I if f Winkeliers i Kooplieden E. DAVIDSON, JOE. 1EEN, J.Wiidenboer b 11 Advertentien. Doet Uw voordeel I'Hif lib i it SPANJE. GRIEKENLAND. PERZIË. THIBET. ITALIË. MONTENEGRO. BULGARIJE. EGYPTE. (Aeinenffd Nieuws, 120 werklieden aaD de firma doen weten dat zij a.s. Zaterdag den arbeid neerleggen, wanneer hun eisch vóór dien tijd niet is ingewilligd. in Geëmailleerde Huisnoudelülce Artikelen. en bezoekt, alvorens Uwe inkoopen te doen, de Magazijnen van BOTTERDAM. Telef. Interc. 3975. Vraagt ons geïllustreerd modelboek 1910. hetwelk U gratis wordt toege zonden. Westdijt 263, liddelharnis, 132 III Het beste en voordeeligste adres voor alle soorten Schoenwerk. 3828 Prijzen billijk. Beleefd aanbevolen. r .1 J 8 9 *1 5 II fi I» I ilfl lii til 11 c t ij|3 III1 lij 1 81 l lm f<i ;T Men moest dat goed begrijpen. Er wordt zoo licht van den ouden arbeider gezegdHij kan immers trekken van de diaconie of van 't armbestuur En dat is een zegen. Al wil God de raten gebruiken, om mij op mijn ouden dag brood en vleesch te brengen, ik moet er Hem vurig voor dan ken Zoo ook als Hij daarvoor diakenen of armmeesters gebruikt. Bij God verdienen we niets. Is de droge korst nog onverdiende genade, die we verbeurd hebben. Maar tegenover menschen mogen we ons beroepen op des Heeren woord, dat de arbeider zijn loon waardig is, d. w. z. van zijn loon ook zal kunnen leven, zoolang God hem dit leven gunt. De loonen der veldarbeiders moeten dan ook op den duur wat in de hoogte worden gebracht en allen, die hiermee te maken hebben, leggen we deze vraag zee'r ernstig voor de consciëntie. Niet vragend om barmhartigheid. Maar wel om recht. Toch kunnen we op zulk een stijging niet wachten Vooreerst kan geen enkel bedrijf en allerminst dat van den landbouw zulk een stijging bij groote sprongen velen. Zoo iets moet geleidelijk. Over verscheidene jaren verdeeld. Zelfs bij den allerbesten wil. Dan zit daar meer aan vast. Een groot deel der werkgevers op het platteland, zijn op hun beurt weer huurders en pachters. En zoolang ons pachtstelsel niet grondig wordt herzien, zal er van stijging der loonen weinig sprake kunnen zijn. In goede jaren gaat het nog. Maar in kwade jaren gaat vaak de eene huurboer na den anderen over den kop. Er zijn er vaak drie in 't landbouwbe drijf de landheer, de pachter en de arbeider. Als nu de dagloonen rijzen om den arbei der gemakkelijker premie te doen betalen dan zijn het de laatste twee, pachter en arbeider, die er feitelijk voor opdraaien en de landheer blijft er geheel buiten. Toch leeft die landheer mee van wat de arbeider ten koste van zweet, rust en ge zondheid vaak, verdient. En die landheer krijgt niet het kleinste deel van de opbrengst. Men weet, dat de notarisssen soms moes ten waarschuwen Menschen, gij huurthet is geen kóopen Dat maakt het zoo ingewikkeld. En de verzekering van den veldarbeider zal in staat zijn, om de menschen beter te doen begrijpen, dat de »sociale kwestie* ook een plaltelandskant heeft Intusschen de arbeider kan niet wachten. En ook de veldarbeider moet ver zekerd worden tegen den kwaden dag. Zélf doen, wat mogelijk is. En verder geholpen worden. De premie laten we rusten. Daar spreken we nader over. Maar zóóveel staat wel vast, dat er voer den veldarbeider tegen den «kwaden dag* alleen hulp is te wachten van verze kering. Men moet dit goed verstaan. Wij spreken »naar den mensch.* En stellen op den voorgrond, dat de «verzekering* niet is een middel, door den mensch uitgevonden, om zich weg te rukken onder Gods slaande hand, maar een mid del, dat God ons, menschen, vinden deed om ons te redden in den dag des kwaads. God brengt het kwaad over ons. Hem riepen we aan iD den dag der benauwdheid. Er is, ook in den «kwaden dag« geen betere schuilplaats dan bij den Heere, Heere En toch is het God verzoeken, als we niet alle mogelijke, geoorloofde middelen aanwenden, om het kwaad te keeren. Als er besmettelijke ziekte heerscht, stelt de man die psalm 91 den dichter leerde nazeggen, zich geheel in Gods hand. Maar zelfs zijn gebed zou verhinderd worden, als hij verzuimde, alle middelen van voorzorg aan te wenden tegen de besmetting alle middelen die God in zijn hand gesteld heeft. Zoo nu is 't ook hier. Wat vroegere geslachten niet kenden, dat heeft God den mensch in de vorige eeuw doen vinden en tot groote ontwikkeling doen brengen: De «verzekering,* waarbij de kwade kansen van den komenden «kwa den dag* over velen worden omgeslagen en alzoo gemakkelijk gedragen. Zal nu de Overheid dwingen tot ver zekering of maar aan de menschen overlaten dat ze zich dienaangaande onderling verstaan? 't Laatste zou 't schoonste zijn. Als de Overheid zich eigens mee be moeien gaat, boeten we altijd iets van onze vrijheid in daar kunnen we zeker van zijn. De mooiste maatschappij is die, waar de Overheid zoo weinig mogelijk zelf doet en alles zooveel mogelijk door de burgers in vrije samenwerking geregeld wordt. De «vrije school* staat bovenaan. Maar als tienduizenden geen vrije scholen bouwen dan zal de Overheid wel moeten optreden, omdat het «wezen en het welwezen* van ons volk mee daarvan afhangt, dat het behoorlijk onderwezen is. Nu komt er van de verzekering tegen invaliditeit en ouderdom, wanneer men het aan de arbeiders zelf overlaat, met name ook aan de veldarbeiders, een heel klein beetje terecht. Dat behoeft wel geen bewijs. Vooreerst: er is geen organisatie. Daarbijmen leeft erte veel bij het heden. Een boerenknecht bv. die van z'n ióe tot zijn 26e jaar vrijgezel is, zou aardig wat voor zijn ouden dag kunnen doen. Maar gij kunt het er honderd voorpreeken misschien is er een, die naar u luistert. Denkelijk zelfs niemand. Waar ten slotte bijkomt, dat het juist in den aard der «verzekering* ligt, dat ze zich over velen moet uitstrekken, willen de kwade kansen behoorlijk tegen elkander opwegen. Vrijwillige verzekering komt niet. Al is ze verre te verkiezen. Mogelijk ware een keurkern tot vrijwillige verzekering te brengen. Maar «algemeen* is ze daardoor en wordt ze daarmee niet. De Overheid moet dwingen. Anders komt er niets van. Iudien nu vaststond, dat de Overheid niet dwingen mag, dan zouden we met diepe $mart moeten zeggen. VYe moeten t maar zonder verzekering doenwat niet mag, is eenvoudig uitgesloten. Nu weten we, dat hooggeachte broederen zeggenhet mag niet. Maar we kunnen na wikken en wegen het absolute-niet-mogen niet inzien en hou den ons aan 't geen onze partij met groote meerderheid een en andermaal op haar program schreef: Verplichte verzekering. De Overheid toch mag dwingen. Ja, ze moet vaak dwingen. Voorzeker we hebben ons vaak tegen Overheidsdwang verzet. Maar die dwang betrof geestelijke zakenraakte ons in het geweten. Daar, op dat terrein moet de Overheid zich geheel onthouden. Daar waar 't louter stoffelijke zaken betreft mag zij dwingen. Wel moet het als anti revolutionairen ons streven zijn dien dwang zooveel mogelijk te beperken. Elke dwang toch verlaagt. Ware vrijheid daarentegen veredelt. En zeer ernstig zouden we ons moeten verzetten tegen een overheid, die van ons land een soort «politie-staat* wou maken. Wanneer echter de groote levensbelangen van ons volk in 't geding zijn en de vrije samenwerking op niets uitloopt; wanneer bovendien zedelijke en geestelijke belangen niet worden gekrenkt, dan mogen we dank baar zijn, dat er een macht is, die dwin gen kan. Al is 't ons geen eere. Net zoo min, als 't een eer is, dat we kleederen dragen moeten. Al zijn we dank baar, dat we ze hebben. Ook voor den veldarbeider vragen we dus verplichte verzekering tegen de geldelijke gevolgen van den «kwaden dag.* ttuiteiiIaBMi. DU1T9CIILAND. De verkoop aan Turkije van de pantserschepen „Kurfüst Friedrich Wil helm" en „Brandenburg" heeft zijn beslag gekregen. De koopprijs bedraagt achttien millioen Mark. De loop der gebeurtenissen in Noord westelijk Spanje, in de Baskische provin ciën in het bijzonder, is anders geweest dan de meesten zich zullen voorgesteld hebben. Na eerst de demonstratie te San Sebastiano verboden te hebben, heeft de Spaansche regeering later de leiders der Katholieke comité's, die de be ooging op touw hadden gezet, voor de gevolgen verantwoordelijk gesteld. Dit heeft gehol pen en de betooging werd afgelast. Na de godsdienstkwestie in Noord- Spanje zulk een beroering teweeg brengt, acht de Spaansche regeering den tijd gekomen, om aan de staking onder de mijnwerkers te Bilbao desnoods met ge weld een einde te makeD. Blijkbaar is Canalejas bevreest, dat stakers en Carlis- ten eens gemeene zaak konden maken. Nadat de ministerie van Binnenland- sche Zaken vruchteloos beproefd heeft, bemiddelend opjjte treden, heeft Canalejas aan de mijndirecties medegedeeld, dat ingeval de staking niet spoedig eindigd, de buitengewone bezetting Bilbao ver laten zal. Voert de regeering "deze be dreiging uit, dan zijn de eigendommen der mijndirecties niet langer voldoende beschermd. Ook heeft Canalejas aan de directies laten weten, dat hij den eisch der stakers invoering van den negen- urigen werkdag voikomen gerecht vaardigd acht. 't Nieuwe wetsontwerp op den alge- meenen diensplicht in Spanje bepaalt, dat alle Spanjaarden van hun 20ste tot hun 85ste jaar het vaderland als soldaat moeten dienen. De eerste 3 jaren moet gediend worden bij de militie, daarna 3 jaren bij de eerste reserve, 6 jaren bij de tweede reserve en de rest bij de landweer. Priesters en andere bedienaren van den godsdienst, benevens de monni ken, zullen als veldpredikers en aalmoe zeniers bij het leger dienst doen. Over een goeden maand worden hier de verkiezingen gehouden voor de nieuwe Kamer en voor de Nationale Vergadering die een gedeeltelijke grondwetsherziening moet tot stand brengen. Er wordt natuur lijk al druk over gesproken. Maar toch is de actie niet zoo groot als de gewichtige belangen, die op 'c spel staan, konden doen verwachten. De Perzische regeering heeft een procla matie uitgegeven waarin de bevolking ge last wordt, de wapenen in te leveren. De regeering geeft evenwel een geldelijke vergoeding voor de ingeleverde wapens. In 48 uur na het uitvaardigen der proclamatie moet alles ingeleverd zijn, Naar aanleiding van de weigering van de Eidais om, gehoorzaam aan de uitge geven proclamatie, de wapens uit te le veren, is het tot eeu gevecht gekomen. De Fidais zijn omsingeld in een park, waar zij stelling hebben genomen. Bij het gev-echt in het park leden de regeeringstroepea een verlies van 12 doo- den en gewonden, de Tidais verloren 30 man aan dooden, terwijl er 300 gevan gen genomen werden, Uit Thibet komt het bericht, dat de Chineezen het plaatsvervangend hoofd Thibetaansche regeering, Lincge Kenchen in hechtenis genomen en ter dood ver oordeeld hebben. Te Darjeeling, in Noordoos lelijk En- gelsch-Indie, is een deputatie van aan zienlijke Thibetanen aangekomen, die den Dalaï Lama verzocht, naar Thibet terug te keeren. De Dalai Lama weigerde evenwel, zonder waarborg van de Chi- neesche regeering, aan het verzoek ge volg te geven. Zoowel te Rome als te Madrid is men overtuigd, dat het conflict tussehen Spanje en het Vaticaan een wending ten goede genomen heeft. „De termen van het pauselijk ultima turn", aldus schrijft de officieele „Osser- vatore Romano", „zijn ruim genoeg, dat zij terrein voor een overeenkomst over laten, zonder dat een der beide tegen standers gedwongen is, een stap achter uit te doen." En op een andere plaats staat„Het zal voor het Vaticaan een aangename taak zijn^ mede te werken aan iedere poging tot toenadering, mits Canalejas toenadering wenscht." Gezaghebbende Spaansche bladen ver zekeren, dat de inhoud der pauselijke nota, die dezer dagen de Spaansche regeering bereiken zal, in niet minden verzoenenden jjgeest gesteld is als het artikel der „Osservatore." De feesten ter eere van de verheffing van Montenegro tot een koninkrijk beginnen 29 dezer met een plechtige vergadering van de Montenegrijsche Kamer. De konjng en de koningin van Italië gaan reeds 27dezer met hunjachf/Trinacria" naar Antivari, geëscorteerd door twee kruisers en 4 torpedobooten. Zij hoopen 4 dagen bij hun vader door te brengen. Daarop gaat koning Victor Emanuel de groote manoeuvres der vloot in de Adria tische Zee bijwoneu. Geheel onverwacht heeft tsaar Ferdinand vau Bulgarije zijn zomerreis door West- Europa onderbroken en is plotseling naar zijn hoofdstad teruggekeerd. De spannende toestand in Macedonië schijnt de aanwezigheid van Ferdinand te Sofia noodzakelijk te -maken. De veront waardiging der Bulgaren over het optreden der Turken in Macedonië is met den dag stijgende en over het geheele land houdt men protestmeetings. Driehonderd Macedonische vluchtelingen, die Zondag de Bulgaarsbhe grenzen over trokken, hebben de hoofdstad bereikt en hun verhalen over de wreedheden der Turken wakkeren den volkshartstocht aan'. Hoe ernstig de toestand is, blijkt uit een telegram aan de «Lokal Anzeiger//, volgens hetwelk 6Ü.00U Bulgaarsche reser visten onder de wapeuen geroepen zullen worden. Maandag hebben voor de rechtbank te Cairo terecht gestaan de sjeik Abdoel Azis Chaduich, een zekere El Gayate en twee andere personen, wegens de publicatie van een opruiend gedicht, waarin tot geweld dadigheden wordt aangespoord en de moord op een Engelscb ambtenaar door den Hindoe Dingra wordt geprezen. De president van de rechtbank verbood den verdediger het gedicht in kwestie voor te lezen. De beide mannen werden veroor deeld tot een jaar en drie maanden gevangenisstraf; de andereu werden vrij gesproken. Een groote menigte stond voor het gerechtsgebouw. Ongeregeldheden kwa men echter niet voor. Dreigende staking. Aan de sigarenfabriek van de firma van Oenen en Mansen, te Hilversum, dreigt een staking uit te breken. De werklieden vroegen eerst invoering van het Amsterdamsene loon, doch toen de firma dezen eisch van de hand wees, vroeg het personeel 25 cent per mille minder dan eerst was gevraagd. Ook hierop gingen de fabrikanten echter niet in. Thans heeft het grootste deel van de Slechts zeventien werklieden hebben nog geen besluit genomen. De firma verklaart niet te zullen toe geven- Doodelijk gewond. Op den Hoogeweg bij Ridderkerk, kwam Zaterdagavoud een tilbury in aanrijding met eon mestwagen. In de tilbury was gezeten een vrouw van een en vijftig jaar, wonende te IJaelmonde. Tengevolge van den schok stootte de vrouw methaar hoofd zóódanig tegeu de ijzeren kap van de tilbury, dat zij den halswervel brak. Per auto naar het ziekenhuis te Rot tordam vervoerd, is zij aldaar overleden. Spaansch Op de Wielerbaan te Scheveningen, gaf de cow-boy, die ook op de straat zijne kunstvaardigheid had aanschouwlijk gemaakt, eene vertooning die ten slotte erg gevaarlijk bleek te zijn. Eerst verstrikte hij herhaaldelijk een ruiter in zijn lasso en toen werd een stier op het middenterein gebracht. Het beest had niet veel luat zich te laten vangen het maakte allerlei bokken(stieren-)sprongen en viel daardoor herhaaldelijk op het hellend vlak. Zij die staanplaatsen hadden drongen elkander meer en meer op, om des te beter van het „verlokkelijke" schouwspel te kunnen genieten. Op een gegeven oogenblik brak de omheining, vielen de toeschouwers en ontstond er een soort van paniek, doordien de stier, meer en meer schuw geworden, tussehen het publiek wilde doorspringen. Men ging toen het arme beest met stokken en plakken slaan om het van zich af te houden. Tenslotte maakte een brigadier van politie aan het gevaarlijk spelletje een eind, door de verdere vertooning te ver bieden. Toevallig is deze historie nog al goed afgeloopen. De Zuiderzee overgezwommen. Eeu kranig zwemmer blijkt de Amster damroer Eduard Meyer te zijn. De 32-jarige zwemmer is er Dinsdag in geslaagd de Zuiderzee van Stavoren naar Eukhuizen over te zwemmen. Dinsdagmorgen 8 uur 25 minuten ging hij te Stavoren te water en 's middags half vier kwam hij te Enkhuizen aan. De geheele afstand bedraagt 22 K.M. De zwemmer was in 't geheel 6 uur 41 minuten in het water geweest. De postboot doet 1 uur en 10.minuten over de reis. De heer Mejjer verklaarde niet bijzonder vermoeid te zijn. Hij kleedde zich dan ook zeer opgewekt in het bijzijn en onder het hoerageroep van het van alle kanten toestroomende publiek aau. Hij voelde zich slechts wat stijf in de leden en .6 kilogram in gewicht afgenomen. Meyer heeft met dezen tocht een ieder ten zeerste verrast. Te Enkhuizen werd hij hartelijk toegejuicht. De tocht was in alle stilte, ja zelfs met een zekere geheimzin nigheid voorbereid, uit vrees dat hij in het geval van niet slagen een mal figuur zou maken. Hij ging voor eenige dagen op verzoek om inlichtingen over het zwemmen naar Harlingen en toen hij eenmaal in Friesland was, kwam de gedachte bij hem op eens te beproeven op zijn terugweg zwemmende van Stavoren naar Enkhuizen te komen, De heer Hylkc-ma werd bereid gevonden hem per roeiboot te vergezellen, omdat een zwemmer op zulk een groote tocht een zekere verpleging behoeft. Maandag nu beproefde hij den tocht, doch liad toen, wegens onbekendheid met de kracht van den eb aldaar, met moei lijkbeden te kampen, zoodat hij het bij de zandbank Kreupel opgaf, met bet vaste voornemen het Dinsdag weer te beproeven, doch dan vroeger te water te gaan. Het volgende vertelde de koene zwemmer zelf Dinsdagavond reeds aan een der medewerkers van het «Hbl.« over de ten uitvoerlegging van dit voornemen. '/Veel hoop had ik niet na mijn tocht van Maandag en mijn te korte nachtrust. Na zoo'n zwempartij mag je wel eeu wijzertje rond slapen //Toen ik opstond was ik zuo stijf, dat ik mjjn armen haast niet kon optillen. Ik was echter eenmaal te Stavoren, begreep er niet spoedig terug te zullen komen en wilde de kans wagen. "Ik had nu den vloed scheef op zij en vorderde veel sneller dan den vorigen dag. Ik legde nu in 31/i uur denzelfden afstand af, waarover ik den vorigen dag vier uur had gezwommen. Den eersten dag verkwikte ik me af en toe met een glaasje champagne, dat mij merkbaar goed deed. Daar de champagne op was, had ik nu cognac medegenomen. «Toch had ik den eersten dag honger geleden. Bij een wedstrijd op de Theems voor eenige jaren had ik een razendeu honger. Ik zag een schipperj allersma kelijkst aan zijn broodje knabbelen en vïueg hem een klein stukje. Maar toen ik het in den mond nam leek het mij precies zand. Ik dook onder en werkte het met een slok Theemswater naar binnen. "Nu had ik Dinsdag rauwe eieren me degenomen, chocolade en cognac. Na twee uur genoot ik miju eerste voedsel en drinken. Ik bleef vlak bij de boot, klemde mij met een hand vast en kreeg dan mijn eitje en mijn chocolade. Anders drink ik nooit sterken drank, alleen een glaasje bier. Maar ik kreeg vooral op de tweede helft van den tocht, veel zeewater naar binnen, en dan deed een cognacje, dat gloeide als vuur van binnen, mij goed. "Toen ik over de helft was begon de zee namelijk raar te doen. De golven vertoonden witte kopjes. Heilkema ging in de boot op zijn rug liggen, uit vrees voor zeeziekte dien zag ik dus ook niet meer. De raasten van de visscherschepen gingen op en neerdat was ook al een raar ge- hobbel. Ik kreeg reusachtige hoeveelheden zeewaten naar binnen. Van elke golf misschien maar één cierlepel, maar dat was bij elkaar zoo veel, dat ik baug werd het niet meer te kunnen bergen. Zeeziek ben ik nooit van mijn leven geweest. «Later ging het weder beter, de vloed stond schuin en ik kreeg de golven niet zoo vlak voor den mond. Ik Bad nog één uur en drie kwartier te zwemmen. Toen werd het werken De laatste loodjes wegen het zwaarstWe zetten koers naar de wijde haven van Enkhuizen. «Eensklaps hoor ik geen 10 M van mij schreeuwen en zie ik een ding opduiken vol jongens. «Dat was de pier van de buitenhaven. Men wilde mij de Haven laten binnen zwemmeD, maar dat vond ik nu niet noodig en ik zwom naar de pier tot ik staan kon. «Even was ik nog wat duizelig, door al dat liggen hobbelen, doch dat ging dadelijk over, en toen gevoelde ik een reusaclitigen honger. Men gaf mij drie broodjes, die ik smakelijk op at. «Om het uur had ik een glas cognac genomen en in mijn maag wat grog ge maakt met zout water. Champagne is lekkerder, die is meer zoetig. En dan genoot ik wat chocolade en een rauw ei. De aankomst vooral was aardig. «Het eerst werd ik begroet door een hoop straatjongens. De zeilschuiten salu eerden met de vlag en de stoombooten toeterden. Ook onderweg had men voortdu rend met de vlag gesalueerd. «Spoedig had ik althans een beetje toilet gemaakt. «En toen ik mij later bij een barbier liet scheeren vielen de menschen er van nieuwsgierigheid haast door de ruiten«. Nog eeu noviteitNiet alleen is men Dinsdag voor het eerst de Zuiderzee zwemmende overgestoken, doch ook voor het eerst roeiende Meyer had een zeilboot gehuurd, doch er was geen wind. Toen roeide de schipper de eerste uren met groote volharding tot zijn handen bloedden, en deed zich vervol gens vervangen door zijn maat. Meijer gevoelde zich Dinsdagavond vol maakt wel en zag er patent uit. Slechts gevoelde hij .eenige pijn in de maag van al het genoten zeewater. Met zwemmen behaalde deze sportman reeds 30 eerste en 60 tweede en derde prijzen. BpperI 118, Binnenrotte ÏOI Horloger en Goudsmid, Steeds groote voorraad Horloges, KLOKKEN - PENDULES, Regulateurs en Wekkers. Goud- en Kllverwerh. Koralen. Soliede Artikelen. Billijke prijzen. Oud Goud en Zilver wordt tegen de hoogste waarde gekocht en geruild. S786 -'■4. dr yk>:w- - 1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 2