Woensdag 4 Mei 1910 1551 Arttirevo lu tionair IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. De Vondeling. goede Herder. 1 T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de Itedactie toeslessid, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den lisjrever. Hemelvaartsdag. Buitenland. Officieel €»e«Seelie. OorspronfóHjfc verhaal door J, A. Schaleïaip. AN ASCH VAN WIJCK. f r weer door den dood een m: Jhr. Mr. H. M J. van k, lid van de Eerste Ka- ieneraal. Ouder groote Woensdag 18 April zijne schen vertellen dat men i gemeente is door don glieden, maar voor het om hetgeen zij doet of der broederen openbaren ten. sn nooit tot kerk gaan tot uitbreiding van God- n ver, nooit eenige steun genheid uitbazuinen, dat of andere gemeentelijke luwen heeft profeteeren zal gaan en niets geven an weg. dus werkt stellende eigen in Gods eer en wet, zal der leugeneu, den vija.id ods tot een bondgenoot :t hoe de Engelsche schrij- at niet de predikant, do te verwoest. zijn Herder heeft, met Zijn hoede, ;st', die er leeft, ai wolven woeden d tegen 't kwaad, ontbreekt of schaadt, ordt begenadigd, sidt in 't voedzaam gra-, levens waterplas, Zijn goed verzadigd. uit getrouw de wacht, uw voor Zijn schapen, daarom dag of nacht eren of slapen perherder goed! kudde niet hartebloed, or haar Zijn leven rling trouwloos vliedt, ierbre schaapskooi niet begeven. kudde ontbreekt er ge'ii. de zoekt Hij weder, gansche hoop tot een, wak en teeder, in Zijn arm en schoot, oudren. Hare nood Hem aan 't harte, -ruikelt richt Hij weer, erkt Hij, en haar zeer em zelfs tot smarte. taf en stem haar voor, ehapeii kennen lus het rechte spoor aan Hem gewennen, tot bestier en tucht, ulde Hem mint en ducht zielewonden sem. En Hij lijdt ild gedierte bijt e uit klauw en monden. t Zijn eigen merk, n kudde behooren. iel, Zijn hand is sterk, r geen verloren, ieft zijn kooi zoo zeer er, die de Heer an Zijn schapen tan brieschend om, Jezus' eigendom, zeker slapen. erder denkt slechts aan li verstoren eert Zijn schapen gaan, n vreemden hooren. en schijn uit zijn, voedsel uit venijn, lven zich bedekken acht. Verdelg hen, Heer ■ld of leugenleel' ■li af wil trekken. srdertot Uw stal, roof nog waren stem toch overal m saamvergaren. Jood Heidendom, met ontelbre drom Herder, keeren groote Herder, mij an Uw schaapjes zij, ik meer begeeren. derwaarts heen moet gaan nderherders wonen, schapen stappen staan, Gij U vertoonen. w Woord, Uw Avondmaal, ir 't lieflijkst zielsontliaal. s leven van mijn leven. Jw rechterhand dan met ook eens zijn gezet Tw Rijk zult geven. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooraitbetaling met Zondagsblad 7,50; zonder 4,50 per jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. UITGEVER Telefoon Intercom». No. 3. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regei en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. De Sociale kwestie en Hemelvaarts dag Is dat nu een combinatie, een samen voeging Is het niet veeleer de ontwij ding van de groote beteekenis van dat ieit voor de Kerk van Christus, als men die Opvaart naar 't Binnenste Heiligdom, waar seralynen en cheru bijnen en de gezaligde geesten het heilig welkom, toezingen aan Hem, die na leed en smaad, in gehoorzaamheid aan zijn Vader, ten kruisdood was verwezen, opgestaan en gezien van vijf honderd broederen op eenmaal als men die Hemelvaart met zulk een materialistische zaak als de Sociale kwestie samen uitspreekt Maar hierin ligt uw fout. Toen de Romeinsche macht haar hoogtepunt had bereikt, en in den Romeinschen Staat de afgoden werden veracht en de vrije persoonlijkheid weg kromp in slavendiensttoen het leven der vrouw een koopwaar en het sterven van den arme als winst geacht werd toen de arbeid als een schande, en eeniglijk rijkdom, macht, wetenschap en adel als een eer werd beschouwd, toen ging in Bethlehem de Sier der Hope op over die duisternis en die geestelijke en Sociale ellende. En toen de Christus opvoer, lag achter Hem een leven van «leer en voorbeeld®. Een leer over hemelsche dingen over aardsche verhoudingenover het doel des levens voor den tijd, in de maatschappij en den staat, jegens God, jegens den naaste, omtrent zich zelf, zijn gezin, de kerk. Maar ook een voorbeeld van heiligen onzondigen levenswandelvan liefde, verdraagzaamheid, van rechtsbegrip, om ten slotte in die eene majestueuze offerande aan 't Kru's zich gewilliglijk over te geven als plaatsvervanger van zijn volk. Toen steeg de Heiland op en de Apostelen met de discipelen verbreid den zijn leer, vervolmaakten de be gonnen organisatie der christelijke Kerk, die haar Jicht uitgoot over de maatschappij. En wanneer we dan ook de hemel vaart van Christus beschouwen en 't oog vestigen op het Sociale leven onzer dagen, dan krimpt ons hart in een en vragen ons met weemoed af: Wat zou de Christus zeggen en doen, als Hij onze maatschappij aanzag? Naar den hemel opgevaren, achter latend een heerlijke leer voor maat schap en natie, moest de Christus van af de rechterhand zijns Vaders, treu ren over wat van zijn leer onder den demonischen invloed van zonde, haat, gelddorst, heerschzucht, en eigenbe lang, van de volken geworden is. Wel is de Romeinsche zede vei nie- tigd, en de christelijke idee heeft/vrucht gedragen, maar wat Christus leerde, deed, volbracht't is een zoo machtig ideaal, dal 't in onze samenleving niet te grijpen schijnt. Met Hemelvaartsdag denken we om de beteekenis van Christus hemelgang als Borg, Triumlator, Bidder, Verhoor der, Rechter. Maar ook slaan we den blik op ons Sociale leven en roepen het uito, Christus ConsolatorChristus-Troos ter, bijU is de zalve voor de wonden der kranke Maatschappijlaat Uw leer meer en meer invloed oefenen in 't Sociale levenen 't feit van uw op vaart symbool of zinnebeeld zijn van de Verheffing der Maatschappij na inzinking. Na 't lijdan der volkeren, kome hun herstelling om eenmaal in volkomen aanbidding Christus te eeren als De Heilaanbrenger. dat het Gemeenschapsleven hier op aarde slechts voorbereiding is en moet zijn van dat Hooger Leven, waarin Christus alles zal zijn voor allen, die door Hem begenadigd zijn. Zijt ge Staatsburger, dan dient ge naar zulk een Staatsleven te jagen door Uw voorbeeld, Uw woord, Uw stembiljet, dat hier reeds mede door Uw actie voor elk individu 't begin gemaakt wordt van die eindelij ke, volkomen openbaring, waarin allen als zonen van 't zelfde Huis, één van hart en ziel, hun middelpunt vinden in den Gekruisigden Christus. Zijt ge Staatsburger, dan moet er geen mst zijn voor uwen voet, totdat ook ons Vaderland het terrein zij, waarin de Christen zonder eenige hindernis zijn geheele persoonlijkheid wijden kan aan den dienst van zijn Koning. Alle beletsel voor de uitbreiding van dit hier beginnend eeuwig Konin krijk moet weggeruimd en alle gaven en talenten moeten zich kunnen ontwikkelen in elk dorp, elke stad,, overal, om aan den mensch aan te bieden een voorproef van dat Leven, waarin de Vrijheid volkomen is; en de Kennis èn de Wetenschap volko men èn 't Gemeenschapsgevoel ,in vollen luister zich ontplooien kan. Zijt gij Staatsburger Zijt gij Staatsburger 7 Ja, zegt ge, want ik betaal belasting en ben kiezer en kan gekozen worden tot lid van den Raad, der Staten, en der Kamer, volgens de regelen der wet. Ja, zegt ge, ik geniet al de vrijheden, die de Grondwet den Nederlander aatibiedt. Ik ben dienstplichtig, maar mijn per soon en goederen genieten bescher ming door de wet. 't ls zoo, ge zyt staatsburger en hebt uw rechten. Maar hebt ge uw plicht steeds ver vuld Is 't U bekend, dat de staat slechts is en mag zijn het voorportaal van 't Koninkrijk Gods. Is 'tU bekend, Een hulpfonds voor de armsten. Niet elke arbeider is arm 't lijkt er niet naar. Er zijn tal van arbeiders, die 't beter hebben dan een kneuterboertje, een ambachtsman, e«n onderwijzer en zulke arbeiders kunnen best premie betalen. Houderden ambtenaren met een schraal loon moeten ook voor hun pensioen storten, kunnen of niet. En onder de arbeiders in stad of dorp zijn er volop, die premie betalen kun nen. Maar er zijn ook onder hen mach- teloozen. En onder degenen, die 240 gld. verdienen, komt 't er »dunne«, zooals men dat op ons eiland zegt. Voor die zouden fondsen kunnen worden opgericht. Voor die zou de Kerk kunnen bij springen in 't betalen der premie. Maar voor die zouden ook de erf rechtsbepalingen kunnen gewijzigd, om het vrijkomende Kapitaal te doen strekken tot verlaging der -premie voor de armsten onder de arbeiders, zonder hun pensioen al te zeer te drukken. Het erfrecht heeft te verre graden. Laat men die inkrimpen en met dat Staatsgeld de Staatsbijdrage verhoo gen ten behoeve der allerarmsten. ENGELAND. Dé debatten in het Hoogerhuis over de finance-bill, boden weinig belangwek kende iu vergelijking met de discussies van verleden jaar. Lord Landsdowne verklaarde, dat nu de leden van het Lagerhuis zich beslist vóór de „finance-bill" hadden verklaard, er voor het Hoogerhuis geen andere weg open .bleef, dan in de aanneming van het ontwerp te berusten. Hij wees op de aarzelende houding door de regeeriüg aangenomen, toen de „finance-bill" aan het parlement moest worden voorgelegd. Hij wilde wel gelooven, dat de regeering zich tot geen transacties geleend had, maar zoo dit het geval is, dan capituleerde de regeering op sommatie eener Kamer fractie. BELGIË. De onderhandelingen over de Congo- kwestie, die sedert weken te Brussel tusschen de gevolmachtigden vanDuitsch- land, Engeland en België gevoerd worden, hebben tot] een definiuef resultaat geleid. Volgens de Brusselsohe „Soir" werd te Brussel het traotaat, dat de grenskwestie regelt, door alle gevolmachtigden getee- kend. DUITSCHLAND. In de gehouden zitting van het Heeren huis werden na langdurige debatten paragraaf 1 tot 3 over het kiesrecht, aotief en passief kiesrecht, aangenomen. Het voorstel, om direct en geheim stem recht in te voeren, werd verworpen, eveneens het voorstel tot wederinvoering van openbaar stemrecht. Daarop werd paragraaf 4 indirect geheim stemrecht aangenomen. RUSLAND. De keizer hechtte zjjn goedkeuring aan de begrooting voor 1910. De inkomsen bedragen 2.591 687 880 roebel en de uitgaven 2.591.259.171 roebel. Zoodat de begrooting sluit met een batig saldo van 428 709 roebel. TURKIJE. De ministerraad beval den opperbe velhebber den pas van Katschnik te bezetten, en de Albaneezen, die ten getale van 8000 de engte bezet houden, aan te vallen. Voor Ipek zijn nuöOOOAlbaneezen gelegerd. De opstand heeft zich thans over alle dorpen van Opper-Albanië uigebreid. Tezeifder tijd, dat de oproerige Albaneezen het Turksche leger de handen vol werk geven, komen berichten uit Koerdistan, die den toestand in het oosten des rijks met zeer zwarte kleuren schil deren. Meer dan 10.000 Koerden moeten besloten hebben het Turksche juk af te werpen. Reeds weigeren zij belasting te betaleD. Ook uit Bagdad komen onrustbarende tijdingen. Het garnizoen dezer stad wei gert den nieuwen bevelhebber Nazim pasja te erkennen. Nazim verzocht de onmiddelljke toezending van tien batte- rjen snelvuurgeschuf. VENEZUELA. Uit Caracas wordt gemeld, dat Juan Vincente Comez tot president is gekozen. Aan alle poiitieke gevangen werd amnestie verleend. CHINA. Een telegram uit Chang-sha meldt, dat de Gouverneur van Hoe-nan den opstand gedempt acht. Hiertegenover staat dat de „Times" uit Chang-sha een beticht ontvangt, dat den toestand in Hoe-nan met de zwarste kleuren schildert. Ook het Engelsche consulaat acht alle gevaar nog niet bezworen en raadt den Europeanen af, nu reeds te Chang-sha voet aan wal ie zetten. De gouverneur raamt de schade, te Chang-sha door de oproerlingen aange richt, op 2.000.000 pond sterling. Verslag van den toestand der Gemeente. Burgemeester en Wethouder» der Gemeente Sommelsdijk maken bekeDd, dat het door hen aan den Raad gedaan verslag van den toestand HOOFDSTUK VI. Van toen af begon eerst recht mijne ellende. Zoodra mijn mevrouw er kennis van kreeg wat er gaande was, werd ik weggestuurd. En nu kreeg ik wel onderkomen bij eene vriendin van mij, wier moeder weduwe was, naaar dat duurde ook al niet veel langer dan mijn spaarpenningen die ik nog had. Intusschen was mij een zoontje gebcren geworden, en doordat dat kind zoo suk kelde, kon ik niets meer gaan verdienen, waarop mij door de moeder mijner vriendin al spoedig te verstaan werd gegeven, dat zij mij zoo ook niet langer houden kon. Van toen af ben ik aan het zwerven gegaaD. Met wat garen en band liep ik laDgs de huizen, en 's nachts sliep ik in schuren of hooibergen. O, mijnheer, wat ik toen uitgestaan heb, dat is niet onder woor den te brengen, vooral toen het winter werd. In de hooibergen te slapen met die koude, en dat met zulk een leer en zwak kind, dat was bijna ondoenbaar, en bij den dag ging het arme schaap achteruit. Naar m.jne ouders te gaan, hoe gaarne ik het ook gewild had, ik durfde het niet. Dikwijls kwam er een gedachte in mij op, om mij voor den Heere te verootmoedigen en om genade te smeken. Maar als ik dan weer zag op mijn zondig leven en op mijn moedwillige verharding in het kwade, dan kwam 't mij voor, dat er voor mij wel geen genade meer zoude zijn. Soms kwam het met kracht in mij op»Het hart der koningin is in de hand des Heeren als wa terbalsem, Hij neigt het tot al wat Hij wil, Hij kan ook 't hart uws vader wel tot vergevensgezindheid stemmen.Maar o, als ik dan weer dacht aan 't onbuigzame karak ter mijns vader, neeD, dan kreeg de vrees weer zoo de overhand op mij, dat ik maar weer voortging op den weg der ellende. Ik kon er maar niet toe komen om mij als een boeteling in het stof voor Gods genade- troon neer te werpen en te pleiten op t bloed der verzoening, en nog veel minder waagde ik het, naar mijne ouders te gaan om mij als een smekeiinge aan hunne voeten neer te werpen. Mijnheer, ik heb toen telkens een twee strijd gehad zóó zwaar, zóó vreeselijk, dat het mij soms nog onverklaarbaar Voor komt, dat ik er nog in staande ben gebleven. Ook ik mag wel met den Apostel Paulus zeggen »Door de genade Gods ben ik wat ik ben.« Met een ongewone uitdrukking op het gelaat, zat dokter Van Waversberg te luisteren naar het verhaal der vrouw. Eene geweldige ontroering had hem aangegrepen, die hij zoo goed mogelijk zocht te verbergen, Een- zeker voorgevoel zeide hem, dat hij hier hoogst merkwaardige dingen, en be langrijke onthullingen vernemen zou. Ja, soms kwam de gedachte in hem óp, of deze vrouw, tot wie hij zich toch al op zoo bijzondere wijze had aangetrokken ge voeld, inderdaad zijne eigen moeder zou kunnen zijn. Maar dan verwierp hij dat denkbeeld toch weer even spoedig, bij de gedachte dat dan wellicht een sluip- en zelfmoordenaar zijn vader zou zijn, want dat de koloniaal, die een aanslag op haar leven deed en daarna zichzelven ombracht, de zelfde was als de vroegere onderofficier van de jagers, dat stond, na wat de vrouw hem verhaald had, reeds ontwijfelbaar vast bij hem. Met een zekere gejaagdheid ia zijne stem, die Caroline Brindel ook wel vreemd voor kwam, maar waarvan zij de oorzaak in 't minst niet bevroeden bon, zeide hij >En hoe is het toen verder gegaan Ga voort met uw verhaal het interesseert mij zeer.« Ach ja mijnheer, wat zal ik zeggen ging zij voort, »mijn toestand werd al el lendiger en ondragelijker. Ik werd er totaal wanhopig onder, en hoe ik eerst ook bij de gedachte er aan huiverde, toch rijpte meer en meer het besluit in mij, om een einde te maken aan het ellendig bestaan van mij en mijn kind, dat ik toch innig liefhad. En toen de satan mij eenmaal zóóver had, toen had hij mij weldra geheel in zijne macht. O mijnheer, nooit zal ik het vergeten. Het ging mij toen als Judas Iskarioth. De Satan had hem ingegeven om den Heere te verraden, en voet voor voet had hij aan dien boozen aandrang toegegeven, totdat wij eindelijk van hem lezen>En na de bete, toen voer de satan in hetn.i Toen was hij geheel en al in de macht van den satan. En zoo was 't ook met mij. Ik twij felde er geen oogenblik aan, of het was de satan die 't mij ingaf, om mijzelf en mijn kind van het leven te berooveD. Eerst huiverde ik bij die gedachte, maar weldra begon ik er voet voor voet aan toe te geven, en ten slotte, ja, toen voer de satan ook in mij, en had mij geheel in zijne macht. Alle betere gevoelens werden in mij verstikt. Ik vervloekte alles en allen. Mijn verleider, mijn vader, mijn mevrouw, mijn vroegere vriendin en hare moeder, ja iedereen, In die stemming ging ik naar den Haag, waar ik tegen den avond aankwam. Het regende geweldig en spoedig was mijn dunne kleeding geheel doornat. Ik huiverde over al mijn leden en toch brak 't zweet mij uit. Ik werd voorigezvveept door een onbeschrijvelijken angst. Ik drukte mijn kind, mijn arm jongske al vaster tegen mijn borst, en dekte hem zoo goed mogelijk met mijn omslagdoek. Zoo bereikte ik eindelijk den kanaalweg. Hier zou ik dan het schrik kelijk besluit ten uitvoer brengen. Maar neen De Heere had andere gedachten met mij. Ik kon er niet toe komen. Als een waanzinnige liep ik voort. De regen had opgehouden. Geen levend wezen zag ik meer op straat, In de meeste huizen was het licht reeds uitgedaan, want het moest al erg laat geweest zijn loen ik daar was. Eindelijk kwam ik bij een groot heereuhuis, dat nog helder verlicht was, en waaruit de toonen van muziek mij tegenklonken. Mijn besluit om met mijn kind in 't water te springen, gaf ik ;n eens op. Ik liep naar de portiek van 't huis, haalde een stukje papier uit mijn zak, dat al vuil geworden was. Met een klein stukje potlood dat ik nog had, schreef ik er op, dat ik door armoede gedwongen was, afstand van mijn kind te doen, en hei aan Gods genade, en de goede zorgen der vinders aanbeval. Wordt Vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1