Stichtelijke Overdenking,
DE ENGEL BIJ HET GRAF.
Ingezonden
Hij is opgestaan!
De getrouwe dienstmaagd.
Overdenking op derj dag na
Goede Vrijdag.
Hij is hier niet, want Hij is opgestaan.
Mat the us 28 6a.
Eenvoudige woorden zijn het, die ons
bekend maken het wonderbare, heer
lijke werk van Gods genade door Chris
tus Jezus gewerkt.
De vijanden, die ijverig den dood des
Heeren gezocht hadden om voor altijd
van Hem verlost te zijn, bereidden al-
zoo den weg om den Heere de kroon der
heerlijkheid deelachtig te doen worden.
Jezus stierf, gelijk geschreven was,
als Middelaar Gods en der menschen.
Hij gaf zich als het Lam Gods gewillig
over in de diepste vernedering, tot in
het graf, 0111 verheerlijkt op te staan.
Hij legde het leven af als drager der
schuld en het loon werd Hem gegeven
De dood kon Hem niet houden. Veracht
en de onwaardigste onder de menschen
ontving Hij thans eenen Naam, welke
is boven alle naam.
Zoo is de verrijzenis van Christus het
bewijs, dat de Vader het offer des Zoons
heeft aangenomen. Vervuld werd het
woord van den profeet: Als Zijne ziel
zich tot een schuldoffer gesteld zal heb
ben, zoo zal Hij zaad zien, Hij zal de
dagen verlengen. De opstanding zegt
ons, dat de dadelijke en lijdelijke ge
hoorzaamheid van Jezus den Vader be
haagde. De voldoening van de schuld
door den Zoon is aanvaard.
Welk een oorzaak van vreugde is er
dan, op Paaschdag inzonderheid, voor
het volk des Heeren.
Zij worden op dezen dag nog eens
nadrukkelijk gewezen op het voorrecht'
dergenen, die in Christus Jezus zijn.
Hunne schuld, onbetaalbaar door ben-
zelf, is overgenomen door den Borg en
voldaan. Hunne zonden, die scheiding
maakten tusschen God en de ziel, zijn
gedragen door hun Zaligmaker. Zij zijn
met Hem gegaan in den dood 0111 met
Hem op te staan in een nieuw leven.
Zij stierven zichzelf 0111 te vernemen
uit dun mond des Heeren: Ik leef en
gij zult leven.
E11 dat alles uit genade!
Dat zij zich dan op dezen feestdag
niet laten afleiden door overleggingen
van de machten der duisternis. Laten
zij zijn vroolijk voor het aangezicht des
Heeren. Dat de tenten der vromen weer
galmen van den lof des Heeren, die
Zijne genade heeft grootgemaakt. Klaar
en duidelijk staat het immers beschre
ven, dat de Z0011 is opgestaan 0111 de
Zijnen op aarde te verzekeren van do
eeuwige voldoening aan de rechten Gods.
Eenmaal heeft Zijn volk het helder
aanschouwd, toen de ure der verlossing
kwam, waaróp zij uit hun ellende wer
den overgezet ia den heertijken staat
der genade. Mogen zij 1111 derwaarts
weer geleid worden 0111 bij vernieuwing
met het hart te smaken do goedheid
van een heilig God.
Daar is toch groot onderscheid in liet
herdenken van de opstanding van Jezus
Christus uit de dooden met het hart en
met het verstand.
Paaschfeestvieren bestaat niet alleen
in het opgaan naar liet huis des Hee
ren en het lezen van Gods Woord.
Onder hen, die zoodanig Paschen door
brengen zijn er wel, die met plannen
van vermaak en genieting der wereld
in het hart het heerlijke blijk van Gods
genade aanhooren. Ofschoon de dag-
wordt gevierd in uitwendige vroomheid
eene rechte overdenking en bepein
zing wordt slechts gevonden door den
H. Geest. Bovenal de kinderen Gods
moeten zichzelf onderzoeken of de
Paaschdag waarlijk een feest kan zijn
voor hen. Al wat hun in den weg staat
zal gebracht moeten worden voor Hem,
die is opgestaan 0111 hunne rechtvaar-
digmaking.
De Paaschmorgen roept het ieder
mensch toeEr is betaling voor de
sehuld geschied en door God aangeno
men! Waarom weegt gij dan geld uit
voor hetgeen geen brood is? Waarom
gewerkt 0111 zelf af te lossen de schuld
dien gij dagelijks meerder maakt?
Tot een iegelijk komt die stem. Wat
is geschreven, laat zich niet uitwisschen
door onverschilligheid. Het Woord des
Heeren wordt niet te niet gedaan door
vijandschap. Als dan gesproken wordt
van „Paschen," zal de houding en ver
houding tegenover het „Hij is hier niet,
Hij is opgestaan" aan het licht komen.
Zijn er die het Bijbelboek gesloten hou
den en den drempel van het bedehuis
niet overschrijden, zullen zij eenige ver
dediging van hun gedrag kuni.e.i voort
brengen Och, dat zij zich lieten over
tuigen door het Woord en door den
Geest! Geen uitvlucht immers kan
eenigszins baten, als het geopende, ledige
graf zoo sterk getuigenis aflegt en een
engel des Heeren zoo stout spreekt.
Bijzonderlijk zal het Paaschfeest troost
brengen aan de verslagenen van harte,
die den last hunner zonden nog dragen
alleen. Zij missen nog den vrede door
het bloed des kruises. Hun predikt de
opstandingsdagEr is geen andere naam
onder den hemel gegeven, waardoor wij
moeten zalig worden." Jezus' offer is
bevonden bekwaam om de zonden weg
te nemen, want de Vader heeft Hem,
toen Hij gestorven was onder het recht,
levend gemaakt tot heerlijkheid. Geen
t egang tot den Vader dan door Hem.
Waarom dan gezucht en gezocht, zoo
u de Zoon zal hebben vrijgemaakt zult
gij waarlijk vrij zijn Wilt gij een zegen,
een blijvend, een eeuwig gewin verkrij
gen, bedenk dat Christus is een Heere
ook van den Sabbat, ook van den dag
der verrijzenis. Hij noodigt hen uit, die
niet kunnen feestvieren om van Hem
een feestgewaad te vragen. Hij geeft
sieraad voor asch en het gewaad des
lofs voor eenen benauwden geest.
Welk een heil vloeit er voort uit de
opstanding des HeerenVerlossing van
eens volmaakt het opstandingsfeit te
mogen herdenken. Die dag toch zal
eenmaal komen. Het zal zijn als van
al het volk des Heeren kan gezegd
wordenZij zijn niet in hunne graven,
maar opgestaan. Wanneer hunne zielen
vereenigd zijn met hunne verheerlijkte
lichamen en opgenomen in den hemel
van den drieëenigen God zal het een
feest zijn des Lams. Daar wordt het
volle licht geworpen op het heil, dat
God in Christus Jezus heeft willen
schenken uit genade en barmhartigheid.
Heerlijk Evangelie. Christus is opge
wekt en is geworden de eersteling der
genen die ontslapen zijn en van hen,
die nog zullen ontslapen.
nu, als een lam dat ter slachting geleid
wordt, zoo voerde men Hem naar
Golgotha heen
Het verwondert ons niet dat Jeru
salem's dochters, die Hem naar Golgo
tha volgden, door het schouwspel inner
lijk waren ontroerd, dat zij Hem beklaag
den en weenden. Als Hij zelf in den
hof van Gethsemane, dacht aan zijn
lijden, was Zijn ziel fot den dood toe be
droefd.
Ja het lijden van Christus was zwaar.
En toch, zie daar keert Hij zich om tot
de wenende vrouwen, bestraft hare
tranen en waarschuwt haar over zich-
zelve te weenen. Zoo zijn dan Jeruzalem's
dochters, die den Christus beklaagden,
en weenden, nog meer te beklagen dan
Hij dien zij volgen naar Golgotha heen
Ontzettend is het wezen der zonde.
Door haar kwam de mensch in den
macht van den duivel door wien hij
dichter gezegd heeft dat niemand vraagt:
„Waar is God, mijn maker, die Psal
men geeft in den nacht?» Ach hoe
blind gaat het menschenkind voort op
het pad der verderving, zonder het eind
te bemerkende buitenste duisternis,
weening en knersing der tanden, den
gloed van Gods toorn en den worm die
niet sterft.
Wij hebben weer Goede Vrijdag ge
vierd. Wij hebben gedacht en gesproken
over het lijden van Christus. Wellicht
heeft het ons ook met weemoed ver
vuld. Evenwel, wat daar gold van
Jeruzalem's dochters, het geldt van ons
allenvan Golgotha klinkt het ons
waarschuwend tegen, het woord van
den HeilandWeent over uzelven en
niet over Mij
Weent gij ook over uzelf? Zij die
waarlijk over zich zei ven weenen, zij
hebben iets leeren zien van hun schuld
en hun zonde, waardoor zij naar recht
van Hem verstooten, verloren zondaren
zijn. E11 zij zagen het niet slechts ver
standelijk, zooals zoovelen in onzen
tijd, die slachtoffers van overgeleverde
vormen, verstandelijk wel van hundood-
staat weten, maar een afkeer hebben
van de kinderen Gods, die over zich
zeiven weenen. O neen, wie het niet dan
verstandelijk ziet, ziet het niet, en kan
er ook niet over weenen. Maar wie
door bet licht des Geestus ontdekt, zij
ne verwerpelijkheid ontwaare, die ge
voelde droefheid over zich zelve en dat
was een droefheid naar God.
Er ontstond een bekeering ter zalig
heid. Min of meer helder verheerlijkte
in hem zich de Zone Gods en de Zoon
des menschen die op aarde gekomen
om het verloorne te zoeken hem bij
aanvang leerde wat het beteekent, dat
zij zalig zijn, zij die treuren, dat zij zul
len worden vertroost.
Hij, die waarlijk over zichzelven
weent, kan over Christus niet weenen.
Want is er van hem geen verwachting
bij hem slechts beschaamdheid des aan
gezicht wat is er dan grooter en beter
dan van den lijdenden Christus te mo
gen getuigenOm onze zonde was hij
verbrijzeld, 0111 onze overtreding ver
wond. Dat is toch de hoop der bedruk
te. Dat is toch de troost der bedroef
den. Dat is in de duisternis toch licht.
E11 dat is het lied der verlosten
»Hij heeft ons Gode gekocht met zijn
bloed, uit alle geslachten en talen en
volken. Hem zij de eer en de aanbid
ding tot in eeuwigheid, Amen!«
Moet gij ook ovei C zeiven weenen
Zoo niet, O, gij die de zegen niet
kent van den gokruisigdon Ohriatuo. Ziot
toch uw armoe, uw naaktheid en blind
heid en hoort dan nog eenmaal het
Woord van den Heiland: Weent over
U zeiven en niet over Mij
J. I).
IV.
I11 1826 stierf Oberlin diep betreurt door
zijne kinderen, zijn gemeente en niet het
minst door Louise. Nu stond zij zonder hem
aan wien zij zooveel verschuldigd was. üe
gemeen: e had haren weldoener verloren, die
toi zijnen (lood voor haar gewerkt had. Hij
had eens geweigerd een beroep op te vol
gen. omdat hij 10 jaar had noodig gehad
0111 de gemeenteleden te leeren kennen, 10
jaar 0111 zijn plannen te vormen en hem
nog wel 10 jaar noodig waren 0111 ze ten
uitvoer te brengen. Nu was de ij veraar voor
en in den dienst des Heeren heengegaan
naar de plaats der ruste.
Wat zou nu Louise aanvangen De kin
deren van Oberlin wilden haar niet laten
gaan en, naar uit de papieren huns vaders
bleek, handelden zij daarin geheel naar zijn
wensch. Na het overlijden van Oberlin
vonden zijne kinderen een verzegeld schrij
ven van den volgenden inhoud
Mijne dierbare kinderen
Terwijl ik u verlaat, vermaak ik u mijne
getrouwe dienstmaagd, die u heeft groot
gebracht, de onvermoeide Louise. De dien
sten, die zij ons gezin heeft bewezen, zijn
ontelbaar. Uwe goede mama nam haar reeds
voor zij haar vijftiende jaar bereikt had,
tot zich. Maar reeds in dezen tijd bewees
zij zich door hare bekwaamheden, haren
ijver en hare vlijt als hoogst gewillig. Na
den vroegtijdigen dood uwer lieve moeder
werd zij u eene trouwe verzorgster, zorg
vuldige leermeesteres en een teeder liefheb
bende 1: oederin het hart alles, en alles
tezamen genomen op de beste wijze. Haar
ijver strekte zich echter nog verder uit.
Als een ware volgeling des Heeren ging zij
in omliggende dorpen, waarheen ik haar
zond, om zich te verzamelen en in Clods
wil te onderwijzen, hun geestelijke liederen
te leeren zingen, hunne opmerkzaamheid
op de wonderbare werken van den almach-
tigen en genadigen God in de natuur
te leiden, niet hen te bidden, en hun al die
kundigheden mede te deelen, die zij door
mij en uwe lieve moeder verkregen had.
Dit alles was echter niet het werk van
een oogenblik' en de tallooze zwarigheden,
die haar hij hare heilige pegingen in den
weg stonden, zouden duizend anderen af
geschrikt en ontmoedigd hebben. Eenerzijds
was het wilde toomelooze karakter dei'
kinderen te beteugelen, anderzijds het eigen
aardige dialect uit te roeien. Om zich den
kinderen verstaanbaar te maken, moest zij
wel is waar met hen in hunne taal spreken,
maar dan al het gezegde weer in het Franseh
vertalen. Een derde zwarigheid boden haar
De vrouwen komen, door liefde tot den Heere gedreven, om den doode de laatste eer te bewijzen.
Met specerijen gaan zij naar het graf. In haar ijver en verlangen hebben zij niet gedacht aan den zwaren
steen, die voor cle grafspelonk was gewenteld. Onderweg komt het haar in de gedachte. Wie zal haar
nu helpen? Toch drijft dit bezwaar haar niet terug. En wat zien hare oogen Het graf is geopend, de
steen is afgewenteld. Wat zou er geschied zijn Is liet lichaam des Heeren door de vijanden heimelijk
weggenomen Maar hoor! Daar roept haar eene stem toe, dat zij niet vreezen zullen jezus is zelf uit
het grat verrezen. Haar Heere heeft het leven weder tot zich genomen! Welk eene verrassing. Nu lieten
zij gewillig haar specerijen staan en verblijden zich in het heerlijke blijk van Jezus' almacht. De Heere leeft!
Laat clie God vreezen, Hem nu loven,
En zeggen: roemt Gods majesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!
dood en hel, verandering van zondaar
in kind Gods, blijmoedige verwachting
van de toekomst des Heeren en geen
vreeze des doods. Christus stond op uit
het graf om zondaren van den dood te
verlossen. Door Zijn dood is het leven
gebracht in Zijn volk. Groote oorzaak
0111 blijde te zijn, om dank haar te zin
gen van de aangebrachte hulp.
Wij spreken van Paasch/eesf dat
het maar geen ijdele klank of aardsche
beduidenis hebbe voor ons. Des Heeren
feesten hebben andere voorschriften en
gewoonten dan de aardsche. Lees hoe
aan hraël wetten werden gegeven om
de feesten den Heere te houden. E11
mogen deze onder de nieuwe bedeeling
zijn vervallen, zoo blijft hier geschreven
Sta dan in de vrijheid, waarmede Chris
tus u 1 ee!t vrijgemaakt. Val niet in
/.oude
Worde hieruit verstaan, hoe bezwaar
lijk het is op deze aarde recht en goed
paaschfeest te vieren. Laat het verlan
gen en de bede in de harten zijn 0111
Luc. 23 28b. Weent niet over
Mij, maar weent over u zelve en
over uwe kinderen.
Pilatus had geen schuld in den Heere
Jezus gevonden. Nochtans gaf hij Hein
over 0111 gekruisigd te worden. En als
zij Hem wegleiden »zoo zegt ons de
Evangelist,namen zij een Simon van
Syrene komende van den akker en
legden Hem het kruis op dat hij het ach
ter Jezus droeg» naar Golgotha heenj!
Stel u Christus op den via dolorosa
een oogenblik voor>Hij was veracht
en de onwaardigste onder de menschen
een man van smarten en verzocht in
krankheid en een iegelijk was als ver
bergende het aangezicht voorHem.« Hij
was verraden, bespot en gegeeseld, en
zich leiden laat en verleiden, dien hij ge
hoorzaamd en dient. Ziet dit aan Kain
die zijn broeder vermoord, aan Lamech
die zijn wraakheid doet hooren. Saul
wijkt af van den Heere, zinkt dieper
en dieper totdat hij te Eendor wanho
pig gemaakt, zich op den Gil boa door
steekt. E11 Judas Iskarioth maakt aan
zijn jammerlijk leven een einde onder
de foltering van zijn geweten
„Ik heb verraden onschuldig bloed."
Zijn wij dan alzoo onbekwaam tot
eenig goed en geneigd tot alle kwaad
Ja wij, ten zij wij door den Geest Gods
wederom geboren worden. Van nature
is de mensch in de zonden en in de
misdaden dood. Uit zijn hart komen
booze bedenkingen twist en geen vre
de, trots en geen ootmoed, haat en geen
liefde, en zoo -wordt zijn eigen leven en
dat van zijn naaste verwoest. I11 den
waan van zijn eigen gerechtigheid, ei
gene krachten en eigen verstand wil
zijn eigen Ik tot een god zich verhef
fen en maakt hij het waar wat de