Voor onze Kleinen.
Alzoo zal ook zijr\ de toe
komst var\ den Zooi\ des
menscher\.
Johrj Bur\yar\.
Het dwaze der gierigheid.
Praatjes bij plaatjes, om te
kleuren.
Onder Red
Offici
Ned. He
Gerefo
MI
Oud Ger
00
De band nog behouder\.
Bij de ellende, bij de verlossing en
bij de dankbaarheid blijft noodig wat
God vraagt in een waar gebed. Dit
gebed wordt wel genaamd de adem
tocht des levens, wijl het leven door
den Heiligen Geest verwekt tot God
zich uitstrekt juist in het aanroepen.
Van dit bidden zingt Da Costa
Des harten binnenst overleg,
Gezegd, gezucht, gedacht
Het trillen van een stille vlaai
Die naar de wolken tracht.
Het slaken van een ademtocht,
Het vallen van een traan,
De blik naar boven van een oog,
Door God alléén verstaan.
De eeuwigheid, het kunstloos waar
Der kinderlijke taal,
Maar aan wie plaats gegeven wordt
Hij 't Englen lofkoraal.
Des Christens kracht, des Christens lust,
Des Christens levenslucht,
Zijn levenskracht in 't uur des doods,
Hij dood en hel geducht.
Des zondaars eerste stemgeluid.
Die Jezus valt te voet.
Bij aller heemlen vreugdgejuich
Door 't Ziet, hij bidtbegroet
Tot 's Vaders eer, tot lof des Zoons,
In zin en wil en woord
Het door den Heilgen Geest gewrocht
Volzalig zielsakkoord
Want bidden doet geen hart alleen,
Eén Geest dringt ze allen door
Eb op zijn Priesterlijken troon
Gaat Jezus zelf ze voor.
Gij zelf, de Waarheid en de Weg!
Ziet biddend op ons neêr,
Hebt biddend onzen strijd volsteeën,
heer Gij ons bidden, Heer!
Vrees werd bij den een en spot bij een
ander gevonden, toen de tijd naderde, waar
op de komeet het dichtst bij de aarde zou
zijn. Het vergaan der wereld was voorspeld
en weer tegengesproken. Wie Gods Woord
kent en goed mocht lezen, weet, dat nog
niet het laatste oogenblik aanbreekt. Noch
is niet gekomen de groote verdrukking,
waarvan Christus zeidezoo die dagen niet
verkort werden, geen vleesch zoude behou
den worden.
't Is dan weer openbaar geworden, hoe
weinig de Heilige Schrift geloofd wordt
onder het menschelijk geslacht. Up een
schip aan de kust van New-Jersey meen
den een paar passagiers de komeet te zien.
Eene vrouw hoort dit en met den kreet
„Daar is ze, daar is zesprong ze in zee.
Zij wierp zich in den dood, die zij wilde
ontvluchten. Arme verblinde!
De goddeloozen vlieden ook als er geen
vervolger is. Daarom kon de vroegere sul
tan van Turkije niet eten of slapen van
angst. Den geheeien nacht tuurde iiij door
een kijker naar den sterrenhemel. Van ieder
in zijne omgeving vroeg hij inlichtingen
aangaande de komeet.
Voorbeelden van nabij zijn nog te ver
melden, hoe ongeloof en bijgeloof sterker
aanhang hebben dan de waarheid Gods.
Gode zij dank, dat de grove spot onder
ons niet werd gevonden gelijk te Keulen.
Daar had de politie aan allerlei gelegen
heden verlof gegeven 0111 's nachts open
te blijven, gelijk als in den tijd van car
naval. Daar kondigde een danslokaal een
kometenfeest aan, dat begon met galgen-
maal en eindigde met bal en afscheidsdronk.
Het tweede deel van het feest zou gehouden
worden na de ontmoeting van aarde en
komeet.
fs 't niet ontzettend Geen oog te heb
ben voor de waarheid van den 19den Psalm
De hemelen vertellen Gods eer en het
uitspansel verkondigd zijner handen werk
Hoe juist heeft hij der sterren loop ge
steld, die zij zonder Zijnen wil niet zullen
overschrijden. Dan moet een menschenkind
uitroepen Onze Heere is groot en van veel
kracht en Zijns verstand is geen getal. Hij
alleen heeft de loopbanen der sterren ge
steld zoo, dat zij de aarde niet raken Wie
van de kunstigste der wijzen zal den gang
ook maar van één ster wijzigen
Is 't niet vreeselijk Geen gedachte te
hebben over het oordeel na den dood en
na het ondergaan dezer wereld Dwaas is
de mensch, die zonde op zonde stapelt in-
plaats van te zoeken naar bevrijding van
den last van ongerechtigheden. Al is nu,
overeenkomstig Gods Woord, de aard be
waard gebleven, eenmaal komt de tijd
waarin alles door vuur beproefd zal wor
Mr. A. P. L. NELISSEN,
afgetreden Minister van Justitie.
mij altijd voorgehouden, dat de gcheele
Bijbel van Genesis tot Openbaring toe
het zuivere, onvervalschte Woord Gods is".
„Nu, dat heb ik ook altijd gedacht, her
nam Goedhart Maar onze dominé verklaart
het anders. Hij gelooft niet dat de schrijver
van Genesis bedoeld heeft, een letterlijk
verhaal van de Schepping te geven, maar
alleen door het fantastisch verslag de
menschen heeft willen bewegen, het veel
godendom te laten varen en den eenigen
waarachtigen God te dienen."
„Zou dat wezenlijk waar kunnen zijn?"
zegt zijne vrouw. „De dominé is immers
doctor in de Godgeleerdheid?" vervolgt
Goedhart. „Als hij het niet weet, wie
moet het dan weten? Daarom kunnen
wij er gerust op doorgaan.
„En ge begrijpt wel vrouw, dat ik geen
onwaarheden in mijn Bijbel kan dulden.
Derhalve de eerste hoofdstukken van
Genesis moeten er uit." Dit gezegd heb
bende zette Goedhart de schaar er in en
eenige bijbelbladen verdwenen in de papier
mand.
Het duurde niet lang, of de ouderling
vroeg weer om de schaar. Dezen keer
moesten alle vijf boeken van Mozes opge
ruimd worden. Alweer was de dominé
de schuld. Deze geleerde had verklaard
dat de Pentateuch niet door Mozes geschre
ven was. maar eeuwen 11a zijn dood bij
eenverzameld was uit verschillende ge
DE KOPEREN SLANG.
Zoo waren twee jaren voorhij gegaan
en 1111 zeide de ouderling tot zijne vrouw
Komla ten we den dominé eens een
bezoek gaan brengen. We zijn in langen tijd
niet in de pastorie geweest.
»En moet je daarvoor den Bijbel mee
nemen?® vraagt zijne vrouw.
„Ja," zegt de ouderling, „ik wil den
dominé eens laten zien, hoe onze Bijbel
1111 door de liooge kritiek verbeterd is."
Bij den leeraar gekomen, vraagt deze
aan zijn ouderling, wat voor zonderling
boek hij toch onder den arm heeft?
„Dat is mijn Bijbel, dominé, spreekt
Goedhart.
„Wat ziet die er vreemd uit," zegt de
leeraar verbaasd.
„Dat is mijn schuld niet," herneemt de
ouderling. Ik heb geheel volgens uwe
aanwijzigingen er alles uitgeknipt, wat van
verdacht gehalte is of voor de Schriftkritiek
heeft moeten bezwijken. De geschiedenis
sen van heidenschen oorsprong, de legenden,
kortom, alles is er uit, Wat maar eenigs-
zins twijfelachtig is. Ik heb nu haast
niets meer overgehoudenmaar gelukkig
heb ik den band nog. Ik kom u daarom
vriendelijk bedanken, dat u mij tenminste
den band nog hebt laten behouden
Wat troost zal een verloren zondaar
echter uit dien band halen? Wij houden
ons aan Gods Woord als de eeuwige
Waarheid. Dat Woord is ons onmisbaar.
De bekende schrijver van „Eens Chris-
tenreize naar de eeuwigheid", zou op een
dag in een dorpskerk bij Cambridge
prediken.
Juist reed een student voorbij. Toen hij
de mensehenmenigte bemerkte, vraagde bij
wat er te doen was.
Men antwoordde hem, dat de menschen
bijeengekomen waren 0111 een zekeren Bun-
yan, een ketellapper, te hooren prediken.
Dadelijk stijgt de student van zijn paard,
geeft een knaap wat geld, opdat hij bet
dier zou vasthouden en zegt, dat hij het
gepraat van den ketellapper gaarne zou
willen hooren en dat dit een aardige grap
was.
Hij gaat de kerk binnen en hoort Bunyan.
Maar zoo geweldig was de indruk, die zijne
woorden op den jongen student maakte,
dat hij van stond afaa.11 iedere gelegenheid
benuttigde Bunyan te hooren.
Hij zelf werd laler ook een gezegend
prediker des evangelies.
Mr. E. R. H. REGOUT,
de nieuwe Minister van Justitie.
De „Staatscourant" bevatte Dinsdag
avond 11. de benoeming met ingang van
7 Juni van Mr. E. R. H. Regout tot
Minister van Justitie, zulks ter vervanging
van Mr. A. P. L. Nelissen. die op zijn ver
zoek, 0111 gezondheidsredenen eervol ontslag
heeft bekomen.
Mr. Edmond Robert. Hubert Regout werd
geboren te Maastricht den 4den Juni 186:1
en is een broeder van den Minister van
Waterstaat. Den Sisten Mei 1886 promo
veerde hij tot doctor in de rechtswetenschap
op een dissertatie over het faillissement,
en werd in Juni 1888 benoemd tot ambte
naar van het openbaar ministerie bij d>
kantongerechten te Roermond. I11 November
1S93 werd hij substituut-officier van jus-
tie bij de rechtbank te Amsterdam, welke
betrekking hij vervulde tot December 19011.
toen hij benoemd werd tot officier van
justitie te Roermond. Om zich geheel aan
het Kamerlidmaatschap te kunnen wijden
vroeg hij in 1905 ontslag uit zijn betrek
king en vestigde zich metterwoon te 's Gra-
venhage.
Mr. Regout is voorzitter van het rijks-
woningcollege van art. 35 der Woningwet
lid van het algemeen college yan toezicht
bijstand en advies voor 's rijks tucht- en
opvoedingswezen lid der onlangs ingesteld
staatscommissie voor de herziening der
strafvordering en hij is lid geweest van de
staatscommissie voor bedelarij en landloo-
perij.
Laat iemand kleederen verzamelen, vol
doende voor 300 jaren, wat baat hem dit,
daar hij op zijn allerlangst 100 jaar leef',
Laat iemand kleederen 70.000 paar schot-
nen bijeenbrengen, wat voordeel heeft hij
daarvan, wijl hij nog geen honderste der)
er van kan gebruiken.
Laat iemand duizenden bankbiljetten ver
zamelen, wat nut heeft hij er van. als hij
nooit een gebruikt voor zich of tot heil van
medemenschen
ill.
De lieve lente is in 'tland D o r a, L i ze
en A 1111 a zijn met K 1 a a r t j e en Pik een
Woensdagmiddag naar buiten gegaan. Li z"
heeft een kransje gevlochten en zet 't klein
KI aartje op 't hoofd. A n n a houdt Pil.
vast, want die wil altijd overal met zijl
snoet bij wezen en dat er op 't oogenblik
heel wat in zijn hondekop omgaat, kun je
wel aan hem zien.
Dit is een echt plaatje 0111 eens netje-
te kleuren, vindt je niet? Dora, met de
bloemen in haar hand heeft een grijzejurk
aan. „Grijs? die kleur heb ik niet," zegje
misschien. Grijs kun je maken door wit en
zwart door elkaar te mengen. Maar eerst
wit oji 't bordje wrijven en dan zwart,
anders bederf je je stukje wit Dora heeft
een rood mutsje op 't zwarte haar. L i 7, e
heeft een blauwe jurk aan, A11 n a een roode
en K 1 a a r t j e een rose. Pik is een bruine
hond. Je kuilt hem goed zien tegen de
licht-groene weide achter hein. Dê boom
stam moet groen hebben met wat bruin er
door, en de kinderen hebben allemaal roode
wangen van de heerlijke buitenlucht.
Week vai
so
Voorin. 9,30 en
MID
Voorin. 9,30 uu
STAD AAN
Voorin. 9,30 e
DE:
Voorm. 9,30 en
LA
Voorin, en na
OOL
Nam. 2 uur Ds.
O'
Voorm. 9 en 11
NIE~
Voorm. 9,30 en
(Doopsbedie
H
Voorm. 9,30 e
Ds. Addink.
collecte voor
D
Voorin. 9 en 11
M
Voorm. 9,30 u
ST
Voorm. 9,30 e
dijk.
G
Voorin. 9,30 1
Voorm. 9 en
Ds. Van dei
Voorm. 9,30 e
lijk dhr. I)
STAD AA
Voorm. 9,30
5,30 uur (N
D
Voorm. 9, nr
's av. 5,301
00
Voorm. 9 en
S
Voorm. 9,30
Voorm. 9 en
Voorm. 9,30
Voorm. 9, n
Voorm. 9,30,
leeskerk,
schriften van Assyrischen en Egyptischen
oorsprong. Kort daarna verloor Goedhart
zijn vertrouwen in de profetieën van
Jesaja, omdat volgens den predikant de
laatste 27 hoofdstukken van dat boek van
andere herkomst waren. Ook zij moesten
verdwijnen.
Den daarop volgenden Zondag hoorde
onze goede ouderling met pijnlijke verbazing,
dat ook de evangeliën niet in alle opzichten
te vertrouwen waren. Vooral de geboor
tegeschiedenis van onzen Heiland en het
verhaal van Zijne opstanding was tegen
de uitkomsten der nieuwste wetenschappe
lijke Schriftrkitiek niet bestand, zoo klonk
het van den kansel.
Daarna werden de Boeken van Esther
Job en de Prediker er uitgeknipt. De
geschiedenis van Jona in den walvisch
werd door den dominé in zulk bespottelijk
daglicht gesteld, dat Goedhart begreep, liet
boek van dien naam niet langer iu zijn
Bijbel te kunnen houden.
Zoo ging er geen Zondag voorbij, waarin
de dominé niet zinspeelde op „onderge
schoven teksten", verkeerde vertalingen en
dergelijke en Goedhart, die een zuiveren
Bijhei wilde lie ,ben, knipte alles er uit,
wat aan zijn leeraar ook maar eenigzins
verdacht voorkwam.
Waartoe de hedendaagsche Schriftkritiek
de menschen moet brengen, wordt op
aanschouwelijke wijze voorgesteld door
het. volgende, aan 't Engelscke ontleende,
verhaal
„Vrouw, gceE mij de schaar eens." zeide
de onderling Goedhart op zekeren Zondag
morgen, toen hij uit de kerk kwam. „Wel,
wat moet je met de schaar doen beste
man vroeg zijne vrouw.
Ik wil even de drie eerste bladzijden
uit onzen Bijbel knippen dat is geen
waarheid, maar legende, zegt onze nieuwe
dominé
De vrouw sloeg van verbazing de ban
den in elkaar. „Zoo iets heb ik nog
nooit gehoord, sprak ze. Van kindsbeen is
den. Eenmaal zal liet geroepDe wereld
vergaat, waarheid zijn. Dan zal het zijn
als in de dagen van Noacli. Men leefde in
de wereld en voor de wereld, totdat de
zondvloed kwam en allen wegnam.
Dit zegt ons niet een mensch, maar
Christus, die de Waarheid is. En voor allen
die in Hem gelooven staat geschreven Die
man zal zijn als eene verberging tegen den
wind en eene schuilplaats tegen den vloed.
Met dat Woerd leven wij en sterven wij
tot eer van Hem, die ons met zijn dierbaar
bloed gekocht heeft. M.