voor de Kisldhollandiselie en Kéewwsclie Eilanden. Woensdag 1 Juni 1910. 25s1" Jaargang Ni*. 1559, Antirevolutionair Orgaan Bijvoegsel. Kleinen. IN HOC SIGNO VINCES ïr gierigheid. laatjes, om te 'ei). T. BOEKHOVEN. SOMMELSDIJK. Alle stukken voor «Ie V&edaetie bestemd, ,4d vertent len ess verdere Administratie fraaaeo toe te aerailera -j unb Uataeever. Bij dit nummer behoort een De Lintjeszaak. I Iregout, |er van Justitie. bevatte Dinsdag- met ingang van IE. R. H. Regüut tot Izulks ter vervanging fcsen, die op zijn ver- Menen eervol ontslag Hubert Regout werd I den 4den Juni 1863 Jan den Minister van len Mei 1886 pronio- 1 de rechtswetenschap lrer het faillissement, j benoemd tot ambte- laar ministerie bij de Trmond. In November luut-officier van jus- Ie Amsterdam, welke Ie tot December 1903, lerd tot officier van I Om zich geheel aan te kunnen wijden, Jtslag uit zijn betrek- lietterwoon te 's Gra- litter van het rijks- I. 35 der Woningwet 1 college van toezielR, lor 's rijks tucht- en |er onlangs ingesteldp de herziening der Is lid geweest van I bedelarij en landloor |ren verzamelen, vol- wat baat hem dit, langst 100 jaar leeft;, len 70.000 paar schoe- fat. voordeel heeft lift geen honderste deel llen bankbiljetten ver? Jft hij er van. als hi. pr zich of tot heil vat [tland D o r a, ,L i ze 1 a a r t j e en. Fik een buiten gegaan. i ze loehten en zet 'tHrlein afd. A n n a houdt'Fik liltijd overal met zijn jlat er op 't. oogenGlik lekop omgaat, kun ie laatje om eens netjes Jiiet Dora, met de heeft een grijzejurk heb ik niet," zegje lie maken do 31' wit en mengen. Maar eerst [rijven en dan zwart, jukje wit Dora heeft zwarte haar. L i z e ian, A n n a een roode |)se. Fik is een bruine goed zien tegen de chter hem. Dê boom- jen met wat bruin er liebben allemaal roode Ijke buitenlucht. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. v d n zonder n 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50 zonder ƒ4,50 per jaar, Afzonderlijke nnmmers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon InfercojMiffl. So. 2. Advertenties 10 oent per regel en 3/j maai, JSeeiames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal» Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar. Nadat mr. Troelstra verleden week zijn rede omtrent 't onderzoek had gehouden, traden dezer dagen van de Rechterzijde op de heeren Lohman, kColijn, Loelï en Oosterbaan. Plaatsruimte noopt ons tot uitknip sels uit de Handelingen der Tweede Kamer, blz. 1763 en v.v. De heer Lohman (Christ. Hist.) sprak o.m. Mijnheer de VoorzitterIk ben geko men aan het einde van mijn lange rede. Ik zal de verdere zittingen tot mijn leed wezen niet kunnen bijwonen, daar ik door andere bezigheden verhinderd ben in den eersten iijd in de Kamer te zijn. Ik dank de geachte afgevaardigden die reeds waren ingeschreven, dat zij zoo vriendelijk geweest zijn mij dezen morgen het eerst aan het woord te laten. Ik wil daarom eindigen met esn vraag aan miju eigen vriendeD. Zij hebben kunnen lezen, dat deze zaak op touw gezet is eenvoudig met geen ander doel dan om dr, Kuyper te ver wijderen. Dit heeft de heer Tideman ons gezegd in het eerste stuk, dat ons is medegedeeld in de Kamer. Dit was de bedoelingnu Kuyper optrad m het publieke leven, moest hij er uit. In het Voorloopig Verslag is dit met zoo kras mogelijke woorden gezegdwanneer dr. Kuyper er niet meer was, kon ods de heele zaak niet schelen. Dit is het doel dr. Kuyper weg te krijgen. De heer Troelstra heeft in zijn rede, die ik heb gehoord dat prachtig moet zijn geweest, prachtig ook m den geweldigen haat, die er uit sfirak, erkend, dat de heele opzet was om dien man, dien de verschillende partijen bij elkander gebracht had, ten onder te brengen en ook, dat het de bedoeling was de partijen zelf ten onder te brengen en hij heeit volkomen beves tigd, wat ik in den aanvang gezegd heb, dat men aan die zijde bezig was een diepen kuil voor ons te graven. Ik begrijp, Mijnheer de Voorzitter, dat daaraan niets te doen is. Wanneer wij de enquête verwerpen, omdat wij meenen haar te moeten verwerpen of omdat wij meenen dr. Kuyper in elk geval niet de schande te moeten aandoen van hem te maken tot een object van onder zoek voor de honderd leden der Kamer, die hem ieder op zijn eigen wijze zouden attaqueeren, dan zal van de overzijde een geweldig geschreeuw opgaan en men zal zeggen, dat de heeren niet durven voor den dag komen met hetgeen ge- geschied is. Ik zou gaarne willen, dat het onderzoek wel plaats had, alleen om die reden maar, Mijnheer de Voorzitter, ik kan er niet toe overgaan dit aan te raden. Ik meen, dat het een zeer ernstige zaak is, een zeer slecht antecedent, wanneer wij op deze wijze gingen misbruik maken van de Enquêtewetwanneer op deze wijze de Kamer een of ander van haar leden, die zij liever niet in haar midden heeft, zou trachten onmogelijk te maken of in het oog van het groote publiek te benadeelen. Ik zal niet vergeten, dat wij hier te doen hebben met een man, die zich veel vijanden heeft gemaakt, maar ik zal ook niet vergeten, dat deze man- zich zeer verdienstelijk heetl gemaakt in vele op zichten voor het vaderland, iels wat erkend is, niet alleen door zijn eigen vrienden, maar ook door zijn tegenstan ders aan de overzijde en ook in het -v buitenland. Het zou mij zeer grieven, wanneer de eerste maal een zoodanig misbruik werd gemaakt van deze wet, om dien man onmogelijk te maken. De heer Loeff (R. Kath.) sprak Ik zal heel kalm en rustig verder zeggen wat ik te zeggen heb, en ik wensch mij door interrupties niet van mijn apropos te laten brengen ik wil den heer Rood- huyzen alleen dit. antwoorden zijn inter ruptie komt te Iaat; wat de geachte afgevaardigde zeide, hebben wij al altijd door gezegd total u en de uwen, als gij onze coalitie aan onzuivere motieven toe schrijft. Nu wil ik, met hetgeen ik voorop heb gesteld, alleen dit zeggen, dat men de Kuyper-quaestie en dit voorstel tot het houden van een enquête niet moet beschouwen op zich zelf, maar in verband met al hetgeen is voorafgegaan, als een incident als het ware in de politieke geschiedenis der laatste jaren. Ik hoor daar zeggen door den geachten afgevaardigde uit Amsterdam IIIdat is het gemakkelijkst voor u. Ik geloof, Mijnheer de President, dat het niet alleen het gemakkelijkst is, maar ook het eenig logische en juiste, omdat, wanneer men een historisch feit, gelijk dit is, wil expliceeren en belichten naar zijn juiste waarde, men het niet moet, neen, niet mag nemen buiten zijn kader, buiten de omgeving waarin het staat, het moet beschouwen, beoordeelen en Appre- cieeren in verband met hetgeen er omheen staat, met hetgeen er aan is voorafgegaan en met wat het heeft vergezeld. Slechts als men zóó te werk gaat, kan men zulk feit begrijpen. Ik heb dus, hetgeen ik tot dusverre zeide, alleen voorgesteld op de wijze als ik zulks deed, om te komen tot de stelling, dat de Kuyper- zaak met haar aanhangsel, de enquête- quaestie, in den omvang dien deze heeft aangenomen, moet beschouwd worden iu verband met hetgeen er historisch en feitelijk omheen staat. En dan heeft de geachte spreker van hedenmorgen, de geachte afgevaardigde uit Goes, mij ont heven van de taak ten deze breedvoerig te zijD. Want die heeft, beter dan ik het zou kunnen, aangetoond, dat het natuurlijk kader waarin de Kuyper-quaes- tie moet bezien worden is de gebeurte nissen van bet jaar 1903 eenerzijds en het verlies harer macht door de liberale partij anderzijds. Die heeft op een wijze, waartoe ik mij ook niet gerechtigd zou achten, in het licht gesteld, welk het werk is geweest, dat dr. Kuyper hier te lande op politiek terrein gedurende, vergis ik mij niet, thans 40 jaren heeft gewrocht. Die heeft aangetoond, hoe, terwijl in vroegere tijden de liberale partij onverdeeld den schepter zwaaide, het juist dr. Kuyper is geweest, die daartegen met de hem eigen kracht het verzet heeft georganiseerd en die het ten langen leste met reusachtige krachtsinspanning en taaie volharding, zoover heeft gebracht, dat hij die partij heeft verjaagd uit het Regee- ringskasteel, wie weet voor hoe lang, wie weet, of misschien niet voorgoed. Nu is het zuiver logisch en psychologisch, dat daardoor tegen dr. Kuyper, bij al wat liberaal dacht en denkt, een hevige wrok is gewekt, en dat men zijnerzijds alle krachten inspande en inspant om den ouden heerlijken toestand te herstel len. Vooral waar het »Suaviter in modo« ook van dr. Kuypers zijde wel eens werd veronachtzaamd. Dan wordt het logisch en psychologisch volkomen verklaarbaar, dat wanneer zoo'n man, die zoo iets op zijn geweten heeft, zich schuldig maakt aan een fout, zij moge nog zoo gering zijn, die fout zoo breed mogelijk wordt uitgemeten, en dat men uit die fout, de geachte afgevaardigde uit Amsterdam III heeft het Vrijdag jl. zelf toegegeven, tracht zooveel mogelijk politieke munt te slaan. Ja, zelfs is het verklaarbaar, dat men, bij het spel, dat men daarbij opzet, niet al te nauwgezet is. Maar wat Diet toelaatbaar is, is dit, dat men daarbij fouten opblaast tot misdaden. Dat men met middelen als dit zoogenaamde enquete-voorstel den tegen stander achter de schermen der politieke moraliteit wil afmaken. Ik erken anderzijds gaarne, dat volkomen juist was hetgeen de geachte afgevaar digde uit Goes .hedenmorgen zeide, dat bij de eigen volgelingen van dr. Kuyper daartegenover een zekere tendenz merk- merkbaar moest zijn, om hetgeen ten deze is geschied, te beschouwen als volkomen niets beteekenend. De felle actie tegen moest soms wel min of meer ongemotiveerde reactie verwekken. Ik voor mij zou willen zeggende waarheid ligt hier in het middenniet in dien zin, dat men juist in het midden fcde waarheid zou hebben te zoeken, maar dat waar zij niet geheel ligt aan de eene zijde, zij zeer zeker verder ligt gifvan de andere. Ik sluit mij ten deze geheel aan bij hetgeen de geachte vorige spreker als zijn meening heeft wederge- tgfgeven. Ik heb het voorrecht gehad dr. Kuyper betrekkelijk intiem te kennen, en ik ver heug mij nog in zijn vriendschap. Wat echter niet wegneemt, dat ik niet alles onvoorwaardelijk goedkeur wat of zooals het door hem is gedaandat ik ook wel eens bij gelegenheden die de heeren niet kennen, mij veroorloofd heb af te keuren dingen en maatregelen die van ..hem zijn uitgegaan of door hem zijn ^voorgenomen. Dr. Kuyper, en ik -j |spreek nu over de zaak waarom het hier gaat, heeft naar mijn bescheiden meening zeer zeker voor wat betreft de omstandigheden, die zich rondom de decoratie-zaak hebben gegroepeerd, ge- fouteerd in tact en in beleid. Waarom zouden wij dit ontkennen, teru ij! hij het zelf hier ruiterlijk en ridderlijk heeft erkend Hij heeft gefouteerd in tact en in beleid. En walglijk, de boete die hij daarvoor heeft ondergaan is niet gering. Maar wat hem niet ten laste kan worden gelegd, waar omtrent hij niet heeft gefou teerd, en waarvan dan ook geen bewijs is te leveren De heer Oosterbaan (Antir.) sprak Ik herinner er in dit verband aan hoe de heeren zelf de oorzaak zijn, door de wijze waarop zij dr. Kuyper nu reeds zoo lange jaren hebben bestreden, dat wij niet kunnen gelooven in de zuiverheid van hun motieven. Wanneer zij het over de zuiver heid van hun motieven hebben en over de eer van ons vaderland, die zij tegenover het buitenland willen ophouden, dan kunnen wij niet aannemen, dat dat alles zuivere koffie is. Ik herinner er aan hoe dr. Kuyper indertijd is aangevallen over het bekende glaasje bier in Brussel. In het Zondagsblad van Het Volk moet zelfs een heel prenten-kabinet dienst doen om in beeld en schrift duidelijk te maken hoe slecht dr. Kuyper toch was geweest wegens dat enkele glaasje bier. Men heeft altijd alles aangepakt. De geachte afgevaardigde de oud-Minister Loefï heeft er heden nog aan herinnerd hoe speciaal de voorsteller vandit enquête- voorstel altijd in de eerste rijen is geweest om dr. Kuyper persoonlijk te bestrijden. Ik zou dan ook willen vragen, waar wij weten en kennen, zien en medemaken hier en buiten deze Kamer den strijd van die zijde, of men van ons zou kunnen eischen, in de zuiverheid van de motie ven, die door de heeren op den voor grond worden gesteld te gelooven Het slot van de rede van den voor steller bevat eigenlijk de bedoeling van het geheele voorstel. Toen werd immers het zondenregister van dr. Kuype r opgelezen. Hij had de school verdeeld en de heer Troelstra schijnt medelijden te hebben met de Nederlandsch Hervormde Kerk hij had de Kerk verdeeld, hij had de arbei ders verdeeld, en ons volk verdeeld. Op het congres van de sociaal-demo craten bleek het, dat gemeend werd, dat men aan het enquête-voorstel te veel ge wicht hecht. In het congresverslag voorkomende in Het Volk van 30 Maart 1910, lees ik, dat de heer Fortuyn, een van de oude, bekende strijders der sociaal-democratie dit zeide »Te recht is aan Kuyper's decoratie kwestie veel waarde gehecht, maar door het enquête-voorstel gaat men er al te groot gewicht aan hechten en maakt hoofdzaken van bijzaken, waarbij de socialistische arbeiders niet zooveel De- lang hebbeD.« Het is nog niet zoo lang geleden, dat in een van de nummers van Het Volk over die quaestie werd geschreven op een wijze, waarover men zich moet ver wonderen, na den ^ontzettenden schok», die door het land is gegaan volgens den voorsteller, op een wijze n.l. waaruit blijkt, dat men op het redactie-bureau van Het Volk niet van den »grooten ernsU daarvan overtuigd was. In het blad van 1 Augustus 1909 wordt een verge lijking gemaakt tusschen de zaak-Kuyper- Lehmann en Kuyper-Sweerts. De heer Sweerts, burgemeester van den Haag, zou indertijd, naar men meende te weten Commissaris van H. M. de Koningin worden in Gelderland. Toen schreef men in Het Volk dit 2>Ioch zit in de zaak Sweerts-Kuyper meer. Zij is van ernstiger beteekenis dan de heele Lehmann-historie. Want daar bestond de belooning die dr. Kuyper aan de contribuanten van zijn partijkas schonk, slechts in een teeken der IJdel heid, zondige ijdelheid als men wil, maar voor de maatschappelijke verhoudingen verder van geen belang». Hier in de Kamer zegt men dat er een ontzettende schok door het land is gegaan, door de zaak-Kuyper-Lehmann terwijl men in Het Volk schrijft, dat de zaak-Kuyper-Sweerts heel wat meer be teeken de. Mijnheer de Voorzitter Ik meen der halve te hebben aangetoond, dat èn op het congres der sociaal democraten zeil èn op het redactie bureau van Het Volk men aan de quaestie niet die waarde heeft gehecht als men in deze Kamer doet. Er is gezegdmen blaast de zaak op, en zoo is hetde heeren Troelstra' en de zijnen hebben inderdaad deze Kuy- perzaak opgeblazen en dan vraag ik of zij verwachten, dat wij aan die opblazerij mede» zouden doen. Het landsbelang, hel is reeds door meer dan een spreker van deze zijde aangetoond, vraagt uw enquete niet en voor ons partijbelang zullen wij zelf wel weten te zorgen. En nu kunt gij op uw politieke baan mijlpalen oprichten en daarop onze schande schrijven. Wij meenen dat, waar die schande geen andere zal zijn dan deze dat wij geweigerd hebben op een groot man toe te passen het exceptioneele mid del eener eDquete, dat nog nooit iu Nederland op eenig Staatsman werd toe gepast alleen op grond van uw veron derstellingen en vermoedens, wij die met gelatenheid kunnen dragen. Uw mijlpalen waarop dan onze schande zal geschreven staan, zullen wij met opgerichten hoofde voorbijgaan. En het eind van eene geschiedenis Het is reeds in beeld gebracht door een van onze scherpzinnigste teekenaars, den heer Raaymakers in het laatste Zondags nummer van De Telegraaf. Wij zien daar mr. Troelstra als komeet, meteen gevaarlijken staart, de enqete en deze staart beroert den ouden wereldbol, dr. Kuyper. Welnu, die komeet heeft juist dezer dagen bij duizenden bijgeloovigen vrees gewekt, maar zij heeft de aarde niet gedeerd en met ontzettende snelheid verwijdert zij zicH thans van de aarde. Ook in ons Parlement zullen wij nog enkele uren in dien staart verkeeren, maar ik vrees niet, dat wij er niet ongedeerd door heen zouden gaan. Richt gij daarom uw mijlpalen op en schrijf gij daarop zoo gij wilt met reuzen letters onze schande, de Nederlandsche natie zoo iets bestaat toch nog weet, dat die mijlpalen slechts opgericht zijn in de schaduw van de eerezuil, die dr. Kuyper zich in 1903 heeft gesticht toen hij het anarchistische avontuur heeft gekeerd en hij het mannelijke woord sprak, dat hij het schip van staat door u en de uwen niet wilde laten enteren. Op de door mij aangevoerde gronden en mij aansluitende aan de verklaringen en beschouwingen van de verschillende geachte leden aan deze zijde der Kamer, verklaar ik met volle overtuiging te zullen tegenstemmen, diep er van doordrongen, dat dr. Kuyper onschuldig is, terwijl wij bereid zijn de volle verantwoordelijkheid onzer daden tegenover ieder te dragen Zooals men weet is 't onderzoek met 49 tegen 31 stemmen verworpen. Het onderzoek verworpen. Met 49 tegen 31 stemmen is 't voorstel Troelstra, om van wege de Kamer een onderzoek in te stellen naar de Lintjes- of decoratiekwestie, ver worpen, na een lang en breedvoerig debat, waarin van wege de Coalitie optraden mr. LohmanColijn, mr. Loeft, De Stuers, mr. de Jong, Oos terbaan en v d. Veldedie allen aantoonden of uitspraken, dat de ondergrond van al het Liberaal en Socialistisch gewroet was Kuyper moet dood, voor goed dood. De Stemming ging Rechts tegen Links, behalve de Unïeliberaal Thom son. De Liberalen hadden wat af te re kenen met dr. Kuyper nl. de 60 40, iu plaats van de 48 52, hi, ha, ho Den Socialisten zat 't nog sinds 1903, sinds de misdadige woeling in de keel, dat hun heerschappij over de regeering vernietigd was en hun anarchistisch avontuur totaal was mislukt. Eu nu bij deze Lintjeszaak, konden ze hun wraak luchten. Wel was er een Eereraad, maar die was hun niet voldoende. Wel had dr. Kuyper op zijn eere woord verklaard, dat er geen verband bestond tusschen decoratie en geld- ontvangen der Lehmans, maar wat wou immers 't eerewoord van Kuyper beteekenen Zijn eerewoord 1 Wel had dr. Kuyper schuld beleden in de Kamer, dat hij onvoorzichtig was geweest, maar dat was Liberalen en Socialisten niet genoeg. Ze zouden wroeten, wroeten, blijven wroeten't vuur van haat en wan trouwen blijven aanblazen, of altemet de Coalitie niet springen zou als dr. Kuyper dood gewroet en dood gecri- tiseerd was. if

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1