voor de Znfcilftollan<l$clie en 35eeinvsclie Eilanden.
Kü BLAD.
èiden.
•^ndsrn^
Zaterdag 12 Maart 1910
Antirevolutionair
25ste Jaargang N°. 1536.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
rzekering
ek en Magazijn
van
en Kinflertleefling,
9TTERDAM.
iff eene uitgebreide
iug Belijdenis Cos-
in zwart en blauw,
Couue en nette af-
alsmede de nieuwste
be en Scbotscbe stof-
or Meeding naar
wen van den
mikkieniende
oorten, welke
erkrijgen van
irijen te SoiunielsdijM
w
sell.
Wordt Vervolgd,
1
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. met Zondagsblad 75 Cent..
zonder 50
Buitenland bij vooruitbetaling met Zondagsblad f 7,50; zonder ƒ4,50 per jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor de Itedactie bestemd, Advertenties en verdere Administratie franco toe te zenden aan den t itgeves
Helanyrtfke datums.
„Tegenstrijdigheden"
in dr Kuyper.
De Liberalen en 't Koningschap.
»Laat ons 't toch ronduit zeggenin
dit jaar, nu wij het 50 jarig jubelee
verdienden te herdenken van de in
voering der Grondwet van 1848, dat
in Nedrland door de Liberale partij in
1848 elke feitelijke macht, elke ingrij
pende invloed op ons Staatsbestuur aan
't Koningschap is ontnomen. En waar
men dit niet zal kunnen tegenspreken
daar had t verleden van de liberale
partij den Minister er toe moeten lei
den om zich niet zoo gaaf te vereenigen
met de groote beteekenis door den ge-
achten interpellant (Ds Donner wordt
bedoeld Red. M. S.) aan het feit van
31 Aug. toegekend.
De liberale partij is, zooals mijn vriend
Van der Goes terecht heeft gezegd, de
politieke koningsmoordenaar geweest
in Nederland.
iüe liberale partij heeft het Neder-
landsche koningschap zijn feitelijke
macht ontnomen.
11 et Koningschap is door de liberale
partij gemaakt tot den dienaar van de
klasse, die aan ft roer is.®
De Liberalen en j Koningschap.
eenkomstig den wil der vertegenwoor
diging, maar rekening houdende met
den wil des volks. (De eigen wil der Ko
ningin geldt dus niet. Red. M. en S.)
De Liberalen en H Koningschap.
Aan den tand gevoeld.
OP Bli;v PITBiflJfi.
traat 322 en 324
r de Wijde Kerkstraat
'gd, sedert Anno 1885)
onze Etalages.
'°l 3386
iponeard handelsmerk
ij Joh v. Ballegooij.
A. C. A. Poots.
A. van Besteren.
L. W. Zaajjer
A. van Oostenbrugge
2445
men in zijn eigen
sd{fk. 3308
den tot de firma
I»A1I
1 2.Z. »4.
et jaar 1850 wer-
geleverd.
3132
/aversberg hem steeds
verwierp hij die gedachte
ng, dat deze zijne eigen
geweest zijn. Nu waren
op ruwe wijze de schellen
erukt geworden, en op
was hij er van den kant
:rgen opmerkzaam op ge-
dat hij slechts een vonde-
ilekt niet op eene adelijke
ocht, En toen nu dokter
geheel en al met den
)op der zaken in belrek-
nschap zijner pleegouders
en hem ook de uit-
van den Majoor, zijn
nt een legaat van 6000
rnd geworden had hij
eele akte afstand van zijne
itwiste nalatenschap ge
it de uitkeering van het
teld, Het was een besluit
and der familileden had
ïrven verwachten.
UITGEVER
Telefoon Intercoms»». No. 3.
23 Maartter visielegging en ver-
krijgbaarstelling der voorloopige kie
zerslijst en bijbehoorende lijsten.
23 Maart tot en met 15 April
gelegenheid tot reclame.
Tot 21 Aprilter visielegging en
verkrijgbaarstelling der reclames.
Voor 15 Meidifinitieve vaststelling
der kiezerslijst
Mr. de Jong heeft het twijfelachtige
voorrecht gehad naast zich in gezel
schap te hebben gesproken Mej. Van
der Vlies, die daarna verklikte, 6f
waar óf met verdraaiing en verval-
sching, wat door mr. de Jong was
gezegd. In dr Kuyper waren tegen
strijdigheden, dubbelzinnigheden, zoo
luidde de aanklacht. Dr. Kuyper loog
altijd, was onvertrouwbaar.
Tot heden heeft mr. «Ie Jong nog
niet gepubliceerd, wat hij werkelijk
gezegd heeft't is ook niet noodig,
omdat er niet bij allen belangstelling
voor te vinden is en huiselijke gesprek
ken geen omroeper vragen.
Maar wat we bedoelen is dit. Stel,
dat men tegenstrijdigheden en dubbel
zinnigheden in dr. K. ziet; is dit dan
een reden om hem minder te eeren
en te hoogachten of te verkleinen het
groote werk, dat onze Antirev. Leider
in Nederland heeft tot stand gebracht
Zijn die fouten gemaakt om eigen
of Landsbelang te dienen
Was eigen eer-, heersch- en begeer -
zucht van die «tegenstrijdigheden® de
bron, of het welvaren der Kerk, des
Lands en der politieke partij, dat hij
beoogde.
Komen in het leven van alle grooSe
mannen en staatslieden geen dubbel
zinnigheden voor, noodzakelijk voort
vloeiende uit 't feit, dat een Leider
niet alleen met beginselen, maar ook
met menschen te doen heeft; met
menschen van allerlei afkomst, in
allerlei hoogere of lagere positiemet
allerlei karakter, met allerlei doeltot
saam werking geneigd of met jaloezie
aangegrepen; en dat dit bij dr. Kuy
per loopt over een tijdvak van 40 jaren,
Wat wisselende politieke omstandig
heden zijn er in die 40 jaar geweest;
hoeveel actie is er smds 1870 moeten
tevoerd op 't terrein der School, der
.erk, der Maatschappij, des Staats,
en dr. Kuyper was bij veel de ziel dier
actie; de leider, de pionier.
Kunnen dan na 40 jaar arbeidens
op zoo velerlei terrein geen dubbel
zinnigheden zich openbaren Maar....
het ideaal is bereikt, het doel ligt
dichter bij.
Als we dr. K. eeren, zal trouwens
niemand dit doen om zijn dubbelzin
nigheden maar om het doel, het werk
dat hij wrocht, om het beginsel, dat
hij bepleitte; om het succes dat hij
had. En de tegenstrijdigheden aan
vaarden we als fouten of als nood
zakelijke gebeurtenissen, die niet kon
den voorkomen om te komen tot 't doel
Groot was Willem van Oranje, Vader
•des Vaderlands! En toch, wie schudt
niet soms het hoofd, als hij zijn historie
d. i. zijn politieke historie leest?
Schrijft niet Dr. Nijhoifin zijn boek
«Willem van Oranje, de bevrijder en
-stichter van onzen Staak over hem
»Van dat dubbelzinnige in zijn karak
ter in die dagen (1566) zijn meer
bewijzen.«
En op een andere plaats«Indien
ergens in het welbevestigde pantser
van des Prinsen karakter een open
reet was, of indien ergens bij dezen
in drakenbloed gedoopten Siegfried
een wondbare plek was te zoeken, dan
was wel die plek te vinden in zijn
verhouding tot de Watergeuzen (1572)
En op een andere plaats«Doch
ook deze vernieuwde betrekking tot
Frankrijk (1573, na den Bartholomeus-
nacht) schijnt vreemd voor het karak
ter des Prinsen.
Tien jaar later onderhandelt de
Prins na het beruchte jaar 1583 weer
met Frankrijk. Hoe is 't mogelijk,
vraagt men terecht.
En zoo zijn er meer voorbeelden te
noemen, dat men recht heeft te vragen):
waartoe dit waarom aldus gehandeldP
Doch men moet zelf in de omstan
digheden verkeeren, om eigen drijl-
veeren voor God en menschen te kun
nen billijken, want een buitenstaander
ziet de zaak vaak scheef in, omdat hij
er buiten staat.
Waarom liet Juliana van Stolberg
wier naam ons Prinsesje draagt, moe
der van Willem den Zwijger, waarom
liet zij, Godvreezend protestante, haar
kind aan 't hof van- den Roomschen
Keizer Karei V opvoeden Schijnbaar
zeer tegenstrijdig en dubbelzinnig en
toch was 't dit niet, als men de historie
maar nader raadpleegt en de innerlijke
dnjfveeren nagaat.
L'e omstandigheden maken den
mensch, zegt een spreekwoorddoch
maken zeer zeker den politieken mensch
Maar hoe Oranje ook soms tegen
strijdig of dubbelzinnig optrad, toch
eeren we in hem den bevrijder en
den stichter van onzen Staat; toch
was en blijft 't al de eeuwen sinds
voorbijgegaan Oranje bovenen ons
nageslacht zal instemmen met den lof
aan den Grooten Held bewezen in een
duizendvoud herhaaldOranje boven
Want zijn majestueus ideaal, zijn
wereldbeheerschend succes, zijn onuit
puttelijke volharding en zijn alles
beheerschend Geloof in de eindelijke
zegepraal, maakte hem tot een tresor,
een schat van onnoemenlijke waarde;
is ons een mysterie van innige sym
pathie.
In eiken Leider, die wat presteert
voor School of Kerk of Staat, kunnen
oogenblikken aanbreken, waarin hij
geplaatst wordt voor het vraagstuk
ophouden! of langs een kronkelweg
doorzetten.
En dan dunkt ons 't antwoord, dat
hij zichzelf geeft, niet twijfeiachlig.
Maar men kan ook Leider heeten
en niets uitvoeren, waarmee een Volk
nu eens vooruitkomt; zulk een kan
altijd zóó «beginselvast® zijn, dat hij
niets meer dan de «beginselen® ziet....
doch in de praktijk des levens moet
men wel eens een zijsprong maken,
een omweg, om weer op 't goede pad
te komen.
BeginselvastUitstekend
Maar behalve een studeerkamer,
waar men op de beginselen dag in
dag uit zit te broeden, is er nog één
praktisch menschenleven, waarin mil-
lioenen u omringen en invloed oefenen.
De politicus vraagtwat moet naar
mijn beginsel? Maar hij vraagt ook:
wat is nu met behoud van dat begin
sel te verkrijgenen ookwat is te
verkrijgen als ik mijn eigen beginsel
eenigermate doe zwijgen, om een nieu
wen toestand te krijgen, die toch den
vijand afbreuk doet.
Een Staatsman is geen dominee.
De Staat is niet de Kerk.
En dr. Kuyper kan «tegenstrijdig
heden® gehad hebben, waarom niet?
Maar door hem is 'tRehaboth
De Heere heeft ruimte gemaakt.
't Was een Kamerzitting in 1898
Mr. Troelstra neemt 't woort.
Hij zegt
«Wanneer ik naga, wat bij de be
handeling van de Staatbegrooting
door den heer Kuyper is in "t midden
gebrachtwanneer ik naga, dat [door
den Minister (was toen mr. Cort. van
der Linde, min. van Justitie, bekend
om zijn boek over de Lib. partij, en
dat woordvliegwiel Red. M. S.) het
Koningschap in ons Land genoemd is
het vliegwiel om den boel aan den
gang te houden en niet te komen op
't doode punten wanneer ik bedenk,
dat vrij wat belangrijker dan het wiel
zijn degenen, die het in beweging
brengen, n.l. de Ministersdan vind
ik dus voor mijn beschouwingen steun
aan den Ministerstafel
Toen mr. Troelstra dit gezegd had,
stond niet één Minister, niet één libe
raal Kaïnerlid op om hem te weer
leggen. Ze konden niet, want de feiten
lagen er.
De liberale Uud-Min'ster Cort van
der Linden, schrijft op bidz. 62 van
zijn boek
Richting en Beleid der Liberale
partijover het Parlementaire stelsel,
zooals dit zijns inziens moet werken
«De vertegenwoordigers (Kamerle
den Red M. en S) vrij binnen de
grenzen van hun mandaat en verant
woordelijk voor hun kiezers.
De ministers vrij in de uit oefening
van de regering, maar verantwoorde
lijk aan de vertegenwoordiging (Dus
niet aan de Koningin Red. M. en S.)
„Naast deze regelende en besturende
macht enz. (De Koningin bestuurt dus
niet, maar wel de Kamerleden Red.
M. en S.)
«Eindelijk een zelfstandig staatshoofd
als het groote vliegwiel om de beweging
der Staatsmachine onafhankelijk te
maken van het doode punt.
«Dat Staatshoofd is staatsdienaar,
maar niet verantwoordelijk jegens het
Parlement,, de ministers kiezende over
Wat een prachtig Koningschap is
datHad mr. Troelstra nu niet vol
komen gelijk?
De Koningin is onderworpen aan
den wil des Volks
Dat volk kiest Kamerleden.
Die Kamerleden willen hnn eigen
Ministers
Wil de Koningin zulke of die Mi
nisters niet, dan botst de Koningin
tegen Kamerleden en kiezers.
Kiest zij toch een Haar gevalligen
Minister, dan verwerpen de Kamer
leden zijn begrooting en dan moet de
Minister weg dan heeft de Konin
gin 't spel verloren tegenover de Ka
merleden-Kiezers, haar onderdanen
Ja, ja 't is een prachtig Koning
schap, dat de Liberalen voorstaan.
De Koningin Staatsdienaar I De
Kamerleden de Koninklijke macht
't Is de omgekeerde wereld
Dezelfde Oud-Minister Cort van
der Linden schrijft op bldz. 51
«De vraag nu waar is in den Staat
de bron van macht, is voor den libe
raal niet voor tweeërlei uitlegging
vastbaar. Noch gratie Gods, noch
bijzondere voorrechten (zooals de
rechtsche partijen belijden) kunnen als
machtsbrief gelden alleen bij het volk
ligt de bevoegdheid om over de regee
ring te beslissenzvj, die door hun
samenleving de groote organische ver-
eeniging uitmaken welke men volk noemt
zijn de eenige bron van alle heerschap
pij.*
't Is fraai wat de Liberalen durven
leeraren
Met God niets te maken Hij heeft
wel gezegdDoor Mij regeeren de
Koningen en ook Er is geen macht
dan van Mij en de machten, die er
zijn, zijn door Mij verordineerd maar
daar stelt de liberaal geen belang in.
God is niet de bron van de Konink
lijke macht.
Het Volk, de kiezers, de Kamerleden
zijn de bron en de uitvoerders der
heerschende macht in den Staatzij
de heerschappij gevoerd
Het Volk moet »beslissen« zegt de
schrijver.
Niet Gods Woordniet de Konin
gin, regeerend bij de genade Gods
neen Het Volk zal de baas zijn.
De Koningin is de onderdaan. Het
Volk de Koning.
Zie den Menschzei Pilatus tegen
de schare; die Mensch was een Ko
ning.
Zie den Kiezerkoning zegt mr.
Cort v. d. Linden, die de macht van
den Christus niet erkennen wil als
Koning van alle machtigen en Uit-
deeler van alle gezag.
Er zijn Gemeenteraden, die besloten
hebben, indien openbare onderwijzers
solliciteeren ze aan den tapd te voelen
of ze wel zijn vóór 't Stamhuis van
Oranje, voor 't Koninklijk Gezag,
voor de Grondwettelijke rechten van 't
Koningshuis.
Die zaak is niet af te keuren. De
Overheid heeft 't recht onderzoek in te
stellen naar haar ambtenaren. Maar
wat is 't leelijke in deze zaak. Ditde
eerlijke lui onder de onderwijzers wor
den de gesjochte en de huichelaars, de
benauwdsten, de beunhazen krijgen
een plaats. Lieg maar wat en je
wordt benoemd.
Ook ditde Socialistische onderwij
zers krijgen de klappen, maar de libe
rale schoolmeesters, die in beginsel
krek denken als de socialisten, doch
zich wat matigen, wat «verstandiger®
optreden, worden gekozen.
Het Socialisme krijgt de bons, en
't Liberalisme dat ook nooit zich prin
cipieel voor Oranje heeft uitgesproken,
wordt beschermd.
Wij naderen langzamerhand de lente
Ze zeggen, dat we dit jaar geen winter
hebben gehad en in zekeren zin is het
waar. 'n Enkelen keer mag'de thermometer
onder de nul zijn gedaald, 't was maar voor
eenige urendan kwam weer een nieuwe
j>depressie«, zooals de geleerden dat noe
men, de vorsttoestand verstoren en de regen
sijpelde weer langs boom en daken.
En toch hebben wij winter gehad.
't Zit 'm niet alleen in de koude, 't zit
'm ook in de dorre, kale velden, in de
bladerlooze boomen in de vogellooze lucht
in de wintertriestheidin de bruine doo-
digheid van het gansche landschap.
Dat alles gaat nu voorbij.
Ik zie de knoppen al zwellen aan de
boomen 't schemert al, wanneer ik opsta,
allerlei gevogelte sjielpt weer in de lucht
de lente komt
2 De lente komt*, zei me onlangs een
kennis, »en als 't lente is, gaat mijn jongen
van schoolHij heeft nu twee jaren in de
hoogste klasse gezeten, hij is dertien jaar,
flink uit de kluiten gewassen, wat moetik
met hem aanvangen: wat raadt ge mer*
Een gewichtige vraag in het leven.
Van de honderd menschen, die jong in
zeker bedrijf komen, of voor zeker ambt
worden opgeleid, zijn er hoogstens vijf,
dunkt me, die op later leeftijd nog een
anderen weg uitgaan, maar de groote meer
derheid blijft voortloopen op het pad, waar
ze tijdens de beroepskeuze door hun ouders
zijn gezet.
Veel hangt dus van die keuze af.
Deze jongen in kwestie was goed ont
wikkeld, »kón leereo* maar zijn
ouders, met een talrijk gezin gezegend, al
hadden ze goed hun brood konden geen
dure opleiding bekostigen.
2Onderwijzer* opperde ik. Dat is uit te
zuinigen, ook voor minder bemiddelde
menschen en de opleiding vindt men op
vele plaatsen.
Maar neen, dat ging niet.
De joDgen had er wel een hoofd, maar
absoluut geen hart voor. Er zijn knapen op
dien leeftijd, die zelf niet weten wat ze
willendie als was zijn in de handen van
den kneeder en wien men tot hun eigen
bestwil de een of andere voorlietde sug-
gereeren moet of ook, met wie men 't maar
eens moet probeeren.
Dat was bij dezen knaap niet zoo.
Hij leerde vlug en vlijtig, maar 't zou
hem een last des levens zijn, als hij dat
leven met studie moest doorbrengen. Daar
entegen was hij eer geboren knutselaar;
zijn vrijen tijd steeds bezig met allerlei
handenarbeiddie jongen moest op een
ambacht en kon het op een ambacht ver
brengen.
Zoo vertelde mij zijn vader.
Welnu meende ik dan was het
klaar. Aan heel- en halfgeleerden hebben
we voorloopig geen gebrek en 't zou een
zegen zijn voor de maatschappij, als goede
intellectueele krachten zich meer op het
handwerk gingen toeleggen.
Mijn kennis stemde dat toe.
En toch had h.j groot bezwaar.
W-