worden
in de zaken van het natuurlijke leven.
Bij het licht van het Woord leert dan
de mensch het heden, het verleden en,
de toekomst naar waarheid kennen.
Zoo brengt dan het geloof aan God
den Schepper met zich eene erkenning
van Gods recht op alle dingen ook
op den mensch. Dit belijden sluit in
zich een eeren van dien God boven
alles.
Hoe meer het schepsel, dat de aarde
beheerscht, onderzoekt, hoe hij met het
geschapene handelt tegenover God, des
te meer dient hem duidelijk te worden
hoe hij niet voldoet aan het recht Gods
De rechte beschouwing van de Schep
ping wordt alleen maar bij Gods volk
aangetroffen. Dat leert ons zoo menige
natuurbeschrijving van hen in en bui
ten den Bijbel.
gen had aangaande de toekomst van zijn
volk en van liet. menschdom.
Zijne zonen gingen verspreid in de wil
dernis wonen. De nakomelingen van een
dier zonen. Nephi genaamd, waren reeds
lang voor Christus' komst bekend met den
Doop en andere Christelijke gebruiken'. In
diens geslacht, bleven de gouden tafels en
nit, dit geslacht kwamen de priesters voort.
Na zijne opstanding verse,heen Christus
ook aan de nakomelingen van Nephi en
koos uit hen 12 apostelen, die weldra het
geheele land tot. lust Christendom brachten.
In het begin der 4e eeuw raakte de kerk
in verval door oorlogen eii verdeeldheden,
„Bij de zee is bekommernis", staat er
ergens in den Bijbel, maar dat zou men
niet zeggen als men in een strandstoel te
midden van eenige duizende badgasten zit.
Bekommernis vindt ge niet bij die vele
kinderen, die dol veel pret hebben, nu zij
met bloote voeten in 't water mogen loopen
en met kleine schulpjes in 't zand werken
als of zij er een daghuur mee moesten
verd ienen Wat kunnen die kinderen 's avonds
lekker slapenIs er dan bekommernis bij
dames en heeren, die aan 't strand komen
rusten, hunne vaeantie doorbrengen en
frissche lucht happen Wel neen, ten minste
men merkt er niets van, integendeel de
jongeren steken de ouderen aan en men
ziet zelfs oude heeren en dames die durven
dreven. Nu vestigden zij zich in Missouri,
waar zij om hunne onverdraagzaamheid
niet lang mochten wonen.
In 1S40 bouwden zij een stad met 2100
huizen en een tempel, volgens het visioen
van Smith. Streng was hier de tucht on
der elkander, maar een twist met de ove
rige bewoners van dat gewest deed in
1S44 een oorlog uitbreken. De stad werd
verwoest en Smith vond den dood.
Nu vestigden zij zich aan het Groote
Zoutmeer, waar zij nog heden hun hoofd
verblijf hebben. De opvolger vail Smith,
Brigham Voring, werd door de regeering
des lands tot gouverneur over den Staat
der Mormonen benoemd. Na diens dood
kwam het bestuur van het gewest in han
den van 12 apostelen, totdat als opvolger
optrad. John Taylor en na hem weer an
deren de regeering bekwamen.
(Wordt vervolg'd.)
1 ONTSTAAN.
De Mormonen of heiligen van den laat
sten dag vormen een godsdienstige secte,
die van uit Amerika zich tracht te ver
breiden. Daar ook in Nederland hunne
zendelingen rondreizen en reeds een aantal
zijn toegetreden tot den godsdienst der
Mormonen, is bekendheid met hun bedoe
ling en streven gewenscht.
Na lezing van ons overzicht zal het ieder
wel duidelijk zijn, waarom de Regeering
van Nederland gewaarschuwd heeft voor
de Mormonen. De stichter dezer secte is
geweest Joe Smith, geboren te Sharon
(Vereenigde Staten) den 23en December
1SU5. Hij oefende in den Staat New York
allerlei bedrijven uit tot hij in 1823, vol
gens zijne bewering op aanzeggen van een
engel, in den heuvel Cumora bij Palmyra
ging zoeken naar heilige gouden tafels. Hij
vondt deze, maar mocht zijne vondst niet
vroeger bekend maken dan 23 September
1827.
Hij onderzocht dan deze platen maar
kon het schrift niet lezen. Maar in de kist
waarin de gouden tafels zich bevonden, lag
een wonderbril, Wrim en Thunnmum ge-
heeten. Deze had geen glazen, maar door
zichtige gesteenten, en nu kon Smith de
letters ontcijferen.
In 1830 gaf hij eene Engelsche vertaling
van hetgeen de gouden tafels behelsden en
noemde dit „Het boek van Mormon".
Dit boek wordt door de Mormonen hoog
geacht en naast den Bijbel gesteld in ver
eering. Daarom zullen wij den lezers de
korte inhoud er van mededeelen.
Het verhaalt, dat ten tijde van Zedekia,
laatsten koning van Juda, een vroom Is
raëliet, Lelii, met zijn gezin uit het heilige
Land naar Amerika vertrok. Deze schreef
op gouden platen zijne lotgevallen op zijne
tochten en de openbaring, die hij ontvan-
I)E PIMPELMEES,
maar een dapper en vroom christen stond
op. Mormon was zijn naam, verdreef de
nakomelingen van een anderen zoon van
Lehi naar Zuid-Amerika. Deze keerden
echter terug omstreeks het jaar 400
en overwonnen de nazaten van Nephi De
zoon van Mormon, Moroni, eindigde in 420
zijne geschiedschrijving van zijn volk op
de gouden tafels en schreef daarbij, dat
eens Joe Smith deze weder zou terugvin
den.
Hoe onwaarschijnlijk dit alles ook klinkt,
toch waren er menschen, die geloof hecht
ten aan Smith's woordenDen öe April
1833 werd de eerste gemeente gesticht.
2 KORTE GESCHIEDENIS HUNNER
SECTE IN AMERIKA.
De eerste gemeente trok kort na hare
stichting, 200 leden sterk, naar dé stad
Ohio, maar werden in 1838 vandaar ver
zij geen bad nemen, toch kousen en schoe
nen uittrekken om ook eens even vooizich-
tig op het klesnatte zand te loopen. Als men
denkt hoe de huismoeders het gansche jaar
door bang zijn voor natte voeten, natte
kousen, zelfs natte schoenen, omdat dat
zoo ongezond is, dan staat men verbaasd
dat op 't strand die vrees geheel is ver
dwenen, of het kan ook zijn, dat daar en
van daar die nattigheid geen kwaad kan.
Bekommernis Ik zag eens rond, maar
zag ze nergens. Of was ze bij den bad
knecht, die staande in een zeer schomme
lend bootje een wakend oog hield over
hen die een bad namen en waarvan som
migen in overmoed, of niet kennende de
gevaren van eb en stroom, zich te ver in
zee wagen, zoodat ze door een schrilfluitje
telkens moeten teruggeroepen worden
't Kan zijn dat dit waken ook al gewoonte
HERRINGEN.