r
m
ELaisd- en Tuinbouw.
Buitenland.
Advertentisu.
©OOÊNBUKKIN OM UIT
t© telaien zijn alleen mege*
«o* wanneer Sunlight leep
wordt gebruikt. Zij bespaart
tijd want
de zuiverste zeep doet het werk.
T
"7"
■t
Vooruit in politieke kennis niet toe
rekenbaar is, en als er strooibiljetten
komen van die zijde, zij men indachtig
aan 't feit, dat van die zijde de historie
na 1896 zelfs haar niet helder is.
We schreven haar: lees de geschiede
nis der laatste 20 jaar; nu zeggen
welees die der laatste 14, want we
mogen na de treurige ervar'ng der
laatste 4 weken in dat blaadje, niet
veeleischend zijn. En laat Vooruit
precies uitknippen. En den letterzetter
geen schuld aanwrijven.
In één woordBeterschap voor den
patient en staalpillen gebruiken.
Het gevaar voor verlies.
Wie denkt, dat Flakkee een vast
district is, vergist zich. Trouwens, in
't politieke leven is 't net als in alle
andere omstandigheden wat een kiem
is, kan een mooie vrucht worden
maar mooi blijft zij niet altijd, en uit
de vrucht gaat vaak door verdroging
en verschrompeling de krachtof door
de vochtigheid komen er bedervende
elementen in, en ze rot en verteert.
In alle leyen is er ontwikkeling,
maar ook inzinking en verdorring.
Niet alle eiken worden eeuwenoud,
en er zijn menschen van vijftig jaar,
die reeds volkomen »op« zijn.
Zoo is 't ook in de politiek. De Li
berale partij heeft haar tijd van ont
staan, ontwikkeling en bloei achter
den rug; en ze leelt thans in een tijd
van vernedering, achteruitgang en
verzinking. De rechtsche partijen win -
nen aan invloed, terwijl ze vroeger
waren, om een Bijbelsche uitdrukking
te gebruiken »een hutje in den kom-
kommerhofcieen »aangeflotene.«
Elke partij, zoo lazen we dezer
dagen in een modern tijdschrift, heeft
haar Bethlehem, haar Thabor en haar
Golgothaen het heilige Heilsmysterie
dat in die namen glinstert, nu eens
wegvagend voor een oogenblik,, moe
ten we de waarheid dier uitspraak
bevestigen.
Zoo is 'took op Flakkee.
Flakkee is na de uitbreiding van
't kiesrecht, voor Rechts een vast dis
trict geweest tot op heden.
Maar 't kan zeer wel slinken. En
één gevaar, dat dreigt is de
ONVERSCHILLIGHEID eu
als gevolg daarvanthuis blijven.
In '01 bleven er thujs bijna 4©©.
In 1904 bleven er thuis ver over
de 500.
In 1905 bleven er thuis bijna 4©©.
In 1906 bleven er thuis bijnal®©©.
In 1907 bleven er thuis ver over de
s©o.
In 1909 bleven er thuis bijna 4©©.
Wat blijkt uit deze cijfers? Dat
er meer kiezers thuis blijven bij een
Statenverkiezing, dan bij een Kamer
verkiezing, zooals in 1901 en 1905 en
1909. Toen 400. Maar bij de Staten
verkiezing liep dit cijfer tot 800 en
1000. Waarom Omdat die kiezers
dachten: »Fiakkee is vast, al komen
wij niet; de rechtschen worden toch
gekozen.
Maar zoo fopt men zich leelijk. En
door die thuisblijverij brengt men de
rechtsche zetels in groot gevaar.
De liberalen wekken bij hun
propaganda onze kiezers tot thuisblij
ven op en als zij daarnaar luisteren,
is ons district verloren.
Want ja, Gideon versloeg met 300
man een heirleger van Midianieten
lees den Bijbel; maar, die300 waren
dan ook allen present op Gods bevel
er ontbrak er krek geen een. Er was
geen enkele twijfelaar geen enkele
tragegeen enkele onverschillige't
was vuur en gloed en leven rondom
en in hen en in gehoorzaamheid aan
den Heere vielen ze aan en overwon
nen.
Die God van den Oud-Testamen-
tischen Richter leeft nogen is nog
machtig om met 300 man een heir
leger vijanden te verslaan maar
bij de stembus zijn er nog andere
voorwaarden.
Drie honderd kiezers verliezen 't
van 302, want de meerderheid is 151,
en wie de 151 niet haalt, is niet ge
kozen.
Als er van de 300 Rechts 1 thuis
blijft, en van Linksjkomen er wel 301,
dan is 't voor Rechts verloren. Eén
thuisblijver »bederit« alles.
Als er 5000 kiezers zijn in ons
district en de Rechtschen blijven in
grooten getale, door onverschilligheid,
in ongehoorzaamheid aan hun roeping
en plicht, thuis, is 't met Rechts ge
daan en afgeloopen.
En daar zullen de Liberalen op
SPECULEEREN.
Ze zullen zeggen tot onze kiezers:
Blijft maar thuis, je komt er toch
wel
Past op, mannen, laat je niet be
driegen Bij thuisblijven komen we
er niet
We verliezen dan beide zetels.
Weg met dien geest van onver
schilligheid Weg met dat luisteren
naar den liberalen vogelaar, die u
misleidt.
Weg met dien boozen geest van
ongehoorzaamheid aan uw plicht en
roeping, maar trouw ter stembus op
gekomen opdat gy de oneere niet weg
draagt, dat door uw traagheid de twee
Rechtsche zetels zouden verloren gaan.
Komt ter stembus en spoort uwe
makkers aan en samen gaat ge ter
victorie op, om daarna met 't Eere
zij God in uwe binnenkamer terug
te keeren en Hem te danken dat Hij
ook u in Zijn dienst heeft willen ge
bruiken om de overwinning te schen
ken aan die heilige beginselen, welke
hun grondslag en doel vinden in Hem,
Die is, Die was en Die komen zal,
om rekenschap eenmaal at te vragen
van de stem, die we hebben uitge
bracht.
Voorwaarts dan, en doof voor het
gefluit van den liberalen* vogelaar,
zoeken we in de hulpe Gods onze hulp.
En dit zullen we nooit vergeten
't Gebed eens rechtvaardigen vermag
veel. En Goddank, ja Goddank' Flak
kee heeft ze nog, die bidden geleerd
hebben
Htm leider, mr. Troelstra.
Kwansuis, zóó. orn 't publiek een
rad voor de oogen te draaien, lieten
de Liberalen de Enquetezaak aan tor.
Troelstra over.
Maar ze lachten in hun vuistje, dat
hij, die machtige spreker eens in
weisprekenden haat dr. Ivuyper zou
aan den kaak stellen.
wEn de redenaar pakte de zaak uit
stekend aan.
Onder den invloed van zijn woord,
blonk der Liberalen aangezichter
kwam geestdrift, bezieling, hartstocht,
furieachtige hartstochtopwinding.
En met woede staarden ze de Rechter
zijde aanmet fanatisme, opgezweept
als ze werden
Mr. Troelstra had de leiding en een
daverend handgeklap en bravogeroep
beloonde den redenaar voor zijn schit
terend woord.
Alle Liberalen juichten om Troel
stra.
De Liberalen in de Kamer.
De Liberalen in de Pers.
De Liberale op de Straat.
't Was één zegezang en rondedans
om Troelstra.
't Was bewierooking, van dien door
Links aangevaarden Leider.
Hij was hun man der toekomst
Bij al hun verval en inzinking hun
vurige hoop, hun toekomstige hulp.
Troelstra de van den dagde
leider.
De triomfator voor Links
zoo 't scheenover Links, .in
waarheid.
os* uifiiiJM.
3>A1s men' maar geld heelt
Spottend, ietwat minachtend werd het
door mijn vriend gezegd, toen we een na
praatje hielden over 't enquête-debat.
't Was naar aanleiding van de meening,
door dr. Kuyper uitgesproken en o. a. door
jhr. De Stuers in de Kamer verdedigd,
dat lieden van fortuin gewezen mogen
worden op daden, die ze met hun geld
verrichten kunnen, om zich verdienstelijk
te maken voor het vaderland en daarvoor
mogelijk met een ridderorde te worden
beloond.
Daar brak mijn vriend den staf over.
Hij was 't overigens geheel met de Rech
terzijde eens, dat men Links van de lintjes-
kwestie een politiek kabaal had gemaakt,
waarvan 't einddoel moest zijn, de coalitie
uit elkaar te slaan.
Maar toch vond hij het niet te verdedi
gen, dat een mogelijk te verkrijgen lintje
een prikkel zijn moest, om zijn geld in
j-'t algemeen belang* te besteden. Ik hoorde
hem eens aan en uit en beloofde ten slotte,
dat ik er als »Uitkijk« 't mijne es van
zeggen zou. Wat ik thans ga doen.
En dan stel ik op den voorgrond, dat
mijn vriend, zoo op 't eerste hooren den
spijker op den kop schijnt te slaan. Over
't algemeen toch is er bij 't groote publiek,
dat niet »in bonis* is, een neiging om de
»mannen van geld* met schele oogen aan
te zien.
Hebzucht is dat niet altijd.
't Komt lang niet bij allen voort uit
begeerigheid.
Maar men weet nu eenmaal en ziet het
eiken dag, wat ongerechtigheid er aan dat
geld kleeft en wat ongerechtigheid er mee
geschiedt.
Trouwens dat is niets nieuws.
De Heere Jezus maakte dezelfde op
merking reeds, toen Hij op zoo ernstigen
toon deed uitkomen, hoe bezwaarlijk de
rijken zullen ingaan in het Koninkrijk Gods.
Hun geld is hun vaak een strik.
Een zware last aan den voet, waardoor
ze de sterke helling van het enge pad niet
opkunnen. Een lus om den hals, waarnaee
ze naar beneden worden getrokken.
'k Heb me wel eens betrapt op 't ver
langen, om enkele milhoenen te bezitten.
Ik zou dan naar waarheid kan ik 't
getuigen kerk en school en universiteit,
die zoo vaak om enkele honderden guldens
in de knoei zitten, koninklijk bedenken. Ik
zou er onze tobbende pers es ineens
bovenop helpen. En dan zou er nog genoeg
overschieten voor de Christelijke philan-
tropie
Een oude broeder, wien ik dat,zoo eens
vertelde, merkte op, dat ik God wel mocht
danken, nu Hij mij niet in verzoeking
leidde en me stillekens gaf 't brood mijns
bescheiden deels.
Want het biijkt in de praktijk toch
maar een veel eenvoudiger zaak, om van
tien gulden den Heere de tienden te geven,
dan van een ton.
Telkens weer hoort men dat.
Er zijn ook ouder de Christenen nog
menschen van kapitaal. Door Gods genade
zijn er ook onder hen, die werkelijk naar
hun vermogen geven voor de zaak des
Heeren. Maar toch geloof ik die enke
len niet te na gesproken dat het er
over 't algemeen met al hetgeen leven moet
van de gaven des volks, slecht zou uitzien
als 't het van de bankbiljetten hebben
moest en dat het zilver en brons eigenlijk
de kas vult.
Nu werkt in de kringen van Gods volk
altijd nog de prikkel van het Woord
Daar weet men, rentmeester te zijn
tijdelijk bezitten en die beschouwing prik
kelt er nog de consciëntie. De gedachte,
eenmaal rekenschap te moeten geven van
zijn rentmeesterschap, brengt soms lot
inkeer, als het hart al te vast hechten ging
aan aardsche schatten.
Maar onder de kinderen der menschen
werkt die prikkel niet.
Wel werkt daar Gods algemeene genade.
En deze kan ook somtijds schoone
vruchteu van weldadigheid eu mildheid
voortbrengen. Maar over 't algemeen
heerscht daar toch de meening, dat men
absoluut eigenaar is van zijn geld en goed
aan niemand verantwoording schuldig en
dat het dwaasheid zou zijn, niet in de
eerste plaats aan zichzelf en de zijnen te
denken.
Vaak zijn dan andere prikkels noodig.
Nu is de groote vraag, waarvan de
Mintjes-kwestie* een onderdeel is, of een
Christen met zulke prikkels al of niet
werken mag.
Voorbeelden wijzen dit 't best uit.
De heer De Stuers noemde bv. een
prikkel, die naar mijn bescheiden meening
absoluut ongeoorloofd is. Als de man
schappen in den oorlog een moeilijken en
gevaarvollen tocht moeten ondernemen,
dan worden ze immers zeide hij
niet zelden »in de jenever gezet.* Er be
hoeven weinig woorden verspild, om dit
af te keuren I
Maar laten we zulk een troep eens tot
voorbeeld nemen De soldaten staan gereed,
om op den vijaud los te gaaD. Bij de
kachel of onder den luifel, kan men dit
gemakkelijk bepraten, maar in werkelijkheid
beeft menig hart, als de troep gereed
staat den vuurdoop te ondergaan.
Nu spreekt de commandant hun toe.
Prikkelt hun eergevoel. Wijst er hen op,
dat ze de eer der vlag hebben hoog te
houden. Dat Koningin en Vaderland op
hen zien en verwachten, dat elk zijn plicht
doet. Spreekt van eervolle vermelding en
belooning, die den dappere wachten van
straf voor de kleinmoedigen en lafaards.
Onze vaderen gingen nog verder.
Als 't zeevolk 't ruime sop opvoer, den
vijand tegemoet, dan hadden de Staten
onverbeterlijke, geniale kooplui, die 't waren!
een lijst meegegeven, waarop voor elke
moedige daad de belooning van te voren
aangeteekend stondwie een vijandelijke
vlag neerhaalde, zooveeldie t eerst bij
den vijand oversprong zooveel, enz. Terwijl
er voor de lafaards aan toegevoegd werd,
dat er voor wie vluchten durfde, geen
onveiliger schuilplaats zijn zou, dan de
havens van den Staat
Zeker zulke prikkels moesten niet
noodig zijn.
Als 't goed was, moest niemand onzer
den prikkel eener belofte, bedreiging of
controle noodig hebben. Om Gods wil
moest elk zijn plicht doen. Maar zoo is
het onder zondige menschen niet en daar
hebben we mee te rekenen.
'tis met grooten als met kiuders.
Wij stellen de kinderen voor Gods hei
lige Wet en eischen, dat ze daaraan ge
hoorzaamheid betoonen zullen. Doch uit
oorzaak van hun zondig hart en geringe
krachten, stellen we ook soms een beloo
ning in uitzicht, als ze doen wat op zich
zelf gansch geen belooning waardig is,
omdat ze slechts doen, wat ze schuldig zijn
Of nu iemand zijn verstand, een ander
zijn lichaamskracht en een derde zijn geld
goed besteed, met het oog op zulk een
prikkel, maakt geen verschil.
't Zijn alle gaven Gods.
En de prikkel wordt gebruikt, om die
gave in de goede richting te doen aan
wenden.
Waar nu bovendien niemand zal durven
beweren, dat het verkrijgen en dragen van
een ridderorde op zichzelf zondig is, daar
kan 't ook onmogelijk worden afgekeurd,
dat het lintje* gebruikt wordt als prikkel
tot het verrichten van burgerlijk goede
daden
't Is voor ons geslacht geen eer
dat is zeker
Net zoo min als 't een eer is, dat we
kleederen dragen moeten
Buiten de zonde om, zou geen prikkel
noodig zijn.
Maar 't is een onbegrijpelijke muggen
zifterij, om honderd andere prikkels als
geoorloofd te beschouwen, maar juist deze
ééne niet.
't Moet blijven een prikkel in 't algemeen.
Voor een bepaalde daad magj niet een
bepaalde orde in uitzicht worden gesteld.
Maar zoo was de kwestie niet.
De vraag was, of iemand die er uit
zichzelf om vragen komt, gewezen worden
mag op nuttigq daden ten oorbaar van 't
Vaderland. En dan is ons antwoord, dat
alleen de politieke farizeër daar kwaad in
kan zien.
Wel is het onvoorzichtig als een minister
zelf zulk een vraag beantwoordt, 't Krijgt
dan licht den schijn van een onuitgesproken
overeenkomst. Doch daartegen ging het
niet. 't Ging in 't algemeen over de vraag,
of op dergelijke »goede werken* mag ge
wezen worden, ook al weet men, dat de
prikkel eener ridderorde werkt.
Waarom niet blijft mij onbegrijpelijk.
Hoewel ik er direkt aan toevoeg, dat de
Christen zich schamen moest, die zulk een
prikkel noodig heeft.
UITKIJK.
Van kaïniet op grasland.
Iu da taatste Versiagenreets van da Rijks
Landbouwproefvelden iu Zuid-Holland wordt in
de eerste plaats behandeld eene Bemestingsproef
ap schraal hooiland van den heer J. A. de Gier
te bjiedrecht.
't Was het 3de jaar. In 1907 en 1908 waren
verschillende meststoffen aangewend en ia 1909
ging men nu de nawerking na.
En nu is 't opvallend, hoe krachtig hier de
kaïniet gewerkt heeft, voural de kaïniet. We wil
len enkele cijfers uit 'tj officieele rapport bijelkaar
zoeken, om te laten zien, hoe onze uitspraak te
motiveeren is.
Perceel 3 kreeg in 1907 >600 E.G. Thomas
slakken, 1908 weer, in 1909 niets.
Het bracht op in 1907 voor f 107,40, in 1908
voor f 120,28 en iu 1909 voor f 124,84.
Perceel 5 kreeg precies 't zelfde al9 3, doch
daarenboven nog in 1907 960 K. G. kaïniet, in
1908 eveneens en in 1909 niets.
De geldelijke opbrengst bedroeg in 1907 f137,40;
in 1908 f 202,60 en in 1909 f 188,92.
De geldelijke opbrengst in de drie jaren was
voor perceel 3 f 332,52 en voor 5 f 528,82 dus
f 76,30 meer.
De totale winst was voor perceel 3 f 22,56 en
voor 5 f 154,72.
De perceelen 4 en 6 kunnen we ook vergelijken
om 't werk van kaïniet te bestudeeren. 4 toch
kreeg in 1907 kalk en Thomasmeel, in 1908
Thomasmeel, in 1909 niets en 6 ontving bovendien
in 1907 en 1908 kaïniet.
Zuivere winst op 4 f 16,76 en op 6 156,00.
Zulke resultaten mogen er toe bijdragen, dat nog
veel meer dan tot nu toe de veehouders proeven
met kaïniet op hun wei- en hooiland nemen.
Zeker, er zuilen ook wel landerijen'worden
aangetroffen, waar vooralsnog geen kalimest van
noode is, doch proefnemingen alleen kunnen ons
leeren; waar wel en waar geen behoeften is aan
vermeerdering van den kalivoorraad.
ENGELAND.
De eerste minister Asquith en de
minister van Koloniën, lord Crewe, had
den een audiëntie bij den koning. Het
ministerieele dagblad „Daily News" zegt
dat dit de eerste audiëntie van Asquith
is, die geacht kan worden van groote
politieke beteekenis te zijn. Het dagblad
voegt daaraan toe, dat er nu kans bestaat,
dat de politieke toestand een belangrij
ke schrede verder komt, wijl de regee
ring bereid is de leiders der conservatieve
partij tot een conferentie uit te noodigen,
ten einde tot een oplossing van de
constitutioneele crisis te geraken.
PRUISEN.
Bij de Kamer van Afgevaardigden is
een wetsontwerp ingediend, waarin om
een aanvullingscrediet wordt verzocht,
waardoor de inkomsten der Kroon met
2 milioen mark verhoogd worden.
De conservatieve en de nationaal
liberale partijen hebben bij het Huis van
Afgevaardigden interpellatiën ingediend,
waarin de regering verzocht wordt stelling
te nemen tegenover het in gevaar bren
gen van den confessioneelen vrede, welk
gevaar in 't leven is geroepen door het
smaden van de Evangelische Kq
de Borromacische Encycliek
Pius X.
RUSLAND.
In den loop der debatten over t
wetontwerp betreffende Finland, jn
Rijksdoemagehouden, verklaarde 8toljc
dat het een gevaarlijke misgreep 2
zijn, de betrekkingen met Finland]
verscherpen, maar slechts een misdadji
werkloosheid zou de regeering er 1
kunnen nopen, deze kwestie dood
zwijgen. (Toejuichingen rechts en fl
het centrum.)
Een recht, als voor den FinsoU
Landdag alleen begeerd wordt,
slechts de bonds-staten, en niemandÜ
tot dusverre Finland erkend als een J
Rusland.
Onafhankelijk van het Finsehe reej
bewustzijn beslaat er ook nog een j
sisch rechtsbewustzijn.
Rusland -mag bij de nieuwe rege
van zaken niet verbrokkelen, maar l
zich integendeel hecht grondvesten, sj
ker moet zelf tot de erkenning koj
dat de verachting voor het Rusfy
vaderland zich thans uit in
gen, deels van Finnen, door middeli|
hun leidelijk verzet, en van de &J
van ongevraagde raadgevers.
HONGARIJE.
De overwinning door graaf KhueJ
de stembuB behaald, is in de eerste pij
een succes voor keizer Frans Jozef ze|]
Vertrouwend op het uationaliteits-ge
der Hongaren, durfde de keizer
hoofd bieden aan de onredelijke eistj
der overmachtige Kossuth-Justh-partii]
De ontbiuding der Kamer was feite!
tegen Kossuth en Justh gericht.
Voor het eerst sinds lange jaren L
schikt weder de Oostenrijksche krooil
te Pest over een eersten minister en tl
meerderheid, die haar rechten metloyJ
teit zullen verdedigen.
Zooals van zelf spreekt, is ook L
Weenen en Buda de tevredenheid groot!
ITALIË.
Op den 7en Juni tegen 3 uur werdJ
het zuiden van Italië, met name in Napel
Salerno, Cosenza, Catanzora, BeneveiJ
PoteDzo en Avellino een sterke aardsel|
waargenomen.
Overal ontstond paniek. Schade wtJ
niet aangericht, behalve in eenige gemeel
ten der provincie Avellino, zooals
Calitri en Beaucour, waar huizen instortte!
Er zijn te Calitri 12 menschenleversl
betreuren, misschien zelfs 20, te Valli|
één. Er is hulp gezonden naar de plul
des onheils.
YUCATAN (Amerika).
Telegrammen uit Vera Gruz meidel
dat in Yucatan een ernstige opstand!
uitgebroken. Zaterdag vielen 5000
boorlingen de stad Valladolid aan, plol
derden haar en doodden alle hoogereif
geeringsambteuaren en den prefect 'I
politie. Zij roofden daarna vuurwapeil
en brachten grooten schrik onder 1
bewoners, die in groote getale op de vlnJ
gingen.
De telegraaf- en spoorwegverbinding
met de opstandige landstreek zijn verfcl
ken. Alle telegrafisten zijn vermoord;!
spoorweg is over een afstand van 20 u]
lijn vernield. De opstandelingen viel
nog drie andere steden aan. De gewoj
inwoners en hun gezinnen werden
rust gelaten, maar de ambtenaren moesll
hpt ontgelden. Het aantal van de i
moorde personen is niet bekend, evennr
de materieele schade. Er zijn 600 sol
ten gezonden om den opstand te bedwing!
SHU
1M5
Stem
led
De
brengt
den 15
avonds
vervulli
Staten
Middelh
De ca
Teven
128 van
Hij,
gevende
uitgesch;
straft
jaar.
Somm
O
Burge
Bommel
dankda
Overwin
paalde
plaats
Somm
De W
J. TIMM
Ter
De Bi
maakt
ren van
verkiezi
de Pro
als het
sluiting
retarie
schrifte
taling
Midde
Versl
Burge
Ooltgens
aan der
der Gem
der kost
is gestel
Burg
De W
A.
Voor
de zwer
is ge we
veorspoe
zweim
nog ver
volken
doet, de
naderbij
oude m
woning
De imke
gezet en
worden
de koni
klijke la
vangen
verzegel
mtdedin
komen
Dit gesc
weer al
is des m
er zijn
eenige
vóörligg
genoeg 1
om een
kunnen
ophoude
binnen,
woning
naar bid
't Is goe
vooral w
de zwerr
volk veij
„van doo
in een
is de ine
keljjke
lang, wd
oellen,
reeds op,
vèorzwei
dracht ef
P»s geb
voor eer
uit haar
te onder)
gegaan
is. Is
geroep
de imke1
kan hij
lijk verf
•r, bij g,
Uit den
antwoor|
geluid a
die dan
Zij bepn
ginnecel
de bijeij
zwermer
Eieren
op io
b. v.
goed