koek 136 Kassiers. ijjjsjsT voor de Kuidhollandüelae en Zeeuwsehe Eilanden, EISTE BLAB. 1 n p- en Damhuizen Zaterdag 11 Juni 1910 1 Antirevolutionair 25ste Jaargang N°. 1562. Orgaan !PT M.Jz, rzekering IN HOC SIGNO VINCES H. Ch. VEGTEL C. WARNAER. ORTE SzT Middelharnis. a sch. T. BOEKHOVEN, tABANTSAHjS abrikaat steeds ver S770| 'd-Vosmeer, die zielj it het waterpassen en I |n. i en nadere inJichtin. I int M. BREEMAN Mz,| TONGE. te adres voor ERK, TEER, 'waren, Vernissen,' Spüters, Gaas, swl ikeui en, enz. (te, murwe geslagen van zuiver al stof en vuil gezui- shalte van ruim 30 °/0 °/o Vet en hoogstens aderstaand schrijven Ir dat ieder kan lezen Lijnzaadkoeken gesla- ijnzaad, zonder eenige welken aard ook en bns tot eene betaling boete aan elk onzer zervalschen onzerzijds» berd. 'S, 1TTERDA11 lans gevestigd DOLK. STEIJN Jr. STSPLAAT, Interc. No. 4. teijn Ooltgesgplaat. ten. mlaiulsche Effecten. en. uizen en landerijen oten tegen koersen [derden tegen zeer ndschade. ente-koers. IVETJ." men in zijn eigen sdtfk. 3308 SOMMELSDIJK. Alle stufeken voor de B&edactie bestemd, Advertenties esi verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Houdt, wat gij Siebt! De verkiezingen voor de Provinciale Staten staan weer voor de deur. Nog eenigen tijd slechts, en we worden weer ter stembus geroepen. Vroeger telden die verkiezingen voor de Provinciale Staten niet veel mee. Maar ze zijn toch belangrijk. Immers door de Staten der Provincie borden de leden der Eerste Kamer gekozen en natuurlijk wordt die Eerste Kamer politiek gestoffeerd naar de meerderheid in de Staten. Vandaar dat er ook bij die Staten verkiezing een partijstrijd gevoerd wordt. Nu staat de zaak op dit oogenblik zoo. De partijen van Rechts hebben een meerderheid in de Tweede Kamer, en een meerderheid in de Eerste. Nu kunnen beide Kamers uitnemend samenwerken en kan er dus veel tot itapd gebracht worden. Valt nu de Meerderheid in de Provinciale Staten en daarmede ook zelt, dat ook de i.racht van de Tweede Kamer en van èas ministerie is gebroken. Er kan dan wel een wet in de Twee de Kamer worden aangenomen, maar de Eerste Kamer zou de goedkeuring wel eens kunnen onthouden en daar door verhinderen, dat die wet in het Staatsblad verschijnt. Nu hebben de kiezers in 1909 duide lijk uitgesprokenwij hebben aan dat getob met deliberalen voorloopig genoeg. En wij zuilen de Tweede Kamer maken in overeenstemming met de Eerste, zoodat ze beide in meerderheid rechts zijn. Het program der rechtsche partijen vond instemming bij de meerderheid der kiezers. Maar wat zou nu het gevolg worden wanneer de partijen van Links de Statenverkiezingen won nen Dat wij feitelijk verloren, wat wij in 1909 hebben gekregen en dat dus de mogelijkheid om ons program uit te wei'ken zoo goed als afgesneden is. En daarom wilt gij houden wat gij hebt, dan moet gij ook bij de Staten verkiezingen rechts stemmen en niet Uw stem op de mannen der linkerzijde uitbrengen. Wij moeten ook nooit vergeten, dat het een beginselstrijd is. Het mag niet een strijd tegen personen wezen. Het gaat om de beginselen. Er zijn er nu twee. En het gaat om de vraag: Rechts of Links. Dat zijn de namen waardoor aan gegeven wordt het beginsel waarvoor wij het opnemen. Rechts de partijen, die buigen voor Gods Woord en de Sou vereiniteit Gods erkennen ook voor het Staat kundig leven. Links de partijen, die buigen voor den volkswil, van de Sou vereini teit Gods niet willen weten en de godin der Rede slechts erkennen. Wilt gij nu houden wat gij hebt d i. een meerderheid van rechts Wilt gij dat ons vaderland de eerste jaren zal bestuurd worden naar de beginse len, die in de partijen der rechterzijde leven, dan behoeft gij over de vraag wie zal ik stemmen, niet lang na te denken. En de geschiedenis heeft het bevestigd, voor land en volk is er dan juist zegen te verwachten, als de beginselen van Gods Woord ineere worden gehouden. Nederland was groottoen het bij die beginselen leefde. En, de historie bewijst het, Nederland is juist ach teruit gekomen, toen in de 18e eeuw de beginselen, die in de partijen der linkerzijde leven, hier van buiten werden ingevoerd. De gouden eeuw van Nederlands historie is juist de eeuw van het leven bij Gods Woord. En de revolutiejaren, de jaren, waarin ons land nabij den ondergang werd gebracht, de jaren van het loslaten van God. En nu mogen we ons daarin weer verheugen, dat de meerderheid in de beide Kamers, en dat ons ministerie weer in die richting stuurt, die den meesten waarborg van zegen geeft. Dat hebben wij. Dat hebben wij gekregen, na moeilijken strijd, en nadat de oogen van het volk geopend zijn. Zullen we dat nu weer verliezen Maar dat mag toch niet. Wij hebben het, wij moeten het ook houden zal er waarlijk bewezen kunnen wor den, dat het leven bij dit beginsel zegen afwerpt. Houdt dus wat gij hebtDat is de leuze waarmede wij moeten optrekken. En een ieder, die het met die leuze eens is, stemme dan ook getrouw. Aan één stem kan het hangen. Wij moeten ons nimmer lauw en flauw aanstellen Dat zal het ook niet, als we van het «Houdt wat gij hebt!« doordrongen zijn. Nogmaals, 't gaat niet om de per sonen, maar om het beginsel. En daarom moeten wij trachten de meerderheid te versterken. Ook de Statenverkiezingen zijn van groot belang. Moge het dan ook mede door U be werkt worden, dat straks na de ver kiezingen door ons kan gezegd wor den Wij hebben gehouden wat wij hadden ja wij zijn zelfs nog versterkt geworden. Kiest de aftredenden EN 'l Wordt belachelijkAan Vooruit. Vooruit is op onze beschuldiging teruggekomen. Maar ze maakt zich nu bela'chelijk. Is dat nu argumen teeren Ze maakt flater na flater. We hadden vijf bezwaren Ten eerstehet uitknipsel uit de Vaderlander. Ten tweedehet nietsdoen van Talma in «drie jaar.« Ten derdehet amendement Kuy- per-Lohman. Ten vierde: het Kabinet Kuyper. Ten vijfde het Kabinet de Meester. Vooruit laat baar uitknipsel los over dat zenden van 't ziekteontwerp naar de Chr.-Hist. Kamerclub, door Talma en zegtDe tegenspraak was ons bekend, maar vroeger is 't wel eens gebeurd, onder 't Kuyperkabinet, dat aan de 3 Rechtsche clubs een ontwerp is gezondendat heeft Roodhuyzen er bij gevoegd. Wordt zoo de discussie niet bespot telijk Ge valt een blaadje aan over een verwijt, dat Minister Talma wordt aangedaan ge zegtje liegt, Vooruit en nu komt ze als antwoord u mede- deelen Roodhuyzen zeit, dat vroeger onder Kuyper al eens zoo iets gebeurd is 1Zoon debat is dunnetjes Over 't nietsdoen van Talma in die «drie jaar« is ze zoo wijs, niets meer te schrijven. Het Kabinet de Meester, dat twee ontwerpen in 't Staatsblad bracht, afkomstig van andere Kabinetten, heeft haar wat voorzichtig gemaakt in haar critiek op Talma. Maar nu komt er over 't amende ment Kuyper-Lohman een uitknipsel uit een boek: «De Nederlandsche Ar beidersbeweging in de 19e eeuw.« We hebben dat citaat gelezen en herlezen in Vooruit en konden tot geen ander besluit komen dan dit citaat deels onjuist was. Toen hebben we 'f boek opgeslagen en lazen bldz. 185 waaruit bleek, dat én de schrijver van dat boek mis was, maar ook Vooruit de zaak absoluut niet snapt en iets verkeerd heeft overgeschreven. Afgedacht nog vau het feit, dat heel 't citaut met de kwestie waarover 't ging of nl. Kuyper-Lohman de schuld zijn van den vbanda tusschen Bank en Risico, niets te maken heeftis en de de schrijver ruis én schrijft Vooruit verkeerd na. We zullen dit bewijzen. Wat zegt Vooruit in 't uitknipsel Het «groote amendement« daar entegen strekte, om den werkgevers het recht toe te kennen zich te ver- eeniging tot bedrijfsvereenigingen en zoodoende naast de Rijksverzeke ringsbank hun werklieden onderling teverzekeren, op welke verzekering zij dan hun vollen invloed behielden. De georganiseerde arbeiders over 't algemeen waren sterk ge kant tegen 't groot-amendement, waarmee dr. Kuyper hen, ook, wan neer hen een ongeluk had getroffen geheel onafhankelijk van de werk gevers wilde maken. In 't boek staat, op bldz. 185 geheel afhankelijk.Da's krek andersom. Had Vooruit zijn uitknipsel goed ge- lozen, dan had ze zoo'n fout, stel, die booze letterzetter is alweer de schuld, zooals ze naderhand dien man nog eens zoo'n lout aanwrijft, niet over"! hoofd mogen zien. Temeer niet, omdat de schrijver hier ook mis is. Had Vooruit de 8 stellingen gekend, die dr. Kuyper op 25 Oct. 1899 naar aanleiding van 't Ontwerp in de Kamer neerlegde, en met name stelling 6, dan had ze ge weten, dat dr. Kuyper scheidsrechters wilde tusschen de partijenook dat de Commissie uit de werklieden 't recht had van 't geven van mede- deelingen en 't geven van adviezen aan 't bestuur der vereeniging en aan de Bank, hetzij op aanvrage van deze colleges, hetzij eigener beweging. Maar dit niet wetende of bedenken de, schrijft ze eerst foutiefDe ar beiders werden geheel onafhankelijk, en tevens levert ze een citaat, uit een boek, dat onjuist is en welk boek daar in strijd is, met wat dr. Kuyper voorstelde. Maar afgedacht daarvan, is heel 't citaat van nul en geener waarde voor de kwestie in 't geding en hou den we staande, dat niet Lohman- Kuyper de oorzaken zijn van den »band«. En om nu nog eens te laten zien, hoe Vooruit mis is nemen we dit woord van dr. Kuyper over, ge sproken in de zitting van 1 Nov. 1899: Van de zijde der Kamer is aan de Reg. in overweging gegeven, of niet 't particulier initiatief ten deze te handhaven ware en daarop heeft zij op bldz. 10 van de Nota van in lichtingen verklaard, dat dit wel zou kunnen, maar dat 't dan vanzelf sprak, dat een daarvoor optredende organisaiie zou moeten blijven in verband met de Bank Dit, (zo*o spreekt dr. K. verder) lokte natuurlijk mijn amendement uit. Had de Regeering van meet af klaren wijn geschonken, dan zou niemand in de Kamer er verder over gedacht hebben, en ik allerminst, om langs zoo moeite vollen weg een oplossing te be proeven. Vooruit is dus in deze kwestie 6 onjuist.» De patenten van 18971901 We schrevenVooruit is mis in jaartal en doel. En we lieten 't Staatsblad van 1893 spreken. Ze komt er op terug en schrijft: Wie nu geen kind in de politiek is, heeft al begrepen, dat onge lukkig voor de gecursiveerde woorden is uitgevallen: >Pierson gaf reeds vroeger. He, hoe laf.' Inplaats van eerlijk te bekennenwe hebben ons vergist, maakt ze er zóó'n draai aan«er zijn woorden uitgevallen, dat kan je wel begrijpen.» 't Is dunnetjesWe zullen er daarom verder over zwijgen. Zulke argumentatie is kwajongenswerk. Neen Vooruit, ge wist van die pa tenten 't juiste niet en schreef maar wat. Moet je dat nu zóó goed praten En dan eindigt ze haar discussie ook met een aanvalGe hebt ge schreven over 1893, zegt ze, maar dat is dom; wanten dan volgt een opsomming van 5 jaartallen nl. 1893, 1881, 1884, 1871, 1896, toen de Anti's tegen wetsontwerpen stemden, of ze bestreden. Och, och! Vooruit heeft een slecht geheugen, dunkt ons; want als ze de liberale verkiezingskrant van Woensdag 15 Juni 1898, dus 12 jaar geleden, eens |had ingezien, had ze daar nog andere jaartallen gevonden, even ge wichtig 1Ter aanbeveling van de heeren Goekoop eD Van Schouwen staan daar de jaartallen, 0 schrik van rondsomme! 1852, 1855, 1863, 1865, 1872, 1874, 1890, plus 1871 en 1896, die ook Vooruit noemt. Vatten we dus samen, wat 12 jaar geleden is geschreven en nu, dan staan er aanklachten over 12 daden't tegen stemmen der Anti's! Maar 't is weer zooom de lezers eens te laten zien, hoe dom Vooruit is, om zijn lezers met zooveel ophef op die jaartallen te wijzen, nemen we eens 't jaartal 1896, 't jongste der 12 spruiten. In 1896, zegt Vooruit, stem den dr. Kuiper met 8 Anti's tegen de wet op de Personeele belasting. Dood is dr. Kuyper! Maar Vooruit verzwijgt dat 21, zegge 21 liberalen óok tegen stemden. Die wet werd aangenomen met 56 tegen 39 stemmen. En waarom stemden er 21 liberalen tegen, en idem 9 Anti's en nog Roomsehen? Omdat ze alle 39 terecht er tegen protesteerden dat door de nieuwe wet op dat Per soneel die belasting als Rijkswet bleef gehandhaafd; en men wilde, dat ze een Gemeentelxeïlxog zou worden, om dat de Gemeenteraad veel beter over iemands staat en inkomsten kan oor- deelen dan 't Rijk. Of een huisvrouw een dienstmeisje, of een dokter een fiets of rijpaard of zoo iets moet heb ben, kan een Rijkswetgever nooit zoo goed uitmaken als een Gemeenteraad, die zoo'n gezin, vooral op een dorp, door en door kent. Hoe dom dus van Vooruit, om ons te wijzen op 1896, toen dr. Kuiper met nog 8 Anti's tegenstemden, even als de 21 Liberalen. Maar die anti's en die 21 liberalen deden niet dom; doch zeer verstandig. Vooruit laat dus een mooie gelegenheid voorbijgaan, uit onkunde, om haar 21 partijgenooten een pluim op den hoed te steken. Dat komt ervan, als men maar wat neerschrijft. En zooals 't met 1896 was, zoo waren er ook gewichtige redenen, waarom de Anti's tegenstemden of bestreden in die andere jaren. Wie de stukken leest, vindt ook daar de volle waarheid, maar Vooruit verzwijgt overal, hoe de Liberalen stemden. En dat hoort er ook bij, als men eerlijk debateeren wil We nemen, om nog eens een laatste proefje te leveren van Vooruit's on kunde, 'tjaar 1881. Ze zegt: In 1881 bestreden de antirev. het voorstel van den liberalen minister Vissering tot invoering van een inkomstenbelasting. Dat is een halve waarheid. Want mr. van Houtenen de conservatief- liberalen, en de toen zoo genoemde Kappeijniaansche Liberalen stemden ook tegen. Een liberaal geschiedschrij ver zegt er van, en die man is eerlijk: Wat mr. Van Houten intusschen niet weerhield, om de wet, als uitgaande van een verwerpelijk beginsel, hardnekkig te bestrjden. Nevens hem schaarden zich, schoon door andere beweegrede nen gedreven, de conservatieven, de katholieken, de antirevolutio nairen en de Kappeijniaansche fractie der liberalen, door wier vereende krachtsinspanning de behandeling der wet in October 1880 tegen den zin der regeering werd verijdeld. Toen is een motie Van Houten tot schorsing der debatten op 16 Maart 1881 ingetrokken; 'twetsontwerp ge heel gewijzigd, en zoo zegt de geschied- schrijver, «toen schenen de praktische «bezwaren zich meer en meer op te «hoopen, en na een verwarrende en «afmattende discussie van dertien «dagen zag de minister zich verplicht «de Kamer te verzoeken om de verdere «behandeling van het wetsontwerp te «schorsen. Veertien daag later werd «de intrekking aan de Kamer mee- »gedeeld.« Zóó is de historie. Maar Vooruit kent ze niet, anders had ze '1881 ook niet genoemd. En zoo is 't met de andere jaartallen idem. Over de wetsontwerpen van dr. Kuyper, zooals Subsidies voor de chr. Scholen van Hooger en Lager Onderwijs; zooals de Pensioenwetten, de Stakingswetten, Drankwet, Lotery- wet, enz., zegt zeDat waren geen sociale wetten. Bij z'oon debat past verder zwijgen. De lezer zal zeer zeker versterkt zijn in zijn overtuiging, die we uit spraken in ons vorig artikel, dat I Wederverkoopers rabat. pij2809' [den datums in Juni A. (30 Gem. 295 Jouwland te Sommels- Oude Plaat, nabij lorteweegje en den |id. Sectie D, nommers 410, 411, 632,638 e» in combinatiën. JLUIJS. ani 1910, des avonds In den Heer Meijer te j;n Lucernekiavers (om Jien polder da Oostplaat Iperceelen, ten verzoeke plis aldaar en Roode Jin den polder Oud- |lsdijk, in 5 perceelen, lieer Dimmen Joppe iUUREN. Ini 1910 des avonds 7 In Heer Meijer teMid- jueerne klavers, in de |rnis ten verzoeke van Middelharnis in den lui Sommelsdijk voor Ipe aldaar, in de z. g. |n Mej. de Wed. L. van ludeland van Middel- Ir J. O. van Oostende, aetten omschreven No- en Administratien. >OPHANDEL.' 3405 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. n rt n zonder 50 v Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad7 Cent. UITGEVER Telefoon Intercom*». Mo. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. i; J f

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1