t oor de Knidhollandfiehe en Zeeawüelie Eilanden.
EU BLAB.
tl
Zaterdag 27 Augustus 1910
1
Antirevolutionair
25sle Jaargang Nw. 1584.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
-1
T. BOEKHOVEN,
SQMMELSDIJK.
Alle stufelAesa voor «le Itedaclie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe Se zenden aan den Uitgever.
Op onderzoek tiit.
OP.ÖEI UITKIJK.
Land- en Tuinbouw.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50zonder f 4,50 por jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEYER
Advei'tentiëu. 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Telefoon Intercoms*». lo. 2. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
ij die zich nu a'oonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
't Volk over oorlog en
Het internationale vredescongres te
Stockholm heelt een voorstel aange
nomen, welks beteekenis niet onder
schat mag worden. De voorsteller
Boggiano wil door heel de wereld
onderzoek uit, hoe 't volk denkt
over den gewapenden vrede en de
geleidelijke ontwapening. Zoo'n onder
zoek wordt genoemd een internatio
naal referendum.
Te Parijs zal een internationale
commissie ingesteld worden, waarvan
mannen van naam op allerlei gebied
deel zullen uitmaken. Het referendum
zal tegelijkertijd op 18 Mei, den datum
van de eerste Haagsche vredesconfe
rentie, in alle hoofdsteden van de
wereld geopend en daarna in drie
volgende jaren in alle provinciale
steden voortgezet worden. In 1914
zal de uitkomst dan aan de Haagsche
conferentie voorgelegd worden.
Een onderzoek dus in en buiten
Europa, hoe
oorlogswapening denkt
Het komt ons voor, dat 't antwoord
J3t verpletterende meerderheid zal
zijn Vóór geleidelijke ontwapening
vóór den vrede en de humaniteit.
Maar en dit is 't bedenkelijke
datzelfde volk of die volken hebben
de toekomst niet in hun handzijn
ook afhankelijk van allerlei omstan
digheden. En elk volk heeft zijn
nationaliteitsgevoel, waar men als
kosmopoliet om glimlachen kan,, maar
dat bestaat en machtige kracht en
energie ontwikkelen kan.
De oorlogen, 'tis zoo, verminderen.
Na '70 is geen oorlog in Europa ge
voerd. En uil alle hoven komt een
stem van vredevredeZelfs tusschen
Rusland en Japan, die eenige jaren
geleden elkaar geducht te lijf gingen,
is een verbond van vriendschap ge
sloten.
Hebben er in Frankrijk droeve
rampen plaatsde Keizer van Duitsch-
land zendt vriendelijke en vertroos
tende telegrammen.
Is Frans Jozef van Oostenrijk 80
jaar geworden, 't stroomt uit alle
Rijken telegrammen.
Kransen worden gelegd op de graven
van gesneuvelde vijanden en de vor
sten en monarchen loopen bij elkaar
in en uit.
't Lijkt wel of heel Europa bij tijden
en oogenblikken één oord des vredes
is en de stok Saambinding en Lieflijk
heid door ieder wordt omklemd.
Ai aarmaar zóó vliegen de
Pransche aviateurs met hun vliegtuig
in Elzas-Lotharingenzóó nemen ze
hun draai en zwaai boven de Duitsche
forten of vestingwerken, of heel de
Duitsche pers staat op stelten om den
rranschman 't goed aan zijn verstand
te brengen, dat hij vliegen kan zooveel
hij wil, maar dat zijn vliegtuig stuk
geschoten zal worden en de vliegers
gevangen genomen, als ze weer pro-
beeren boven de Duitsche vestingen
te toeven.
Daar heb je nu al één van die
omstandigheden, waarop we boven
dbelden. Een klein vonkske maar, of
theele schip staat in brand.
Dat is het nationaliteitsgevoel. De
Duitscher gunt den Franschman ab
soluut niet 't inzicht in zijn fortifica
tiën en daar heeft hij gelijk in
maar daarin wordt dan toch duidelijk
den geest geopenbaard, die in Duitsch-
land voorzit, nl. vrede, vriendschap,
zóó uiterlijk; maar kom niet ons
oorlogsmateriaal naderen, want dan
zullen we 't onmiddellijk gebruiken
tegen u.
Was er werkelijk een bedoeling tot
vrede, waarom dan die fortificatiën
zoo geheim gehouden. Late men dan
zijn nabuur gerust in zijn tuighuis
een kijkje doen nemen. De wapenen
zullen immers blijven rusten!
En dat is nu de toestand overal;
in en buiten Europa.
Men verbergt zijn vuurwapenen en
wandelt als de boschroover met hoogen
hoed en geglaceede hand tusschen 't
lieflijk geboomte; om te zijner tijd zijn
slag te slaan. En de revolver knalt
en de plundering begint. Daarna zet
mijnheer zijn hoedje weer optrekt
zijn handschoenen weer aan en wan
delt voort, het slachtoffer in zijn bloed
badende, geen blik meer waardig
keurende.
En er zijn zoovele omstandigheden
in 't leven der volken, die een oorlog
kunnen doen uitbreken.
Nochtans net volk zal bij inter
nationaal referendum gewisselijk zeg
gen Vrede! vrede! en ontwapening.
Welzeker! dan heeft het Vredes
congres cijfers. Mooie cijfers
Ze bazuinen vrede uit, dje cijfers
Maar met cijfers in de Haagsche-
conferentie-annalen bedwingt men
geen oorlogsrumoer.
Oorlogsrumoer wordt gestild door
wapengekletter.
Wie vrede wil, bereide zich ten
oorlog.
it Patronaat.
Patroon zijnnou, dat lijkt echt
maar in onze dagen is dat zaakje
minder .aangenaam. Versta ons wel.
We bedoelen een patroon in »sociale«
zaken.
Zijn positie is alles behalve benijd
baar. Waarom? omdat de maatschap
pelijke misstanden voor de werklieden
opgeruimd worden, maar men laat
hem alleen staan en geheel aan zijn
lot over.
De werklieden vragen naar sociale
verbetering van hun lot en ze hebben
gelijkalles is in de weer, van Vader
Blaat af tot de particuliere personen
om aan de verlangens van de arbeiders
te voldoen meer loonminder werk
tijd dus meer rustvacantiedagen
hygiënische maatregelen tot odeur-
zeepaanschaffing toede Gemeente
geeft zijn trams disponibel; allen komen
den werkman tegemoet. Maar wat doet
men voor den patroon
Hij zwoegt toch ook Hij peinst toch
ookHij draagt allerlei verliezen en
risico's. De Concurrentie zweept hem
tot 't uiterste, 't Buitenland pijnigt
hem. De veranderende mode noopt
hem tot onophoudelijk uitzien naar't
nieuwste op elk gebied en hij blijft
vaak met 't oude zitten. Vraag en
aanbod beheerscht zijn positie. De
werktuigen krijgen betere techniek en
hij mag niet achterblijven alweer dus
nieuwe uitgaven, om 't oude voor oud
roest te verkoopen. Zoo moet een
patroon dag en nacht zorgen Dan nog
zijn toezicht op bazen, onderbazen
zijn samensprekingen met de chefs en
ingenieurs. Dan nog de premien voor
ongevallenwet en dito, dito
Patroon zijnnou, dat lijkt echt
maar in onze dagen is dat baantje
minder aangenaam.
Hij is vaak 't slachtoffer. Zijn affaire
een altaar, waarop 't doornen vuur
zelden uit is.
'n Kennis van me, 't hoofd van een school,
was onlangs na sollicitatie ergens anders
benoemd en nam dat aan.
Niet zoo uiterst merkwaardig
Toegegeven, maar 't is de inleiding tot
wat ik zeggen wil en dus gelieve de
lezer of lezeres me geduldig aan te hooren.
Toen ik hem kort daarop ontmoette,
vroeg ik hem naar de oorzaak van dat vrij
plotselinge vertrek, waar ik niet anders
dacht dau dat hij zich op zijn eerste plaats
volkomen op z'n gemak gloeide.
»'t Is me gegaan als Luther,zei hij.
»Als Lutlier?vroeg ik verwonderd.
En ik kon me. geen episode uit Luther's
leven herinneren, die me denken deed aan
wat mijn am'ce overkomen was.
2>A1s Lutherbevestigde hij. »Je weet,
hoe iemand eens gezegd heeft, dat Luther
twee groote onvoorzichtigheden bedreven
heefthij had nl, de kroon des Pausen en
den bu;k der monniken aangetast. Dat werd
hem niet vergeven.*
»Maar jij dan vroeg ik verbaasd.
Op 't dorpje, waar mijn vriend »gestaan«
had, was geen monnik in den wijden omtrek
te bekennen en met den Paus had hij zeker
niets uit te staan gehad.
»Ik heb óók mijn twee onvoorzichtig
heden begaan,bekende hij. »Ik heb de
preek van den dominee en de poriemonnaie
van de gemeenteleden aangetast. Dat werd
mij net vergeven. En daarom ging ik.«
Nu hij had gelijk.
En nu alles ten goede gewend was, er
kende hij, al hadden zijn opmerkingen wel
grond gehad, dat hij daarbij ongetwijfeld
de noodige voorzichtigheid uit het oog
verloren had.
Een dominee en een onderwijzer, met
name, behooren zoo min mogelijk critiek
op elkanders werk uit te cefenen en moeten
dat, als 'tévea kan, liever aan anderen
overlaten. Gelooven ze van elkander, dat
een opmerking in goede aarde vallen zou,
laten ze dan onder vier oogen een woord
van opbouwende critiek spreken, maar laten
ze in 't openbaar toch vooral het goede in
elkanders arbeid opmerken!
Naar me dunkt, hier is voor iedereen
eenige leering.
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aan
gezicht. En zonder nu den leeraar ook maar
eenigszins bij den neus der gemeente te
willen vergelijken men moet altijd het
2-tertium comparationis* in 't oog houden
is 't toch waar, dat een gemeente, die haar
leeraar bedilt, zichzelf in opspraak brengt
en dat in 't algemeen de christenen, die in
't publiek spreken of schrijven, voorzichtig
moeten zijn met hetgeen ze van hun predi
kanten zeggen.
Dat dacht ik onlangs zoo, toen ik in
een antirevolutionair blad de predikanten
vrij scherp bestraft zag, dat ze zoo een
zijdig preeken en maar doen, of er geen
sociale nooden in de wereld zijn. Dat ze in
't algemeen zoo weinig oog hebben voor
de stoffelijke behoeften des armen volks.
Dat ze, sterker nog, als dat volk langs den
weg van organisatie en aaneensluiting, tot
betere arbeidsvoorwaarden komen wil, net
doen of er niets aan, de lucht is en integen
deel indirect, door te prediken dat men maar
stille moet zijn en tevreden met zijn lot,
zulke pogingen tegenwerkt.
't Was naar aanleiding der Enschedésche
uitsluiting, dat deze repramande gegeven werd
Die ik ten zeerste betreurde.
De vijand maakt daar gebruik van en
duwt ons 't afgezaagde verwijt toe, dat we
de kinderen dezer eeuw met een wissel op
de eeuwigheid willen zoet houden.
Laat men dit goed begrijpen.
Ik wil in 't minst niet zeggen, dat de
predikanten hun wijze van preeken en »der-
zelver* inhoud niet zouden kunnen verbete
ren Zijzelf zullen de laatsten zijn om het
te ontkennen.
't Is een onvermijdelijke, maar schadelijke
omstandigheid, dat verreweg de meeste
dominees van de honderd Zondagen er 99
opgaan onder hun eigen gehoor.
Met de gemeente is 't anders. Die hoort
in vacantie en vacature nog eens anderen.
Of men is es 'n Zondag van huis en hoort
een ander. Zoo kan men vergelijken, oor-
deelen en den een met den ander meten.
Maar de predikant mist dat voorrecht.
Zelfs als hij vacantie heeft, gaat hij nog
vaak >uit preeken,inplaats van zich eens
rustig onder 't gehoer van een ambtsbroeder
neer te zetten. En hij móét dat, helaas!
soms wel doen, om aan wat vacantie-reisgeld
te komen.
Hier komt dan neg bij, dat vele menschen
als ze xgenoten* hebben onder de Bedie
ning des Woords, haastelijk naar den leeraar
gaan om hem te vertellen hoe >dierbaar«
hij gepreekt heeft, maar als hun ziele
met of zonder huu schuld »dor« gebleven
is, dan zoeken ze hem niet op, doch gaan
er achteraf over klagen.
't Reukwerk des lofs wordt, soms met
onbedachtzamen spoed, haastig ontstoken.
Maar de critiek smeult eerst geruimen
tijd voort en als ze reeds veel verteerd
heeft, vlamt ze op, zóó dat de leeraar er
terecht over klagen kan.
Nog eens echter; Vorm en inhoud onzer
Nederlandsche predikatiën zijn allerminst
boven critiek verheven. Ook de vorm niet.
't Is ons niet onverschillig in wat schotel
de huisvrouw de voedzame en smakelijke
spijze opdischt.
En wat den inhoud betreft
Ik heb het nu over de Gereformeerde
prediking, zoowel in de Herv. als in de
Geref. en andere kerken, en dan begin ik
niet met een klaag-, maar met èen dank
toon Het merg en pit der zaak wordt alom
gevondenEn de klagers over onze dominees
tekortkomingen (die evengoed bestaan als
journalisten-blunders) mogen onze preeken
weieens vergelijken met die uit het einde
der 18e of 't begin der 19e eeuw. Of met
de preek, waarmee de socialistische dominee
Bax afscheid nam, die 't had over de Ha
gende* van den grijzen Simeon uit dat
merkwaardige boek* de Bijbel dan.
Als onze predikanten van 'n eenvoudig
krantenschrijver een raad wilden aannemen,
zou het deze zijnZorg, dat ge met den
Bijbel iD de hand toch vooral actueel zijt
Lees en bestudeer en herlees en overdenk
uw Bijbel. Dat vóór en boven alles.
Maarlees ook kranten.
Zoo, dat ge op de hoogte zijt.
Denk over de dingen van den dag na.
Toets ze aan Gods Woord. Van die dingen
toch is het hart Mes volks vol, tot hetwelk
gij spreken zult. Vindt daarin een aan-
knoopingspunt. Laat het bedenken van die
dingen door uw predikatie op het rechte
spoor worden geleid. Dan krijgt ge zooveel
te beter uw volk mee in het bedenken van
't geen noodig is tot hun eeuwig heil.
't Hoefi dan geen aparte stakingspredikatia
of sociale leerrede te zijn. De dingen,dezer
aarde moeten óok in de preek steeds een
ondergeschikte plaats innemen. Maar de
leeraar moet niet doen, of ze niet bestaan.
Dan vervreemdt hij zich van zijn volk.
Na de schitterende stembus-overwinning
in 1901 was ik des Zondags onder't gehoor
van een politiek-schuw dominee, die met
geen woord in preek noch gebed de heerlijke
uitkomst aanroerde. Ik kreeg dien morgen
weinig voor mijn ziel. Er was geen contact
ook al bediende de prediker het Woord.
De man, hoorde ik later, las geen andere
krant dan het neutrale, provinciale dagblad.
En voorts studeerde hij in zijn Bijbel
Dat is géén harmonisch dominees-leven
neen, zéker niet! UITKIJK.
Yerslag over den Landbouw in
Nederland over 1909.
't Ligt niet in onze bedoeling en 't zou ook
niet doenlijk zijn, om aan cle hand van het
verslag ook maar een vluchtig oveizicht van
den toestand van onzen landbouw te geven
wij willen slechts een en ander aanstippen,
dat vermelding verdient of voor onze lezers
van belang kan zijn.
Omtrent bouw- en graslandontginningen
wordt opgemerkt, dat deze voortdurend toe
nemen en de aanleg over 't geheel geschiedt
met uitstekend gevolg. Waar de resultaten te
wenschen overlaten, is zulks doorgaans te
wijten aan onvoldoende bewerking en 't ge
bruik van slechte gras- en klaverzaad meng
sels. Meer en meer algemeen wordt de teelt
van lupinen voor rogge, welke door bosck
wordt gtvolgd; de Ned. Heide-Mij. bezaaide
in 1909 ruim 512 H.A. met lupinen. Ook
bij den aanleg van grasland wordt ter voor
bereiding van den grond steeds meer van
lupinen gebruik gemaakt. Op de uitgestrekte
boschontginningen in Noordbrabant, welke
door de Heide-Mij. worden beheerd, werd
een deel van bet bij de dunning verkregen
hout tot houtskool verwerkt, hetgeen goede
opbrengsten belooft. Voorts werd de proef,
welke in 1908 werd genomen met bet drij
ven van varkens in de bosschen, ter verbe
tering van den bodem en ter bevordering
eener goede bumusvorming, in 1909 met
ganstigen uitslag herhaald.
De ontwikkeling van het vereenigingsleven
en de coöperatie op landbouwgebied ging ook
in 1909 geleidelijk voort. Het ledental der
verschillende land- en der tuinbouwvereeni-
gingen bedroeg resp. 134,815 en 26,862 tegen
100,328 en 20,965 in 1905. Hel jaar 1909
kenmerkte zich door een krachtige beweging
op het gebied der sociale verzekering. Inzon
derheid moet in deze melding worden gemaakt
van de oprichting van //De Tuinbouw-onder-
linge//, en //De Centrale Landbouw-onder-
linge//, welke organisaties zich in de eerste
plaats ten doel stellen de verzekering van de
arbeiders tegen de geldelijke gevolgen van
bedrijfsongevallen, zulks wat de uiikeeringen
betreft zooveel mogelijk in aansluiting bij de
ongevallenwet 1901. Nieuwe coöperatieve
aardappelmeelfabrieken kwamen tot stand te
Coevorden, Nieuw-Amsterdam en Alteveer
(Onstwedde)coöp. stroocartonfabtieken te
Stadskanaal op de grens van Groningen en
Drenthe, en te Appingedam van coöp. export-
slagerijen Werd de grondslag gelegd te Hoo-
geveen, Emraen, Coevorden en Vries-Zuid-
laren. Het aantal plaatselijke boerenleen
banken aangesloten bij de Centrale Raiieisen-
bank te Utrecht, steeg van 271 in 1908 tot
290, aangesloten bij de Centrale te Eindhoven
van 237 tot 263, bij de Centrale te Alkmaar
bleef gelijk, nl. 29. De Rijkslandbouw-
leeraar voor OverijBel wijst er op, dat z.i. de
onderlinge veefondsen meestal in le kleinen
kring werken, zoodat bij tegenspoed de premie
te hoog wordt en de vereeniging gevaar
loopt te gronde te gaan. Ais voorbeeld wordt
aangehaald een veefonds te Steenwijk. Door
het natte weer had bet veel tegenspoed. Daar
door gingen de groote boeren bedanken en
bleven de kleine veehouders er mee zitten,
waardoor de vereeniging vrij zeker zal worden
ontbonden. De zuivelconsulent voor Fries
land, die tal van watermonsters onderzocht,
zegt naar aanleiding daarvan //Het. water,
afkomstig van boerderijen, is bijna altijd on
geschikt, dikwijls schadelijk voor drinkwater,
onder dat der zuivelfabrieken is maar zelden
iet3 goeds. Ik beb nortonwater onderzocht
met slechts 170, 200, 400 milligram ver-
dampingsrest per liter, maar ook met 13,2
en 25,7 gram per liter. Zulk water bevat veel
keukenzout, kalk, magnesiazouten en ijzer.//
Wat zou een onderzoek in andere provin
ciën opleveren Uit alle deelen des lands
komen berichten omtrent het voortdurend
stijgen der landprijzen. Het is niet te ont
kennen, dat in deze stijging een groot gevaar
ligt. voor de toekomst. Bijzonder sterk is zij
in Twente, waar blijkbaar sommige latirikan-
v