«Ti BLAD.
Zaterdag 6 Augustus 1910,
Antirevolutionair
25sle Jaargang N°. 1578.
Orgaan
v«©r «Ie ZuhlItollaiiilNclie en Keeawsehe Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Alle strafckera voor tie Hedaciie lie^emd, Advertentiën era verdere Administratie franco foe Ie «endera aara den Uitgrever.
Pc Duizendste éeliool
niet den liljliel.
Tssira™ era fzandftouw.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent.
a zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder 4,50 per jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent.
UITGEVER
Telefoon Inferconn. lo. 2.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur.
Ik ben tnet mijn staf over
deze Jordaan gegaan en nu
ben ik tot twee heiren ge
worden. Gen. 32: 10.
Dit woord van den aartsvader Jacob
paste voorzeker in zijn mond. Als
balling had hij zijn land verlaten,
vluchtende voor den wreker, voor
Ezau, zijn broeder, met een staf en
een oliekruik als eenige bezitting. En
thans is de vlakte bedekt met zijn
kudden van schapen en runderen,
kameelen en ezelen.
En toch werd deze danktoon geuit
in den grootsten nood.
Jacob keert terug, rijk en machtig
doch als een schrikbeeld rijst daar voor
hem op de gestalte zijns broeders,
die hem tegentrekt met vierhonderd
mannen.
'tls om zichzelven te herinneren
aan de zegeningen des Heerenmaar
ook om daarop als op ontvangen be
wijzen van Gods gunst te pleiten, dat
de aartsvader aldus spreekt. De toe
komst is wel donker, maar de her
denking van het heerlijk verleden kan
hem sterken.
Zulk een stemming past ook ons
bij de aanbeveling van de twee en
dertigste Uniecollecte.
Ook het begin van ons Christelijk
onderwijs was klem en gering en thans
is het land bedekt met een menigte
scholen met den Bijbel
Een halve eeuw geleden was het
aantal onzer scholen nog geen honderd,
met misschien 20000 leerlingen.
Tegengewerkt werden we ofnoode
geduld; bespot of met minachting
voorbijgegaan.
»Het onderwijs aan de bijzondere
school kan niet goed zijn de gebou
wen gebrekkig, de leermiddelen on
voldoende, de leerkrachten geringen
daarbij de kostbare tijd gaat verloren
met psalmzingen, bidden en bijbel
lezen
Zoo heette het immers.
En toen we in 's Heeren kracht
voortgingen, toen werd de tegen
stand feller en somwijlen scheen de
school met den Bijbel ten doode p-
geschreven.
Maar nimmer scheen haar onder
gang zoo nabij als met de Wet van
'78. En zietde bangste dagen werden
juist de meest gezegendewant als
vrucht van het Volkspetitionnement
kwam de Unie met hare Augustus-
colleete.
En van die collecte ging kracht uit
door hare opbrengst, die in den geld
nood onzer scholen hielp voorzien.
Doch meer nog door den band,
dien zij deed ontstaan tusschen de
voorstanders van het Christelijk
onderwijs en door de veerkracht, die
zij wekte.
En thans is de dnizendste school
met den Bijbel geopend en nog dit
jaar kan het leerlingental del60,U00
overschrijden
Wat heerlijke uitkomsten in 50 jaar!
De Heere heeft groote dingen ge
daan, dies zijn we verblijd
Maar, schoon ons hart van dank
moge overvloeienwe moeten ons
verheugen met beving.
Er bestaat gevaar, dat we ons ver
heffen, nu we sterk geworden zijn.
Daarom is het noodig, dat we terug
zien op ons klein begin.
Er bestaat gevaar, dat" onze ijver
zal verminderen, nu de strijd minder
zwaar werd. Daarom is het noodig,
dat we gedenken de bange dagen van
zelfverloochening, die achter ons
liggen.
Er bestaat gevaar, dat onze lieide
zal verflauwen.
Daarom moeten wij gedenken aan
de dagen, toen alle christenen in
Nederland met eenparigen schouder
zich opmaakten om de School met
den Bijbel te behouden, die met on
dergang bedreigd werd.
Misschien meer nog dan vroeger
is thans noodig, dat alle vrienden der
Christelijke School samenwerken om
te waken vo:r de School met den
Bijbel.
Daarom is de jaarlijksche collecte
zoo onmisbaar.
Dan immers worden alle kleine
verschillen vergeten om samen te
offeren op het altaar der liefde voor
Neêrlands jeugd
Duizend Scholen met den Bijbel
Honderd zestigduizend leerlingen En
tochonze ijver mag daarom niet
verslappen
Tienduizenden kinderen, die op onze
school behoorden, kunnen daar nog
geen plaats vinden, wijl de ouders de
kosten niet kunnen dragen.
Duizenden ouders gevoelen nog niet
de noodzakelijkheid hun kinderen te
zenden naar een school, waarin de
zelfde christelijke 'geest heerscht als
in hun gezin.
De kinderen van ons volk hebben,
meer nog dan vroeger, behoefte aan
een school, waarin gehuldigd wordt
de leuzeVreest God, eert den
Koning
De rijke zegen, ons in meer dan
dertig Augustusmaanden geschonken,
stemt tot zulk een groote dankbaarheid.
Die dank moet zich uiten door onze
offervaardigheid, maar ook door ge-
meensehappelijken ijver en gebed.
Onze scholen hebben geld noodig.
Maar, meer nog dan dat, hebben zij
behoefte aan ons gebed.
Ons gebed om zegen op ons onder
wijs.
Ons gebed om liefde onder de
broederen.
Ons gebed om bewaring voor onze
scholen tegen alles, wat haar zou
kunnen schaden of benadeelen.
En daarom als de Oogstmaand komt,
willen wij ons te zamen opmaken.
De oogst kan zoo rijk zijn bij zoo
rijke dankensstof.
De Uniecollecten steeds stijgende
Duizend scholen met den Bijbel
Honderd zestigduizend leerlingen
met meer dan vier duizend onder
wijzers Mogelijk straks, als dankoffer,
een tonne gouds voor onze duizend
scholen
Gemeenschappelijk gebed, gemeen
schappelijke arbeid en offervaardig
heid weren alle verdeeldheid en ver
sterken den liefdeband, die alle vrien
den van de Christelijke school moet
vereenigen
God de Heere, Die ons tot hiertoe
in weerwil van onze tekortkomin
gen en gebreken zoo rijkelijk
zegende, verblijde ons ook thans
weder door een heerlijke uitkomst
Unieblaadje No. 44.
nS'
A
Ziekteverzekering. v
i
Den 18den Juli is door Min. Talma
een tweetal wetsontwerpen ingediend
nl. een ontwerp Radenwet en een
ontwerp Ziektewet.
De Radenwet beoogt een verdee
ling van 't Rijk in gebieden of dis
tricten, die hun medewerking ver-
leenen moeten bij de uitvoering van
wettelijke regelingen betreffende den
arbeid. En voor iedere groep van
Raden van Arbeid wordt opgericht
een Verzekeringsraad. Deze Verzeke
ringsraad helpt weer mee aan de
uitvoering der Verzekeringswetten,
waarvan de Ziektewet er één is.
Het is dus de bedoeling met het
centraliseerend karakter der vorige
ontwerpen, als ongevallenwet, te bre
ken en getrouw aan de toezegging in
1908, de Verzekering aan de belang
hebbenden zooveel mogelijk in handen
te geven.
De Ziekteverzekering beoogt het
uitkeeren van een geldelijk bedrag
bij ziekte. Dat bedrag bedraagt de
helft van 't gemiddelde der loonklasse,
waartoe de verzekerde bij den aan
vang der ongeschiktheid tot werken
behoorde. Het wordt uitgekeerd over
6 dagen 's week, en na vijf dagen
ziek zijn, gedurende ten hoogste 6
maanden.
De premie wordt voor de helft door
den werkgever en voor de andere
helft door den verzekerde betaald en
bedraagt zooveel als in de zes dag
loonklassen is uitgecijferd.
Onze eerste indruk is een gunstige
maar 't ontwerp Kuyper gat meer.
Daar ontving men ook geld bij
bevalling en overlijdenwas ook de
uitkeering iets hooger. Nochtans we
verheugen ons, dat deze sociale wet
er is. Dat de arbeiders er nu maar
bij ziekte, 't genot van mogen trek
ken en dus, dat men niet te lang
talme in de 2e Kamer.
DEBT UITKIJK.
»Der verdwijning nabij«
Dat lijken me zoo de oud-liberalen de
geestverwanten van Thorbecke, die niet
willen meedansen om 't gouden kalf van 't
Algemeen Stemrecht.
Het is voor een ieder duidelijk.
Bij elke stembus boeten ze één of meer
zetels in. Dat was verleden jaar alzoo met
de Kamer-verkiezing en ook dezen zomer
weer hebben zij bij de Staten-stembus
't gelag moeten betalen.
Vóór eenige jaren werd Van Houten
al uit de Eerste Kamer gestemd. Dat kón nu
nog zijn een op zichzelf staand feit, gelijk
mr. Samuel altijd 'n man a part is geweest.
Dat kón zijn afkeer, die niet .zoozeer het
beginsel gold, als wel den politieken persoon,
die dat beginsel in toepassing bracht.
Maar dit jaar was 't erg duidelijk.
De stok sloeg weer door 't vrijzinnig
geboomte en 't waren overal de oud-libe
rale takken waar de klappen op neer kwamen
en die op den grond vielen.
In Friesland moest immers de oud-liberaal
worden losgelaten, wilde men den zetel in
de Eerste Kamer voor de vrijzinnigen
behouden.
Maar 't allergevoeligst zijn deze oud-li
beralen getroffen in de na verkiezing, die
plaats had in Amsterdam IV, waar de
vrijzinnig-democraat den oud-liberaal Roëll
leelijk klopte
Amsterdam IV is op-end'-op liberaal.
Zoo liberaal als Drenthe.
Wij hebben er geen kans.
Bij generale verkiezingen vertoonen we
er de vlagwe geven er den moed niet
op ook weten we nimmer hoe raar een
stembus-stuivertje rollen kan maar
tot nog toe is Amsterdam IV een ^gepachte
district voor de liberalen, waarin ze voor-
loopig meer last zullen hebben van den
rooden gtijpwolf, die vooral in de groote
steden onverzadiglijk is, dan van de Chris
telijke partijen, die er beslist de meerderheid
niet hebben.
Maar dat nu ter zake.
Bij de Staten-verkiezing was den heer
Roëll, lange jaren lid van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, iets menschelijks
overkomenhij was gevallen.
Dat vonden velen jammer.
Roëll was haast onmisbaar in 't college
van Gedeputeerden. Niemand, die zóó thuis
was in polder- en waterschapzaken als hij
.die man komt wel terug, meende
de liberalen meerderheid, en daarom koos
je zoolang 'n >strooman« als Gedeputeerde,
die zoolang zou zitten, tot de heer Roëll
weer in de Staten teruggestemd was.
Dat nu ook juist hém dat ongelukje
treffen moest
Mr, J. C. de Vries, die voor Amsterdam
IV zat, stond opde heer Roëll werd
candidaat gesteld en menigeen beelde zich
in, dat hij er zonder slag of stoot, misschien
wel bij enkele candidaatstelling komen
zou
Eylacie wat liep dat mis.
De Rechterzijde onthield zich.
De stembusboog kan niet altijd gespan
nen zijn, dacht zij. Wij konden immers over
de Staten stembus tevreden zijn kans had
den we weinig of niet .wij lieten
dat nu de vrijzinnigen maar eens uitvechten.
En zoo ging de stemming tusschen
liberaal, vrijz.-democraat en socialist.
Ze gaf géén beslissing.
Herstemming was noodig tusschen de
eerste twee.
En toen ving in dit district een strijd
aan tusschen deze beide practies der vrij
zinnigheid, die in scherpte en heftigheid
niet ónder deed voor den ergsten anti-
clericalen veldtocht.
En de vrijzinnig democraat wón 1
Dapper door den socialist geholpen.
Na de overwinning feest'ten zij, of ze
Kuyper zelf overwonnen hadden en in den
feestroes klonk een toon vanzoo moet
het alle vijanden der democratie vergaan
Ze hadden een gevoelige les gehad, de
oud-liberalen en als ze op hun standpunt
stijf bleven staan, dan zouden de weinigen
die nog in stateD en standen zitten er
successievelijk uitgewipt worden.
't Ziet er dan ook donker voor hen uit.
Ze zitten aan alle zijden vast
Links is alles tegen hen. Alleen in het
zeldzame geval, dat ze ergens met een
man der Rechterzijde in herstemming ko
men, kunnen ze op den steun van een
déél der Linkerzijde rekenen. De sociaal
democraten steunen hen wat de kern
van hun leven betreft zelfs dan niet
meer.
En aan de Rechterzijde vinden ze in den
strijd met Links weinig steun.
Zie het aan den heer Roëll.
De chr, Historischen en roomsch-
katholieken steunden hun officieel. De
antirev. waren verdeeld maar steunden in
geen geval zijn tegenstanders. En toch
haalde deze uiterst bekwame candidaat het
niet.
Nu kan het gebeuren, dat de een of ander
partij bij de stembus leelijk afgetakeld
wordt, zonder dat zulks een bewijs is van
afgeleefdheid.
Dat hebben wij ook ondervonden.
In r905 vielen onze mannen als kegels
in het spel. Maar de partij bleef gezond.
Bij de laatste verkiezingen voor den
Duitschen Rijksdag gingen de sociaal-demo
craten bij tientallen naar een kelder. Maar
de levenskracht der partij was er niet door
verminderd
Met de oud-liberalen gaat het anders, 't
Is de verzwakking van den ouderdom, 't Is
niet een geweldig verlies ineens, dat ze lijden,
omdat ze hun beginselen zoo op den
voorgrond geschoven hebben dat alle andere
partijen zich geprikkeld gevoelden.
Ach Sinds ettelijke jaren doen de oud
liberalen weinig anders dan al maar water
bijgieten in den verschaalden wijn hunner
beginselen, zoodat ten slotte niemand dien
meer lust.
't Was noch in een debacle.
Zeer geweldige nederlaag
't Is een afbrokkelen van ouderdom't
verweeren van een vergroenden en ingevre
ten muur, waar geen restrauratie meer aan
helpt. De oud-liberalen hebben hun tijd
gehadze hebbèn nun vrouw ontleefd.
Legen den ouderdom is geen kruid gewassen.
Als de bloedvaten uitkalken, is de dood
nabij.
Wat er de groote oorzaak van is?
Deze, dunkt me zoo, dat de oud-liberalen
vele jaren lang als groep genomen
geen hooger zucht kenden, dan de macht
te bezitten.
Zij vooral zijn het geweest, die jaren
lang in de Kamer, in de Staten en in de
gemeenteraden zichzelf en hun vrienden
voorthielpen en de anderen verstooten. Als
wij antirevolutionairen, klagen over achter
uitzetting, die wij ondervonden, dan zijn
het de oud-liberalen in de dagen hunner
macht en hoogheid geweest, die ons Knepen
en Kielden en Knoeiden.
Hun kringetje was 2-het« volk.
In de regeerings-colleges oefenden zij de
macht' uitin de wetenschap waren zij voor
den katheder geschiktin het notariaat
werden hun broeders en neven en vrienden
gezetin de groote pers gaven zij den toon
aan voor burgemeester waren zij geknipt
zij waren de buren van het land.
Zoo is 't jaren lang geweest.
Als ik nu den tijd mijner jeugd herinner,
dan kan 't nog in me kooken gaan.
j>Jij behoort tot de secte, die overal
tegengesproken wordt, hoorde ik een hunner
eens zeggen. Zij waren de heeren van Staat
en Stad.
En daarom ik ontveins me niet, dat de
strijd tegen de valsche democratie voor de
christelijke partijen zwaarder wordt, naar
mate de oud-liberalen van 't staatkundig
tooneel verdwijnen maar desalniette
min ze gaan, wat mij betreft heen zonder
begsterd te zijn
UITKIJK.
Groenbemesting.
De lezers weten waarschijnlijk, wat men hier
onder verstaat: het onderploegen ter bemesting
van een of ander vlinderbloemig gewas, 't zjj
geheel of ten deele. Dit geschiedt dan voornamelijk
met het doel met die groene massa den grond
rijker te maken aan stikstof vooral en aan humes.
Aan stikstofde vlinderbloemige gewassen toch
weten met behulp van kabouters bacteriën
de luchtstikstof te benaderen, te benutten voor
eigen groei, om ze later aan den bodem ten goede
te doen komen.
Op de lichte, schrale, zandige humusarme
gronden zijn de lupinen aangewezen voor groen-
bemesting daardoor kunnen zonder groote kosten
gronden, te voren ongeschikt voor cultuur
geschikt worden gemaakt, en andere, niet zoo arm,
aanmerkelijk beter en vruchtbaarder. Oost-pruisen
en Pommeren is er door de lupine-teelt in het
landbouwbedrijf een gansche ommekeer gekomen
en men is daar van meening zonder die teelt
niet te kunnen boeren, 't Is goed hierop ten
onzent nog eens de aandacht te vestigen, omdat
in vele onzer hooge zandstreken de waarde eener
lupinegroenbemesting nog niet wordt gekend.
De roggebouw is dezen zomer vroegen daarom
is het nu zoo'n schoone gelegenheid lupine in
den rogge-stoppel te zaaienhoe eer toch hoe
beter, opdat een flink gewas worde verkregen.
Men wachte niet tot de rogge naar huis kan wor
den gebracht: kunnen de garven (schooven)niet
op een nevenliggende akker worden geplaatst,
dan zette men ze op den akker in rechte rfjen
en ploege oumiddelijk het land ondiep om. Later,
indien het niet te iaat in den tijd is, kan men
de strooken, waar de garven hebben gestaan, nog
wel bouwen. Zoo noodig wordt na het ploegen
geëgd, daarna onmiddelijk gezaaidhet zaad
hoewel vrij grof, mag niet te dtep worden ingeëgd
in niet te drogen grond is 2—S c. M. voldoende
Men zaaie liefst de blauwe lupine, welke vlugger
opschiet dan de gele, en niet te dun, dikker dan
men gewoonlijk de gele doet3 H. L per Hectare.
Met het rollen, indien noodig, is de bewerking