Zaterdag 23 Juli 1910, 25s'e Jaargang N°. 1574. Antirevolutionair Orgaan vo@r «le ZiiMIftolUtnilsche en Zeenwsclie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle staiklten voor de Itedactïe bestemd, Advertentie®! en verdere Adfiïilni§tratle franco toe te «enden aan den Uitgever. ©e no©slsland. Terecht schreef De Standaard van 23 Oct. 1900 Bij de beoordeeling van de ver houding van de Souvereiniteit der Overheid en de Souvereiniteit in eigen kring moet scherp onder scheiden worden tusschen de gees telijke en de stoffelijke belangen; de volstrekte afwijzing van de Overheidsbemoeiing inzake de stof felijke belangen is van oud-liberale herkomst onder Israël ging de beperking van het particuliere beschikkings recht over zijn goed en 't beheer daarvan zelfs zeer verde afwijzing van deze Overheidsbemoeiing komt op uit de dwaling van het indivi dualisme, die Overheid en parti culier als twee particuliere partijen tegenover elkaar stelt, en uit dien hoofde bij de Overheid eerst naar haar recht, in plaats van allereerst naar haar plicht, taak en roeping vraagt. En in die stellingen trok ze saam, wat ze in vorige artikelen over de Verplichte Verzekering geschreven had, met welke gedachten ook wij ons konden vereenigen. En in het nommer, dat we hierboven noemden, heeft ze ten opschrift»noodstand, die voorziening eischt.« 13ie noodstand wordt door ieder erkend. Is al jaren lang erkend en onder de oogen gezien, maar zonder werkelijk resultaat. Nog wacht de werkman op de Ziekteverzekering en op de Invaliedenwet. Nog grijnst 't spook der werkeloosheid hem jaar in jaar uit aan. En ieder kent in stad en dorp de ellende, die uit 't ontbre ken dier wetten voortvloeit. Zeker, zeer veel is door 't particulier initiatief reeds tot stand gebracht en we denken om de Ziekenfondsen en de kassen voor Werkeloosheid der Arbeiders organisaties met of zonder Gemeente- hulp. Maar wie telt het aantal kranken, invalieden, ouden van dagen, die in totale hulpeloosheid ondergaan. Zeker, we vermelden met roem de liefdadig heid van 't Nederlandsche volk de diaconieën veler kerken, die pogen in veler behoeften te voorzienmaar hoeveel buiten de kerken en zelfs in de kerken zijn er, wien het aan 't noodige ontbreekt in kwade dagen. En dan rekenen we niet met de mannen en vaders, de weduwen enz. die door eigen schuld in moeiten zittenmaar we tellen slechts de on- schuldigen, die als nette en fatsoenlijke werklieden door de wereld gekropen zijn de flinke werklui, met groote gezinnen, die zoo'n toekomst niet ver diend hebben. En nu kan men wel gaan klagen over de werklieden en zeggenze moesten dit niet doen en dat niet doen doch sparen, maar dit zeggen houdt geen rekening met 't menschelijk zwakke in ieder individu houdt geen rekening met de moeilijkheid om 't gespaarde geld te bewarenhoudt geen rekening met "t feit, dat de geest des tijds allen besmeurt en ieder mensch hooger vliegt, dan zijn vleugels lang zijn. Men kan ook klagen over 't loon, en door organisatie hooger loon zien te krijgenmaar afgedacht, of dat gegeven zal worden, heeft de arbeider op jaren er niet veel aan om uit dat hoogere loon dan nog voldoende voor pensioen te zorgenwel moet op hooger loon in verschillende streken van ons land gemikt wordenmaar zoolang niet in ieder dorp die loon- standaard klimt, blijft 't tobben voor hen, die niet in 't hoogere loon deelen. Zoo'n loonactie moet nationaal zijn en anders blijft toch een groote of grootere groep kommervol de toestand inzien. Er is dus een noodstander blijft een noodstand, als de Overheid niet met kracht optreedt. En nu kan ze twee wegen uitöf haar armenzorg uitbreiden, dan wel steun verleenen door bijpassing bij het eventueel op gespaarde, öf door premiebetaling. Armenzorg willen de Staatspen- sioneerders. Bijpassen doet de Overheid in België. Premie betalen willen de Antirevo lutionairen. Vroeg beginnen met be talen en voor altijd in Rijkskas be waard. Dan komt er redding. Een Christelijke Schoolbond. Wat is een Schoolbond? 't ls een vereeniging van Besturen en onderwijzers. Op Flakkee zijn 8 Chr. Scholen (nog 5 te weinig 1) Wanneer nu de Schoolbesturen met de onderwijzersafdeeling zich in ver binding stellen, en een zelfstandige organisatie gaan vormen, kunnen door dien Schoolbond niet alleen de aan alle Scholen gemeenschappelijke be langen besproken worden, maar ook de propaganda voor eigen of tot nieuwe scholen krachtiger gevoerd. De Schoolbond (dus Besturen plus onderwijzend personeel) zal zeer zeker in haar statuten opnemen een bepaling omtrent Schoolstichting, Normaal school en Propagandafonds voor beide instituten. Welnu, daarheen moet 'tgaan: de Besturen met de onderwijzers houden hun gezamelijke vergaderingen, hun Schooldagen of Meetings en versprei den propagandarische geschriften. En naast dien Schoolbond staat in zelf standige organisatie ook nog de Afdeeling, die haar eigen zaakjes regeltden broederband versterkt en door onderlinge gedachtewisseling de Schoolbeginselen en de regelen der opvoeding meer naar voren brengt. V -Eew lastig geval. De liberale partij heeft een bloc noodig, anders kan ze de coalitie niet uiteenslaan. En heeft ze 't bloc, dan gaat een groot gedeelte van haar partij naar Rechts oyer en zit ze weer in 't moeras, want met de S. D. A. P. willen tal van liberalen nog niet samenwerken. Wie lost die politieke rebus op Wij zijn er niet toe in staat. Want 't feit staat vastzonder de Socialisten beginnen de liberalen bij de stembus nietsze zijn van hen in tal van districten afhankelijk en de pas gehouden Statenverkiezingen herinnerde ze daaraan met pijnlijke ervaring. Ze moesten in Bedum hun eigen aftredend lid los laten en den Socialist overnemen, anders waren de andere liberalen leden, die aftraden, ook gevallen. Over Utrecht heeft prof. de Louter een scherp oordeel geveld, waar de Kiesvereeniging besloot in district II den Socialist te steunen en eigen Candidaat te laten vallen. Op meer plaatsen waren de Liberalen verplicht 't Socialisme naar de oogen te zien. Maar komt er een bloc, een eenheid van Liberaal plus Vrijzinnig-democraat plus Unie Liberaal, plus Socialist, dan zou men de Coalitie kunnen slaan doch dit is weer onmogelijk, omdat zich veie liberalen dan aan dit bloc onttrekken zullen en veel liever Rechts stemmen. Ook de Statenverkiezing heeft dit uitgewezen in Rotterdam 1. Zöö wordt 't dus uiterst moeilijk om de Coalitie te treffen. En als dan deze zelf nog als cement verhardt, dan is er gansch geen sprake van dat de Liberalen ooit overwinnen. Maar als de Coalitie verflauwt en de sociale wetgeving niet opschiet, ja, dan zou er kans zijn op victorie voor Links, want dan zouden er van Rechts weer velen de Coalitie afvallen. OP OSLA UITKIJK. Twin*, en JLandbotiw. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. Z(>nder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad 7,50; zonder f 4,50 per jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon Intereomm. So. 3. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. mm m Zomertijd reisseizoen Juli en Augustus zijn een paar lastige maanden voor den Krantenschrijver. Waar hij anders vaak moet worstelen met plaatsgebrek«, om 'n spiksplinternieuwe uitdrukking en 'n pittig beeld te gebruiken, daar ligt hij in dezen tijd niet zelden z'n binnen- en buitenlandsche bladen onverge noegd ter zijde Er is geen nieuws 1 De politiek rust en slaapt. De diplomaten badende mannen der wetenschap loopen met 'n sportpet op in de dennebosschen er wordt geen vinnige nota's gewisseld, geen interpellaties gehouden, geen uitvindingen gedaaner zit geen Kamer, geen rechtbank, 'n heel enkel con gres komt samen, maar 't is een schrale oogst, die de nijvere krantenvuller binnen- gaart en ik ben zeker, als 'n Chinees een oorlogzuchtige toespraak hield tot de vergaderde mandarijen, dat de nagelbijtende journalist den langstaart om den hals vliegen zou, wijl hij een 2stok geeft dat de woorden zich niet in daden zullen omzetten, daar zorgen de groote Mogendheden wel voor .als de vacanties voorbij zijn Het is vacantietijd. Hooggeleerde heeren, die gister heel deftig 'n promotie hadden, zitten vandaag op een knie gehurkt bij een zwaren kotter, die mevrouw maar niet dicht kon krijgen en waar ze knecht of dienstbode niet bij roepen wou. Onderwijzers, die heden gewichtig hun leerlingen in de geheimen van de enkele en de dubbele e inwijden, zullen morgen na vieren, als de laatste schooluur verdween, 'n reuzenzwaai over twee schoolbanken maken twee, drie of meer weken vacantie Kinderen komen zingende thuis, hoe 2verzot« ze ook mogen zijn op 't schoolgaan en ze begrijpen niet, dat moeder geen feestelijk gezicht zet te hunner ontvangst en niet weet, hoe ze die vacantie doorkomen zalZij weten het wel De zomertijd is het reisseizoen. En steeds grooter wordt het aantal van hen, die voor korter of langer tijd naar 2>buiten« gaan zelfs uit de gewone burgerij gaan duizenden 2 en pension, Dat is wel de 20ste eeuw 1 In de r8de eeuw me Ferdinand Huijck las weet het wel ging de groot heid niet verder dan van Amsterdam naar 't Loo en vice versa. Die aan alle kanten rijk was kocht een boeier en ging op de Zuiderzee varen. Ja, nog in de 19de eeuw was Batavers Droogstoppel bij gelegenheid van zijn huwe lijk van de hoofdstad ngarde hofstad geweest, maar bleven zijn verdere reizen beperkt tot de dagelijksche wandeling van zijn huis naar de Beurs. Kom daar nü 'r es om In een der bladen las ik onlangs een correspondentie uit Arnhem. Dat is een der steden, die 't wel gaat met al dat reizen. De hotels zijn er overvol en men ziet er om dezen tijd meer vreemdelingen dan ingeborenen der stad op 't Velperplein en Sonsbeek. Alles en een iegelijk houdt daar en in den omtrek pension. Ja, de concurrentie hierin moet zoo groot zijn, dat er al gean nonceerd wordt goed pension voor f z, daags, alles inbegrepen 't Gevolg is, dat menschen, die voorheen nooit anders uitgingen dan met een dagre tour, nu ook voor 8 of 14 dagen »en pension« gaanmenschen ook met zeer beperkte geldmiddelen, maar die, nu 't zóó goedkoop wordt, óók door de algemeene verplaatsingkoorts worden aangegrepen, op hun beurt weer benijd door de minder gelukkigen, die vroeger nooit van honk kunnen en 't nu met een één-dags-vlucht moeten stellen. 't Wordt haast 'n natuurwet, 't Is herfstzonder verkoudheid komt niemand er door. 't Is zomerzonder 'n reis of reisje houdt niemand het uit. Nu moeten we billijk zijn. Menigmaal heb ik me verbaasd, hoe lieden, die op 't platteland een heerlijk verblijf, of ook aan den buitenzoom van een provinciestadje een ruime woning heb ben, met grooten tuin achter en een rijk belommerden straatweg vóór hoe zulke lieden in den zomer den durf hebben, hun rustig tehuis te gaan verlaten, waar ze alle gemakken hebben, die ze maar kunnen begeeren, om 't stof, de onrust, den smaak en vele andere onbehaaglijkheden aan reizen en uitgaan verbonden, te gaan genieten Daar staat echter tegenover, dat het moderne groote-stads-leven er uitrusten móét, zal de boog niet knappen, voor hij versleten is. Dat leven jaagt maar al voort. En daar heeft de ambachtsman nu nog niet den minsten last van. Die werkt met z'n handen en z'n hoofd is slechts »sekundair« in actie. Waar dan bijkomt, dat ik me weieens liet vertellen, hoe de arbeiders op karwei in de groote steden wel weten te zorgen, dat ze hun arbeidskracht niet ontijdig verzweeten, zoodat het geen onbegrijpelijke zaak is, dat de werkgevers nogal gesteld zijn op arbeidskrachten 2van buiten. Maar wie in 't groote stads-leven, wat zijn dagelijksch werk betreft, op z'n hersens drijven moet, jadie moet er noodig es 'n dag of wat uit. Alles, went, zegt men wel. En zoo went de stadsbewoner ook wel aan het honderdkorig en duizendkelig ge roep, gevent en geschreeuw, hij went aan 't gebel, 't getingel, 't getoeter, 't gebrul, gegil, dat aan alle kanten opgaatdat 'm 's avonds uit den slaap houdt en des morgens vroeg wekt; hij went aan 'tlaat- leven, aan avondvergaderingen in zoovele zaken, aan 't jagen en jakkerenhij went er aan om zijn leven voort te stoomen, de veiligheidsklep bezwaardhij went er aan .ten koste van zijn lichaamskrachten en van zijn geestvermogens. Zooais ieder dat heeft, heb ik ook m'n tijd gehad, dat ik den groot-stedeling be nijdde. Tegenover hem welt de »provin- ciaak zich altijd ietwat linksch zeer ten onrechte vaak, want »aan 't stuk« valt de groot-stedeling soms leelijk tegen maar als ze 'm hoort zoo praten, flink van de tongriem gesneden, en hoort opgeven van de heerlijkheden zijner stad, jadan moet ge erkennen, dat het platteland de onmis bare ruggegraat des volks is, maar dat in de groote steden 't hart klopt, waarvan de stuwkracht uitgaat voor het leven des volks. Toch spijt het me waarlijk niet, dat mijn weg totnogtoe nooit naar de »metropool« leidde. Onlangs moest ik enkele dagen in een onzer grootste steden doorbrengen en kwam des Zaterdags moe, óp bij de mijnen terug. Erge hoofdpijn dat spreekt. Maar met één nacht bedrust ben ik dat te boven en des Zondagmorgens nog vroeg al, wandelde ik in 1 vrije veld bij heerlijke zomerzon. De sabbatsruste lag vredig over de velden de vogelen zongen den Schepper het loflied toe van verre klonk 't getamp van twee, drie, vier dorpsklokkeneven later begon ook de klok van den- toren vlakbij zijn gelui't morgenwindeken stak op, ik snoof begeerig de geuren van 't verschgewonnen hooi, van roos en reseda op en ik beklaagde den armen stedebroeder, voor wiens ramen de trams al maar voortjagen en de karren ratelen over de sleenendie zelfs des Zondags geen rust heeft, die naam waardig 1 In de groote stad mag dan 't hart des lands kloppen op het platteland blijft het levensbloed gezond Waarlijk de stedelingen, die voor vier weken langs den Rijn gaan zwerven of voor 14 dagen 2 en pensions gaan wie vredig wonen kan onder zijn 2wijnstok en vijgeboomi en eten mag 't brood zijns bescheiden deels, die hoeft hem niet te benijden UITKIJK. Bijenteelt. De imker is blij gestemd: na eenige trieste dagen, waarop het bijenvolk vrijwel tot werke loosheid was gedoemd, trad mild zomerweer in, echt bijenweer, en dat bleef aanhouden, en dat juist in zoo'n goeden tijd nu de boekweitcom- pagne er is. De boekweit staat bij ons zoo kos telijk, als in jaren niet het geval was, en bij het zwoel-vochtige weer der laatste dagen gaven de bloesems volop nectar. Rondom den bijenstal is het dan ook kl honig wat men ruikt, en't is een lust om te zien, hoe de bijen met bewonderens- waardigen ijver zich weren en, zwaar beladen nauw met heur kostelijken buit het vlieggat kunnen binnenkomen. Kr is dus voor ons, imkers, reden tot juichen al is het best mogelfjk, dat wjj over enkele weken, als het seizoen is verstreken weerj„sip" kijken. Maar zóó zijn wij nu eenmaal. Die slechte, ja bange jaren hebben we gehad en 't was alleen de heugenis van betere, heerlijke tijden, die ons deed volharden; al dat leed zjjn wij nu reeds vergeten, niet omdat wij nu al zoo'n groot gewin kunnen boeken of ons daarop verspitsen, (alles is nu nog verwachting slechts, welker vervulling zeer onzeker is) maar omdat wij verscheidene dagen van genot in drie jaren niet gekendhebben mogen smaken bij het waarnemen der zoo gezellige, zoemende druk te, waarmee de lucht om ons huis, in onzen tuin, op ons erf, is vervuld bij het hooren en zien van het naarstig beweeg der duizenden en nog eens duizenden arbeidsters, den ganschen langen dag, terwijl ook in het late avonduur een krachtig, vreugdevol gegons van uit den korf of kast ons vertelt, hoe ijverig men daar nog in de weer is. En dan dat heerlijk gezicht, bjj het vluchtig inspecteeren der bijenwoningen, van het glinste ren van den honig, waarmee de cellen worden gevuld, van de steeds zwaarder wordende tafels I Naar het midden toe zjjn de raten al met honig gevuld en in de voorste worden de cellen al verzegeld, 'tls dan de tijd om den honigslingsr, als men dien heeft, te gebruiken. 't Zou verkeerd zfln om de bijen heur overvloed te laten houden, want hierdoor zou de werkluBt kunnen verslappen: deze wordt geprikkeld en verhoogd, als men den honig wegneemt, en van zwermen heeft men dan ook niet licht hinder, daar de bijen dan te druk zijn, om daaraan te denken. Mocht men evenwel zwermneigingen bespeuren, dan koele men het volkje wat af door de deur der woning eens open te zetten; öfmen neme eenige rijpe broedraten weg, zonder bijen, en geve die aan een zwerm- of afgezwermd volk. De koninginnepoort zal blijft de campagne goed ook dienst kunnen doen om in de ho- nigkamer honig en geen broed te krijgen ande re middelen daartoe falen in vele gevallen. Slechts bij sterke dracht zal geen koninginnepoort noo dig zijn: alsdan worden de raten zoo spoedig door de bijen gevuld met honig, dat de koningin geen tijd heeft om eieren in de cellen te leggen. In den regel gaat het gewin in onze streek maar matig en dan is de poort o. i. het eenige heerljjke, onmisbare middel om het broed te beperken en in alle raampjes slechts honig te winnen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1