Melisse, Zaterdag 30 April 19i0 85ste Jaargang 1550. I Antirevolutionair Orgaan voor «Ie Knidhollandiehe en Keenviche Eilanden ^86 K. 1 IN HOC SIGNO VINCES OÏÏWEES T. BOEKHOVEN, valiteit beroemde meng- eiden Daar tegen scherp en bij TONGE. - rdt op aanvraag 3441 lillioen Gulden R KOOGH UITGEVER ien. tot de firma Z..Z. 94. et jaar 1850 wer- gele verd. f7»» premie vrij. is Pr<im^e vrÜ voor de armsten, twee mar/ 8 ®De Standaard» op 'royencer Lucerne, dbouwzaden, i TEELDERIJ, iandsch IR, Voorflam C12-13. appen 16. Durg hoek Breestraat. 99. jrstraat 6. Molenstraat 45, ehaven 107. volgestort .000. 3 AP verleent Cre- len in deposito, aan- en verkoop ipons, sluit belee- gatiën en verricht leden tot het Kas- 2413 te SVa plember 1909 f 4.579,829,78 V2 - 1.580,789,44 - 209,759,92 5, Directeur. |VAN FOREEST, ■esident Commissaris. ïarnis en omstreken LHARNM. speciale irieven mei belaliiigs- per maand 0 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent. zonder 50 Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder f 4,50 per jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent. Met Zondagsblad 7 Cent. SOMMELSDÏJK. Telefoon Intercoms». Mo. 3. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. %ile fsiuhkcii voor de i&esfactie Mentd, 4«8verüenliëii en veriiere Administratie franco loc te aeanlen aan den Uifgrever. l. 3132 De antirev. partij wil geen Staats - pensioneering. Wel wil zij de bij de I ^inwerkingtreding der wet de 70-jarigen Kinder premie een Staatsbijdrage geven, maar overigens moet ieder, die minder dan een 1200 of 1000 gld verdient, zichzell verzekeren, te be ginnen op 16 jarigen leeftijd. Zoo aithans zag de wet Kuyper er uit. Wat er in 't ontwerp Talma staat of zal staan, is niemand bekendwe dienen af te wachten, welke loon- klassen er zijn en hoe groot de premie zal bedragen, maar Staatspensionee- ring zal in geen geval worden voor gedragen. Nu wordt er ook in onze kringen, ook in de coalitie, niet eender ge- dacht over de vrijstelling van premie voor de menschen, die te arm zijn. Vanzelf is de vraag aan de orde Wanneer is een arbeider arm Is elke arbeider te arm? En er wordt door _pommigen geantwoord Wie in de a8ste loonklasse valt (en dat was 1 nbeneden 240 gld is' te arm om elke week een dubbeltje premie te betalen stel die arbeiders van premie vrij. Dezer dagen had ons hoofdorgaan, »De Standaard,over dié kwestie een rrtikel, waarin over »Van premie vrij» werd geschreven. Daaruit nemen we een gedeelte over: Acht men nu bij de invoering van verplichte verzekering, dat er een loonklasse is, te laag, om al zondering van geld voor deze loon klasse toe te laten, dan moet men deze loonklasse niet in de verzekering opnemen, als geldelijk daartoe on bekwaam. En voorts trachten op andere wijze in de behoeften van deze loonklasse te voorzien. Dan valt deze klasse buiten het ver zekeringswezen, en wordt voorwerp van menschlievendheid. Misschien zelfs zou men een mid denweg kunnen inslaanen zoo men acht, dat de laagste loonklasse als zoodanig de zeer lage risico premie nog wel zou kunnen be'alen, maar dat er onder deze klassen toch enkele gevallen van bijzonder groote gezinnen voorkomen, in deze uitzonderingsgevallen extra hulp kunnen verleenen. Waarin zal die extrahulp voor de armen bestaan, als ze zich toch ver zekeren willen. Aldus Door suppletie- fondsen of hulpfondsen. Op de Chr. scholen gaan arme kinderen voor verminderd schoolgeld wat aan het volle schoolgeld ontbreekt, 2695 wf e£.door een suppletie- of hulp- nrüfi ,8evoegd; dat hulpfonds ent S llefdegaven van de burgers 7ün p p' die zoon school gezind •in. nu vraagt »De Standaard« I cnnH^rT Z°R men dan niet °P in t l WlJze deze verzekerden knnn ,gere loock'asse te hulpe kunnen komen, door de 8 a 10 liik ,,per. wee!k geheel of gedeelte- mep<uQn t sc^enken. Verreweg de meeste patroons zouden er goed- lks aan mede doen. I u sluiten S T mogfUjk- 0f ze uit te uit de verzekering en dan bij invaliditeit of ouderdom ze met liefde gaven van Rijk of Gemeente of'Kerk of Liefdadigheidsinstellingen helpen of ze wel in de wet opnemen, en dan fondsen oprichten, waaruit die arm sten, zoolang dat ze zelf niet kunnen betalen, gesteund worden. Natuurlijk, niet jaar aan jaar ze gesteund. Gaan de kinderen ook mee verdienen, of pakt de vrouw ook flink aan, dan komt er een tijd, dat 'de armee wat vermindert en de premie zelf' kan betaald worden. »De Standaardei heeft nog een ander voorstel Wil men, laat dan desnoods, gelijk in Duitschland de 10 cent op 6 cent dalen en zoo ook de rente iets naar beneden gaan. »De Standaard» is dus niet zoo hardvochtig, als men dat gelieft voor te stellen. Toch is ze huiverig. £n waarom? Omdat ze vreest, dat, als men de lage loonen vrijstelt van 240 gld.; de anderen, die 300 of 350 gld. verdienen, zullen zeggen stel ons ook maar van premie vrij. En zoodoende zou heel de verzekering op een dwaas heid uitloopen en fiasco maken. Want vrijstelling van den een prikkelt of maakt eenigermate jaloersch den ander. En zoo komt men tot moeilijk heden, hatelijkheden onder elkaar. En iedere klasse gaat jagen öf naar vrijstelling of naar premieveriaging. Oranje hoven Het Prinsesje verjaart. Als kind staat Zij niets hooger dan of is van meerdere waardij dan eenig ander kind. Een Koning, een Keizer, een Hertog, een Prins of Prinses zijn menschen, d.i, zondaren, diealsmensch van geen bedelaar of pauper in iets verschillen. Verdoemelijk voor God! In zonde ontvangen en in ongerech tigheid geboren en stervend als een verlorene, als de genade van Christus hun deel niet wordt. Maar al belijdt de antirevolutionair de volkomen gelijkstelling alsmensch van Prinses en prinsendienaar, hij be lijdt ook het Gezag, neergedaald op onze overheid van uit den Hemel. God de Heere gaf ons een Prinses dat is liefde, die den Oranjeboom ontwortelde, maar nog een spruit deen uitschieten. En die Prinses gaf Hij gezag. Daarom eeren we in dat Kind niet den mensch van hoogen bloede in de eerste plaats, maar de bevoor rechte, bij Gods gratie, met majesteit bekleed om Gods wil. En op haren jaardag brengen we Haar onze wensch en bede, dat Hij Haar nog vele jaren spare als toon beeld, dat 's Heeren bemoeienis met 't Oranjehuis en dies met ons volk nog niet afgesneden is Zoolang die tronk nog groeit en bloeit is dat een teeken van 's Heeren ontferming over haar en ons Vaderland, dat van eeu wen her met onlosmakelijken band aan Oranje verbonden is. Met God voor Nederland en Oranje zij en blijve ons aller leus. Staatspensioen én Staatsarbeid Zouden de Staatspensioneerders, die zoo ijveren voor Staatsbedeeling nog niet een stap verder gaan en met den eisch optreden dat de Staat alle men schen aan werk moet helpen. Als de Staat 70 jarigen brood uit deelt, moet hij de 20, de 30, de 40, de 50, de 60-jarigen werk verschaften. Want hooger dan de bedeeling en van oneindig meer waarde is de ge legenheid om te arbeiden. Zorgt Vader Staat voor de ouden, waarom dan ook niet voor de jongeren. Men zegge nietde ouderen kunnen niet meer voor zichzelf zorgen en de jongeren weldat is onwaar. Duizenden werkioozen zijn er in zomer en in winter, die vrouw en kinderen hebben, en evengoed als de oudjes snakken naar een boterham, die ze door sigen schuld of' door sociale misstanden niet kunnen verdienen. Als da Staat dus aan eenige ouden hulp en onderstand verleent zonder arbeid, dan moet hij ook de jongeren helpen en ondersteunen door ze arbeid te leveren. Staatspensioen wil men. Maar Staats-werkverschaffingis dan ook een noodzakelijke consekwentie. Durven de Staatspensioneerders deze consekwentie aan Neen, dat durven zej niet. Urndat 't, met 't oog op 't verleden in andere Landen, op een totaal fiasco zou uitloopen. Maar toch Staatswerkhuizen en Staatswerkversehaftiijg aan alle ar beiders ligt op dezelfde lijn als Staats pensioen het laatste helpt de oudjes de eerste de jongeren in den nood. En voor den Staat staan ze immers gelijk De Provinciale Staten. Meer dan oudtijds dringt het politiek karakter der Statenverkiezing naar 1 oren. Waar zij de Eerste Kamer kiezen, en in onze dagen met hun zucht naar Algemeen of wilt ge meer uitgebreid kiesrecht veler oog naar die Eerste Kamer gericht zijn, hetzij om haar invloed te beknotten, hetzij om dien uit te breiden waar de Staten de Eerste Kamer kiezen, heeft fcoo'n verkiezing daardoor reeds een poiitie- ken kant. Men wil voor die Eerste Kamer geen getrapte, maar een rechtstreek- sche vei kiezing Men wil voor haar het recht van amendement. Men wil de Eerste Kamer gelijk laten aftreden met de Prov. Staten. Men wil haar het recht van veto ontnemen recht om te verwerpen). Zoo staan dus de Statenverkiezin gen van zelf in 't politieke teeken. Want wie de Staten omzet, zet de Eerste Kamer om en indien dan een radicaal Kabinet met radicale voor stellen in de Tweede Kamer komt die worden aangenomen, is er door de omzetting na een Statenverkiezing een gewillige Eerste Kamer, die met de Tweede onder eenzelfde vlag vaart. Dan wordt de organisatie der le Kamer een andere. Haar doel anders. Haar plicht an ders. Zoo staan dus de verkiezingen voor •de Staten in het teeken van wijziging of behoud der le Kamer. Hoe denkt ge u de bef eekenis der 1 e Kamer, die vraag staat voorop bij een Statenverkiezing. «F UITKIJK. Het wordt nu weer >trouwtiljd«. 't Is wel zoo, dat in elk jaargetij de rneivsch geschikt is, om ten huwelijk te gaan dat *er de hondsdagen niet te heet voor zijn en het in den sneeuwtijd niet te koud is, maar in de groene Mei ziet men toch 't meest en 't drukst tot den trouw gaa n. Het trekt steedsde aandacht. Wees een vergeten burgerleef zoo stil als ge kuntmoei u alleen met uw naaste vriendenga onopgemerkt door 't leven tweemaal loop toch de buurt voor u saam tweemaal zijt ge 'l mik- en middelpunt aller belangstellingals ge trouwen gaat en als ge begraven wordt. Voor beide gelegenheden staakt het kind zijn spel m leunt de arbeider op zijn spaüe oude meu strompelt naar 't raam en grootva staat op zijn stoep de dienstmeid laat den uitgewrongen dweil in den emmer vallen en de fietsjongen staakt zijn rit men wil u naar 't stadhuis zien rijden en naar 't kerkhof. Mtar 'k iaat du 't kerkhof rusten alle dingen onder de zon heeft zijn bestem den tijd. Er was voor Jezus een tijd om te weenen met Mana en Martha en er was een tijd, om blijde te zijn op de bruiloft te Kana. Als we maar hoe wonderspreukig het lijkt, in den dag der blijdschap zonder verschrikking kunnen denken aan de ure des doods dan is het wel 't Was kort geleden, dat ik naar aanlei ding eener bruiloft, een jonge beminnens waardige maagd in allen ernst boos heb gezien. 't Geval is gauw vertelt. Er had zich bij ons een jongmensch in een melkstand gevestigd H.j had wat kapitaal, was van zessen klaar, 't eerst op, 't laatst naar bed 't was een hupsch jonkman vau »onze«. kleur die wist, wat er in een zaak komt kijken, maar ook wist, wat een zaak bloeien doet. De zaak ging dan ook vooiu.t. Hij won en vermeerderde klanten, 't Werd al drukker en drukker. Zondags ruste mijn vriend want ik mocht hem naar 't gebod, maar de zes dagen arbeidde hij als een paard Hem ontbrak slechts één ding. Hij had geen vrouw en hij kon in zijn omstandigheden zoo moeilijk zonder 1 Hij had drie vrouwen gehuwd èène in 't salon om te bedienen ééne in de huishouding en om in de zaak te helpen administreeren en een diestbode voor 't ruwe werk. Drie hij zuchtte er onder. Want hij had het niet getroffen. Er was steeds een toestand van gewapenden vrede die soms in openbaren oorlog uitbarstte. 'Je dienstbode had hij aleens op slag ontslaan, en haar opvolgster zocht het nu in een >coalitie« met een der andere, cm daar gezamelijk het de derde moeilijk te maken. Mijn vriend ontbrak een vrouw En hij had absoluut geen tijd, om zelf een vrouw op te sporen Toen heb ik hem wat geholpen. Ik kende een >jonge dochters, d.e met haar moeder zeer teruggetrokken leefde waar oorzaak voor was maar die we nu in eik 'opzicht een flinke vrouw voor mijn melk- en choco lade man leek. 'k Heb toen die twee zonder dat >zij« er iets van vermoedde in de gelegenheid gesteld. Maar te mijnen huize te ontmoeten meer heb ik er niet aangedaan en zou ik ook niet hebben willen doen. Maar mijn vriend is een voortvarend jongmensch het meisje beviel hem wonder wel het begon met haar 's avonds naar huis te geleiden piet meer trouwens dan een staaltje van zijn plicht het was na 14 dagen een engagement en vier maanden later zijn huishoudster was na 'n scèae heengegaan traden ze in 't huwelijk ik geloof vast, dat het best gaan zal. Doch toen ik dit nu onlangs aan mijn ietwat dweepzieke schcone verleide, keek ze mij boos aan en 't scheelde niet veel, of ze had me ^Koppelaar* gescholden Dat was het huwelijk verslageneen vrouw zocht men niet als 'n huishoudster maar als de sympathieke levensgezellin met welke men dezelfde idealen heefteens- geestes is enz. enz. Dat merkt men in vier maanden niet. Daarom is een langer tijd van voorbereiding noodig ik verdoezelde de poezie van het huwelijk tot plat proza ik was 'n materialist ik was 'n boer Net zulk r en boer als die Noord-Hollander uit Beets Camera, die door 'n weddingschap 'n vrouw krerg, die zoo puik kiezen kon Ik heb me plichtmatig ge.-chaaind. Toch geloof ik, dit we met die poezie van 't huwelijk wat voorzichtig moeten zijn, Zeker, liefde moet er zijn. Liefde bovenal. Liefde, als men bruiloft houdt en liefde ook nog als de haren wit en de knieën stram zijn. Al uit zich die liefde niet altijd eenderin 'n vurigen kus den laatsten avond voor den trouwdag in 'n stille traan, na veeljarigen echt, als de dood den band wreed doorsneed. Maar liefde is slechts middel. Hooger dan de liefde staat de trouw. De twee, die elkaar vonden, beloven el kander trouw, Trouw voor het leven trouw tot aan den dood. Dat is i iet het doel en 't hoogste heil iu het huwelijk elkaar lief te hebben en in die liefde gelukkig te zijn en steeds ge lukkiger te worden. Het hoort er bij. Het is heerlijk. Maar 't is 't hoogste niet 't Hoogste is, dat man en vrouw voor het leven elkander trouw beloven en trouw blijven, om samen de taak te volbrengen, waartoe God ze als man en vrouw roept en als man en vronw bij elkander bracht. Déze taak Een eigen gezin te vormen. Met dat gezin een eigen plaats in te nemen in Staat, Kerk en Maatschappij. Door dat gezin een eigen roeping te vervullen. Eu als God den kinderzegen geeft, in dat gezin weer te zorgen voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk en het voortbestaan der natie. 't Huwelijk is nu eenmaal geen voort gezette maneschijn-wandeling en geen ein- delooze liefkoozing. Die 't malste zijn op den trouwdag, kijven vaak het eerst. Ik wil daarmee natuurlijk niet de poëzie van den echt overwalmen met mijn prozaisch gepraat. Het zij verreDe oudste sok en 't koudste besje voelen nog altijd iets van 't vroegere vuur in de aders, als ze de jongelui, stralend van vreugde, in 't huwe lijksrijtuig stappen zien. En de meest pro zaïsche grijskop, de verstoktste scepticus, voelt zich toch altijd even warm worden, als de lieve bruid met 'n gelukkigen glim lach op 'tfrissche gelaat zich naast haar bruidegom zet en, vriendinnen en kennissen 't laatst vaarwel toewuivend, om voortaan met haar echtvriend alle lief en leed te deelen. Neen laat de poëzie blijven. Maar laten we niet versmelten in senti mentaliteit. Dit is de hoogste poëzie van 't huwelijk, dat men samen »mede-arbeiders Gods< mag zijn, en dat op een wijze, als buiten huwelijk niet mogelijk is. ^Medearbeiders Gods,« door de planting van een gezin, door de opvoeding der kinderen, door hun opleiding tot zelfstandig leven, door hun toebrenging tot de open bare belijdenis en verheerlijking Gods. Door als gezin te getuigen voor de eere Gods zijn Naam groot te makende buiten staanders tot jaloerschheid te verwekken en elkander lief te hebben zóó dat de reine, heilige echt iets vertoone van het ware huwelijk tusschen den Koning en zijn Bruid Jonge echtelingen in den trouwtijd God zegene u! UITKIJK. Tail si» en fjasidbouw. KALIMEEL. De Kalimeel-Maatschiippij is niet sterk in haar verdediging van hei Kalimeel. Zij zegt: Dat Kali, om door planten te worden opgenomen in water oplosbaar moet zijn is vol strekt niet uitgemaakt Zeker niet dat ia -•4 M

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 1